Is het toeval dat in de verhalen van heel wat religieuzen een hoofdrol is weggelegd voor hun vader en/of moeder?
Zuster Noëlla Ghijs legt er meteen de vinger op. Ze herinnert zich hoe ze als kind haar frêle handje in die grote stevige vaderhand legde. Nog altijd koppelt ze dat beeld aan haar Godsrelatie.
Maar geroepen worden tot een religieus leven, is ook wegtrekken uit de familie waarin je bent opgegroeid en radicaal kiezen voor een ander soort leven, waarin het familiale contact drastisch vermindert. Het is je langzaam ontwortelen en om elders in te wortelen, een proces dat je veel leert over wie je bent en wat je ouders voor je betekenen of betekend hebben.