Liefhebbers van de zalige Beatrijs van Nazareth (1200-1268) komen in 2018 goed aan hun trekken. Een boek, een muzikale compositie en een zomercursus zetten de 750ste herdenking van de sterfdag van de mystica extra luister bij. Klaas Blijlevens blikt daarop vooruit in Tertio nr. 967 van 22/8/’18.
Klaas Blijlevens opent zijn jongste boek, Beatrijs van Nazareth. Zeven keer heilige minne, met het schetsen van de bredere historische en religieuze context van de 13de eeuw in het hertogdom Brabant en het prinsbisdom Luik. Daar vond “een explosie van een beweging van bewogen vrouwen” plaats, onder wie ook andere befaamde mysticae, zoals Maria van Oignies (1177-1213), Hadewijch van Antwerpen (1200-1250) en Margarete Porete (1250-1310), geteld moeten worden. Het zijn de namen die prijken op het programma van de vijfdaagse zomercursus mystieke literatuur die vanaf zondag doorgaat in de Oude Abdij van Drongen en waar Beatrijs centraal staat.
Beatrijs en de overige mulieres religiosae van die tijd “verlangden naar een sterk uitgesproken leven van innig gebed vanuit hun gedreven toewijding aan God en legden zich ijverig toe op een volledige dienstbaarheid aan de medemens” met de evangelische armoede als levensprogramma, typeert Blijlevens. En omdat ook vandaag mensen door God worden geraakt, is de auteur ervan overtuigd dat “spirituele bewegingen uit het verleden ons kunnen helpen om Gods bezig zijn met ons te verstaan”. Hij maakt de lezer er wel attent op dat Beatrijs geen tekst ter navolging schreef – “niemand kan leren voor mysticus of mystica” – maar dat ze wel een ervaren gids is voor “wie in zich het trekken van de Geest ervaart”. Blijlevens waarschuwt er ook nog voor dat “wie alleen het traktaat van Beatrijs leest, een verkeerd beeld van Beatrijs kan krijgen alsof ze bijna uitsluitend leefde in hogere mystieke sferen”, terwijl ze in de allereerste plaats een christen is, die het dubbelgebod van de godsliefde en de naastenliefde in praktijk brengt. Ze kwam bijvoorbeeld ook tot het inzicht dat God een ander soort toewijding vraagt dan de strenge ascese in het klooster, die in de Vita uitgebreid beschreven staat maar waar ze in De Seven Manieren van Minne met geen woord over rept. “Ze kwam gaandeweg tot het besef dat alles minne is. Alleen wat uit minne gedaan wordt, is waarachtig”, schrijft Blijlevens.
Lees hier het integrale artikel: http://bit.ly/2OQ8IPm
Abonneer of vraag een gratis proefnummer op www.tertio.be