De ervaring van schoonheid kan je helemaal overrompelen. Ze appelleert aan de diepste hunker van de mens naar wat goed, mooi en waar is.
In zijn Confessiones schrijft Augustinus deze opmerkelijke liefdesverklaring aan God:
Laat heb ik u lief gekregen, schoonheid, zo oud en zo nieuw!
Vreemd om God aan te spreken met schoonheid, niet?
En toch. In de Bijbel is er al sprake van schoonheid in het eerste hoofdstuk. God zag dat zijn schepping goed was, heel mooi. Ware schoonheid raakt aan wat ons overstijgt, verzacht het hart en maakt het zo ontvankelijk voor een Woord van buitenaf, voor wat goed en waar is over alle grenzen heen.
En zo bezit ze de kracht ons leven op een nieuw spoor te zetten. Daarom laat Dostojewski een (atheïstisch) personage verklaren:
Schoonheid zal de wereld redden.