Engelen zagen er niet altijd uit als bevallige gevleugelden die tussen hemel en aarde wieken om zich met mensen in te laten. Hoe kwamen ze trouwens aan hun vleugels? Al duiken engelen geregeld op in Bijbelse verhalen, over hun verschijningsvorm tasten we in het duister. Theologen beraadden zich over hun wezen en gedaante, maar aarzelden hierover uitspraken te doen. Voor kunstenaars was dat geen beletsel om deze hemelse wezens naargelang de geest van de tijd gestalte te geven. Tertio verkent deze week de wondere wereld van die boodschappers van God.
Ze zingen als er blijdschap is en wenen als er droefheid heerst. Ze staan mee aan onze wieg en begeleiden ons naar het paradijs. Ze zijn geduldig, begripvol en hebben vleugels. Alleen over hun geslacht tast men nog steeds in het duister. Engelen bewegen zich tussen hemel en aarde, tussen de besognes van stervelingen en de bovennatuurlijke sferen. Ze waarschuwen en beschermen, ze zegenen en troosten en brengen het goddelijke binnen handbereik.
Geen wonder dat ze van alle hemelse wezens de moderne mens het dierbaarst zijn. Ze waken over steden en treuren op graven. Ze bevolken als wervelende wolken koepels en bengelen vrolijk in de kerstboom. Hun aanwezigheid wordt soms zo reëel dat menigeen gelooft ze met eigen ogen gezien te hebben en dat het op het wereldwijde web wemelt van engelen die verlichting, bescherming en troost bieden.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.