Het recht te weten hoe je als rabbijn over actuele thema’s denkt | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Tertio

Tertio

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Neem een abonnement Bezoek onze website
“Als rabbijn ben je niet alleen bezig met huwelijken, echtscheidingen en begrafenissen. De mensheid heeft ook het recht te horen hoe je over actuele thema’s denkt”, meent Lody van de Kamp. © kk

Het recht te weten hoe je als rabbijn over actuele thema’s denkt

icon-icon-blog
Gepubliceerd op dinsdag 23 november 2021 - 10:00
Afdrukken

Niets tijdens zijn jeugd wees erop op dat Lody Van de Kamp rabbijn zou worden. Zijn vader was textielarbeider en runde als bijverdienste een klein poeliersbedrijf. Toen vader Van de Kamp er niet in slaagde een rituele slachter te vinden, zei Lody: “Papa, ik word wel sjocheet”. Het werd het begin van een studie tot rabbijn. Dit jaar viert Van de Kamp (1948) zijn 40-jarige jubileum als boegbeeld van joods Nederland. “Na alle discussies over ritueel slachten, onderwijs en de verhouding van kerk en staat kijk ik terug op een boeiend bestaan. Wat mij betreft mag er nog 40 jaar bijkomen.”

Na zijn studie tot sjocheet aan de Talmoed Hogeschool in Londen, verrichte Lody Van de Kamp van 1973 tot 1978 rituele slachtingen in Amsterdam. “Op een dag kwam ik thuis en zei tegen mijn echtgenote: ‘Ik moet er niet aan denken dat ik de volgende 40 jaar alleen maar nekken moet snijden’. Daarna ben ik teruggegaan naar Londen om mijn studie te vervolgen. Als sjocheet weet je al heel veel van Thorateksten, verder studeren tot rabbijn is een logisch vervolg.”

In Londen werkte u al een tijdje als rabbijn, voordat u in 1981 werd aangesteld in de Nederlands Israëlitische Gemeente in Den Haag. Hoe vond u de weg naar het maatschappelijk debat?

“Elke rabbijn krijgt van het Opperrabinaat van Nederland een portefeuille. Ik werd gesteld over het contact met de Nederlandse overheid en met de kerken. Na 20 jaar lang rabbijn te zijn geweest in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, ben ik voor mijzelf begonnen. Een collega-rabbijn zei tegen mij (lacht): ‘Jij bent de eerste freelance rabbijn ter wereld’. Ik begon met het organiseren van studiereizen naar Oost-Europa. Daar ligt 1.000 jaar joodse geschiedenis waarvan bij ons weinig bekend is. Al eerder was ik gaan schrijven, mede op uitnodiging van het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Als rabbijn houd je je niet alleen bezig met huwelijken, echtscheidingen en begrafenissen, maar de mensheid heeft ook het recht te horen hoe je over actuele thema’s denkt.”

U heeft een bewogen geschiedenis, met een vader die twee jaar doorbracht in Auschwitz en een moeder die als onderduikster de oorlog heeft overleefd. Hoe kijkt u terug op uw jeugd?

“Ik werd direct na de oorlog geboren. Mijn vader was daarvoor al getrouwd en had twee zonen: Lody en Benno. Mijn halfbroers zijn omgekomen in de oorlog; naar hen ben ik vernoemd. Hoe gek het ook klinkt, ik heb een gelukkige jeugd gehad. Mijn moeder fietste op woensdagmiddag met mij en mijn zus naar het bos, kastanjes of paddenstoelen zoeken, en mijn vader maakte dingen van hout. Thuis stond soms koolraap op tafel. Dan zei mama: ‘Papa hoeft dat niet te eten, die heeft dat al in het kamp gedaan’. Vroegen wij naar haar onderduikervaringen, dan zei ze: ‘Ik heb het niet zo erg gehad. Papa heeft in het kamp gezeten’. Pas veel later kwam ik erachter dat mijn moeder op 12 verschillende plaatsen in Nederland verbleef, maar telkens moederziel alleen op straat kwam te staan. Mijn vader beweerde altijd dat hij in Auschwitz in een groentetuin had gewerkt. Daar stelde ik mij geen vragen bij, totdat Holocaustonderzoeker Lion Tokkie me 2 jaar geleden belde. Hij zei: ‘Lody, je vader heeft toch gewerkt in de groentetuin Gleiwitz 3 in Auschwitz? Kun jij me vertellen wat hij daar deed bij min 20 graden in de winter van 1943-’44?’ Tijdens zijn onderzoek had hij ontdekt dat mijn vader na het transport tewerkgesteld was in de roet- en cementfabrieken van Annaberg. Daar kwamen de mensen met bosjes om.”

“Toen ik in 1996 voor het eerst naar Polen ging, vroeg mijn hoogbejaarde vader me de avond vooraf: ‘Ga je ook daarheen?’ Na terugkomst vroeg hij me naar mijn reis, en of ik ook dáár was geweest. Ik zei: ‘Ja, ik ben ook in Auschwitz geweest’. Hij glimlachte en zei: ‘Ja, ik ben daar ook geweest’. Tijdens mijn reis hield ik een dagboekje bij. De laatste regel was: ‘Polen is een land waar iedere jood één keer moet zijn geweest, om nooit terug te gaan’. Inmiddels ben ik er zo’n 40 keer geweest en gaandeweg ontdekte ik dat Polen uit meer bestaat dan alleen Auschwitz. De natuur is ook mooi, de mensen zijn vriendelijk. Op een gegeven moment neem je wat afstand van het verleden en ontstaat er een zekere acceptatie. Maar wat blijft, is de vraag hoe zoiets kon gebeuren.”

Verder lezen? Vraag een gratis proefnummer aan of neem een abonnement.

Gepubliceerd door

Tertio

Meer

Blog

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie
gebedsintentie paus augustus 2024: politieke leiders
readmore

Gebedsintentie paus augustus 2024: voor politieke leiders

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook