Op 11 maart laatstleden zegende kardinaal De Kesel prelaat Marc Fierens tot 53ste abt van Averbode. De Norbertijn kan bogen op 41 jaar ervaring binnen de kloostermuren. De Augustijnse spiritualiteit van de orde ligt Fierens bijzonder na aan het hart. Daarom – zo getuigt hij in Tertio van 28 maart – wil hij die traditie koesteren en verder uitdragen.
In de religieuze regel van Augustinus staat het gemeenschapsleven centraal: hoe als christenen samenleven in onderlinge samenhorigheid gericht op God. Daarmee sluit de kerkvader aan bij het ideaal van de eerste christengemeenschappen, zoals we dat terugvinden in het vierde hoofdstuk van de Handelingen van de apostelen: zij leefden eendrachtig samen, waren één van hart en ziel, en deelden hun bezit. Voor Augustinus is het gemeenschapsleven een doel op zich, geen middel. In dat gemeenschapsleven staan de liefde tot God en de liefde tot de medemens centraal.
De nieuwe abt van Averbode duidt het gemeenschapsleven volgens Augustinus als eenheid in verscheidenheid: “Gemeenschap vormen kan je doen op verschillende niveaus. Vaak wordt de uniformiteit – die mensen verkeerdelijk lezen in ons gemeenschappelijke witte habijt – als een ideaal voorgesteld. Maar Augustinus wilde ook de eigenheid van elke persoon tot ontwikkeling laten komen. De verscheidenheid is de grootste rijkdom van een gemeenschap. Het individu en de gemeenschap hebben elk hun waarde. Overal waar mensen – in al hun verscheidenheid – gemeenschap vormen, eren zij God.” In lijn met die spiritualiteit staat de eerste zin uit de regel van Augustinus sinds enkele jaren in de drempel van het gerenoveerde kerkplein van de abdij gebeiteld: ‘Eén van hart en één van ziel, op weg naar God’.
Lees het volledige interview met abt Marc Fierens deze week in Tertio. Proefnummer of abonnement: www.tertio.be