“Onbevangen fierheid kreeg overhand op verstikkende reflex.”
Luik heeft al langer begrepen dat cultuur- en erfgoedtoerisme de drijvende kracht voor welvaart en ontwikkeling kunnen zijn en houdt die motor ook goed draaiende. Dat leerde Tertio tijdens zijn bezoek aan de stad in het kader van zijn zomerreeks over Franstalig België.
De jongste culturele aanwinst van de stad is La Boverie, het volledig vernieuwde museum voor schone kunsten. Het museum dateert van begin twintigste eeuw, toen het Parc de la Boverie een van de belangrijkste locaties was voor de wereldtentoonstelling van 1905, en is het enige gebouw dat van die expo bewaard bleef. De rustgevende schoonheid van de plek tussen het groen en met uitzicht op het water werd door de Franse architect Rudy Ricciotti aangegrepen om het museum open te gooien.
Een andere wederopstanding kende de ooit in een abominabele staat van verwaarlozing verkerende Place Xavier Neujean. De vervallen Bains et Thermes de la Sauvenière zijn van de ondergang gered en getransformeerd tot de boeiende Cité Miroir. Dat geslaagde voorbeeld van tussenoorlog modernisme van de Luikse architect Georges Dedoyard (1897 - 1988) is volledig opgeknapt en bestemd voor culturele activiteiten en educatieve projecten.
Het deel “kunst” van Tertio’s zomerreeks keert voorts duizend jaar terug in de tijd naar de periode toen edelsmeedkunst hoogtij vierde in Wallonië. En het bespreekt Nervia, honderd jaar geleden de Waalse variant van de Latemse school.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.