IJD – Jongerenpastoraal Vlaanderen werd in september 1996 boven de doopvont gehouden. Stijn Van den Bossche, Pascal Veeckman en Lode Aerts lichten als betrokkenen van het eerste uur de ontstaansgeschiedenis van IJD toe. De drie opeenvolgende directeurs Pieter Nolf, Annelien Boone en Anaïs Fayt en huidig voorzitter Wim Selderslaghs maken in Tertio nr. 1.112 van 2/6/’21 de balans op van een kwarteeuw interdiocesane jongerenpastoraal in Vlaanderen.
In 1996 – 4 jaar nadat de verplichte legerdienst werd afgeschaft – was er geen reden van bestaan meer voor Milac, een vzw die zich richtte op wie zijn legerdienst vervulde. Omdat de vereniging toch nog bestond, nog enkele personeelsleden en wat middelen had, werd besloten ze om te vormen tot IJD. “Van dan af werkte jeugdpastoraal samen voor alle Vlaamse bisdommen en de Nederlandstalige Brusselse pastoraal”, zegt Pascal Veeckman.
“Voor mij is de motor nog steeds dat jeugdpastoraal een voorbode is van waar de kerk naartoe gaat in een moderne leefwereld die het steeds meer zonder God kan stellen”, vervolgt bisschop Lode Aerts. Stijn Van den Bossche ziet jongeren als speerpunt van kerk en samenleving. “Wie de jongerensynode volgde, stelt vast dat alle problemen van de kerk en de samenleving daar aan bod kwamen.” Jongeren zijn niet het object, maar het subject van de jongerenpastoraal, klonk het bij de jongerensynode in 2018 en in de exhortatie Christus Vivit. Hoe hebt u dat zelf mee invulling gegeven? Annelien Boone: “Het mooiste voorbeeld vind ik het jongerencommunicatiebureau Verse vis. Vooral voor de Wereldjongerendagen van Rio (2013) en vervolgens Krakau (2016) namen ze de hele communicatie op zich. In de parochiepastoraal krijgen jongeren minder kansen, tenzij binnen een opgelegd stramien.”
Wim Selderslaghs: “Dat klopt. In nogal wat parochies leeft de vraag: we willen wel iets doen voor jongeren, maar wat? Het voorbeeld van een Chirogroep die enthousiast een zondagviering ondersteunt, typeert de pastorale aanpak tot nog toe. De voorganger verwelkomt de groep en zegt dan dat hij hen vanaf volgende week elke zondag in de kerk verwacht. Maar krijgen jongeren dan echt een plaats? Ze voelen zich helemaal niet uitgenodigd.”
Waarom zijn de internationale activiteiten van IJD zo belangrijk? Waarom maken reizen integraal deel uit van een weloverwogen jongerenpastoraal? Pieter Nolf: “In het begin was dat allemaal niet zo strategisch. Er was nogal wat experiment. Toch zijn de deelnames aan bijvoorbeeld de WJD belangrijk omdat ze de blik op de wereld opentrekken. Ik herinner me dat ik tijdens een van de WJD een Zweedse collega ontmoette die me vertelde dat hij ’s zondags 400 kilometer reed om een viering bij te wonen. Dat is wat anders dan hier, waar velen onder de eigen kerktoren willen blijven.”
Anaïs Fayt: “Je teert lang op de boost van zo’n reis als je met zovelen samen je geloof hebt kunnen beleven, hoe verschillend we allemaal ook zijn. Ik herinner me hoe we het tijdens een reis uitgebreid hadden over de ‘gewone’ geloofsbelijdenis. Toen er daarna in de parochie tijdens de zondagsviering werd gezegd: ‘We nemen nu de alternatieve geloofsbelijdenis op pagina 12, dacht ik aan de klassieke formulering. Door de WJD was die voor mij beginnen te leven.”