Is er nog toekomst voor ordes en congregaties in Noordwest-Europa? Tertio vroeg het de Nederlandse theoloog Paul Wennekes (1957), die zich bezighoudt met het onderzoeksproject Monastic Pastoral Care. “Er is heel veel mogelijk”, constateert de Nederlandse theoloog. “Ik sta pas aan het begin, maar ik zie een enorm potentieel. We zullen wel zien wat de toekomst concreet inhoudt, maar we moeten nu iets doen. Anders is het te laat.”
Op basis van de huidige ontwikkelingen probeerden de onderzoekers zich voor te stellen hoe christelijk Nederland er over 25 à 30 jaar uit zal zien. “De christelijke kerk is dan waarschijnlijk een kleine minderheid in een overweldigend seculiere omgeving, moslims even buiten beschouwing gelaten”, schetst Paul Wennekes. “Ook trachtten we ons de pastoraal-spirituele behoeften voor te stellen van mensen in die tijd. Momenteel worden parochies radicaal geherstructureerd. Van het aartsbisdom Utrecht blijven nog misschien tien parochies over. Dat zullen heel geconcentreerde pastorale eenheden zijn. Toch zullen mensen altijd religieuze ervaringen hebben en zal God altijd tot mensen spreken. De groep religieuze zoekers neemt waarschijnlijk alleen maar toe. De uitdaging voor ordes en congregaties is om nu beslissingen te nemen die een nieuwe of aangepaste vorm van voortbestaan in de toekomst mogelijk maken.”
Hoe ziet dat eruit, een zingevingsaanbod dat wel toekomst heeft?
“Daar is heel moeilijk een concreet antwoord op te geven. Bij veel ordes en congregaties beslaat de toekomstplanning hooguit één, twee of drie jaar. Tot nu toe hanteren ze voornamelijk de kaasschaafmethode. Elk jaar wordt het een beetje minder; nu zijn er nog tien zusters, straks acht en straks vijf. Als het perspectief zich beperkt tot een proces van afbouwen – goed voor de oude leden zorgen, de laatste gebouwen een herbestemming geven – dan wordt het een stervensspiritualiteit. Dan komt er onherroepelijk een punt dat de kaarskorst is bereikt. Maar als het lukt om tot een perspectiefwisseling te komen ontstaat een andere dynamiek. Dan is de vraag niet langer: ‘Hoe brengen wij het tot een goed einde?’, maar: ‘Hoe kan ons afbouwproces bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe vormen van spiritueel leven in de toekomst?’”
Meer lezen? Neem een abonnement of vraag een proefnummer aan via Tertio.be