Migratie doet de religieuze pluraliteit in ons land toenemen. Ook binnen de christelijke familie neemt de diversiteit toe en groeit het aantal “buitenlandse” kerkgemeenschappen. Tertio ging op verkenning bij enkele Latijns-Amerikaanse gemeenschappen. Hoe geven ze hun geloof in België vorm en voor welke uitdagingen staan ze? “We houden ons afzijdig van politieke boodschappen. Er komen immers kerkgangers van alle strekkingen bij ons. Dat willen we zo houden.”
Dominique Ballegeer vertrok in 2002 vanuit het bisdom Brugge als priester-in-zending naar El Salvador. Vandaag behartigt hij als bisschoppelijk referent de pastorale zorg voor vluchtelingen en migranten. Met de Spaanstalige latinogemeenschap heeft hij een bijzondere band. Als priester-in-zending werd Ballegeer diepgaand gevormd door de nauwe band tussen de Bijbel en de realiteit van bittere armoede en onderdrukking. “De grote bevrijdingstheologen van toen – Leonardo Boff, Jon Sobrino, Gustavo Gutierrez, Ignacio Ellacuría… – waren geen theoretici, maar sociaal geëngageerde academici. In mijn pastoraal werk legde ook ik me toe op sociale projecten, waaronder alfabetiseringscursussen. De conservatievere gelovigen namen dat niet altijd in dank af. Ze vonden mij subversivo en wilden liever dat ik meer beschikbaar was voor de sacramenten”, monkelt hij.
“Allen worden gered”
In een bruisende Brusselse uitgaansbuurt die er op zondagochtend slaperig bijligt, loopt rond het middaguur de barokke Onze-Lieve-Vrouw-ter-Rijke-Klarenkerk vol met mensen van wie de roots onmiskenbaar zijn. De Latijns-Amerikaanse gemeenschap viert er haar wekelijkse eucharistie en zoekt steun bij elkaar. Migratie is een sterk thema binnen de gemeenschap. Er worden gedenkdagen gevierd, de voorbeden en de homilie gaan erover, de tekstblaadjes citeren de Vaticaanse verantwoordelijke voor migratie. De solidariteitsraad van de Latijns-Amerikaanse kerk is een belangrijke pijler binnen de gemeenschap om hun integratie in België te faciliteren. De kerk is voor Latijns-Amerikaanse migranten het eerste aanspreekpunt bij aankomst. “Voor hen is de kerk een neutrale partij”, verklaart parochievrijwilliger Jhon Velasquez. “Zij hebben vaak uitdrijving gekend en staan wantrouwig tegenover overheden. Ze zoeken een gemeenschap die Spaans spreekt om hun de eerste informatie aan te reiken en hen te oriënteren in hun nieuwe land. Daarom is de koffie na de kerkdienst zo belangrijk. Landgenoten leveren een netwerk aan, onder andere voor hun zoektocht naar werk. Zodra ze die eerste stap voorbij zijn, oriënteren we hen naar de diensten van de stad, autoriteiten die hun papieren regelen of taalcursussen. Later bouwen ze banden op via werk of school.”
Kleurrijke spiritualiteitsbeleving
De Christengemeente Mortsel komt samen in een statig herenhuis. 47 jaar geleden ontstond de geloofsgemeenschap als thuisbasis van de Jesus People. Het waren de roerige jaren zestig en de leden zaten op de grond. Vandaag nemen Spaanstalige kerkgangers plaats op zachtroze stoelen. In het pand aan de Hendrik Kuijpersstraat worden tweetalige diensten voorzien. “Het is de bedoeling een Nederlandstalige gemeente te worden. Maar dat is de theorie. Identiteit is verbonden met taal; daar kunnen wij niet aan ontsnappen”, vertelt ouderling Jan Versweyveld. “De Christengemeente Mortsel geeft een levendige indruk van hoe het er vroeger aan toe moet zijn gegaan. Tijden veranderen, maar sommige dingen blijven bewaard. De kleurrijke spiritualiteitsbeleving uit de jaren zestig is een nieuwe verbintenis aangegaan, nu met de superdiverse samenleving van vandaag.”
Lees het volledige dossier in Tertio van deze week.