2 februari:
Vandaag viert onze Kerk de opdracht van de Heer in de tempel, ook wel Maria Lichtmis genoemd. Op dit 'lichtfeest' wordt Jezus omschreven als een licht voor de wereld. Om mijn werk wat te 'verlichten', moet ik noodgedwongen beslissen om even een blog-pauze in te lassen. We zijn er terug op 27 maart ... . Dan ... ga ik namelijk op weg naar het licht van Pasen én het licht (= luz) van Saint-Jean de LUZ. Heel graag tot dan!
29 januari:
Vandaag vindt de nieuwjaarsreceptie en de bedanking van alle vrijwilligers diaconie van de regio Mechelen plaats. Zulke bijeenkomsten zijn fijne momenten waarop je veel gemotiveerde en wijze mensen kan ontmoeten. Maar … juist dat is een probleem. Of toch voor mij … . Ik ben namelijk snipverkouden, heb ‘de gave van de tranen’ en een rode neus en een rood oog. Kortom … ik kan beter niet vertoeven op plaatsen waar ik vele mensen kan besmetten. Ik zal dus mijn bewegingsruimte maar beperken tot mijn bureau, in de hoop dat mijn virussen ook niet te veel rond lopen. Ik wens allen die straks genieten van de nieuwjaarsreceptie van de regio Mechelen een GEZOND 2024!
28 januari:
De eerste lezing van deze zondag gaat over één profeet. De tekst komt uit het tweede (wet)boek, ook wel Deuteronomium genoemd (Deuteronomium is – om de verwarring compleet te maken – het vijfde boek in de Bijbel).
De eerste lezing spreekt dus over één profeet, die als het ware bemiddelde tussen God en de mensen. Waren ze bang om God rechtstreeks aan te spreken? Of waren ze bang om God niet te horen? Of niet te verstaan? En wij? Durven wij ons tot God te richten en Hem biddend, lovend, smekend of gewoon ‘vertellend’ aan te spreken? En maken wij tijd om te luisteren naar Hem? Bij ons doopsel wordt gezegd dat elke gedoopte eigenlijk ‘profeet’ is: allen zijn we geroepen om God te beluisteren en om te getuigen over wat Hij ons zegt en doet. Durven wij als gedoopte die profetische rol opnemen? Of … verkiezen wij één profeet omdat wij zelf niet één willen zijn met de Heer? Of … beseffen we dat we dat niet kunnen? Of toch zeker niet in één, twee, drie … .
27 januari:
Vandaag vond de tweede bijeenkomst van het vicariaal pastoraal overleg plaats. We kwamen met een veertigtal mensen samen, maar het vicariaal pastoraal overleg is veel meer dan wat we vandaag te zien kregen. Het was indrukwekkend wat die mensen allemaal bij hadden. Ze droegen vele ervaringen en suggesties met zich mee. Op meer dan 30 plaatsen was men ook lokaal in gesprek gegaan over de vraag hoe we de pastoraal met en voor ouderen verder vorm kunnen geven. Plaatselijke contacten werden gelegd of vernieuwd, mensen vonden elkaar en troffen tegelijkertijd ook ‘zin’ aan: zin om samen (verder) aan de slag te gaan. Op bepaalde plaatsen nam men reeds onmiddellijk het initiatief om de daad bij het woord te voegen. Kortom … de leden van het vicariaal pastoraal overleg hebben ter plaatse écht iets in beweging gezet. Benieuwd waar we na een tweede beweging (tussen nu en Pasen) uitkomen! 1 juni kunnen we zeggen waar ons synodaal en breed consultatieproces toe heeft geleid. Wordt dus zeker vervolgd!
En … omdat foto’s toch meer zeggen dan woorden … hieronder zie je enkele gespreksgroepjes aan het werk!
26 januari:
Vandaag vertelt het evangelie wat er ’s nachts gebeurt. Overdag werkt de zaaier. Tijdens de dag zijn wij aan de slag, maar ’s nachts gebeurt er ook heel wat. Terwijl de boer slaapt, waakt en werkt de Heer. ’s Nachts groeit er heel wat. Er groeit een droom van een wereld: het Rijk Gods. Het zaad ontkiemt en groeit. “En de zaaier weet niet hoe”, zegt de evangelielezing van vandaag. We hebben zoveel niet in de hand. Hoe hard we ook de handen uit de mouwen steken en hoeveel we ook doen, het evangelie doet ons toch beseffen dat slapen en loslaten soms ook veel oplevert. Een zuster, die ondertussen overleden is, zei steeds ‘God geeft het zijn beminden in de slaap’. Ik weet niet exact wat ze bedoelde, want ‘we weten nu eenmaal niet hoe’ (zoals het evangelie zegt) … . Ik hoop alleszins dat dit evangelie over ‘slaap’ veel bij ons wakker maakt!
25 januari:
Vandaag gedenkt onze Kerk de bekering van Paulus. Ik miste vanmorgen echter de mis, want ik moest (of beter: ‘mocht’) naar het regiohuis te Heverlee. Het team gemeenschapsopbouw kwam daar samen voor een teamwerkdag. De naam dekt eigenlijk de lading niet. Of toch niet helemaal. Het is geen ‘dag’, maar slechts een ‘halve dag’. Het is ook geen ‘teamwerk’, maar veeleer een ‘samen nadenken over het werk’. We bevragen elkaar en proberen elkaar te dragen. Net zoals Paulus worden we soms ook ‘wakker geschud’, we zien het licht (of toch lichtpuntjes) en met vallen en opstaan proberen we verder te gaan. Naar het voorbeeld van Paulus maakten we ’s middags ook rechtsomkeer. We keerden naar ons werk terug. Of we zochten het ‘andere werk’ weer op. Hopelijk mogen, durven en kunnen ook wij, net zoals Paulus, missionair en evangelisch op weg gaan … .
24 januari:
In de eerste lezing van vandaag wil David een huis bouwen voor God. De profeet Natan wijst hem erop dat het huis dat God reeds gebouwd heeft voor het volk Israël onnoemelijk groot is. God wil in dat grote ‘huis’ wonen. Hij wil zijn waar zijn mensen zijn. Ook Franciscus van Sales, die onze Kerk vandaag viert, bouwde met de hulp van God veel op. Nomen est omen. De naam van Franciscus van Sales (16de eeuw) is veelzeggend. Net zoals Franciscus van Assisi liet hij een grote rijkdom achter. Dit deed hij een eerste keer toen hij zijn adellijke leven inruilde voor een priesterleven. Ook na zijn dood liet hij een grote rijkdom aan ideeën, preken en boeken achter. Persoonlijk vind ik het opvallend dat Franciscus van Sales beschreven wordt als iemand die hield van ‘armen’ en van ‘boeken’. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat beide zaken in de 16de eeuw goed samengingen. Boeken waren namelijk erg duur en enkel voor de rijken … . Maar hoe dan ook … Franciscus van Sales heeft veel vooruitgang geboekt en velen (protestanten) laten kennis maken met de rijkdom van het katholieke geloof en de voorkeursoptie voor de armen.
23 januari:
Het evangelie van vandaag start een discussie waarvan men heden ten dage denkt dat het actueel en ‘nieuw’ is. Het is echter reeds een eeuwenoud vraagstuk. Het evangelie stelt de vraag wanneer iemand ‘moeder’, ‘broer’ of ‘zus’ is? Moet je de biologische mama zijn om ‘moeder’ genoemd te worden? Ben je alleen ‘broer’ en ‘zus’ wanneer je dezelfde ouders hebt? Jezus zegt vandaag dat de termen ‘moeder’ en ‘broeder’ veel ruimer gebruikt kunnen worden. Het evangelie noemt iedereen ‘moeder’ die de rol van liefdevolle, zorgende en luisterbereide persoon volbrengt en verwanten zijn mensen die doen wat goed en God is (de wil van God volbrengen, zoals het evangelie zegt). Kortom … alle hedendaagse vragen over wie nu de ‘echte’ moeder of vader is, wie nu wel of geen ‘broer’ of ‘zus’ genoemd kan worden, zijn blijkbaar … al 2000 jaar geleden beantwoord. Of zie ik dat toch te simpel?
22 januari:
In deze gebedsweek voor de eenheid horen we vandaag een evangelielezing over de gevolgen van verdeeldheid. Er staat klaar en duidelijk dat een huis (of Kerk) dat innerlijk verdeeld is … niet zal standhouden. Kortom … er is maar één echte optie, namelijk ‘eenheid’. Een huis of Kerk wordt namelijk meestal niet ‘van buitenuit’ aangevallen of kapotgemaakt, maar wel van binnenuit. Het lichaam van Christus, dat de Kerk is, kan door externe machten en krachten ‘gedood’ worden, maar waarschijnlijker is … dat het lichaam ziek wordt en af te rekenen heeft met een ‘interne strijd’ die leidt tot de dood. Of die leidt tot niets en daardoor alles vernietigt. Kortom … vandaag klinkt opnieuw de oproep om als Kerk te werken aan ons ‘innerlijk’ (en de interne eenheid).
21 januari:
Vandaag vindt ‘de dag van het Woord’ plaats. Eigenlijk is natuurlijk elke (zon)dag een dag van het Woord, want het Woord van God wil dagelijks weerklinken. De liturgische kalender zorgt elke dag voor enkele Bijbelse lezingen. Het is echter niet omdat iets ‘alledaags’ is dat het geen bijzondere plaats mag krijgen. Een moeder is ook elke dag ‘mama’ en toch vieren we één keer per jaar ‘moederdag’. En we moeten altijd werken aan en ijveren voor eenheid onder christenen, maar toch is het zinvol om daar eens extra bij stil te staan tijdens een gebedsweek voor de eenheid.
Onze paus beseft dat maar al te goed en heeft dus besloten dat de derde zondag van de tijd door het jaar (vandaag dus) ‘de zondag van het Woord’ is. Centraal staat een vers uit het evangelie van Johannes (8,31): ‘indien gij trouw blijft aan mijn Woord’ … . Wat dan? Weet jij wat er in de rest van dat vers staat? Zoek het maar eens op? Dan word je echt wat er staat (omdat je dan iets leert …).
20 januari:
De evangelielezing van vandaag is heel kort, maar ook krachtig. Jezus heeft het zo druk dat Hij amper tijd heeft om te eten. Zijn verwanten gaan Hem dus halen, want men zei dat Hij niet meer bij zijn verstand was. Of ze meenden dat het niet verstandig was dat Hij niet at. Een mens leeft niet van brood alleen, maar heeft toch ook eten nodig … . De evangelielezing van vandaag past niet zo goed bij de vrije zaterdag, maar wél bij de hedendaagse tijd. Vandaag hebben mensen die werken voor de Kerk het namelijk ook erg druk omdat er meer gedaan moet worden met minder (of evenveel met minder). Het evangelie is helder. Hun verwanten zijn van groot belang. Die zorgen letterlijk voor voedsel, maar wellicht ook voor de sociale aspecten van een maaltijd. Kortom … ik ga vandaag naar mijn familie. Meestal mag ik er niet alleen eten, maar ik krijg ook groentjes mee (wortels, witlof, …). Verwanten houden je dus op velerlei wijzen gezond … .
19 januari:
We bevinden ons in de gebedsweek voor de eenheid onder christenen. We bidden dan niet alleen voor eenheid tussen verschillende christelijke kerken, maar ook voor eenheid tussen christenen binnen een zelfde kerk. Dat laatste blijkt vaak een nog grotere uitdaging dan de eenheid tussen diverse christelijke kerken … .
Er werden materialen uitgewerkt door christenen uit Burkina Faso, onder andere door katholieken uit Ouagadougou. Deze moeilijk uit te spreken benaming geeft perfect weer dat de kernboodschap van het christendom eigenlijk niet in woorden te vatten is. Liefde overstijgt alle talen en de taal van de liefde is universeel. Slogan van deze week is dan ook: Heb God lief en de naaste als jezelf. ‘k Vrees dat we echter meer dan een (gebeds)week nodig hebben om die oproep waar te maken … .
18 januari:
Gisterenavond nam ik de bus naar huis. Tijdens mijn busrit zag ik verschillende fietsers onderuitgaan. Het was dus erg glad in de stad. Toen ik thuiskwam, bleef ik buiten. Mijn buurman van de bovenste verdieping en ikzelf hebben de hele stoep rond onze appartementsblok sneeuw- en ijsvrij gemaakt. Dat was een heel karwei. We hadden geen strooizout, maar vanmorgen bleek dat keukenzout ook wonderen doet. We hadden alleszins de minst gladde stoep van heel de straat. Sneeuw is op zich niet glad, maar natuurlijk wel als het is platgetrapt. Vele straten, stoepen en fietspaden waren vanmorgen ijspistes geworden. Volgens mijn buurman van de bovenste verdieping controleert de wijkagent wie zijn stoep niet sneeuwvrij heeft gemaakt. Hij zou volgens mij beter controleren welke stoepen wél sneeuwvrij zijn. Dan zou hij veel minder werk hebben. Vele mensen laten ‘de zon’ zijn werk doen. Wie zou er nu niet ontdooien van wat zon? ‘k Ben dus heel benieuwd of de zon er deze namiddag in zal slagen om de stoepen te bevrijden van sneeuw en ijzel … .
17 januari:
De eerste lezing van vandaag vertelt over ‘klein duimpje en de reus’. David wint van Goliath. De evangelielezing vertelt dan weer dat Jezus een man geneest op sabbat. Het ‘goed doen’ van Jezus valt echter niet in goede aarde. Onze hulpbisschop zei in zijn korte homilie dat elk moment een goede tijd is om goed te doen, maar daar dachten de Farizeeën toch anders over. Ze staan Jezus naar het leven.
Wat beide lezingen met elkaar gemeen hebben? Tja … misschien dat zowel het leven van David als dat van Jezus bedreigd worden? Of … dat David en Jezus beiden heel ‘krachtig’ zijn, maar niet op een wijze die men had verwacht? Of … dat zowel David als Jezus ‘het kleine’ omarmen en beseffen dat wat klein is ook heel groots kan zijn? Of … dat ze beiden ‘mensen genezen’? Jezus geneest de verschrompelde hand en David geneest zijn volk van angsten die ze niet meer in de hand hadden. Zo bang waren ze van de Filistijnen en vooral van Goliath. En last, but not least … beiden handelen niet in eigen naam. Ze geven handen en voeten aan God … .
16 januari:
In dit nieuwe jaar gaan we met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van het volk Israël. In de eerste lezing van vandaag horen we het verhaal van een Bijbels klein Duimpje. David is klein van gestalte. Samuël had eerst geen oog voor David. Niet omdat David zo klein was, maar gewoon omdat hij niet eens aanwezig was. Hij was niet binnen. Hij was buiten. Net zoals onze paus Franciscus vond ook David dat hij naar buiten moest gaan, naar zijn schapen. We kunnen ons wel verschuilen tussen veilige muren en enkel vertoeven op plekken waar we ons thuis voelen, maar enkel buiten ontmoeten we mensen die we kunnen binnenleiden in ons geloof en die ons leren dat God zich niet laat vangen binnen vier muren. David, het klein Duimpje uit de Bijbel, leert ons dus vandaag dat God reusachtig groot is en niet past of vast te houden is in een gebouw … .
15 januari:
De voorbije dagen werd veel en uitvoerig gesproken over ‘geroepen worden’. Wie geroepen wordt, moet vanzelfsprekend wel ‘oor hebben voor wat er gebeurt’. De eerste lezing van vandaag gaat dan ook over ‘horen’, ‘gehoor geven’ en ‘gehoorzaamheid’. Het evangelie stelt dan weer de vraag of men al-tijd gehoor moet geven aan de oproep om te vasten. Het antwoord van Jezus is duidelijk. Hij is er klaar mee. Met al dat vasten. Jezus zegt dat men niet al-tijd moet vasten. Er is een tijd van vasten en een tijd van vreugdevol feesten. Jezus verbindt ‘vasten’ met de periode dat Hij er niet meer zal zijn. Zijn nabijheid is een feest. Vasten is dan niet gepast. Kortom … wellicht is ‘vasten’ juist een tijd om opnieuw op zoek te gaan naar de verbondenheid met de Heer. Als die verbondenheid verwaterd is, laat de vasten ons opnieuw hongeren en dorsten naar Hem … .
14 januari:
Op deze zondag wordt Samuël opnieuw geroepen. We beluisterden op 10 januari reeds hetzelfde verhaal. Nee, dat is geen vergissing. En neen, dat is ook helemaal niet dom. De herhaling vertelt juist helder en klaar dat een ware roeping niet in één, twee, drie gaat. Het vraagt tijd om de stem van God te herkennen en te erkennen. Bovendien is een roeping ook iets dat niet eenmalig is. Men zegt niet slechts één keer ‘JA, Heer, spreek, uw dienaar luistert’. Elke dag van zijn verdere leven heeft Samuël wellicht ‘ja’ gezegd. En wij? Zeggen ook wij telkens weer ‘ja’ tegen de Heer?
13 januari:
De eerste lezing van vandaag gaat over iemand die op zoek is naar ‘ezels’. De ezels zijn weggelopen. Hij gaat op zoek, niet naar de verloren schapen, maar zélfs naar de domme ezels die niet alleen verloren liepen, maar echt ‘verloren’ zijn. Hij vond de ezels niet, maar zelf was hij ook ‘koppig als een ezel’, dus hij gaf niet op. Hij ging naar een ziener om te vragen of die de ezels misschien gezien had. De ziener, Samuël, zag iets in die man (= Saul), die op zoek ging naar wat verloren was, en hij zalfde hem tot de eerste koning van het volk Israël. Saul blijkt, volgens de eerste lezing, met ‘kop en schouders’ uit te steken boven allen. Toch zal later blijken dat de kleine herdersjongen ‘David’ veel groter is en wordt dan hij. Kortom … de geschiedenis van Israël leert ons al … dat we oog moeten hebben voor het kleine. Wie het kleine ziet, ontgaat ook niet wat groot en groots is … .
12 januari:
Nog geen week na ‘Driekoningen’ komt aan het licht dat er eigenlijk maar één koning is. De eerste lezing van vandaag stelt alle wereldse koningen in vraag. Er is slechts één koning: God, die mens-geworden is en waarvoor de drie koningen een buiging maakten.
Men kan zelfs de vraag stellen of de drie koningen en de herders eigenlijk wel ‘verschillend’ zijn. Op het eerste zicht lijkt een koning niet op een herder en omgekeerd. Men zou zelfs denken dat ze niet veel gemeen hebben. Maar leert het Kerstverhaal ons niet dat een koning eigenlijk op een herder moet lijken en zelfs een ‘herder’ moet zijn? Jezus is, net zoals David, een echte koning: een koning die ‘herder’ is en goed zorgt voor ‘zijn mensen’. Volgen wij zijn voorbeeld?
11 januari:
Elke dag van dit nieuwe jaar wordt ons iets nieuws verteld over Jezus. Vandaag horen we in het evangelie dat Hij zich laat raken door mensen. Hij durft zelfs gaan naar mensen die aan de rand staan. Jezus blijft niet onbewogen bij mensen die lam zijn of geen bewegingsruimte krijgen uit angst voor besmetting. Mensen die buitengesloten worden, sluit Hij in zijn hart. De ‘onaanraakbaren’ raakt Hij aan. De blinden ziet Hij staan. Aan niemand gaat Hij voorbij. Hij gaat er nooit met een boog omheen, maar bouwt juist bruggen over hindernissen en grenzen heen. Daarmee zegt Hij ook meteen wat onze belangrijkste taak is in het leven: oog hebben voor onze medemens, ons laten raken en het verschil maken door onverschilligheid geen plaats te geven.
10 januari:
In de eerste lezing van vandaag klinkt de roeping van Samuël. De derde keer is niét de goede keer! Of toch niet voor Samuël. Wel voor Eli. Wanneer Samuël drie keer denkt dat Eli hem geroepen heeft en zich tot drie maal toe naar Eli keert, leert Eli hem dat het de Heer is die hem roept. De vierde keer dat de Heer hem roept, antwoordt Samuël: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’. Onze hulpbisschop zei terecht dat het meestal omgekeerd is. Meestal zeggen wij ‘luister, Heer, uw dienaar spreekt’. Meestal spreken wij en we verwachten dat de Heer luistert. We vragen Hem vanalles en nog wat. Maar … nemen we ook de tijd om naar Hem te luisteren? En herkennen we zijn Stem?
9 januari:
Dit winterweer is mij niet vreemd. Het is namelijk niet de eerste keer. Enkele weken geleden was het even koud. Of toch in Spanje. Of beter: in dát deel van Spanje waar ik verbleef, zonder ergens lang te blijven. Ik wandelde namelijk in de vrieskou van de ene pelgrimsplaats naar de andere. Gisteren heb ik maar hetzelfde gedaan. Ik ben maar te voet naar mijn werk en terug naar huis gegaan. Ik vertrouwde de fiets eigenlijk niet. Vooral omdat je in het donker de ijsplekken moeilijk ziet. Terwijl ik 8 kilometer wandelde (en meer dan 8 uur later terug 8 km naar huis), werd ik echter voorbijgestoken door vele snelle fietsers die wellicht weinig tot niets gezien hebben van gladde wegen. Het was slechts op enkele stukjes glad, maar dat merkte ik natuurlijk pas wanneer ik al ver weg was. Wandelen duurt wat lang, maar ik kan het eigenlijk beter dan fietsen. Ik vind de koude ook beter te verdragen als je dat stap voor stap doet. Als je rap fietst, voelt de koude nog kouder. Vraag is of ‘vertragen’ altijd goed is om te verdragen wat kil, koud en moeilijk is … .
8 januari:
De tijd vliegt. Dat is heden ten dage zo, maar dat was in het verleden blijkbaar ook. Gisteren vierden we ‘Driekoningen’ en vandaag staat ‘de Doop van de Heer’ centraal. Tegenwoordig zitten er vaak wel heel wat maanden of zelfs jaren tussen de geboorte van een kind en zijn of haar doopsel, maar bij Jezus ging het over een tijdspanne van wel 30 jaren. We springen dus van ‘Driekoningen’ naar ‘het doopsel van de Heer’ en zo overbruggen we in één dag wel 30 jaren. Na het feest van ‘Openbaring’ wordt onmiddellijk klaar en duidelijk wat Jezus deed in zijn ‘openbaar leven’. Ik vraag me af of het eigenlijk werkelijk gaat over wat Jezus ‘deed’? Is het niet veeleer zo dat Hij zich juist ‘liet doen’? Hij liet zich dopen in de Jordaan en ook op het einde van zijn leven liet Hij de Joden en Romeinen hun gangen gaan … . Ja, vanaf het begin tot het einde toonde Hij wat geloven is: eerst ‘ontvangen’ en ‘ontvankelijk’ zijn … .
7 januari:
Wat bezielt mensen om een lange pelgrimstocht te maken? De wijzen verlieten hun land en gingen van oost naar west. Ze vonden de beste thuis bij Jezus. Vervolgens vertelt het evangelie dat ze via een andere weg huiswaarts keerden. Blijkbaar zorgt een bezoek aan Jezus ervoor dat mensen ‘nieuwe en andere wegen gaan of banen’.
In Spanje, waar velen pelgrimstochten maken naar Santiago de Compostela, wordt het feest van ‘Driekoningen’ tot de derde macht gevierd. Het is niet Jezus, maar wel de kinderen die dan geschenken ontvangen. Persoonlijk hoop ik dat ze geen goud, wierook en mirre krijgen, maar dat ze ontdekken dat het geloof in Jezus een groot geschenk is: een gave die, zoals elk geschenk, ook een opgave is. Met een geschenk dat je kreeg, kan je namelijk niet zomaar doen wat je wil. Je moet recht doen aan het geschenk en het tot zijn recht laten komen. Sommigen zetten hun kerstgeschenken echter terug te koop, of ze ruilen ze in. Op dit feest van de Openbaring wordt openbaar wat wij doen met het geschenk dat Jezus is en Hij ons geeft. Leeft het verder in ons hart of willen we er niet meer van weten? Vergeten we wat Hij ons heeft gegeven of krijgt Hij werkelijk een plek in ons leven?
6 januari:
Ook de evangelielezing van vandaag herhaalt de boodschap van de voorbije dagen. Blijkbaar is het nieuws zo ongelooflijk dat het meermaals herhaald moet worden: Jezus is de Zoon van God, de langverwachte. Mensen keken al veel meer dan 9 maanden naar Hem uit en hoewel Hij ‘verwacht’ werd, kwam Hij toch onverwacht uit de hoek. Niemand had gedacht dat de langverwachte Messias zou komen als een ‘kind in de nacht’. Niemand had ooit vermoed dat Hij eerst herders aan zou spreken en dat de wijzen uit het oosten gewoon de opkomende Zon (Jezus) zouden volgen.
Vanzelfsprekend zijn de kerstverhalen uit de kindsheidsevangeliën geen historische verhalen, maar ik kan het toch niet nalaten om mezelf af te vragen wat die herders en die wijzen na hun bezoek aan Jezus hebben gedaan. Zijn ze gewoon weggegaan? Wat deden ze in de tijd na de ‘Openbaring’ en vóór het openbaar optreden van de Heer? Wat deden ze tijdens die dertig jaren? Leefden ze überhaupt nog toen Jezus gedoopt werd in de Jordaan of waren ze dan reeds heengegaan? En gingen ze tussentijds nog op bezoek bij de Heer? Of bleef het bij die ene keer? Ik vraag me dus af of zij, net zoals Jezus, groeiden in wijsheid en inzicht? Ja, als ik een einde zou moeten verzinnen voor de verhalen over de herders en de wijzen, dan koos ik alvast voor de zin: ‘na het bezoek aan Jezus leefden ze nog lang en gelukkig’.
5 januari:
Tijdens de dagen, voorafgaand aan ‘driekoningen’ of ‘het feest van de Openbaring’, wordt reeds openbaar wie Jezus is. Hij wordt geïdentificeerd als ‘lam Gods’ en ‘Zoon van God’. Centrale vraag, van de voorbije dagen en van vandaag, is dan ook: wil jij Jezus kennen? Herken je Hem? Erken je Hem? Of ontken je wie Hij is en voor ons wil zijn? Vandaag worden we dus uitgedaagd om verder te verkennen wie Hij is en wat Hij betekent. We mogen, net zoals Natanaël uit de evangelielezing van vandaag, Jezus tegemoet gaan. Wie naar Hem toegaat, schenkt Hij meer dan goud, wierook en mirre. Wie naar Hem toekomt, ontvangt ‘toekomst’: wellicht … het mooiste geschenk.
4 januari:
Op oudejaarsavond verzon mijn neefje van 6 allerlei rare raadsels. Vandaag heb ik er ook één: wat hebben een lam, een rots en een leraar gemeen? Ze zijn niet allen zacht, niet allen hard, de ene wordt al meer ‘bewogen’ dan de ander en ze zijn niet allen even ‘kwetsbaar’, niet allen even ‘sterk’. Een leraar en een lam kunnen levenslang groeien, maar een rots wordt gewoonlijk niet groter. Kortom … wat hebben ze alle drie gemeen? Jaja, ze komen alle drie voor in het evangelie van vandaag. Jezus wordt ‘lam Gods’ genoemd. Even later wordt hij bekeken als een ‘rabbi’ of leraar en Simon Petrus wordt door Jezus voor het eerst vergeleken met een ‘rots’. Met een beeld wordt het karakter en de identiteit van de persoon omschreven. Het daagt ons wellicht uit om ook op zoek te gaan naar beelden. Welk beeld van Jezus spreekt jou het meest aan? Of wil je niet blijven bij de Bijbelse beelden en wil je Jezus met nog een ander beeld omschrijven?
3 januari:
Na het feest van de moeder Gods op 1 januari komen in de lezing van vandaag de kinderen Gods ter sprake. De eerste lezing van vandaag houdt ons een spiegel voor en zegt ons wie wij zijn en steeds meer kunnen worden: kinderen van God. Jezus, Gods zoon, maakt ons tot zijn broers en zussen en zo tot kinderen van God, de Vader. Vandaag worden we dus uitgedaagd om de vraag te stellen welke kinderen wij zijn: kinderen die vervreemd zijn van ‘thuis’? Kleine kinderen die hun weg nog moeten zoeken? Grotere kinderen die hun kleinheid niet meer beseffen? Kinderen die al een hele groei hebben doorgemaakt? Of eerder kinderen die de geloofsweg zijn kwijtgeraakt?
Hopelijk mag elk ‘kind’ (van God) zich wel geborgen en geliefd weten en het nieuwe jaar met goede moed welkom heten … .
2 januari:
Op de eerste dag van het nieuwe jaar vierde onze Kerk Maria, de moeder Gods. Zij zet zich echter nooit op de eerste plaats en verwijst steeds door naar haar zoon Jezus. Vandaag, op 2 januari, spreekt de evangelielezing ook over iemand die zichzelf op de tweede plaats zet. We beluisteren hoe Johannes de Doper een stap achteruit zet om Jezus op de voorgrond te plaatsen. Het evangelie van vandaag kijkt tijdens de eerste dagen van het jaar vooruit naar de toekomst. Johannes toont ons wat er nog komen zal. Hij verwijst naar Jezus die naar ons toe komt om toekomst te brengen.
Ook heel wat vicariale medewerkers volgen zijn voorbeeld. Ook wij zijn reeds met velen terug aan de slag om Jezus hier en nu en in de toekomst aan het werk te laten in ons leven en ons vicariaat.
1 januari:
Op deze eerste dag van het jaar viert onze Kerk iemand die zichzelf nooit op de eerste plaats zet, maar altijd eerst doorverwijst naar haar Zoon. We vieren vandaag het feest van de Moeder Gods Maria. Het evangelie van vandaag vertelt hoe de herders de heilige familie bezoeken.
Mijn bezoek aan mijn familie leverde me ook een boeiend kerstverhaal op. Mijn neefje, die pas zes werd, had het kerstverhaal op een originele (maar wellicht ook meer realistische) wijze begrepen. Zijn versie gaat als volgt: "Jezus werd geboren in een stal. Al snel kwamen de herders op bezoek. Daarna ook de koningen. Zij brachten goud mee. En 'bier ook' (in plaats van wierook)". Kortom ... laten we wat 'water bij de wijn doen' en zeggen dat deze versie met 'bier' een fijn geschenk was. Het heeft ons veel plezier gegeven.
Gelukkig nieuwjaar! Al dan niet met champagne, cava of ... bier!
31 december:
Vandaag, op het feest van de Heilige Familie, is het gepast om je familie op te zoeken. Ik ga dus naar mijn familie toe. Voor ik naar mijn 'ouderlijk huis' ga, moet ik thuis echter nog wat klusjes doen, zoals mijn reiskleding, mijn slaapzak en mijn jas wassen, ... . Mijn rugzak heb ik 'buiten gezet'. Hij mag nog wat uitwaaien, zodat de zweetgeur en eventuele beestjes geen onrust zaaien in mijn hoofd.
Het feest van de Heilige Familie valt dit jaar op oudjaar, maar wellicht is de boodschap dat we niet alleen in het oude jaar, maar juist altijd klaar moeten staan om met onze familie op weg te gaan.
De lezingen van vandaag gaan over hoop en verwachtingen. God zegt aan Abram dat het in de sterren staat geschreven dat God hem een toekomst en nageslacht zal geven. In het evangelie horen we hoe ook Simeon en Hannah geloven in de toekomst. Er werd een nieuwe tijd geboren. Zo zeggen de lezingen van deze dag dat we met een lach mogen uitkijken naar het nieuwe jaar!
Fijn oudjaar!
30 december:
Tot Parijs zat ik in de bus naast een pelgrim die van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago was gelopen. Zo zie je maar, wat je ook doet, overal ontmoet je wel een pelgrim. Zelfs in de winter.
Na een lange busreis voel ik me steeds oud en stijf. Vandaag horen we echter dat wie oud is, echt nog wel iets te zeggen heeft. Het evangelie van vandaag vertelt over de oude vrouw Hannah. Ze is nog jong van Geest en ondanks haar ouderdom heeft ze nog altijd oog voor het nieuwe. En ze geeft ook anderen zicht op de toekomst. Hannah verwelkomt de kleine Jezus in de tempel en ze vertelt iedereen wie hij is. Voor haar en voor velen die haar hoop en verwachting delen. Het oude jaar sluit dus af met het uitkijken naar het nieuwe.
Mijn neefje en nichtje gaan vandaag zingend van huis tot huis. In hun dorp is dit uitzonderlijk vandaag (om zo de zondags’rust’ van de kinderen of van de anderen te respecteren … ?) . In het dorp ernaast vindt het nieuwjaarszingen pas morgen plaats. Als kind had ik dat het droomscenario gevonden! Je kan dan twee dagen al zingend van deur tot deur gaan. Want kan je ooit te veel of te vaak aan mensen een voorspoedig en vredevol nieuwjaar wensen?
29 december:
Na een lange en behaaglijk warme nacht vertrok ik omstreeks 9.30 uur. Ik volgde de camino tot aan de kathedraal van Leon.
Vervolgens ging ik langs bij San Isidoro, een mooie basiliek met een bijzonder retabel, maar om eerlijk te zijn ben ik elke keer vooral weer onder de indruk van de verwarmde kerkbanken. De verwarming is letterlijk ingebouwd in de bank zodat iedereen daar letterlijk een warm plekje vindt. Daarna wandelde ik naar het ‘museo de Leon’. Ik verbleef er iets meer dan twee uur en liep van de prehistorie naar de Middeleeuwen en weer terug. Ik zag veel bewerkte stenen, potscherven en oude munten. De camino kwam ook aan bod. In de Middeleeuwen zorgde de camino naar Santiago voor een gouden tijd. Pelgrims brachten namelijk geld en kennis mee. Iets dat vanzelfsprekend nog altijd geldt. De voorbije weken leerden mij vooral dat vele dorpjes (en cafés en restaurants) in de winter slapen of dood zijn, maar na een winterslaap ontwaken omdat er weer veel geld valt te rapen als er opnieuw massa’s pelgrims passeren.
In het museum waren er ook veel meer dan 2 stenen tafelen. Ontelbaar veel woorden waren gegrift in steen, opdat niemand ze zou vergeten. Maar … het leek alsof niemand ervan wou weten … . Er waren 5x meer bewakers dan bezoekers in dat museum. Ik vind mijn werk soms té druk, maar een job als museumwacht toont de saaiheid in al haar pracht. Ze hadden letterlijk niets te doen, behalve ‘wachten’. Toen ik in de kelder was, maakte de ene bewaker het helemaal donker en er klonk een stem in de nacht. De verschillende grafstenen en tombes werden één voor één verlicht en er klonken gedichten over het ‘vergaan van de tijd’ en ‘de herinnering die blijft’. Op het gelijkvloers was ook een tentoonstelling van de moderne kunstenaar Juan Carlos Uriarte. Ik vond zijn Christusbeeld wel bijzonder. Het was letterlijk wat ‘out of the box’. Jezus zit in een glazen kooi (met een glazen plafond). Via het glas laat hij zich van alle kanten zien. Kortom … ‘openbaring’ vanuit alle hoeken. Bijzonder is ook dat zijn handen zich buiten de glazen kooi bevinden. De Heer laat zich niet opsluiten. Hij reikt ons telkens weer de hand … .
Na mijn museumbezoek ben ik ook nog bij San Marcos en de Parador van Leon beland.
Daarna at ik mijn late middagmaal, kuierde nog wat over de kermis en de markt en toen was ik klaar om Leon te verlaten. Ik ging dus naar het busstation en ik hoop dat de rechtstreekse bus naar Brussel er ook komt ... .
28 december:
Deze ochtend vertrok ik om 7.30 uur. De Zuid-Koreaan liep achter mij aan. Of toch voor even. Ik geloof dat ik op mijn laatste wandeldag eindelijk terug wat ‘getraind’ ben. De Zuid-Koreaan kon mij totaal niet volgen. Eerst hoorde ik in de verte nog zijn stokken die de grond kleine schouderklopjes gaven, later kon ik nog een stip ontwaren als ik me omkeerde, maar na een 10-tal km was hij nergens nog te bekennen. Na 4 uur wandelen nam ik mijn eerste pauze in een bar. Ik dronk er een grote café con leche en at een warm stuk tortilla. Het kostte in totaal slechts 1,70 euro … . Nadat ik er 15 minuten zat, kwam ook de Zuid-Koreaan er aan. Hij zette zich aan het tafeltje naast mij. Kortom … ik was nog steeds niet af van zijn luid geslurp en gesmak … .
Vandaag, op mijn laatste wandeldag, deed ik ook voor het eerst mijn poncho aan. Het regende wat natte sneeuw, maar gelukkig niet al te veel!
Na 20 km werd ik ingehaald. Mijn conditie is dus toch niet zó goed. De Fransman (cheminant, pas pèlerin) die ik in Carrion de los Condes had ontmoet, stak mij voorbij. We liepen 500 meter samen en wisselden wat ervaringen uit, maar gezien hij meer ervaren was, zei ik dat hij terug zijn ritme mocht gaan en al snel was hij weer uit mijn zicht vandaan.
Na 24 km stopte ik opnieuw in een bar. Eigenlijk loop ik dus van bar tot bar. Daar is het tenminste droog en warm. Bovendien had ik gisteren gezegd dat ik tussen 15 en 16 uur zou aankomen in de herberg van Leon. Ik moest dus wat vertragen, want er restten mij toen nog maar 4 km … en het was nog geen 13.30 uur.
Ik slaap in een hostel, waar ook toeristen zijn. De herberg van de Benedictinessen is wel open, maar ik heb daar ooit geslapen en ik vreesde dat ik er zou gaan lopen van de kou. Het zijn erg oude bedden en oud sanitair, dus ik hou het maar bij een hostel dat een paar euro meer kost, maar veel bredere bedden biedt met gordijnen die je af kan sluiten. Ook de koude blijft hier buiten. Ik zit hier gewoon in mijn T-shirt. Sorry, geen foto’s van de etappe van vandaag. Mijn smartphone, waarmee ik foto’s trek, houdt namelijk niet van de regen.
27 december:
De Zuid-Koreaan die gisteren om 18 uur aankwam, vertrok deze ochtend om 7.15 uur. Hij zou de ‘kortere weg’ nemen, maar wel in één dag naar Leon lopen (iets meer dan 50 km). De andere Zuid-Koreaan en ik vertrokken om 7.45 uur. Bij het laatste huis van Calzada del Coto kwamen we reeds een bekende tegen. De vrouw die gisteren de herberg voor ons geopend had, vertrok naar haar werk.
Na 8,5 km kwamen we aan in Calzadilla de los Hermanos. Ik was totaal verkleumd. Het was wellicht niet kouder dan de voorbije dagen, maar er was meer wind en die kwam recht op ons af. Ik besloot dus maar om een plastieken zak tussen mijn vest en mijn jas te stoppen zodat de koude toch wat ‘buiten’ (mijn lichaam) bleef. In Calzadilla de los Hermanos was er geen bar (of die was toch niet open). Ik had echter geen zin in een pauze op een ijskoude bank (= een bank met ijs erop), dus ik probeerde de deur van de pelgrimsherberg. De deur was open. Zonder aarzelen ging ik naar binnen. De Zuid-Koreaan keek schichtig in het rond, maar uiteindelijk volgde hij toch mijn voorbeeld. Ik zette mijn rugzak weg en ging regelrecht naar de keuken. Ik zette de waterkoker op en maakte 2 koffies. We waren nog geen 5 minuten in de herberg toen een man binnenkwam. Later volgde nog een ander. Ik dacht dat ze ons weg zouden sturen, maar niets was minder waar. Ze gingen zelf weg om 2 minuten later terug te komen met hout om de open haard aan te steken. Mijn koffiepauze zag er dus zo uit:
Tot slot kwam ook de burgemeester van het dorp nog 'goeiendag' zeggen. Ik veronderstel dat hij dat in de zomer toch niet bij elke pelgrim doet ... .
Vervolgens trotseerden we weer de kou. We liepen verder op de Romeinse weg. Sommige stukken lagen zo vol struikelstenen dat ik eerder aan het strompelen in plaats van aan het wandelen was. Die Romeinse weg is misschien wel historisch erfgoed, maar ze doet geen goed aan mijn voeten.
12 km lang was er geen plek om even te zitten. Mijn tweede pauzeplaats was dus een pak minder comfortabel dan de eerste ...:
Net voor Villamarco, bij de kruising met de 'gewone route' (de Romeinse weg die ik nam, is een alternatieve route), kwamen we de Zuid-Koreaan tegen die nota bene een half uur voor ons vertrokken was ... . Hij moest nog 28 van de 50 km doen ... . De andere Zuid-Koreaan en ik vonden 23 km genoeg en we wandelden naar de herberg van Villamarco die 1 km van de route ligt. Het is echter absoluut de moeite waard om die extra kilometer te gaan. Het is één van de beste pelgrimsherbergen waar ik ooit sliep. Er is overal (zelfs in de gang) centrale verwarming. We hebben elk een eigen kamer en de gastheer zei dat we ook de wasmachine mochten gebruiken, wat we vanzelfsprekend aan het doen zijn. Eerlijk gezegd schaamde ik mij een beetje toen de gastheer zei dat een overnachting 5 euro kost, terwijl we gisteren 10 euro per pelgrim moesten betalen ... .
En ... jaja ... hier is het wel warm genoeg om met natte haren rond te lopen, dus ik heb voor het eerst ook mijn haren kunnen wassen!
26 december:
Mijn voeten zijn verbrand. Terwijl de temperaturen niet boven het vriespunt stijgen. Nee, ik heb niet te warm gedoucht. Mijn voeten verbranden van de wrijving bij het stappen. Ze worden vuurrood en dan beginnen ze te vervellen, maar aan dat stadium zijn we nog niet. Mijn voeten zien er dan ontzettend ‘pijnlijk’ uit, maar eigenlijk jeuken ze alleen.
Vandaag deed ik slechts 15 km. Dat is eigenlijk echt te weinig. Om 10.15 uur zat ik al in een bar en ik moest nog maar 5 km … . Ik kon verder gaan, maar dan kom ik veel te vroeg aan in Leon, vanwaar ik pas vrijdag in de late namiddag huiswaarts keer. Ik besloot dus dat ik de herberg van Calzada del Coto maar eens wou proberen. De Zuid-Koreaan begreep niet waarom ik niet naar Bercianos del Camino ging, maar de enige winterherberg daar staat me niet aan. In Reliegos wil ik ook niet logeren. Ik sliep er namelijk al twee keer en dat is meer dan genoeg. De herberg in Mansilla de las Mulas is dan weer pas open vanaf 28/12. Kortom … eigenlijk heb ik minstens één dag te veel voor de korte afstand tussen Burgos en Leon, hoewel mijn lange trip van gisteren (30 km) er ook wel iets mee te maken heeft … .
Ondertussen zijn de Zuid-Koreaan en ik aangekomen in de herberg van Calzada del Coto. Het kot is vooral koud. Maar … op deze dag waarop onze Kerk de eerste martelaar Stefanus gedenkt, zullen we maar niet klagen over een beetje ‘koude’, zeker?
We slapen in de kleine kamer van de hospitalero/a. In de zomer is er blijkbaar een vrijwilliger die hier inwoont. In de winter is het een pelgrimskamer. Er staat een elektrisch vuurtje, maar dat geeft te weinig warmte … . Er is gelukkig wel warm water, maar het is in nog geen enkele herberg warm genoeg geweest om ook mijn haren eens te wassen (en dus vooral geen enkele herberg waar je met nat haar kan rondlopen).
Morgen gaan de Zuid-Koreaan en ik naar Villamarco. Ik denk dat hij de camino neemt, die echter heel de tijd langs een grotere weg gaat. Ik kies voor de alternatieve en veel oudere route, namelijk de Romeinse calzada of weg (Via Trajana).
Om 18 uur kwam er nog een derde pelgrim aan. Jaja, vanzelfsprekend ook een Zuid-Koreaan. Hij spreekt, in tegenstelling tot de Zuid-Koreaan, die ik al sinds Burgos 'ken', wel een beetje Engels ... .
We kregen net ook een Sinterklaasgeschenk (jaja .. ik vergis me niet: geen kerstgeschenk!). Een Nederlander, die tijdens de zomer in deze herberg hospitalero is, kwam even op bezoek en strooide (een zakje) pepernoten in het rond.
Om 19.30 uur gingen we eten in een bar waar ook de Nederlander en zijn Spaanse vrienden eten. Ik laat graag weten dat het best te eten was! En nog beter: de Zuid-Koreaan trakteerde ('omdat ik hem al zo vaak geholpen had', zei hij ...)
25 december:
Vandaag was ik te laat voor het geslurp van noedels. Toen ik de keuken binnenkwam, was de Zuid-Koreaan al klaar en hij ging zijn rugzak inpakken. De Zuid-Koreaan, die ik in Burgos reeds ontmoette, is de enige die ook de moeite doet om vandaag te wandelen. De anderen blijven nog een dag langer in Carrion de los Condes en enkelen van hen nemen morgen de bus naar Leon. We waren echter met drie wakker. De Spanjaard was speciaal voor mij opgestaan, want hij wou me niet laten gaan zonder me eerst nog 'dag' te zeggen. Het was echter nog geen dag toen de Zuid-Koreaan en ik om 7.45 uur vertrokken.
De vriesnacht was koud en donker. Iedereen verklaart me hier gek dat ik geen handschoenen aandoe, maar om eerlijk te zijn: ik heb er geen. Of toch niet bij. Je hebt ze eigenlijk ook maar maximaal 10 minuten nodig. Dan zijn je handen sowieso wel warm ... .
Aangezien het nog minstens een half uur echt donker was, zagen we niet veel van Carrion de los Condes (behalve de kerstverlichting). Maar ... ook toen het licht werd, zag ik niets. Behalve veel mist. Na 17,5 kilometer kwam ik in Calzadilla de la Cueza, waar ik mezelf toch een eerste pauze gunde. Er was echter geen droge bank. Ik nam dus maar een plastieken zak om op de ijs-bank te leggen. Even was ik droog, maar toen het ijs smolt, werd mijn gat toch nat. Ik zat er 10 minuten toen de Zuid-Koreaan aankwam en bij mij kwam zitten. Hij is vervolgens met mij verdergegaan of beter: hij liep altijd 50 à 100 meter achter me aan. Toen we Burgos verlieten, moest ik die Zuid-Koreaan laten gaan. Hij was veel te snel voor mij. Mijn conditie gaat echter snel vooruit (of die van de Zuid-Koreaan gaat achteruit), want vandaag kon hij mij niet volgen ... .
Na 23,5 km kwamen we in Ledigos. En jaja, de deur van de bar was los. Ik kon deze middag dus droog en 'warm' eten:
Ook tijdens de laatste 6 km probeerde de Zuid-Koreaan mij te volgen. We kwamen dus min of meer samen aan in Moratinos. De herbergen zijn er niet open, maar op de lijst met slaapplaatsen voor de winter (= aprinca) ontdekte ik dat het (hemels) Koninkrijk vandaag wel open is. 'Peaceable Kingdom' is een huis van een Amerikaanse vrouw en een Engelse man. De naam van de herberg leert dat ze sterk religieus geïnspireerd zijn. En hun pelgrimsstempel toont het vredevol tafereel van de leeuw die huist bij het lam.
Op deze kerstdag, waarop paus Franciscus het belang van vrede nogmaals benadrukt, is het wellicht heel gepast om in het vredevolle Rijk te overnachten ... . De gastvrouw, Rebecca, is zeer vriendelijk. Ze gaf ons onmiddellijk een warme thee en vervolgens Bijbelse linzensoep met heerlijk brood. Het eten is dus hemels en het bed eigenlijk ook. Ik denk echter ... dat het hemels Koninkrijk toch wel wat properder is ... . De lakens van het bed lijken proper en de matrassen zijn netjes in plastieken hoezen gehuld, maar de badkamer en eigenlijk heel het huis zijn erg vuil. Het is dus duidelijk dat we in het Hemels Koninkrijk niet moeten poetsen. Of juist wel?
Daarnet heeft de Zuid-Koreaan ook twee katten onze kamer uitgejaagd. Ik heb niets tegen katten, maar ondanks 'het vredevol koninkrijk' heb ik er geen vrede mee als ze in mijn bed zouden verblijven ... .
Als kerstmaaltijd kregen de Zuid-Koreaan en ik gebraden kip, aardappeltjes en worteltjes en daarna nog wortelcake. Een super-maaltijd, zeker in de pelgrimswereld.
Omdat de camino altijd geeft wat je nodig hebt en omdat het Kerstmis is, kreeg de Zuid-Koreaan ook een sneldroog-handdoek. Hij liet aan tafel namelijk weten dat hij de zijne was vergeten in Carrion de los Condes.
Ook ik kreeg net via whatsapp te zien wat er in mijn kerstcadeautjes zat die in mijn familie werden uitgepakt! Dank!
24 december:
Deze ochtend begon met luid geslurp. De Zuid-Koreaan vond het nodig om zijn noedels met veel geluid te verorberen. Ik begin me te ergeren aan die man, die in mijn ogen de camino helemaal niet kan. Hij kan niet bellen en in de winter moet je echt wel reserveren. Gisteren wou hij mijn pasta niet, maar hij moest deze nacht wel 5 keer naar de WC. Hij was gaan eten op restaurant. Iedereen weet dat je dat niet moet doen. In de Middeleeuwen was het reeds bekend dat pelgrims enkel de 'restjes' kregen en ook nu mag je alleen eten in restaurants waar ook Spanjaarden komen (en bij voorkeur ga je ook nog eten mét een Spanjaard). Zeker in de winter, wanneer er geen toeristen, noch pelgrims passeren, leren alle sites en boekjes dat je beter geen restaurants kan proberen. Pelgrims komen toch niet terug, dus waarom vers voedsel aan hen besteden?
Ik vertrok wederom om 8 uur. Ik heb gans deze etappe niets gezien. Ten eerste omdat de weg van Fromista naar Carrion de los Condes niet veel moois te bieden heeft. Ten tweede omdat elk zicht werd uitgewist door de dikke mist. Alles was bovendien ook wit. In Fromista gleed ik bijna van de spekgladde stoepen en later kraakte de aarde bij elk van mijn stappen.
In de herberg Espiritu Santo geeft de Geest op Kerstmis weinig Pinksterwarmte. Het is er ijskoud. Toch is de herberg immens populair. We zijn er momenteel met, jaja, 9 pelgrims! Hoewel ik de sfeer hier niet zo warm vind, zijn er toch heel veel pelgrims die hier twee of zelfs drie nachten blijven. Ik heb echter al gereserveerd voor morgen in het (hemels) Koninkrijk. De herberg 'Peaceable kingdom' is de enige mini-herberg die morgen open is. Ik moet er wel 30 km voor stappen ... . De anderen hebben daar dus geen vrede mee en opteren dus niet voor 'Peaceable kingdom'. Alleen voor die Zuid-Koreaan moest ik dus reserveren, maar de toekomst zal leren of hij werkelijk gaat ... .
Op kerstavond is er dus wel plaats in de herberg, maar het is er ijskoud. Omstreeks 17 uur ben ik in de koude eetzaal tegen een radiator gaan zitten die veel te klein is om heel de ruimte op te warmen. De warmste plaats is de doucheruimte. Daar heb ik ook mijn kleren te drogen gehangen ... . Ik probeer me dus warm te houden met Cappuccino. Een warme kerstviering is er ook niet. Er is er überhaupt geen. Alleen morgen om 12 uur en om 19 uur. Daar kan ik moeilijk op wachten. Zo dadelijk ga ik wel naar het gebedsmoment. Benieuwd wat en wie we daar zien ... .
Het gebed was erg stil. Er was niemand. Allé, hopelijk wel de Heer, maar voor de rest niemand meer. Het staat nochtans wel 100x in de herberg geschreven, maar blijkbaar is Kerstavond toch een ander gegeven. De Fransen die hier zijn, zeggen dat er om 20 uur wel een Kerstviering is, dus we zullen samen gaan zien ... .
De kerstviering was heel bijzonder, maar het meest bijzondere was wellicht dat er 9 pelgrims in de mis waren: allemaal dus, zelfs de Spanjaard die al meermaals zei dat hij niet gelovig is en zelfs de Fransman die zich 'cheminant' (en dus geen pelgrim) noemt. Het evangelie was 'op zijn Spaans'. We zongen het Alleluia en dan zij de priester dat hij hulp nodig had. Er moesten dan plots 5 Chinese vrijwilligers (nee, er waren geen Chinezen, enkel twee Zuid-Koreanen) naar voren komen om een rollenspel te spelen. Daarna werd Jezus vereerd, jaja, geheel parallel aan wat wij gewoon zijn op Goede Vrijdag (kruisverering), maar dan met het kindje Jezus ... . Nadat iedereen Jezus bewonderd had, sprak de priester nog zijn bewondering uit voor de vrijwilligers, waarna hij applaus vroeg voor alle vrijwilligers in de pastorale zone (bestaande uit, jaja, 30 parochies). Het eucharistisch gebed dat hij gebruikte, zonder ook maar één keer naar het missaal te kijken, had ik nog nooit gehoord. Het ging onderandere over hoe zwaar het is om in de winter de camino te doen ... .
Na de mis trakteerden de 5 zusters, die deze herberg runnen, ons nog op Sider en zoetigheden ... .
Feliz Navidad! Zalig Kerstfeest!
23 december:
Deze ochtend vertrok ik wederom om 8 uur. De Zuid-Koreaan die ik in Burgos de weg wees, volgde mij. Hij was wellicht bang om opnieuw de gele pijlen 'links te laten liggen'. Na 50 meter beseften we beiden dat hij in Castrojeriz niet direct verkeerd kon lopen. De versterkte plaats Castrojeriz had ook de pijlen wat 'sterker' gemaakt ... :
Terwijl wij uitstegen boven onze krachten en een berg beklommen, volgde de zon ons voorbeeld:
Na een tiental kilometer staken we de brug over richting Itero de la Vega:
In Itero de la Vega was er een bar die wonder boven wonder wél open was. De Spanjaard, de Zuid-Koreaan en ik kwamen er samen aan. Aangezien een 'café con leche' maar de helft kost van wat je in België betaalt, dronk ik er maar twee.
Samen met de Spanjaard wandelde ik richting Boadilla del camino. Hij vroeg wat ik doe. Ik wou antwoorden 'de camino lopen', maar hij bedoelde natuurlijk wat ik doe als 'werk'. Ik zei dat ik werk voor de Katholieke Kerk, maar de Spanjaarden (en ook hij) vinden dat geen werk (en ze hebben natuurlijk gelijk: het is veel meer dan een job). Hij vroeg dus 'als vrijwilliger?'. Ik antwoordde dan maar ... dat ik voor 38 uur per week betaald word en de rest vrijwillig doe.
De laatste kilometers voor Fromista liepen we langs het canal del Castillo met de eeuwenoude sluis ... :
Daarnet bracht ik in Fromista nog een bezoek aan de Romaanse kerk uit de 11de eeuw (en aan de mini-supermarket, maar dat is wellicht niet het vermelden waard).
De winterherberg van Fromista is een piepklein appartement. Ja, veel kleiner dan het mijne. Er zijn 4 bedden die allemaal volzet zijn, want naast de Zuid-Koreaan en de Spanjaard kwam om 18 uur (3,5 uur later dan ik) ook de Duitse vrouw aan. Ik gaf haar onmiddellijk eten. Ik had namelijk nog heel wat pasta met tomaat, olijven en chorizo over. De mannen gaan op restaurant, maar daar kan je in de winter pas om 20.30 uur eten. Zo lang kon ik echter niet wachten ... . Daarvoor had ik toch iets te veel honger na 25 km. De Duitse vrouw was maar al te blij dat ik daar ter plekke gekookt had en zij onmiddellijk kon eten ... .
22 december:
Deze ochtend vroor het dat het kraakte. Elk van mijn stappen maakte lawaai ... . Gelukkig kwam ik al snel de zon tegen ... .
Na 11 km kwam ik in Hontanas. Er was daar niets of niemand. Borden vertelden al vele kilometers vooraf dat er een vijftal herbergen en nog meer cafés zijn, maar dat is slechts 'gedeeltelijk' waar, namelijk enkel in het warme gedeelte van het jaar ... . Ik moest het dus weer doen met wat lauwe thee uit mijn thermos. 5,5 km later werd ik echter gezegend. In het klooster van San Anton. De ruïnes waren bewoond en ik kreeg er een warme koffie.
Castrojeriz was in de wolken en maakte zijn naam dus niet waar. Uiteindelijk verdween de zee van nevel en wolken en kon ik toch een glimp opvangen van de versterkte burcht die Castrojeriz zijn naam en identiteit gaf ... .
21 december:
Avond:
De herberg is vooral koud, hoewel de verwarming opstaat … . We zijn met 5 pelgrims. De Duitse vrouw is heel blij met mij, want ik ben de eerste (andere) vrouw die ze tegenkwam op de camino (sinds 10 dagen …). De ene Zuid-Koreaan is ook al blij met mij, want hij kan niet bellen. Of hij kan wel bellen, maar hij kan niets zeggen aan de telefoon, want hij verstaat en spreekt amper Engels. De andere Zuid-Koreaan kwam pas om 17.39 uur aan. We hebben nog amper gesproken, maar het is wellicht al veelzeggend dat er twee Zuid-Koreanen onderweg zijn. De Spanjaard, die hier ook is, vindt mijn aanwezigheid ook fijn, want hij kan aan de anderen niets vertellen (aangezien zij geen Spaans begrijpen). De Spanjaard vertelde mij dus zijn hele levensverhaal. Hoewel hij eigenlijk de camino loopt om het verleden achter te laten… . Hij wil zijn hele leven veranderen. Of hij moet zelf veranderen? Of beide? Hij is pas gescheiden, zijn moeder is 85 en ziek, zijn zus is 60 en mindervalide en hij heeft geen werk … . Ik denk niet dat je dat allemaal opgelost krijgt in 3 weken camino, maar misschien ben ik een ongelovige Thomas … .
Om 18 uur bereidde de gastvrouw een maaltijd voor ons. Ik was verbaasd (maar vooral blij) met dat tijdstip, want gewoonlijk eten Spanjaarden veel later. De gastvrouw wou wellicht vooral niet lang in ons gezelschap vertoeven en huiswaarts keren … . Het dessert was het beste: een banaan! De gastvrouw herkende mij, net zoals de gastheer van gisteren. 5,5 jaar geleden logeerde ik namelijk ook in Burgos én in deze herberg en ze wisten dat nog … . Ik betwijfel eigenlijk of dat een goed teken is … . De hospitalera zei dat ze mij herkende omdat ik 'communicatief' ben en dat is blijkbaar uitzonderlijk onder pelgrims ... . Tja ... .
13.15 uur:
Om 13.15 uur kwam ik de Zuid-Koreaan opnieuw tegen. Samen wandelden we naar de herberg. Er zijn veel bars en herbergen in Hornillos, maar geen enkel café was open en er is ook maar één winterherberg en daar gingen we dus heen. We passeerden een andere herberg die 'full / completo' op de deur had hangen. Vergeef me, maar ... dat geloof ik dus niet! In de zomer is er een rij wachtenden voor de gemeentelijke herberg. Nu zaten we er met z'n tweetjes te wachten tot het 2 uur werd, de herberg ontwaakte en zijn deuren opende ... .
11.15 uur:
Deze morgen sliep ik uit. Normaal sta ik veel vroeger op, maar nu ging ik pas om 6.55 uur naar de WC. Toen ik terugkwam, sprong het licht in de slaapzaal plots aan. Nee, er was geen causaal verband … . Wie in de herberg van Burgos belandt, weet dat de lichten om 10 uur doven. In de winter gaan ze blijkbaar terug aan om 7 uur. Ik was echter blijkbaar de enige die het licht gezien had, want ik zat meer dan een half uur alleen in de keuken … . Ik was ook de enige die water kookte om mijn thermos te vullen en een warm theetje te drinken. Om 8 uur vertrok ik. Net voor mij was een Zuid-Koreaan de herberg al uitgegaan. Hoewel hij veel sneller ging dan ik, haalde ik hem al vlug in en ik speelde een 5-tal keren voor levende wegwijzer. De Zuid-Koreaan had blijkbaar wat blinde vlekken en hij zag dus de gele pijlen niet. Vervolgens ging hij er snel vandoor om daarna opnieuw door mij ingehaald te worden. Hij zat op een koude en natte steen. Ik zei ‘see you later’ en ging er met een boog omheen. Ik wandelde eerst tot Tardajas, maar omdat er geen café open was, ging ik maar verder tot Rabé de las calzadas. De eigenaars van de bar daar deden echter hetzelfde als ik. Er stond nl. dat de bar gesloten was omdat ze vakantie hadden … . Er was voor mij ook geen plaats in de Kerk (die was nl. gesloten). Ik was dus blij met mijn thermos en dronk dus warme thee. Ik zat zelfs in het zonnetje, dus de kou viel echt wel mee … .
20 december:
Avond:
Er zijn 150 plaatsen in deze gigantische herberg in Burgos, maar er zijn slechts 6 pelgrims … . Kortom bijna 30 bedden per persoon … . Er zijn hier dus evenveel werknemers als pelgrims … . Tja … een wintercamino zal een 1 op 1-begeleiding vragen, zeker?
Nog voor ik begonnen ben, vrees ik dat ik deze wintercamino grondig onderschat heb. Het schijnt dat je de camino niet eens kan wandelen. Pelgrims vertelden over hun slippertjes van de voorbije weken. De camino is blijkbaar een modder- en ijsbad. Hopelijk hou ik mij letterlijk en figuurlijk staande … .
Hoewel het ijskoud is (én vroeg donker) houden de Spanjaarden toch siësta. Ik kon dus pas om 17 uur naar de orange-shop. Mijn 4 of 5G telt mij niet mee en ik kon er dus niet op rekenen. Mijn roaming stond op en ik kreeg op de Spaanse grens zelf een sms dat ik mijn data kon blijven gebruiken …, maar dat bleek dus niet waar. Of eigenlijk wel, maar je moet eerst je telefoon blijkbaar uitschakelen en dan terug aanzetten voor het werkt … . Na mijn bezoek aan de orange-shop die me deze wijsheid leerde, wandelde ik verder naar het museum over de menselijke evolutie. Ik verdwaalde er 1,5 uur tussen onze voorvaders. Natuurlijk ken ik Atapuerca. De camino loopt er langs alvorens Burgos binnen te trekken, maar ik had nooit stilgestaan bij de vele grotten die onder al die pelgrims doorlopen. Naast de archeologische vondsten van Atapuerca, waar trouwens duidelijk werd dat onze voorouders elkaar soms rauw lustten (en we dus kannibalen zijn) kwam ook Darwin aan bod. Je kon letterlijk met hem in zee gaan (er stond nl. een remake van zijn schip). Darwin reduceerde de drie grote levensvragen tot twee. Wie zijn we? Waar komen we vandaan? En waar gaan we naartoe? Volgens Darwin zijn de 1ste en de 2de vraag hetzelfde. Ik weet niet, maar is het niet zo dat ons geloof die 3 vragen als 1 vraag beschouwt? We zijn kinderen van God en we dienen dat steeds meer te worden … . Ik verdwaalde niet alleen in zulke gedachten, maar ik kon ook niet wachten om eens rond te lopen in onze hersenen: een warboel van draden die soms het licht hebben gezien. Na mijn bezoek aan ‘el museo de la evolucion humana’ wandelde ik nog wat tussen de kerstverlichting en langs de verlichte ‘fontein van de evolutie’ (die blijkbaar pas aan het licht komt ná je museumbezoek, want op mijn heenweg stond de fontein (en de evolutie?) nog stil). En jaja … ook de kerststal brengt letterlijk licht in de duisternis:
Net kwam ik in de keuken. Er zat een Duitse vrouw (de enige, andere vrouw hier). Ze was zo moe dat ze niet meer voor haar eten kon zorgen. Ik gaf haar dus de overschot van wat ik een paar uur eerder gegeten had en ... ik schaamde me ... dat ik alle tomaatjes, olijfjes en wortels uit de salade had gepikt zodat er voor haar enkel salade met wat maïs en een heerlijk stuk tortilla overbleef ... . Ze heeft het mij graag vergeven, want ze vond mij een engel, wat ik OK vind als ik maar niet statisch in de kerststal moet blijven staan ... . Ik zou namelijk toch liever de camino gaan!
12.45 uur:
Ondertussen ben ik dus in het zonnige Spanje (ehum …). Het was 4 graden toen ik uit de bus stapte en de wind is nog kouder. Daarbij is er ook nog wat miezerige regen. Ondanks dat weer kwam ik al heel wat mensen tegen. Zo sprak ik al met 3 Nederlanders die vroegen of ik ook op ‘doorreis’ was. Zij gingen namelijk verder naar dat deel van Spanje dat wél zonnig is. Ik ben natuurlijk eigenlijk ook op ‘doorreis’ … . Ik heb reeds een bijzondere kruis-tocht gedaan. In één van de kerken van Burgos hadden ze niet alleen een kerststal van playmobil. Ze hadden nog wat meer gespeeld. Alle ‘stappen’ uit de kindsheidsevangelies werden heel speels weergegeven … . Herken jij ze?
PS: Gezien dat Elisabeth écht zwanger is?
19 december:
Vandaag hebben we nog vicariale raad en daarna staat mijn vertrek op de agenda. Ik ga met de bus. Sommigen vinden dat dom, maar als je een voettocht gaat doen en dus kleine stapjes wil zetten, dan probeer ik toch mijn ecologische voetafdruk ook wat te beperken.
Het vliegtuig prijst zichzelf ook wat hoog in deze kerstperiode en dus de prijzen van de tickets waren ver uitgestegen boven mijn pelgrimsbudget. Ik breng dus de nacht door in de bus om (hopelijk) in de ochtend in Burgos aan te komen. Morgen wandel ik trouwens nog niet. Of enkel maar in het rond. Kerstmis vraagt namelijk dat ik wat vertraag. Ik wil namelijk op kerstavond in Carrion de los Condes zijn, zowat de enige grotere ‘stad’ tussen Burgos en Leon. Daar zijn bovendien kloosters genoeg en dus zal Jezus (en ik) daar wel een herberg vinden. Kortom … ik heb nog niet veel gepland en ik zal dus mijn plan moeten trekken. Ik verwacht dat mijn reis door België en meer specifiek van Mechelen naar Brussel de moeilijkste etappe zal zijn. De treinen rijden namelijk niet zoals het hoort. Een seinhuisje had namelijk van kerstverlichting gehoord en was erdoor in ‘vuur en vlam’ geraakt. En nee, de schade is nog niet gemaakt … . Kortom … laten we hopen dat ik tenminste weg geraak … .
18 december:
Wie is Jezus? Het evangelie van vandaag vertelt dat hij afstammeling is van David. En de appel valt niet ver van de (levens)boom. Net zoals David is Jezus ‘herder en koning’. De herdersjongen David werd gezalfd tot koning en ook Jezus zal ‘herderen’ en ervoor zorgen dat anderen de koning te rijk zijn. Het evangelie van Lucas vertelt dat er ‘herders’ op kraamvisite kwamen, terwijl het evangelie van Matteüs spreekt over ‘koningen’. In onze kerststal hebben we ze maar allemaal samengevoegd, wellicht omdat de wierook en mirre de geur van de herders wat zou kunnen verdoezelen of omdat we toch willen dat Kerstmis een feest is van verbondenheid tussen arm en rijk. Vraag je jezelf af wie er dan volgens de andere twee evangelisten (Marcus en Johannes) op kraamvisite kwamen? Noch Marcus, noch Johannes spreken daarover. Ze weten het waarschijnlijk niet. Wellicht kunnen we daaruit afleiden dat het gewoon géén of juist héél erg veel mensen waren. Iedereen is natuurlijk welkom bij Jezus, maar velen laten Hem links (of toch in de kou) liggen. Niemand weet dus met zekerheid wie op bezoek ging bij Jezus, maar echt belangrijk is dat ook niet. Veel belangrijker is de vraag of WIJ (regelmatig) op bezoek gaan … .
17 december:
Binnenkort ga ik dus een tiental dagen wandelen op de camino naar Compostela. Ik koos voor bekend terrein, want in de winter moet het ook weer niet te avontuurlijk zijn. Ik hou me dus wat op de vlakte en kies voor de meseta tussen Burgos en Leon. “Maak de paden recht”, zegt het evangelie ons vandaag en … dat is daar alleszins al gebeurd. Lange, eindeloze paden, waarop vooral je gedachten kunnen verdwalen, maar waar je je eigen weg niet moet zoeken … . ‘k Ben trouwens wel benieuwd of er überhaupt ‘mensen’ te vinden zullen zijn … . En … of er wel plaats zal zijn in de herberg? Vele pelgrimsherbergen zijn in deze winterperiode namelijk gesloten omdat de meeste pelgrims dan gaan lopen. En dus geen camino wandelen. Wellicht zijn er enkel wat arme schapen en ezels onderweg. Maar … dat past wel in deze kerstperiode, niet?
16 december:
Vandaag moet ik werkelijk starten met puzzelen. Nee, puzzels van 1000 stukjes laat ik over aan mijn moeder. Zelf neem ik niet zoveel stuks mee. Ik moet een beetje puzzelen om al mijn spulletjes voor een tiental dagen in mijn rugzak van (jaja) 20 liter te krijgen. En nee, in een rugzak van 20 liter kan geen 20 kilo aan spullen. Dat zou ik sowieso trouwens ook niet kunnen dragen. De meeste pelgrims hebben een rugzak van minstens 40 en veelal zelfs van 50 of 60 liter, maar ik vind een pelgrimstocht sowieso al gewichtig genoeg. Ik neem dus vooral mezelf mee. Dat is al best zwaar. En dan nog een slaapzak, wat onder- en bovengoed en nog wat andere goede dingen, zoals teenslippers die nat mogen worden (in de douche), een poncho die mij droog houdt en iets om de batterijen op te laden (eten en een gsm-oplader dus). Een stok neem ik ook mee, omdat een stok erop staat dat pelgrims staande blijven, ook als er een hond stalkingsgedrag zou vertonen. Kortom … ik maak me tijdens dit derde adventsweekend klaar om ook letterlijk (stap voor stap) op weg te gaan naar Kerstmis … .
15 december:
Zowel Welzijnszorg als de Warmste Week weten dat armen zoeken naar warmte. De campagnes laten duidelijk weten dat ook eten niet vanzelfsprekend is. Ze zijn niet welkom in de herberg, niet welkom op vele plaatsen en initiatieven die geld kosten of vragen. Er is geen plaats voor hen. Niet in de maatschappij en vaak zelfs niet op school. Ja, zelfs scholen hebben hieromtrent nog veel te leren. Lege brooddozen tonen dat ‘geef ons heden ons dagelijks brood’ nog steeds inspeelt op een reële nood. En wordt op werkplekken wel werk gemaakt van de strijd tegen armoede? Of geldt daar ook dat armoede verborgen wordt en er geen wegen worden gevonden om mensen te helpen met prioriteren, budgetteren en investeren in wat levensnoodzakelijk is. Jaarlijks wil Welzijnszorg ook stimuleren dat de ‘soep die we ervan gemaakt hebben’ op de stoep belandt. Op vele plaatsen vindt een ‘soep op de stoep’-actie plaats. Soep kan er mede voor zorgen dat onze verwaterde aandacht op straat wordt gezet en plaats maakt voor verbondenheid. Er staan of zitten nog te veel mensen op de stoep of zelfs in de goot. Geld kan een verschil maken, maar een groot hart betekent wellicht nog veel meer.
14 december:
De eerste lezing van vandaag verhaalt hoe mensen dorsten naar levend water. De wereldse woestijn en de vele, verdorde mensen lijden onder droogte en zoeken naar water. Maar waar is water te vinden? De evangelielezing vertelt dat sommigen water vinden bij Johannes de Doper. Johannes leeft in de woestijn, maar toont dat zelfs in de woestijn ‘levend water’ heel nabij kan zijn. Hij doopt mensen in de Jordaan. Wie echter in de Jordaan blijft staan en zich mee laat slepen door de stroom komt terecht in de Dode Zee, waar geen leven is. Wie ooit reeds zout zeewater geproefd heeft, weet dat dit water de dorst niet lest, maar erger maakt. Kortom, Johannes moedigt alle dopelingen aan om niet in de richting van de Dode Zee te gaan, maar te kiezen voor de ‘andere kant’. Het gras is namelijk groener aan de overkant. Daar staat Jezus ons op te wachten. Hij wil mensen - in de kracht van de Geest - laten groeien en bloeien. In deze adventstijd klinkt dus de vraag of wij willen toegroeien naar het Licht en wegen en regen willen trotseren om te zoeken naar wat Leven is en Leven geeft.
13 december:
De eerste lezing van vandaag vertelt dat gelovigen geen red bull nodig hebben. Volgens de reclame geeft red bull vleugels, maar de Heer doet veel meer. De eerste lezing geeft aan dat God niet zomaar vleugels geeft, maar vleugels van een adelaar … . Aangezien adelaars hoog vliegen, denk ik dus dat wie op de Heer vertrouwt een ‘hoogvlieger’ kan worden en de dingen in de juiste perspectieven ziet. Wie van de Heer vleugels krijgt, blijft echter toch met beide voetjes op de grond. De eerste lezing vertelt namelijk dat mensen met vleugels kunnen ‘lopen zonder moe te worden’ en ‘kunnen rennen zonder uitgeput te raken’. Kortom … met ‘vleugels’ blijven ze staande. Toch staan ze niet stil, maar ze komen juist ver. Ook de evangelielezing van vandaag stelt ons gerust. De Heer doet zijn werk. Hij werkt hard om ons rust te geven. Hij heeft de zware taak om ons verlichting te schenken. Lasten worden licht voor wie zich gedragen weet door het Leven dat steeds aan ons wordt gegeven … .
12 december:
Vandaag gaat de evangelielezing over het verloren schaap. De herder zoekt dat ene verdwaalde schaapje op. Ik weet niet of we deze evangelietekst ook moeten toepassen op ‘vandaag’. Straks komt namelijk de herder op bezoek in onze vicariale raad. Wekelijks vergaderen we op dinsdagvoormiddag met de vicariale raad en vandaag zoekt de herder ons op. De aartsbisschop, mgr. Terlinden, komt namelijk naar ons toe. Ik geloof niet dat onze aartsbisschop vindt dat wij ‘verloren of verdwaald’ zijn. Hij weet wellicht wel dat onze hulpbisschop zeer goed kan herderen, maar we zijn vanzelfsprekend wel blij dat herder Terlinden ons ook een bezoekje brengt. Hopelijk mogen we elkaar ‘vinden’ en samen wegen (of minstens richtingen) verkennen die veelbelovend en toekomstgericht zijn.
11 december:
Vandaag vatten de rode letters in het lectionairium de evangelielezing goed samen. Er staat ‘wij zijn getuige van ongehoorde dingen’. De genezingen van Jezus zijn ‘ongehoord’. Volgens sommigen zou het niet mogen gebeuren, maar ze zijn vooral ook ‘ongehoord’ omdat ze in stilte geschieden en geen veelheid aan woorden vragen. De omstaanders hebben het niet ‘van horen zeggen’. Ze zién het gebeuren en geloven hun ogen bijna niet. Ze zagen het en krijgen ont-zag. En wie voorafgaand aan het zagen was dat Jezus toch ongehoorde dingen zei, voelde zich plots toch aangesproken. Jaja, als zelfs een lamme terug kan lopen, mogen we hopen dat allen kunnen opstaan en vredevol de toekomst tegemoet kunnen gaan.
10 december:
Op de tweede zondag van de advent gaan velen naar de Jordaan. De evangelielezing vertelt hoe vele mensen de stroom volgen en ondergedompeld worden in de menigte die opkijkt naar Johannes De Doper. Johannes zegt hen dat ze zich moeten bekeren: ze moeten zich omkeren en kijken wie achter hem staat en na hem komt. Johannes geeft dus iedereen een ‘bolwassing’ zodat ze zich niet langer blindstaren op wat kwaad is, maar oog en oor krijgen voor de Heer. Johannes kondigt de Heer dus aan door als een boodschapper voor Hem uit te gaan. Hoewel de Heer soms onverwacht uit de hoek komt, is zijn komst niet onverwacht. We weten dat Hij komt. We weten dat de Komende steeds weer en steeds meer in ons leven komt. Vraag is echter wie dit echt wil weten? En wat doen we met dat inzicht? Staan we erbij stil? Of gaan we er gewoon aan voorbij? Maken we de paden recht of gaan we er met een boog omheen? Hebben we oog voor de Heer of hebben God en geloof voor ons geen toekomst meer?
9 december:
Vandaag komt de kerststal naderbij. In de lezingen van deze zaterdag komen vele dieren aan bod: ossen, ezels en jaja, ook schapen. De schapen blijken ‘zonder herder te zijn’ en te verdwalen in de nacht van het leven. Maar in de kerstnacht worden ze toch gevonden. In de sterren staat namelijk geschreven dat die nacht aan het licht komt wie hun échte herder is: Jezus.
Volgens de eerste lezing zijn de os en de ezel ‘werkpaarden’. Ze hebben de taak om het land te beploegen en te zorgen dat de aarde meer waarde krijgt. Ze zorgen dus dat er iets kan groeien en bloeien. Toch denk ik dat er vooral een ezel in de kerststal staat omdat zelfs wie zich tweemaal stoot aan een zelfde steen welkom is bij Jezus. En zelfs mensen die van de os op de ezel springen en niet echt weten waarover ze spreken, krijgen bij de Heer gehoor. Kortom … de lezingen van vandaag zeggen dat de dieren tenminste al klaar zijn om Jezus te ontvangen? En wij?
8 december:
Op het feest van de Onbevlekte ontvangenis van Maria eten we taart. Eigenlijk omdat het een traditie geworden is om telkens taart te eten als de pastoraal werkenden van ons vicariaat bij elkaar komen. We houden de aanwezigen dus ‘zoet’ met taart. Het past wel om juist vandaag met de pastoraal werkenden samen te komen. De meerderheid is namelijk ‘vrouw’ en net zoals Maria (in de evangelielezing van vandaag) stellen we allen meermaals de vraag ‘hoe zal dat geschieden?’ Hoe zal het proces richting meer synodaliteit geschieden? En hoe zal de oprichting van een zoneploeg geschieden? Beide onderwerpen komen vandaag ter sprake en vragen een ja-woord zonder te weten wat er in de toekomst nog geschieden gaat. Hoewel we dus samenzitten met de crème de la crème (aan mensen), eten we dus taart om de toekomst te vieren.
Vandaag worden bovendien ook alle versiertrukjes bovengehaald. Het is vandaag blijkbaar ook de dag om iemand te versieren. Of beter: iets. Het nieuws van onze nieuwe kerstboom is ‘heet van de naald’. Onze kerstboom vroeg gisteren namelijk ‘wie komt me versieren?’ en nu ligt dus de bal (of kerstballen) in ons kamp … . Wil je dus een prikkelende relatie met een boom van een kerel of ben je op zoek naar het toppunt van een groentje, dan hoef je niet meer te zoeken naar een naald in de hooiberg, maar de groene naalden van onze kerstboom laten je niet meer verdwalen. Hopelijk blijft ook Maria niet alleen en zijn er velen die haar voorbeeld volgen en ‘ja zeggen’ tegen wat Kerstmis brengen zal … .
7 december:
Gisteren spraken we over ‘kerkgebouwen’. Vandaag verwijst het evangelie naar het bouwen van ‘huizen’. In de eucharistieviering van vandaag klinkt het verhaal van ‘het huis op de rots’. Als kind vond ik dat verhaal eerder onrustwekkend. Zijn niet zowat alle huizen in Vlaanderen gebouwd op zand? En waar moeten we rotsen vinden om onze Vlaamse huizen op te bouwen? Natuurlijk besef ik ondertussen dat het evangelie niet spreekt over ‘letterlijke’ huizen, maar wel over de plaats die we geven aan de Heer. Het gaat veeleer over de vraag of we ons leven bouwen op de fundamenten van ons geloof. Vertrouwen we voldoende op de Heer? Hechten we belang aan zijn Woorden, geven we Hem een plek om thuis te komen en te wonen in ons hart en in ons leven? Of bouwen we alleen aan wat luxe en schone schijn, iets wat tijdelijk wel fijn kan zijn, maar wellicht de stormen van het leven niet doorstaat of doorheen de tijden toch verloren gaat. Zand glipt tussen je vingers, maar een rots geeft wel houvast. Ik hou dus wel van kerststallen die gebouwd zijn in een rots, waaruit de Heer kan opstaan en (als kerstekind) veel kan wakker maken in mensen … . Laten we dus onze kerststal en kerstwensen bouwen op of in de rotsen van geloof en Godsvertrouwen … .
6 december:
De Sint is ons goed gezind. We waren misschien niet zo zoet als de chocola die we kregen, maar het voorbije jaar deden we toch echt ons best. De bisschop van Mira (of Sint-Niklaas) moet vandaag echter wijken voor een vergadering van onze bisschop met de dekens en de begeleiders gemeenschapsopbouw. Samen willen we bouwen aan de Kerk. De overheid vraagt om kerkenbeleidsplannen te maken, maar alvorens te beslissen welke kerken we willen behouden, willen we kijken naar de pastoraal en de liturgie die een plaats kunnen krijgen in die gebouwen. Ik heb alle vertrouwen in de begeleiders die proberen om vooral pastoraal te kijken naar de Kerkgemeenschappen. Een ‘huis’ zonder Kerkgemeenschap kan namelijk nooit een thuis worden, noch voor gelovigen, noch voor God. Een hoop stenen is misschien ook wel geen kerk als er geen werk gemaakt wordt van vieren, verkondigen en goede werken. Kortom … de begeleiders gemeenschaps’opbouw’ willen zeker geen kerken afbreken, maar ze willen wel leren in welke kerkgemeenschappen en kerken we best nog wat extra investeren … . Kortom … de Sint, die man uit een ver verleden, wil ons vandaag wellicht vooral een beetje meer zicht en inzicht geven in de toekomst … .
5 december:
In mijn kindertijd kwamen wolven alleen voor in sprookjes. En in de Bijbel. De eerste lezing van vandaag schetst de ideale wereld (nee, niet dat TV-programma), zoals die zal zijn op het einde der tijden. In die eerste lezing horen we hoe ooit de wolf zal huizen bij het lam. Eerlijk gezegd lijkt me dat moeilijk. Niet alleen voor de wolf, maar vooral voor dat lam. Kan je als lam samenwonen met een wolf die je ouders of grootouders gedood heeft? Mijn vader zag dit weekend drie dode schapen, half opgepeuzeld door de wolf die de zeven geitjes niet gevonden heeft. Ja, we hebben in Vlaanderen terug wolven. En ze zijn niet lam, noch tam. Ze gedragen zich als wilden, maar eten wel veeleer tamme dieren. Wolven houden blijkbaar wel van schapen, maar niet van hun welpen. Als hun kroost groot is, zetten ze hen namelijk buiten. Ze verbannen hen uit hun territorium en maken hen tot dak- en thuislozen. Kortom, ze zorgen blijkbaar vooral goed voor zichzelf. Des te vreemder is dat vers uit de Bijbel dat vertelt over een wolf dat zich vleit tegen een wollig lammetje. Zou zo’n lammetje niet altijd blijven denken dat die wolf toch maar een wolf in schaapskleren is? Ik geloof best dat dieren en mensen kunnen veranderen, maar kunnen ook anderen je anders gaan bekijken? En duurt het niet ontzettend lang voor je dat kan? Misschien wel tot het einde der tijden?
4 december:
Vanmorgen, toen ik omstreeks 6.45 uur in de rij stond bij de autokeuring, dacht ik … dat het eigenlijk toch vreemd is: een auto (met een zekere leeftijd) moet verplicht jaarlijks gekeurd worden, een mens helemaal niet. Hoewel de meeste ongelukken wellicht te wijten zijn aan mensen en niet aan de auto’s … . Of zie ik dat verkeerd? Kortom … ik stelde me voor hoe het zou zijn als er ook een jaarlijkse mensen-keuring zou zijn. Vraag is natuurlijk wat er dan gekeurd zou worden: de ogen, de oren, de reactiesnelheden, … ? Wellicht heeft bijna iedereen dan wel een ‘opmerking’ op zijn keuringsbewijs. Vraag is of er dan ook een ‘remedie’ gegeven of gevonden kan worden? De evangelielezing van vandaag gaat trouwens ook over een remedie of een genezing. Een heidense honderdman heeft wel honderd man onder zich, maar hij kijkt vooral naar dat ene, verloren schaap: zijn knecht die ziek is. De heidense honderdman is wellicht ook honderdmaal geloviger dan vele Joden, want hij gelooft echt in Jezus en vraagt Hem zijn knecht te genezen. De geloofsweg van die honderdman botst niet op ongeloof. Het ‘geloof’ is blijkbaar tweerichtingsverkeer. Ook Jezus blijkt te geloven in die heidense honderdman. Hij schenkt hem en zijn knecht heil en zegen. Kortom … Jezus gelooft dat iedereen tot geloof kan komen. Jezus durft in deze adventstijd dromen dat het geloof in vele harten mag wonen … .
3 december:
Vandaag begint de advent: 4 zon-dagen lang wordt op een bijzondere wijze verwezen naar de Zon der gerechtigheid of het Licht der wereld dat ons in kleine tekenen (en in het Kerstekind) geschonken wordt. De adventskrans met 4 kaarsen telt de zondagen en doet elk week meer aan het licht komen welk vuur er in ons brandt. Op één van mijn vorige werkplekken, nochtans ook een kerkelijke setting, werd altijd het juiste aantal kaarsen aangestoken. Dus tijdens de eerste week van de advent brandde er één kaars, terwijl er twee kaarsjes schenen om de tweede week in de kijker te zetten. De derde week werkte aanstekelijk en er brandden drie kaarsjes. Helemaal correct, zou je zeggen, maar … op het einde, namelijk in de vierde week, had elk kaarsje evenveel gebrand. Rarara, hoe kan dat? Jaja … om ervoor te zorgen dat elke kaars evenveel ‘gebruikt’ zou worden, wisselde men wat af. De eerste week brandde elke dag maar één kaarsje, maar wél elke dag een ander van die vier kaarsen … . Kortom, vanaf dag vier van de advent hadden alle kaarsen al evenveel gebrand. Het is wel duidelijk dat ik, ondanks het feit dat ik ook hou van profijt en duurzaamheid, toch niet ‘warm’ word van dit ‘lichtend voorbeeld’. In mijn ogen gaat namelijk zo de echte groei-symboliek van de adventskrans toch een beetje verloren … . En ... ik wens tijdens deze advent zowel mezelf als anderen vooral het licht en inzicht om werkelijk toe te groeien naar de Heer die tot ons komt … .
2 december:
Het evangelie van vandaag vraagt dat we niet afgestompt raken door een roes van dronkenschap en de zorgen des levens. Het evangelie maakt zich dus zorgen over mensen die verdrinken in de problemen en hun zorgen proberen op te lossen in alcoholrijke dranken. Ze zijn dan letterlijk ‘van de wereld’ en christenen zijn volgens de Bijbel natuurlijk geroepen om ‘in de wereld, maar niet van de wereld te zijn’. We moeten zo ‘nuchter’ zijn dat we ons goed realiseren dat we niet alles in de hand hebben en dat wij niet de heerser zijn over ons leven en onze wereld. Het evangelie wil wellicht dat we wakker en waakzaam zijn om het ‘Licht’ te zien dat naar ons toekomt in deze donkere dagen … .
1 december:
De advent is heel populair, zelfs nog voor ze begonnen is. Een grote variëteit aan adventskalenders siert de winkels. Huisjes of doosjes met vele vakjes die elke dag een verrassing bieden en aftellen naar een feest dat ontworteld is van zijn christelijke identiteit. Wie zich in de geschiedenis van Kerstmis verdiept, komt op het spoor dat Kerst een christianisering is van de feestelijkheden rond de winterzonnewende. Zoveel eeuwen geleden verbonden christenen de geboorte van Jezus, het Licht der wereld, met de heidense lichtfeesten die omstreeks 25 december gevierd werden. Op dat moment werden de dagen namelijk weer langer en lichter. Ondertussen vindt wellicht de omgekeerde beweging plaats. Een christelijk feest wordt ‘overgenomen’, ook door niet-christenen. En de adventskalender kijkt niet meer uit naar Jezus, maar de commerce (en de commerciële adventskalenders) brengt mensen stap voor stap en dag na dag naar wat voor velen het summum van commercie is: veel eten, drinken en veel cadeaus op 25 december. Vraag is of die commerce en al die handel eigenlijk nog handelt over ‘iets’ of ‘iemand’? Kijken we echt gewoon uit naar ‘meer van hetzelfde’? Ik denk dat christenen juist niet uitzien naar hetzelfde, maar naar iets anders of beter: naar dé Andere die alles verandert … .
30 november:
Mijn blog was even op ‘ziekteverlof’. Ja, 5 maanden lang was mijn blog een ‘dagelijkse blog’, maar … die titel geldt, strikt genomen, niet meer … . Vrijdag 24 november werd ik plots ziek. Maandag werkte mijn lichaam al beter mee. Ik stond dus wel op om naar mijn werk te gaan, maar … toen lag al dat werk van vrijdag op mij te wachten. Kortom … mijn blog kwam op de laatste plaats en in alle drukte verdween hij weer uit mijn gedachten. Gisteren herinnerde iemand mij aan mijn blog en hoewel ik het weglachte, wist ik dat ik mijn ‘dagelijkse’ blog toch ook geen week kon laten wachten. Op het feest van de apostel Andreas duikt mijn blog dus terug op. Of … misschien beter … mijn blog wordt terug ‘opgevist’. Vandaag weerklinkt namelijk de evangelielezing over de roeping van Petrus en Andreas, twee vissers, die veel ‘meer’ moesten doen en ‘vaart’ moesten maken in plaats van wat te varen op het meer. In de evangelielezing van vandaag worden allen geroepen om ‘vissers van mensen’ te worden en mensen nooit te laten verdrinken in ongeloof of in de afwezigheid van hoop. We hebben wellicht de taak om mensen op te vissen en met hen op weg te gaan in de richting van Hem die tot ons komt. Kortom … zo komt nu reeds ‘boven water’ wat de komende advent is of kan zijn.
23 november:
Op het feest van Sint-Trudo ga ik niet naar Sint-Truiden, maar wel naar Brugge. Nee, niet naar de Sint-Trudo-abdij van Brugge, hoewel ik daar telkens graag kom. Er is vandaag een overleg over parochiepastoraal met afgevaardigden van de verschillende bisdommen. Het is veeleer een ont-moeting, waarbij we niet tot grote beslissingen of acties ‘moeten’ komen, maar kunnen uitwisselen over zorgen en vragen. We horen wat er leeft in de verschillende bisdommen en kunnen elkaar advies en feedback geven zodat we kunnen leren van en met elkaar. Kortom … vandaag reizen we ver om dichter bij elkaar te komen … .
22 november:
Maandag was ik plots mijn telefoon kwijt. Ik zocht er wel tien minuten naar. Achteraf bleek dat ik mijn telefoon niet verloren was. Een deken vond dat ik moest deconnecteren. Hij had per ongeluk mijn gsm meegenomen. Mijn gsm is zwart en blijkbaar zijn de meeste kerkwerkers nogal zwartkijkers. We zijn blijkbaar nogal kleurloos en kiezen allen voor zwarte telefoonhoesjes. Tijdens de tien minuten waarin ik zocht naar mijn gsm besefte ik dat ik niet graag een onbereikbaar persoon ben. Mijn nood aan verbondenheid is groot. Ik wil telefoons en taken ‘opnemen’ en ik wil niet te vlug of te vroeg ‘afhaken’. Ik was dus maar al te blij dat de deken al in lift zat omdat hij reeds op de hoogte was dat hij mijn gsm bij zich droeg. Geen minuut te vroeg kwam die deken dus terug om mij te verblijden en een einde te maken aan mijn zoektocht. Terwijl ik mét gsm terugging naar mijn bureau besefte ik dat mijn gsm eigenlijk geen telefoon is, maar een wegwijzer (gps), een taalcursus, een trein- en busticket, een internet-antwoord op vele vragen, een foto-en videoapparaat, een TV, een bank en zoveel meer. Het is zelfs altijd iets ‘nieuws’, want ook de nieuwsberichten op mijn gsm zijn altijd actueel. Kortom … soms moet je even iets ‘verliezen’ om te weten wat je hebt … .
21 november:
Vandaag gedenkt onze Kerk ‘Maria opdracht’. Volgens een niet-Bijbels geschrift zouden de ouders van Maria haar ‘opgedragen’ hebben in de tempel. Ze kreeg daar met andere woorden de opdracht om God een plaats te geven in haar leven. Volgens de verhalen was de tempel een kindercrèche, een kleuterklas en een lagere school, want ja … Maria zou er tot haar puberteit verblijven. Eigenlijk begrijp ik die stichtende verhalen niet zo goed. Ik vind ouders die hun kind afstaan niet echt ‘goede voorbeelden’. En het verbaast me nog meer dat die ouders zo dankbaar waren dat ze een kind kregen en het kind dus aan de tempel besloten te geven. Mij lijkt het niet zo respectvol om een geschenk dat je hebt gekregen direct terug te geven … . Wellicht wil het verhaal echter enkel zeggen dat het leven van Maria altijd doordrongen is geweest van God en geloof. Maria was altijd reeds ‘thuis’ bij God, dus uiteindelijk kwam de Heer in haar wonen … .
20 november:
De evangelielezing van vandaag gaat over een blinde die niet gezien wordt. Hij is niet alleen blind, maar ook de omstaanders zien hem niet staan. In tegenstelling tot de blinde waren de aanwezigen niet enkel blind, maar ook doof. Ze gaven geen gehoor aan de blinde. Meer nog, ze wilden hem zelfs het zwijgen opleggen. Wellicht omdat ze als de dood waren voor wat een blinde aan het licht kan brengen. Jezus hoorde echter de noodkreet van de man en Hij gaf hem het zicht terug.
Kortom … ik denk dat we vandaag worden uitgedaagd om onze eigen blinde vlekken in de ogen te kijken en te zien wat wij soms niet willen zien. Tegelijkertijd vraagt het evangelie ons wellicht ook of wij om hulp durven vragen. Durven wij de Heer vragen om zicht en inzicht? Of ‘zien’ we de zin daarvan niet?
19 november:
Vandaag vieren we de Werelddag der armen. In 2016 heeft paus Franciscus zijn voorkeursliefde voor de armen in het daglicht geplaatst. Hij zei dat er geen dag voorbij mag gaan zonder aan de armen te denken en hij besloot dat de 33ste zondag door het jaar op de eerste plaats moet komen. Christus koning (wat we volgende week vieren) laat namelijk altijd de armen voorgaan. Een koning heeft eigenlijk altijd de taak om te zorgen voor sociale gelijkheid en voor wie uit de boot valt (wat na de aankomst van de Sint gisteren wellicht een bijzondere betekenis krijgt). In de ogen van de Heer zijn echter alle mensen ‘koning’: alle mensen zijn kostbaar. Allen, zeker ook de armen, zijn veel waard! Hopelijk mogen zij zich vandaag, op de Werelddag der armen, de koning te rijk voelen … .
18 november:
In de evangelielezing van vandaag gaat het over ‘stalking’. Er is een dame die een rechter te pas en te onpas lastig valt. Uiteindelijk doet hij wat hij moet doen: haar ‘recht’ verschaffen. Hij doet het weliswaar niet echt voor de vrouw, maar wel om van haar af te zijn. Vervolgens verwijst het evangelie naar God. Als zelfs een rechter recht doet aan wie hem dat met aandrang vraagt, dan kan God toch helemaal niet onbewogen blijven als iemand beweegredenen heeft om iets aan Hem te vragen. Kortom … je mag nooit een mens ‘stalken’, maar God mag je, geloof ik, wel ‘stalken’ … . Steeds weer en steeds meer mogen we Hem navolgen … .
17 november:
Deze middag lag er snoep in onze koffie- en lunchruimte. Van de Sint. Vraag is van welke sint. Van Sint-Niklaas (Sinterklaas) of van Sint-Maarten. Al snel kwam aan het licht dat sommige delen van ons vicariaat partij kiezen voor Sint-Maarten, terwijl anderen wél kunnen wachten tot Sinterklaas. Er zijn er ook die heel wijs partij kiezen voor beiden en zowel Sint-Maarten als Sinterklaas laten komen om de kinderen te verblijden. Zoals alle stukjes snoep en chocola, zo werd ook het verhaal van Sint-Maarten in stukjes en brokjes samengesteld. De ene medewerker dateerde hem in de 4de eeuw, een ander wist dat hij bisschop van Tours was, nog een ander kende het verhaal van de mantel en alvorens we al het snoepgoed soldaat konden maken, kwam ook de legerfunctie van Sint-Maarten ter sprake. Kortom … met een heel leger aan medewerkers konden we Sint-Maarten wel smaken … . En vervolgens gingen we vanzelfsprekend weer heel ‘zoet’ aan het werk … .
16 november:
Momenteel weerklinkt in de eerste lezing in de eucharistie dagelijks een stukje uit het boek ‘Wijsheid’. Wijsheid kan je dus blijkbaar slechts beetje bij beetje verwerven. In de lezing van vandaag wordt de wijsheid in lyrische termen omschreven. De wijsheid blijkt vrouwelijk te zijn, hoewel ik evenveel wijze mannen als wijze vrouwen ken. Het staat niet in de lezing van vandaag, maar ik denk dat het soms heel wijs is om te zwijgen, even niet te schrijven en niet langer achter mijn computer te blijven, maar fietsend huiswaarts te keren en onderweg na te denken wanneer ‘stilte’ wel of juist niet wijs kan zijn … .
15 november:
Ik vraag me af of de koning vrij heeft vandaag? Zou hij dat zo ervaren? Sommige werknemers hebben vandaag een vrije dag. Wellicht om naar het Te Deum te gaan. Maar wat als ze niet gaan? Dienen ze dan eigenlijk te werken? Ik vind het raar dat sommigen vandaag niet werken terwijl deze ‘feestdag’ benadrukt dat er juist heel veel werk is om van de wereld een aards paradijs te maken.
Ik vind het ook wel tekenend dat op Koningsdag het Te Deum weerklinkt en vooral ‘God’ (als koning) centraal staat. We loven vooral God en stellen dat Hij een voorbeeld is voor alle wereldlijke leiders, wellicht vooral voor hen die niet in God geloven. En … wellicht ook niet alleen voor wereldlijke leiders, maar voor allen die verantwoordelijkheid dragen, in een gezin, een jeugdbeweging, … . Kortom … allen zijn we telkens weer geroepen om ‘koning’ te zijn. Koning naar het voorbeeld van de Heer.
14 november:
De aartsbisschop stelde deze morgen het evangelie in vraag. Als aartsbisschop mag dat natuurlijk. Ik vond trouwens dat hij gelijk had. Het evangelie van vandaag zegt namelijk dat wij slechts onnutte knechten zijn. Als ons werk echter geen nut zou hebben, dan kunnen we er wellicht beter mee ophouden. Onze aartsbisschop wilde echter een vicariale staking vermijden, dus hij sprak niet over ‘onnutte knechten’, maar over onze roeping tot dienstbaarheid, naar het voorbeeld van de dienaar Jezus. In het evangelie zeggen de dienaars: je hoeft ons niet dankbaar te zijn, we hebben alleen onze plicht gedaan. Misschien is het zo dat ons geloof ons innerlijk ‘verplicht’ (of met aandrang roept) om te doen wat we doen, maar mensen die alleen vanuit een plichtsgevoel werken voor de Kerk en hun taak enkel plichtmatig vervullen, zullen wellicht niet lang blijven. En … hoe dan ook, dankbaarheid doet wonderen en zorgt dat de ‘plicht’ wordt verlicht. Kortom … ik geloof toch … dat woorden van dank ons werk kunnen doen groeien. Boven onszelf uit!
13 november:
Gisteren was er in de basiliek van Koekelberg tijd voor synodaliteit. Het bleef niet bij mooie woorden alleen. We werden ook uitgedaagd om ter plaatse een synodale werkwijze te verkennen en te beleven. De statige rijen werden gewijzigd in slordige groepjes omdat er nu eenmaal altijd meer rommel komt als je iets ‘helder’ wil krijgen … . Achter ons zaten twee personen van de Spaanssprekende gemeenschap in Brussel. Ik verliet dus het groepje van vertrouwde vicariaatsmedewerkers om groep te vormen met de twee personen die Spaans spraken. Ik heb veel uit het gesprek geleerd. Vooral … dat ik mijn Spaans nog serieus moet oefenen … . Ik verstond hen redelijk goed, maar het is al moeilijk om in het Nederlands te vertellen wat je (gelovig) raakt en wat de synode-Geest met je doet, dus in het Spaans geraakte ik bijna niet uit mijn woorden. De eerste vrouw die in mijn groepje het woord nam, begreep niet dat de synode uit was op veranderingen. Er was al te veel veranderd. Ze getuigde over de vele wijzigingen in benoemingen en de consequenties voor de liturgie (die tweetalig was geworden: Frans en Spaans) en voor de pastoraal (die was beperkt tot de mis op zondag). Toen ik, ja sorry, vroeg of er geen leken mee verantwoordelijkheid konden dragen en bepaalde taken konden opnemen, zei de andere Spaanse vrouw dat er inderdaad nood is aan vorming van leken, die een zekere kennis en kunde hebben om de toekomst van de pastoraal te verzekeren. Mij verbaasde het enigszins dat de twee vrouwen graag ‘een Spaanse gemeenschap’ hadden en hun eigenheid (en eigen taal) sterk wilden bewaren, maar dat ze mij tegelijkertijd wel uitnodigden om wekelijks bij hen eucharistie te vieren. Om nog beter Spaans te leren … . Ik weet niet of dát de eerste beweegreden moet zijn om ergens eucharistie te vieren, maar … het getuigt alleszins wél van een zekere missionaire ingesteldheid bij de twee Spaanse vrouwen. En het moet gezegd: ze waren wél naar de basiliek van Koekelberg gekomen, hoewel duidelijk was dat ze de taal van het synode-verhaal niet helemaal begrepen. Wellicht is dat ook ‘synodaliteit’: een stap zetten zonder te begrijpen of te weten wat er op je weg zal komen … .
12 november:
De dag na wapenstilstand staan we stil bij vrede in onze Kerk. Ook bij ons is er veel strijd. Spijtig genoeg is er ook in de Kerk soms een houding van ‘beter weten’, een gebrek aan communicatie of juist een teveel aan communicatie (gebabbel en geroddel dus …). In al die spanningen en strijd beseft paus Franciscus, wellicht beter dan wie ook, dat het tijd is voor een ommekeer. Open en synodaal overleg is wellicht een stap in de goede richting. In de basiliek van Koekelberg, een immense open ruimte waar plaats is voor velen, vindt vandaag een bijeenkomst plaats over de synode. Met die sterke oproep tot synodaal overleg wil kardinaal De Kesel ook afscheid nemen van velen. Hij is ondertussen 76 en zal altijd kardinaal blijven, maar gezien hij zijn taken heeft overgedragen, krijgt hij nu extra tijd om te schrijven. Zijn vorige boek getuigt ondertussen in vele talen over secularisatie. Kortom … we wensen hem nog veel inspiratie!
Deze namiddag zullen we dus samen bidden voor een geest van openheid en synodaliteit. Hopelijk mag de ontmoeting met de Geest, met de deelnemers aan de synode en met elkaar ons werkelijk klaarmaken voor een nieuw en synodaal tijdperk in onze Kerk.
11 november:
Onze Kerk viert vandaag Sint-Maarten of Sint-Martinus van Tours. We kennen hem als een man op een paard. Hij zou zijn zwaard niet gebruikt hebben om iemand te vierendelen, maar wél om zijn mantel in tweeën te delen en te geven aan een bedelaar. Hij was dus een vriend van arme en kleine mensen en wellicht om die reden staat hij ook vandaag bekend als een grote kindervriend.
Enkele jaren geleden passeerde ik in Tours. Op mijn terugweg van Santiago kwam ik in de stad van Sint-Maarten terecht. Tours is als bedevaartsplaats veel ouder dan Santiago, hoewel de kerk waarin de relieken van Sint-Maarten liggen relatief nieuw is. Ik ontdekte daar dat wij Sint-Maarten niet vieren op zijn sterfdag. Hij stierf reeds op 8/11! Maar … de mensen van Tours moesten het lijk van hun bisschop gaan stelen in Candes waar ze Sint-Maarten zelfs na zijn dood niet in vrede lieten heengaan. De mensen van Tours zouden het lijk via een raam naar buiten hebben gesmokkeld en vervolgens ging Sint-Maarten met een schip naar de ‘overkant’. Op 11/11, zijn feestdag, vond Sint-Maarten eindelijk rust in het drukke Tours. De rust duurde echter niet lang, want de pelgrims stroomden toe. Ze konden hun heilige niet gerust laten en ze rustten pas wanneer hij hun gebeden had verhoord. Kortom … ik weet niet of ik iedereen wil aanraden om eens in Tours bij Sint-Maarten op bezoek te gaan. Misschien is het ook voldoende om voor hem je eigen deur te laten openstaan … .
10 november:
De evangelielezing van vandaag stelt dat de kinderen van de wereld onderling met meer overleg handelen dan de kinderen van het licht … . Ik vind dat wij veel overleggen. Er gaat alleszins veel van mijn tijd naar vergaderingen: met de vicariale raad, met het dekenteam, met het team gemeenschapsopbouw, … . We overleggen dus veel, maar … ik geef toe dat ik me soms toch wel de vraag stel of we kinderen van de wereld of kinderen van het licht zijn. Wellicht af en toe het ene en af en toe het andere … . ‘Overleg’ verwijst in deze evangelietekst echter wellicht helemaal niet naar ‘overleggen’ en ‘vergaderen’. Het gaat wellicht eerder over ‘slim’ en misschien zelfs ‘slinks’ handelen om je eigen toekomst en je eigen hachje te redden. Wellicht doen we dat allemaal wel eens. Het is begrijpelijk dat mensen veel doen om te ‘overleven’ en om zichzelf ‘recht’ te doen, maar wat als ze daarbij zoveel ‘onrecht’ doen aan anderen dat ze die anderen het leven ontnemen … ?
9 november:
De teamvergadering met het team gemeenschapsopbouw ging (onder andere) over de toekomst van de pastoraal en het gebruik van de kerkgebouwen. Er dient steeds weer en steeds meer nagedacht te worden over een zinvol gebruik, valorisatie of neven- en herbestemmingen. Heel deze thematiek past natuurlijk perfect bij de lezingen van vandaag. Die lezingen kijken met bewondering naar de tempels en huizen van God en zeggen dat als de stenen zouden spreken ze zouden stellen dat ze slechts stenen zijn die eigenlijk niet ‘tellen’. God wil namelijk niet wonen in gebouwen, maar in mensen. De kerkgemeenschap is het eigenlijke huis van God (lichaam van Christus). Vraag is wat we over dat huis kunnen zeggen? Een nieuwbouw is het alleszins niet. Of toch niet in onze contreien. Onze hulpbisschop ontmoette in oktober wel Afrikanen wiens ouders ‘de eerste christenen’ waren (in hun dorp). Kortom … bij ons is de kerkgemeenschap, het huis van God, geen nieuwbouw. Vraag is ook of het ‘oude gebouw’ ooit al gerestaureerd werd en zo ja, wanneer? Hoe is het EPC? Goed genoeg om echt ‘warm’ te zijn? Of heeft de kerkgemeenschap nood aan een opknapbeurt? Ik zie soms ook kerkgemeenschappen die zichzelf ‘herbestemmen’ en eigenlijk geen Kerk meer zijn. Kortom … voor we nadenken over de kerkgebouwen, moeten we wellicht bezinnen over wie en wat onze kerkgemeenschappen zijn. Geven zij de Heer een plek? Voelen God en mensen zich er thuis? Of zijn vooral onze kerkgemeenschappen, veel meer dan de kerkgebouwen, toe aan renovatie en vernieuwing?
8 november:
In de evangelielezing van vandaag hoorde ik vooral dat je ‘vooruitziend’ moet zijn en een begroting moet maken. Als je iets doet of kiest, moet je met andere woorden vooraf nadenken of je alle consequenties wel wil en kan dragen. Zie je de zin? En heb je de nodige middelen (talenten, financiën) om erin te investeren? Ik heb het gevoel dat mensen soms wel iets kiezen, maar niets willen verliezen. Ze willen wel de voordelen, maar niet de nadelen, wél de rechten, maar niet de plichten. Wie wil zich echt nog engageren? Voor haar of zijn werk, voor haar of zijn geloof, voor haar of zijn gezin? Ik zie veel mensen die ‘alles’ kiezen en willen, maar daardoor uiteindelijk ‘niets’ doen (of toch ‘niets’ goed doen). Het evangelie zegt dat die mensen ‘bespot’ worden. Er wordt niet gezegd wat toch ook gezegd moet worden: dat zo’n reactie wellicht even slecht is. Dát is wellicht wat ik nog het moeilijkste vind … hoe kan je ‘goed’ reageren op wat echt niet goed is … ?
7 november:
Vandaag gedenkt onze Kerk de heilige Willibrordus. Hij maakte het geloof meer bekend dan zichzelf. De meesten zullen dus wellicht niet zo veel over hem kunnen vertellen. Meer bekend is de processie die hij blijkbaar in het leven riep: de processie van Echternach. Het is ondertussen een uitdrukking geworden voor alles wat (te) traag maar gestaag vooruit gaat. Vroeger ging men tijdens de processie namelijk drie stappen vooruit om er vervolgens twee achteruit te zetten. Eerlijk gezegd weet ik niet waarom men dat deed. Wilde Willibrordus hiermee symboliseren dat evangelisatie en verkondiging niet in één, twee, drie gerealiseerd worden, maar tijd vragen? Of wou hij vooral zeggen dat je niet mag ‘stilstaan’, maar stappen moet zetten en vooral moet leren dat het ook niet erg is om af en toe op je stappen terug te keren en andere, nieuwe wegen te banen? Kortom … Willibrordus moedigt ons aan om, net zoals hij, stapje voor stapje evangeliserend op weg te gaan.
6 november:
Enige tijd geleden had ik mij voorgenomen om in oktober toch eens naar mijn werk te wandelen. Oktober is echter gedaan en die kans heb ik dus aan mij voorbij laten gaan. Wellicht om die reden vond ik dat het nu toch echt tijd was om de fiets eens te laten staan. Vanmorgen vertrok ik dus om 6.15 uur. Ik wandelde van duister naar licht. Tegen dat ik in Mechelen was, zei de zon mij goedemorgen (ja, mijn woonwerk-verkeer kostte me deze ochtend meer dan 1,5 uur, hoewel het maar iets meer dan 8 km is). Het was echter een zegen dat er geen regen viel. Eigenlijk hou ik meer van wandelen dan van fietsen. Wie fietst (zoals ik meestal doe) mist eigenlijk toch veel. Wie wandelt, ziet wat met een fiets niet aan het licht komt. Wandelen werkt. Het werkt vertragend en wellicht daardoor ook verdiepend. Ze spreken niet voor niets over ‘bidden met de voeten’. Een fiets draait eigenlijk maar door en je trapt erin. En de elektrische fietsen vliegen. Zo wordt dus vliegensvlug duidelijk dat dan alleen het doel en niet de weg telt. Kortom … ik vind dat ik meer te voet moet gaan. Vraag is alleen of ik ook bereid ben om er (nog) vroeger voor op te staan … .
5 november:
Het evangelie van vandaag is meer dan 2000 jaar oud, maar actueler dan ooit. Het gaat over priesters, Farizeeën en Schriftgeleerden die goed spreken, maar weinig goeds doen. Hun daden spreken hun woorden tegen. Ja, spijtig genoeg blijkt dát iets te zijn van alle tijden … . Je zou verwachten dat juist zij toch een leven leiden waarin ze zich wijden aan het goede. Eigenlijk heel raar, maar dat blijkt dus niet altijd waar. En zij die het goed menen en wél doen wat ze zeggen en zeggen wat ze doen, krijgen dan onterecht ook te lijden onder vooroordelen en verwijten.
Het evangelie spreekt ook over mensen die zich beter wanen dan anderen en zich een weg banen naar een ereplaats aan tafel. Jezus zegt hen dat we allen broeders zijn. Kortom: we zijn elkaars gelijken. Vraag is of we ook willen lijken op onze Vader? Willen we zijn voorbeeld volgen? Of zijn we niet gediend met een plekje als dienaar? Wie het goede niet dient, dient wellicht echter voor niets … .
4 november:
De tijden veranderen. Ook huwelijksfeesten zijn duidelijk anders dan vroeger. Het evangelie van vandaag spreekt over een bruiloft. Je zou denken dat er bij een huwelijk vooral goede raad wordt gegeven aan de huwenden, maar niets is minder waar. In het evangelie van vandaag gaat de raad juist naar de genodigden. Alle aanwezigen worden uitgenodigd om niet te kiezen voor de voornaamste plaats aan tafel. Raar, maar waar: blijkbaar konden de gasten in Jezus’ tijd zelf hun plaatsje kiezen op een huwelijksfeest. Vandaag wordt meestal een hele tafelschikking vastgelegd en wordt er nauwkeurig nagedacht over wie je op zijn plaats wil zetten. Wie krijgt welke plek, wie zit naast wie en wie mag zitten aan de rechterhand van bruid of bruidegom. Kortom … ik vind het evangelie van vandaag maar raar. Het gaat over een vraag waarvan ik dacht dat God die niet stelde. Omdat Hij het antwoord reeds kent. Ik had niet verwacht dat je op de minst belangrijkste plaats moest gaan zitten omdat dan iemand je ‘hogerop’ kon brengen en kon zeggen dat je toch ‘beter geplaatst’ bent. Eerlijk gezegd had ik vooral gedacht … dat God zou zeggen dat we best geen onderscheid maken tussen ‘voornaam’ en ‘minder voornaam’. We zouden dat eigenlijk toch niet mogen, want is niet iedereen belangrijk in Gods ogen?
3 november:
Vandaag viert onze Kerk de heilige Hubertus. Toen zijn vrouw overleed, ging hij terug op jacht. Hij wist dat hij niet op vrouwen moest jagen, dus hij werd jager in de Ardennen. Toen hij op een Goede Vrijdag, een dag waarop je niet werken of jagen mag, bijna een groot hert kon schieten, schoot hem plots te binnen dat hij misschien ook visser kon worden. Visser van mensen. Hij ging dus naar een bisschop en al snel volgde hij diens voorbeeld. Hij werd zelf bisschop en jaja, hij werd uiteindelijk opgevolgd door zijn zoon. Kortom … de evangelielezing van vandaag, die vanzelfsprekend over Jezus gaat, heeft – toeval of niet – verdacht veel parallellen. Het gaat ook over ‘werken’ op een vrije dag (een sabbat) en er wordt gevraagd wat je mag doen voor je zoon. De evangelielezing stelt de vraag wat je doet als je zoon in de put valt? Of in de put zit? Je probeert hem er dan toch uit te halen, zelfs op je vrije dag.
Kortom … je mag dus best iets doen op een vrije dag, maar of je nu rust of werkt, eigenlijk hebben we wellicht vooral de opdracht om God aan het werk te laten. In ons leven.
2 november:
Niet iedereen was vrij op 1 november. Sommigen moesten werken, maar ze waren niet altijd vrij om hun werk te doen. In het dorp waar mijn ouders wonen, wordt er gewerkt aan de Kerk (hoewel ze dat wellicht in elk dorp en elke stad moeten doen: bouwen aan de Kerkgemeenschap). De toren staat in de stellingen. 1 november is een hoogfeest, maar sommigen stellen toch dat men op die dag geen hoogtepunten mag beklimmen. Er werd op sociale media gepost dat hoogtewerken op een hoogdag toch echt ‘asociaal’ zijn. Er was kritiek op het geklop dat door sommigen op het kerkhof misschien verward zou worden met klopgeesten. Kortom … het klopt dat er wat meer leven was op het kerkhof dan gewoonlijk. De werknemers in de hoogte beluisterden zelfs muziek (muziek uit den hoge dus …) en … ik kan me voorstellen dat bepaalde liedjes zoveel animo brachten dat alle zielen niet begrepen wat die té vrolijke muziek kwam doen op Allerheiligen en Allerzielen. Gisteren was er dus al veel tegenwind en er werd hoog van de toren geblazen, maar wellicht zijn allen die vandaag weer en wind trotseren om het kerkhof te bezoeken maar al te blij dat de kerktoren toch sterk in zijn schoenen staat. Hopelijk hebben de werkmannen er gisteren voor gezorgd dat de stellingen en de daaraan bevestigde witte doeken niet gaan vliegen, hoewel witte doeken op graven eigenlijk ook wel mooi zijn. Denk maar aan paasmorgen… . Want ja, een witte doek is … symbool van verrijzenis.
1 november:
Op Aller-heiligen zegt de evangelielezing ons wie ‘zalig’ is. Het mooiste woord uit de (Nederlandse vertaling van de) zaligsprekingen vind ik het woord ‘zachtmoedig’. Zalig de zachtmoedigen. ‘Zachtmoedig’ is een krachtig woord. ‘Zacht’ wordt vaak geassocieerd met ‘soft’, maar ‘moed’ is juist een sterk woord. Kortom … ‘zachtmoedig’ is een prachtig woord omdat het sterkte en zwakte verenigt. Zegt Paulus niet ‘als ik zwak ben, ben ik sterk’? Een sterk geloof betekent dat je beseft dat je maar een zwakke mens bent en de Ander en anderen nodig hebt. Kortom … ik denk dat dát heilig is voor alle gelovigen! Het is zalig om je bemind te weten door God en we kunnen niet anders dan God heiligen om zijn liefde … . Kortom … ik wens iedereen een zalige hoogdag, waarin we het leven mogen vieren van al wat ons heilig is … .
31 oktober:
We hebben de kardinaal en de hulpbisschop lang moeten missen in de mis, maar deze morgen waren ze terug. De kardinaal vergeleek de synode met het mosterdzaadje uit de evangelielezing. Het is maar iets kleins, maar het kan mogelijk wél een groot verschil maken. Hij benadrukte echter ook dat een mosterdzaadje niet op 1,2,3 groot en krachtig wordt. Alle kleine sprankeltjes hoop en geloof hebben tijd nodig om te groeien en te bloeien. Geven wij ons geloof de tijd om uit te groeien tot iets moois? Of hebben we daar geen tijd voor? Dulden wij dat geloof en hoop ook geduld vragen? Of is ons geduld op? En wat als het toch hoogtijd is voor verandering? Zijn we té ongeduldig? Of juist té geduldig? We moeten wellicht vooral weten waar Abraham de mosterd haalt: hoe ‘geloof’ werkelijk in elkaar steekt en hoe het kan werken als wij het geloof in ons aan het werk laten. En kan je dat weten als je het niet laat gebeuren? In en aan jou?
30 oktober:
Vanmorgen leek het alsof iedereen het winteruur moe is en besloot om nog wat langer te slapen. Er reed namelijk bijna geen enkele fietser richting Mechelen. Of zou dat te maken hebben met het feit dat velen vakantie nemen? In de evangelielezing van vandaag gaat het ook over vrije dagen of beter: over de sabbat. Wat mag je doen op sabbat? Of vertaald naar onze tijd en cultuur: wat mag je wel of juist niet doen op vrije dagen of tijdens je vakantie- of sabbatperiode? Jezus zegt dat je dan vooral moet doen wat ‘goed’ is en ‘goed’ doet: voor anderen én voor jezelf. In de evangelielezing van vandaag toont Jezus dat een sabbat(periode) juist uitermate geschikt is om te werken aan herstel en heling / genezing. Kortom … in tegenstelling tot de oversten van de synagogen vindt Jezus dat iedereen vrij is om op vrije dagen te doen wat de vrijheid van mensen kan bevorderen. Kortom … we weten weeral wat we best doen op onze vrije dagen … .
29 oktober:
In de evangelielezing van vandaag horen we hoe de Farizeeën zeeën van tijd hebben om Jezus in vraag te stellen. Ze gaan naar Hem toe en toetsen of Hij de wet kent. Het eerste woord van hun vraag vind ik het meest uitdagend. Ze vragen: “Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet”. Ze noemen Jezus ‘meester’. Ik vraag me af of ze dat spottend bedoelen? Of erkennen ze Jezus werkelijk als hun meester, als iemand waarvan ze veel kunnen leren? Wat als een juf of meester op de proef wordt gesteld en vragen krijgt die eigenlijk geen ‘vragen’ zijn, maar enkel bedoeld zijn om de leerkracht een lesje te leren. Moet je antwoorden op zulke vragen? Jezus doet het alleszins wel. Hij geeft gewoon antwoord, zonder de intentie van de vraagstellers openlijk te bevragen. Meer nog, wie in het evangelie van Matteüs verder leest en de verzen bekijkt die in de zondagsviering niet gelezen worden, ziet … dat Jezus eerst antwoordt en vervolgens verder met die Farizeeën in gesprek gaat. Hij stelt ook de Farizeeën een vraag. Hij vraagt niet naar het voornaamste gebod (Bemin God en de naaste als jezelf), maar naar wat werkelijk het aller-voornaamste is: Hij vraagt naar de Messias die allen liefheeft, veel meer dan zichzelf … .
28 oktober:
Binnenkort komt onze hulpbisschop terug. Vraag is echter of hij ‘weg’ is geweest. Alles is afhankelijk van hoe je ‘weg’ definieert. Hij is altijd goed bereikbaar en dat heeft zijn synode-verblijf in Rome niet veranderd. De voorbije weken waren ‘gewoon’ in de zin dat hij gewoonweg alle werkzaamheden van het vicariaat bleef opvolgen. Weliswaar vanop een afstand, maar zeker niet op afstandelijke wijze. Er vonden vele digitale vergaderingen plaats en ook het mail- en telefoonverkeer kon veel van de fysieke afstand overbruggen. Enkel de gewone ‘post’ (papieren brieven) stapelde zich op. Toch zullen we heel blij zijn als hij terug in het land is (en vooral op de gang van ons vicariaat) om bij en met ons te doen wat hij ook in Rome deed: het synodaal denken stimuleren en stap voor stap realiseren … .
27 oktober:
Enkele dagen geleden stelde iemand onze spiritualiteit in vraag. Ze had geen vragen bij onze spiritualiteit of onze geloofsbeleving, maar ze had veeleer vragen over de wijze waarop we die ter sprake brengen. Of beter: meestal niet ter sprake brengen. Spreken we met elkaar over onze band met God of met Diegene die ons overstijgt? Of blijven we – als nuchtere Vlaming – bij de feiten en verwijzen we in elk gesprek over spiritualiteit naar wat we ‘doen’ op vlak van gebed, liturgie, geloofsverdieping of diaconie … . Wat is spiritualiteit? En hebben medewerkers in de Kerk daar tijd voor? Maken ze er tijd voor? En maken ze tijd om er met elkaar over te spreken en erover te getuigen. Of is er vooral huiver om te vatten wat niet of moeilijk te vatten is? Kortom … waar is de spirit, hoe werkt de Geest in en met ons? Waar en wanneer ervaren we die Goede Geest? Wanneer laten we ons door die Geest leiden? Vele vragen die niet direct een antwoord, maar wél een gesprek vragen … .
26 oktober:
Er is wellicht niets dat meer verdeeldheid brengt dan het streven naar eenheid. In de evangelielezing van vandaag wordt het geloof bevraagd. Het geloof en onze ene, katholieke Kerk zorgen, paradoxaal genoeg, lang niet altijd voor verbondenheid, maar juist voor strijd. We hoeven hierbij niet alleen te denken aan godsdienstoorlogen of aanslagen. Ook in gezinnen, families en tussen vrienden kunnen spanningen opdagen wanneer geloof en de ene, katholieke Kerk ter sprake komen. Probleem zit wellicht in de opvatting van ‘eenheid’. Betekent ‘eenheid’ dat iedereen hetzelfde moet denken en voelen? Wellicht zal dan het streven naar eenheid leiden tot strijd. Maar wat met een eenheid in verscheidenheid? Kunnen we diversiteit erkennen? En welke (mate van) diversiteit komt de eenheid en de vrede ten goede? Het zijn vragen die reiken naar de toekomst van onze ene, katholieke Kerk. En ja, die Kerk is zo verscheiden dat eenheid wellicht een nieuwe betekenis dient te krijgen … .
25 oktober:
Waakzaamheid is van en voor alle tijden. De Heer vraagt ons niet om één dag waakzaam te zijn en vervolgens niet meer. Nee, vandaag klinkt de oproep tot waakzaamheid nog een keer. Ook de evangelielezing van vandaag spreekt over waakzaamheid. Vreemd genoeg wordt de Heer vergeleken met een dief in de nacht. Net als de dief komt de Heer onverwacht. Wellicht houdt de vergelijking daarmee op, want ik kan me moeilijk inbeelden dat de Heer, die ons zoveel wil geven, ook iets van ons wil stelen. Tenzij onze harten misschien … . Kortom … de Heer komt steeds onverwacht uit de hoek. We treffen Hem niet alleen aan op plaatsen waar hij thuis is, maar we kunnen Hem blijkbaar zelfs ontmoeten op plekken waar we Hem niet verwachten. Kortom … laten we zowel thuis als onderweg steeds uitkijken naar de Heer en wie weet, misschien vind je Hem in de natuur, in zijn Woord of in een glimlach van een kind … .
24 oktober:
De lezingen van vandaag stellen ons uitdagende vragen. Mag de Heer op elk moment bij ons binnen komen? Staan we altijd voor Hem klaar? Hebben wij oog voor Hem of is ons geloof wat ‘ingedut’? Hebben wij Hem de sleutel gegeven? Van ons huis en van ons hart? Of verwachten we dat deuren Hem niet tegenhouden en dat hij onze muren afbreekt of er dwars doorheen gaat? En als Hij komt, welke plaats krijgt hij dan? Een plekje op de rommelzolder? Of in de koele kelder? Of mag Hij leven brengen in de living? De evangelielezing vraagt of we waakzaam zijn. ‘Waken’ is een actie of een handeling, afgebakend in de tijd, maar waakzaam zijn, is een houding, een attitude die er niet is voor even, maar voor het leven. Zijn wij waakzaam? Niet voor een tijdje, maar al-tijd? Of maken we daar geen tijd voor … ?
23 oktober:
De lezingen van vandaag spreken over erfenissen en over het nalatenschap van vader Abraham. Hij schonk ons geloof en vertrouwen in de God van onze (voor)vaderen. Terwijl onze aartsbisschop, die de eucharistie voorging, een korte homilie hield over ‘erfenissen’, vroeg ik me vooral af wat hij geërfd heeft? Welke situatie trof hij aan toen hij onlangs aartsbisschop werd? Wat heeft hij allemaal geërfd? In het aartsbisdom en in onze Belgische Kerk? Enkel schulden? Of ook rijkdommen? Belangrijker dan de aard of de grootte van de erfenis is natuurlijk de wijze waarop je ermee omgaat en wat je ermee doet. Elke gewenste of ongewenste gift en zodoende ook elke erfenis is vooral een verantwoordelijkheid, een oproep om er verantwoordelijk en goed mee om te gaan. Gelukkig hoeft onze aartsbisschop dat niet alleen te doen. Er wordt toch niet voor niets gesproken over de familie van christenen. Hopelijk mag elke ‘erfenis’ ons dichter bij elkaar brengen en ons niet verwijderen van God en van elkaar … .
22 oktober:
Mijn terras is populair. Wandelaars blijven even staan en een man uit één van de andere appartementsblokken zei daarnet ‘ik vind het super’, terwijl hij zijn duim omhoogstak. Daarstraks zat er zelfs iemand op mijn houten bank van paletten … . Allé … iemand … . Het was de kat van de overburen. Hij poetste (of scherpte) zijn tanden aan het steeltje van één van mijn pompoenen. Sinds anderen zeggen dat mijn terras mooi is, zie ik pas dat vele terrassen en tuinen inderdaad lelijk zijn … . Vele terrassen zijn opslagplaatsen van vuilnisbakken of omwille van de privacy worden aan de balustrades zeilen gespannen die wellicht nog lelijker ogen dan de rommel die er achter staat. Kortom … ik ben blij dat mijn terras niet groter is dan de ruimte die ik kan onderhouden. Ik denk dus dat dát het probleem is: mensen houden van spullen en van ruimte die ze niet kunnen onderhouden … . Ze willen veel ruimte en veel zaken, maar hebben geen tijd om er iets moois van te maken. Kortom … ik wens allen de tijd om goed na te denken over de ruimte(s) die ze werkelijk een plaats kunnen geven in hun leven.
21 oktober:
In de speeltuin voor mijn appartement spelen zich verschillende scenario’s af. Je hebt vaders die op de bank zitten en hun kind laten spelen, terwijl zij contact maken met hun gsm. Er zijn moeders die hun kinderen de hand reiken of een duwtje in de rug geven op de schommel en je hebt ouders die niet zichtbaar aanwezig zijn, maar misschien via het venster omkijken naar hun kind. Hoewel ik naast theologie ook pedagogische wetenschappen studeerde, weet ik niet welke opvoedingsstijl het meeste toekomst heeft. De eerste lezing in de eucharistie van vandaag spreekt over een talrijk nageslacht. Er wordt hierover wel erg positief gedacht. Kinderen zijn de toekomst, zegt men wel eens, maar ik hoop dat kinderen ook in het heden mogen leven en kind mogen zijn. En ik hoop vooral dat ouders tijd maken om ‘ouder’ te zijn en niet enkel ouder te worden. Er zijn namelijk volwassenen die alles doen en daardoor niets doen. Ze voeden kinderen op, werken veel en willen ook veel me-time en sociale activiteiten. Ze kunnen niet kiezen en verliezen zo eigenlijk alles. Ik maak me dus vooral zorgen over de kinderen. Mijn buren vragen zich vooral af of een talrijk nageslacht en de bevolkingsexplosie wel toekomst heeft en of de aarde al die druk wel kan dragen. De waarde van de aarde verdwijnt onder bergen afval. Mijn buren vinden dus vooral dat de afvalophaling niet mag blijven duren. Woensdag wordt het huisvuil opgehaald (om de 2 weken), maar bepaalde gezinnen hebben geen zin (of tijd) om naar buiten te gaan om hun lege vuilbakken terug binnen te halen. Momenteel wordt al meer dan 3 dagen regen opgespaard in hun vuilbakken. Wellicht om ecologische redenen, zou het niet?
20 oktober:
Het evangelie heeft een blijvende waarde. Dat kan niet gezegd worden van ‘geld’. In de evangelielezing van vandaag wordt gesproken over enkele stuivers. Geen idee hoeveel die waard zijn. Blijkbaar niet veel. De evangelielezing vertelt dat je vijf mussen kan kopen voor twee stuivers. Ik vraag me echter niet alleen af hoeveel een stuiver waard is, maar ook wat die mussen eigenlijk waard zijn en waarom iemand in godsnaam mussen zou kopen. Mogelijk staan die mussen voor wat ‘gewoon’ en ‘alledaags’ is. We schatten de waarde van het alledaagse wellicht vaak te laag. God vindt echter het gewone ook buitengewoon belangrijk. Het evangelie van vandaag vertelt dat God de mussen niet vergeet. Mussen vliegen nooit uit het blikveld van God en zelfs als mensen uitzwermen en zich verwijderen van God, zelfs dan … blijken ze geen vogel voor de kat. God vindt hen meer waard dan een zwerm mussen. Dus … of je nu een huismus bent of eerder een andere soort, je hoort er helemaal bij.
Vogelbescherming Vlaanderen organiseert jaarlijks een dag waarop allen uitgenodigd worden om de mussen te tellen en oog te krijgen voor het gewone. In de evangelielezing van vandaag lees ik vooral Gods wens dat ook mensen echt mogen ‘(mee)tellen’ en gezien worden … .
19 oktober:
Ik kijk op tegen mijn vrije tijd. Omdat ik die zal moeten besteden aan dingen die ik liever niet zou doen: naar de garage gaan, een kostenraming laten opmaken, een andere afspraak maken bij de garage voor de herstelling en nogmaals naar de garage gaan. Terwijl ik aan het werken was, is er iemand tegen mijn geparkeerde wagen gereden en mijn auto is meer beschadigd dan hij in de voorbije 13 jaar ooit beschadigd is geweest. Ik ben namelijk nogal zorgzaam … . Ik vind het erg dat mijn auto nu heel wat schrammen en scharren heeft, maar ik besef natuurlijk ook wel dat er ergere dingen zijn. Zeker als je het nieuws hoort en leest … . De lezingen van vandaag handelen over ‘gerechtigheid’ en ‘rechtvaardigheid’. Er zijn veel dingen die niet rechtvaardig zijn en gerechtigheid is vaak ver te zoeken. Een auto kan je laten repareren, maar er zijn veel zaken die niet zo gemakkelijk ‘recht’ te trekken zijn, zodat in die situaties ‘recht’-vaardigheid wellicht nooit echt tot zijn recht kan komen … .
18 oktober:
Een maand geleden keek ik uit naar een rustige(re) oktobermaand. Ondertussen weet ik wel beter. Gisteren vond ik zelfs geen tijd om even een blogtekst te schrijven ... . Ik heb veel werk, tenminste als je de hoeveelheid vergelijkt met een doorsnee-werkpakket. Als ik mijn werkuren vergelijk met die van onze hulpbisschop kan ik alleen maar concluderen dat ik weinig doe. De synode in Rome vraagt wekelijks meer dan 40 werkuren van onze hulpbisschop en op elk moment dat de synode even 'rust' neemt, werkt onze hulpbisschop voor het vicariaat. In de pauzes van de synode en 's avonds na 20 uur vinden digitale vergaderingen en meetings plaats en op elk moment dat de synode even stilstaat, stromen mails of telefoontjes van onze hulpbisschop binnen. Kortom ... als ik denk dat ik veel werk heb, dan ... wordt al die drukte gerelativeerd als ik het relateer aan het drukke programma van onze hulpbisschop. Kortom ... ik denk dat ik me beter niet druk maak over al die drukte. Bovendien ... viert onze Kerk vandaag de evangelist Lucas en de vraag is of een apostel en bijgevolg ook elke leerling van Jezus eigenlijk wel ooit kan rusten. Hebben we niet altijd en overal de taak om te getuigen van de Heer? Zowel als we werken als wanneer we dat niet doen?
16 oktober:
In de eucharistieviering van vandaag klinkt een tekst uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome. Ik geef eerlijk toe dat ik de lezing amper heb gehoord. Na de inleiding (Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome) heb ik me heel de lezing afgevraagd wat Paulus hier en nu zou schrijven? Wat zou hij vandaag (willen) schrijven aan de christenen van Rome, jaja, aan al die synodevaders (en -moeders!) die nu nadenken over de toekomst van de Kerk, hun gemeenschappelijk huis, en over de verdere groei van alle kinderen van God? Zou hij hen zijn groeten overbrengen, hen vrede wensen en hen oproepen tot gemeenschap? Met de Heer en met elkaar? Dat schreef hij ongeveer 2000 jaar geleden en ook nu zijn de woorden van Paulus wellicht heel actueel. Hij zegt niet wat de christenen in Rome concreet moeten doen, maar hij roept hen op om gehoorzaam te zijn, niet aan één of andere machthebber, maar aan het geloof! Hij herinnert hen ook aan hun ‘geroepen’ zijn. Ze zijn, leven en werken niet in eigen naam, maar in de naam van de Heer. Dat wensen wij ook de synodevaders (en -moeders!) toe: dat ze spreken in de naam van de Geest, die leeft in zovele christenen, overal ter wereld ...
15 oktober:
De evangelielezing van vandaag vergelijkt het Rijk der Hemelen met een bruiloftsmaal. Zo wordt meteen duidelijk waarom velen aan rijstpap met gouden lepeltjes denken wanneer ze het woord ‘hemel’ horen. Niet iedereen wil echter rijstpap met of zonder gouden lepeltjes. Het evangelie vertelt namelijk dat vele bruiloftsgasten niet komen opdagen. Vervolgens gaan de dienaars maar andere mensen vragen. Ze kijken op straten en pleinen en nodigen uit wie ze aantreffen. Het raakt mij dat er staat: “zijn dienaars gingen naar de wegen en brachten allen mee, slechten zowel als goeden en de bruiloftszaal liep vol met gasten”. Kortom … het Rijk der hemelen sluit blijkbaar niemand uit. Iedereen, goede en slechte mensen, zijn er welkom. Iedereen mag komen, als ze maar de stap(pen) durven zetten om erheen te gaan … . Niemand wordt tegengehouden. Wie er niet is, heeft zelf gekozen niet te gaan. Wellicht sluit God dus niemand buiten, maar … mensen sluiten zichzelf soms wél buiten. Kortom … het evangelie van vandaag stelt ons wellicht de vraag: ben jij binnen- of buitenstaander en wil jij, telkens weer, op weg gaan met en naar de Heer?
14 oktober:
Vandaag kwam mijn neef mijn bank installeren. Hij heeft met oude paletten een nieuwe bank gemaakt, die tevens ook dient om mijn terras af te schermen van de straat, zodat ik meer hout en minder auto’s zie. Bovenaan de hoge rugleuning van de bank staat een bloembak, die het in de winter met (jaja: plastieken) hangplantjes moet doen. Van op een afstand lijken ze net echt en ze geven in de winter nu eenmaal meer groen dan echte planten doen. Mijn terras heeft nu een houten bank, een tafeltje, een stoel en wat planten en pompoenen.
Mijn buurman vertelde dat een paar kinderen enkele weken geleden kwamen vragen of ze een pompoen konden kopen. Mijn buurman zei dat hij geen pompoenen had, waarop de kinderen verwezen naar mijn terras. Ik heb de kinderen zelf niet gezien en ze hebben de pompoen (die ze – als ze zouden willen – gewoon van mijn terras kunnen nemen) gewoon laten staan. Aangezien ze zo goed zijn om geen pompoenen te stelen, wil ik er eventueel wel eentje met hen delen. Reclame maken voor Halloween wil ik echter liever niet doen … . Hoewel zo’n uitgeholde pompoen met een lichtje erin wel mooi is om te zien en leuk om te maken, raakt het namelijk ook aan Amerikaanse ‘tradities’ die ik niet echt kan smaken … . Kortom … ik hoop dat ‘boze en slechte krachten’ omstreeks 31/10 geen pompoen van mij stelen, maar ja, ik zal wel zien wat er gebeurt met Halloween … .
13 oktober:
Op deze vrijdag de dertiende spreken ook de lezingen in de eucharistie over boze, kwade machten en krachten. Het kwaad leeft in ieder van ons. Vraag is niet hoe we het uitbannen of vernietigen, maar veeleer hoe we ermee omgaan zodat het kwaad ons en anderen niet in de macht heeft. Het ontkennen of niet zien van het kwaad, blijkt volgens de lezingen nog het grootste kwaad te zijn, want dan kan het groeien boven het goede en boven onszelf uit. Kortom … het is wellicht goed om af en toe eerlijk in de spiegel te kijken en oog te hebben voor onze kleine kantjes om er zo voor te zorgen dat ze geen grootse, negatieve effecten hebben … .
12 oktober:
In de evangelielezing van vandaag wordt de vraag gesteld of iemand die een vis vraagt ooit een slang zal krijgen. En krijgt wie vraagt om een ei ooit een schorpioen? Natuurlijk weet elke mens dat we lang niet altijd krijgen wat we vragen. Of we het nu vragen aan mensen of aan God, één ding is duidelijk: we krijgen lang niet altijd wat we hadden gehoopt, gevraagd en verwacht. Moeten we dan stoppen met ‘vragen’? Nee, wij zijn het sterkst als we beseffen dat we zwak zijn en anderen nodig hebben. Wie niets vraagt en denkt alles zelf te hebben en te kunnen, vraagt te veel van zichzelf en zal niet meer ontvankelijk zijn. Ik weet het niet, maar ik denk dat de evangelielezing niet zegt dat we zullen krijgen wat we vragen, maar wél dat wie iets vraagt dat ‘goed’ is, nooit iets zal krijgen dat hem of haar kwaad zal doen (zoals een slang of een schorpioen). Je kan maar iets aan iemand vragen als je die persoon vertrouwt: als je vertrouwt dat die persoon voldoende van jou houdt om jou te geven wat goed is … . Vragen en bidden heeft dus wellicht alles te maken met ‘vertrouwen’, met ‘geloven in de ander én de Ander, onze God’.
11 oktober:
Vandaag klinkt in de evangelielezing de vraag: “Heer, leer ons bidden”. Die vraag komt heel regelmatig aan bod in het lezingenrooster. Kortom … die vraag wordt regelmatig herhaald, wat wellicht veelzeggend is. Blijkbaar is ‘bidden’ niet zoals ‘fietsen’ of ‘autorijden’. Voor wie kan fietsen of autorijden geldt: als je het eenmaal kan, leer je het niet zo gemakkelijk af. Er zijn dingen die je leert en nooit vergeet, maar blijkbaar is dat met ‘bidden’ anders. Blijkbaar ben je nooit volleerd in het gebed. Permanent worden we uitgedaagd om opnieuw te vragen: “Heer, leer ons (meer of beter) bidden?”. Altijd kunnen we groeien in gebed. Nooit kunnen we de school van het gebed verlaten. Altijd weer kunnen we nog veel leren van de Heer … .
10 oktober:
Op 10/10 stelt de evangelielezing de vraag wie een 10/10 verdient: Maria of Marta? Wie doet geheel wat moet? Of zelfs nog meer? Marta zorgt voor spijs en drank. Maria prijst de Heer door naar Hem te luisteren. Stel dat alleen het ene zou gebeuren? Stel dat je wel zou kunnen eten, maar dat niemand iets van jou wil weten? Of stel dat mensen jou wel willen ontvangen, maar jou enkel aandacht willen geven? Hoe lang kan je blijven spreken zonder te eten? En vooral zonder te drinken? Kortom … wellicht is de perfecte vrouw (én de perfecte man) de persoon die zowel Maria als Marta in haar of zijn leven weet te integreren. Wellicht zijn we allen geroepen om te luisteren naar het Woord van de Heer en tegelijkertijd ook de handen uit de mouwen te steken om zijn Woord ook waar te maken in daden … .
9 oktober:
In de eucharistie van vandaag klinkt de lezing van de Barmhartige Samaritaan. Ik weet niet wat ik denk over die naam. Mijn neefjes hielden vroeger erg veel van het verhaal, maar zij noemden het steevast ‘het verhaal van de rovers’. Wellicht zegt dat veel over welke personages zij het belangrijkste (of minstens ‘het spannendste’) vonden. Je zou het ook ‘het verhaal van de naaste’ kunnen noemen, want eigenlijk staat niet de Samaritaan centraal, maar wel de vraag wie onze naaste is. Het verhaal vertelt ook over mensen die ernaast kijken en stelt ons de vraag wat wij niet zien, niet willen zien, en waarvoor wij wél (of zelfs te veel) oog hebben?
Jezus vertelt het verhaal om duidelijk te maken wie onze naaste is. Onze naasten zijn niet per se onze familieleden en vrienden, maar het zijn mensen die zich om ons bekommeren. Welk verhaal kan jij vertellen over jouw naasten? Wie waren / zijn jouw naasten? En wie helemaal niet? En ben jij een naaste? Ook voor onbekenden? Of moeten we bekennen dat we er vaak naast zitten en soms te gehaast zijn om oog te hebben voor onze naasten?
8 oktober:
Donderdag kreeg ik druiven en ook vrijdag schonk iemand mij en mijn collega’s zoete druiven uit de Druivenstreek. We bevinden ons duidelijk in het druivenseizoen. Zelfs de liturgie sluit aan bij de tijd en voert ons mee naar een wijngaard. Ik vind het opvallend dat er sprake is van wijnranken en wijngaarden, terwijl iedereen weet dat wijn niet aan de bomen, ranken of struiken hangt. Waarom wordt niet gesproken van een druivengaard? Een (appel/peren/…-)boomgaard is een gebied met bomen, maar een wijngaard kreeg de naam van het eindproduct dat er nog niet is, maar nog ‘in de maak is’. Ik vraag me af of dat de reden is waarom geloof en christenen zo vaak vergeleken worden met arbeiders en dienaars in de wijngaard. Omdat zij enkel ingrediënten krijgen waarmee ze nog iets moeten doen? Omdat ze tijdens hun werk zouden beseffen dat het werk in de wijngaard nog maar een eerste stap is en we er nog lang niet zijn? Of misschien om te beseffen dat geestrijke drank (en alles wat echt Geestrijk - rijk aan de Geest - is) niet zomaar ‘geplukt’ kan worden, maar nog energie en veel tijd vraagt? Ik weet het dus niet, maar de druiven waren alleszins lekker en hopelijk geven ze velen kracht en goede moed om verder te werken in de wijngaard van de Heer.
7 oktober:
Vandaag deed ik mijn dagelijkse oefeningen ‘Spaans’ (Spaans – Engels) op Duolingo en mijn gedachten dwaalden af naar mijn klasgenoten met vreemde, niet-Europese namen. Wekelijks kom je in een klasgroep terecht met andere studenten. Als je dat wil, kan je zelfs kennismaken en ‘vrienden’ worden, hoewel mijn definitie van vriendschap toch anders is dan de app dit invult. Men heeft geprobeerd om alle leeroefeningen multicultureel te maken. De personages die tijdens het leren aan bod komen, zijn zeer gevarieerd. Eddy en Junior zijn eerder West-Europees, maar Oscar, Vikram, Priti, Bea en Zari brengen ook andere culturen en tradities binnen. Zari draagt een hoofddoek, maar doorbreekt in haar activiteiten alle stereotiepen die er leven inzake moslima’s. Ook komen allerlei soorten gezinssituaties aan bod: het eenoudergezin van Eddy en Junior, een meisje dat bij haar grootmoeder woont, een alleenstaande, … . Alleen het klassieke twee-oudergezin met kinderen ontbreekt. Meermaals wordt er ook verwezen naar een gezin met twee papas en Lin heeft frequent relaties met een andere vrouw. Kortom … Duolingo is een eigentijds en herkenbaar leermiddel. Tenminste … voor West-Europeanen. Ik vraag me wel af of de leefwereld, die bij Duolingo aan bod komt, ook de heimat is van mijn niet-(West)Europese klasgenoten. En zo bracht Duolingo mij vanochtend bij de synode en de wereldkerk. In Afrika, Latijns-Amerika, Oost-Europa, … is het leven (en de ideeën over wat echt leven is en moet zijn) zo anders dat ik me toch wel afvraag wat we in die omstandigheden kunnen doen. Oké, we kunnen naar elkaar luisteren, maar kunnen we elkaar werkelijk begrijpen als onze leefwerelden zo verschillend zijn? En kunnen er op een synode wel beslissingen genomen worden voor heel de wereldkerk? Of … kan er eigenlijk maar één ding besloten worden? Namelijk dat er in onze Kerk nood is aan decentralisatie en meer lokale beslissingsbevoegdheid? Tijd (en vooral de Heilige Geest) brengt raad, dus we hopen en bidden dat er tijdens de synode inzichten mogen groeien waarin gelovigen van overal zich kunnen herkennen… .
6 oktober:
Deze namiddag komen de pastoraal werkenden van ons vicariaat samen voor uitwisseling en reflectie. Ze leren van en met elkaar en waarderen elkaars ideeën en initiatieven. Er zijn slechts zestien pastoraal werkenden in ons vicariaat, en hoewel kwaliteit natuurlijk altijd belangrijker is dan kwantiteit, wordt het in mijn ogen toch tijd dat we meer pastoraal werkenden inzetten. Ze doen hun werk goed en ze doen goed werk.
Bedoeling van de bijeenkomst met de pastoraal werkenden is te doen wat de lezingen van vandaag ons vragen. Ze vragen ons om te luisteren: naar de Heer en naar elkaar. De eerste en belangrijkste taak van allen die werken voor de Kerk is dus ‘luisteren’. Luisteren naar het waaien van de Geest die woont in ieder van ons …
5 oktober:
Vandaag lezen we in het evangelie hoe Jezus vele leerlingen twee aan twee uitzendt. Het doet mij de vraag stellen of wij zijn voorbeeld niet moeten volgen. Waarom zenden wij pastores niet twee aan twee uit, bijvoorbeeld een priester, samen met een pastoraal werkende of een diaken en een pastoraal werkende of twee pastoraal werkenden? Het antwoord is eenvoudig. We hebben niet veel priesters en diakens, maar nog veel minder pastoraal werkenden. In ons zeer grote vicariaat hebben we er slechts zestien die werken in de territoriale pastoraal en dan nog niet allemaal voltijds … . Terwijl de financiering van de bedienaars van de eredienst in de media in vraag gesteld wordt, kan ik alleen maar zeggen dat we juist meer nood hebben aan Kerkwerkers: aan mannen en vrouwen die het pastorale leven willen coördineren en er samen voor zorgen dat we nooit meer terecht zullen komen in Godvergeten tijden …
4 oktober:
Wie onze paus hoort en ziet, kan niet anders dan denken aan wie hem is voorgegaan en wiens naam hij draagt: de heilige Franciscus Van Assisi. Vandaag vieren we zijn feestdag en onze paus biedt hem bij deze gelegenheid een bijzonder geschenk aan. Een geschenk, bedoeld om te delen met velen. Vandaag verschijnt namelijk de apostolische exhortatie ‘Laudate Deum’. De tekst zal omstreeks 12 uur publiek gemaakt worden. Wellicht koos men voor dat tijdstip omdat het nu écht 5 voor 12 is en we dringend werk moeten maken van een christelijke ecologie. De exhortatie ‘Laudate Deum’ is een vervolg op ‘Laudato Si’ en het zal wellicht vooral benadrukken dat ons leven geen ‘vervolg’ zal kennen als we zo omgaan met mens en natuur. Het gevolg van onze levensstijl is wellicht dat onze aarde geen toekomst meer heeft. We worden dus opgeroepen om niet meer te leven voor onszelf, maar te prijzen wat we hebben gekregen: vaste grond onder de voeten, de natuur die ons mooie uren, maar ook voedsel en drank kan geven, … . Laudate Deum: laten we God prijzen voor (paus) Franciscus die ons nogmaals helder toont waar onze wereld écht om draait … .
3 oktober:
De evangelielezing van vandaag bevat een bijzondere uitdrukking. Er staat ‘Jezus aanvaardde de reis naar Jeruzalem’. Natuurlijk begrijp ik wel waarom dat zo gezegd wordt. Allen weten we wat Hem in Jeruzalem te wachten staat en het is dus duidelijk dat het hier niet gaat over een plezierreis. Toch klinkt de zin mij vreemd in de oren. Vandaag wordt reizen veelal geassocieerd met ‘ontspanning’ en ‘vrije tijd’. Meer nog, het is een luxe om tijd en geld te hebben om te kunnen reizen en citytrips te maken. De citytrip die Jezus maakte naar Jeruzalem kostte Hem echter meer dan een beetje geld en (veel) tijd. Het kostte Hem zelfs zijn leven. Hij voelde zich echter ‘geroepen en gezonden’ om die weg te gaan en rond te reizen om de Blijde Boodschap te verkondigen. Het doet mij toch weer de vraag stellen of wij … voldoende ‘missionaris’ zijn? Durven wij vertrouwde wegen verlaten en op weg gaan, naar vreemde mensen toe? Durven wij stappen te zetten naar de toekomst, wat die ook brengen zal?
2 oktober:
Vandaag viert onze Kerk het feest van de Heilige Engelbewaarders. Je kan jezelf de vraag stellen of die engelbewaarders hun naam waard zijn en waarom ze niet alle mensen beschermen tegen het kwaad. Ik vraag me trouwens af of die beschermengelen ook zichzelf beschermen tegen kritiek. Hoe dan ook, ik weet niet of engelen bestaan, of beter: ik denk dat er sowieso niet genoeg bewaarengelen zijn. Dit feest is dus wellicht bedoeld als een oproep om te worden wat we misschien nog niet of niet genoeg zijn: engelen van mensen die elkaar zegenen en bewaren … .
1 oktober:
De voorbije dagen werd veel gesproken over oplossingen en maatregelen om ervoor te zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaalt. Dit weekend werd in de vieringen ook een tekst voorgelezen. In de media werd dit een ‘homilie’ genoemd, maar een homilie is iets helemaal anders. Als het al te vergelijken is met een liturgisch onderdeel, dan wellicht nog het best met de schuldbelijdenis. In de tekst van de bisschoppen werd benadrukt dat er meer moet gebeuren dan er de voorbije jaren werd gedaan. De Kerk wil met velen in gesprek gaan om te leren van het verleden. De politiek, de Kerk en zelfs jan en alleman kwamen reeds met vele ideeën. Diverse voorstellen, commissies en preventiemaatregelen krijgen in de media veel aandacht. Zelf kijk ik vooral uit naar de maatregel die tot op heden weinig of niet genoemd werd: de synodale weg. Synodaliteit gaat, in tegenstelling tot wat sommigen denken, niet over de toegang van vrouwen en gehuwde mannen tot de hiërarchie. Het gaat niet over de vervanging van personen, maar wél over de wijziging van structuren. Het is tijd dat de hiërarchie en de macht plaats maken voor een ware synodaliteit, wat betekent dat groepen christenen samen spreken en gezamenlijk tot besluiten komen. Synodaliteit zit volgens mij echter niet alleen in de wijze van besluitvorming, maar ook in de manier waarop besluiten worden uitgevoerd. Ware synodaliteit vereist dat niemand zichzelf en zijn eigen mening belangrijker vindt dan de samen gedragen besluiten. Kortom … wie echt synodaal wil zijn, doet niet iets anders dan wat samen besloten werd. Ik hoop dat de synode, die gestart is in Rome, met vele voorstellen zal komen. Maar wat de synode ook zal brengen: synodaliteit is niet alleen de taak van enkelingen te Rome. Allen zijn we geroepen om één Kerk te vormen die zegt wat ze doet en doet wat men in samenspraak met velen heeft besloten en gezegd.
Lieve Gommers
30 september:
Vandaag vertrekt onze hulpbisschop naar Rome. Hij neemt als vertegenwoordiger van de bisschoppenconferentie deel aan de synode. Synode betekent letterlijk ‘samen op weg’ en gezien alle wegen naar Rome leiden, komen alle wegen daar dus samen. Er zal veel gesproken worden, maar alvorens er gewerkt wordt in gespreksgroepjes, zal er eerst geluisterd worden naar de Geest. Er vindt eerst een retraite plaats waarin gebeden wordt dat de Geest in vele talen mag spreken en dat allen elkaar mogen verstaan. Daarna worden mensen in taalgroepen samengebracht. Per groepje is er één voertaal die hopelijk voert naar eensgezindheid en heldere inzichten. Het zal alleszins geen ‘chinees’ zijn, want een chinees taalgroepje is er niet. Ik hoop alleszins dat ook mensen die niet op de synode aanwezig zijn, zullen ‘verstaan’ waarom bepaalde dingen wel en andere niet gezegd of benadrukt worden.
We wensen alle deelnemers aan de synode veel inspiratie en Geestkracht en we hopen vooral dat de ware, synodale Geest ook hier en nu mag leven in onze Vlaamse Kerk.
Lieve Gommers
29 september:
Vandaag vieren we de aartsengelen: Michaël, Gabriël en Rafaël. Ik heb – eerlijk gezegd – weinig affiniteit met engelen, hoewel ik natuurlijk wel ‘engelen van mensen’ ken. De namen van de aartsengelen vind ik wel veelzeggend. Elk van hun namen eindigt met ‘el’ wat ‘God’ betekent. Ze dragen God in hun naam en proberen in Zijn naam te spreken en te leven. De lezing uit het boek Openbaring, die in de eucharistie van vandaag aan bod komt, openbaart mij vooral dat ons geloof toch erg vreemd is. De lezing lijkt een vreemd en angstaanjagend sprookje, waarin onder andere sprake is van een draak. Gelukkig eindigt het ook zoals sprookjes eindigen, namelijk ‘met een lang en gelukkig leven'. Weliswaar in de hemel ... .
Lieve Gommers
28 september:
Het einde van september nadert … . De dagen en weken gaan open en dicht in een tempo dat ik amper of niet kan volgen. Deze dagelijkse blog bestaat ondertussen al vier maanden. Het is en blijft de gemakkelijkste en minst tijdrovende taak die ik behartig. Misschien is het zelfs geen taak of opdracht, want het is mij niet opgedragen … . Heel af en toe schrijf ik mijn blog onder werktijd, hoewel ik eigenlijk niet eens meer weet wanneer mijn werktijd begint en eindigt. Als ik een startgesprek van een nieuwbenoemde pastoraal werkende leid, vind ik het van belang om duidelijke afspraken te maken, onder andere ook over de werkuren. Mijn leuze is ‘meer (uren) mag, maar kan door niemand gevraagd of verwacht worden’. Kortom … werk voor de Kerk is méér dan een job. Er wordt verwacht dat je – zoals in elke job – het afgesproken aantal werkuren werkt. Het is echter ook ‘meer dan een job’. Het vraagt inspiratie en Geestkracht (in sommige omstandigheden zelfs véél Geestkracht) en sommigen beschouwen het als hun leven, waardoor de werkuren vanzelfsprekend overschreden worden. Sommigen vinden dat goed, anderen slecht, maar eigenlijk weet wellicht iedereen dat dit goede én slechte kanten heeft. Persoonlijk kan ik echter niet anders dan doen wat ik moet doen (of vind dat ik moet doen) en dat kost me momenteel nogal veel tijd, dus ik kijk uit … naar een rustigere oktobermaand … .
Lieve Gommers
27 september: Van oud naar nieuw …
De lezingen voor de eucharistievieringen zijn lang geleden vastgelegd. Toch zijn ze steeds actueel. Soms passen ze zelfs verrassend goed bij de gevoelens en ervaringen die de dag te bieden heeft.
Vandaag klinken woorden van Ezra: ‘Mijn God, ik voel mij zo diep beschaamd dat ik mijn gezicht niet tot U durf op te heffen want onze zonden zijn boven ons hoofd uitgestegen en onze schuld reikt tot aan de hemel’.
Uit de tekst blijkt dat het niet zozeer gaat over fouten van Ezra, maar wel over zonden van zijn ‘voorvaderen’. Je erft niet alleen fijne en goede dingen, maar vaak worden ook de fouten en de gevolgen van fouten generatielang meegedragen. En wat kan je dan doen? De lezing vertelt ons enkel wat Ezra doet: zich richten tot God, bereid zijn om het ‘anders’ te doen dan de voorvaderen deden, en nieuwe wegen banen die leiden naar wat toekomst is en toekomst heeft … .
Lieve Gommers
26 september: Kerkopbouw …
De eerste lezing van vandaag gaat over de heropbouw van de tempel. De tempel is verwoest en wordt weer opgebouwd. Er wordt in de lezing gesproken over de middelen, de werkwijze en de plaats van de heropbouw. De lezing verwijst naar een gebeurtenis van lang geleden, maar lijkt voor mij ook over het heden te spreken. Wat als de Kerk wordt afgebroken? Bouwen we dan terug aan vertrouwen? Richten we de Kerk opnieuw op (weliswaar een Kerk zoals die wél door God is gewild en gedroomd)? En … hoe doen we dat dan? Doen we dat ‘met dezelfde stenen’? Of ook met nieuwe stenen? Doen we dat op dezelfde plaats? Of elders? Bouwen we dezelfde Kerk of nemen we de uitdaging aan om een nieuwe Kerk te creëren? En wie betrekken we bij de hernieuwde opbouw van vertrouwen? Alleen de eindverantwoordelijken of zijn eigenlijk alle christenen ‘bouwvakkers’ en ‘metselaars’ die levende stenen met elkaar willen verbinden?
In de eerste lezing van vandaag gaat het over een fysiek bouwwerk. Ons christelijk geloof verplaatst deze tempel en geeft aan dat God op de eerste plaats aanwezig was en is in Jezus, de nieuwe tempel, en dat zijn Geest ook wil wonen in elk van ons. Kortom … wíj zijn de Kerk, dus als we willen bouwen aan de Kerk dienen we wellicht te werken aan onszelf om zo meer te worden wie we in wezen zijn: kinderen van God, geroepen om het goede te doen en op Hem te gelijken.
Lieve Gommers
25 september: Is minder meer?
Persoonlijk heb ik me altijd vragen gesteld bij de uitdrukking ‘geen woorden, maar daden’. In ons christelijk geloof is het Woord juist ongelofelijk belangrijk. Christenen leven in het besef dat woorden werkelijk iets nieuws kunnen creëren. Denk bijvoorbeeld aan de woorden ‘ik hou van jou’. Woorden kunnen veel ‘doen’. Ze kunnen pijn doen, maar soms ook vreugde of toekomst geven. Kortom … ik denk dat christenen niet kunnen kiezen voor … ofwel woorden, ofwel daden. Wellicht moeten we zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. We moeten onze daden duiden en verklaren zodat de woorden onze daden sturen en onze daden onze woorden in goede banen leiden.
Tegelijkertijd vraag ik me toch wel eens af … of we niet te veel woorden gebruiken. In onze liturgie winnen de woorden het vaak van de nochtans zeer sterke rituelen en gebaren. En ook in de pastoraal wordt soms zoveel gepraat en besproken dat er haast wordt vergeten dat we die woorden ook snel waar moeten maken.
Vanmorgen deed onze nieuwe aartsbisschop, die voorging in de eucharistie van 8 uur, ons beseffen dat ‘minder écht meer kan zijn’. Hij koos niet voor een omhaal van woorden, maar hield een zeer korte homilie, waarin hij één zin uit het evangelie enkele keren herhaalde. Welke zin hij koos? De zin ‘let op hoe gij luistert’. Hoe luister jij? Naar wie? Naar wat? En vooral ‘hoe’: hoe luister je?
Lieve Gommers
24 september: Werken voor je geld?
Ben je kwaad omdat ik goed ben? In de evangelielezing van vandaag klinkt deze vraag. Het is echter een ‘alledaagse vraag’. Je zou deze vraag namelijk bijna elke dag of zelfs meermaals per dag kunnen stellen. Hoe vaak valt anderen ‘geluk’ en ‘vreugde’ ten deel terwijl wij of anderen minder geluk hebben (of denken te hebben)? Kunnen we blij zijn om het geluk van anderen? Of beginnen we, zoals de arbeiders in de evangelielezing, te vergelijken en komen we vervolgens tot de conclusie dat het ‘niet eerlijk is’? Wat is ‘rechtvaardig’? Is ‘iedereen evenveel’ rechtvaardig en goed? Of moet men iedereen geven wat hij of zij nodig heeft? En wat heeft een mens dan werkelijk nodig? En wie bepaalt dat? Wat is werkelijk goed voor een mens? Soms krijgt een mens toch ook te veel van het goede, zodat het niet meer ‘goed’ is … . De evangelielezing maakt het allemaal nog moeilijker, want het gaat in die tekst over ‘werk’. Is het een ‘goed werk’ om mensen die amper werken evenveel geld te geven als de arbeiders die hun loon echt waard zijn? Ik vraag me eigenlijk toch wel af wat ik in die situatie zou doen. Stel dat ik zo’n persoon was die slechts één uurtje gewerkt had, dan … zou ik eerlijk gezegd niet blij zijn met mijn volle loon. Ik zou eigenlijk vinden dat ik dat niet verdiend heb en me zelfs schuldig voelen. Volgende keer zou ik dan dubbel zo hard werken. Maar wat als ik heel de dag gewerkt had en evenveel kreeg als wie amper werkte? Zou ik de volgende keer dan nog hard werken? Wellicht alleen als ik echt intrinsiek gemotiveerd ben voor het werk en het niet doe voor het loon (en voor de extrinsieke beloning). Gelukkig geloof ik in mijn werk, dus het antwoord is ‘ja, ik werk nog altijd hard, ook als het zou gebeuren dat anderen, die minder werken, evenveel of meer verdienen’. Kortom … wellicht roept de evangelietekst van vandaag ons op om de vraag te stellen: waarom zetten wij ons in? Voor het geld? Of … voor veel meer? Voor ons geloof en voor de Heer … ?
Lieve Gommers
23 september: Ik zou wel eens willen weten … wat is VPO?
Vandaag vond de eerste bijeenkomst plaats van het vicariaal pastoraal overleg (VPO).
Je hebt wellicht al wel gehoord dat we - onder impuls van onze paus Franciscus - sinds enige tijd werken aan een SYNODALE Kerk. Het woord ‘synodaal’ komt uit het Grieks en betekent letterlijk ‘samen op weg’. De Heilige Geest leeft in elke christen. Belangrijke beslissingen kunnen om die reden niet genomen worden door slechts enkele christenen. We zijn geroepen om te groeien naar samen gedragen besluiten. Om die reden besloten we in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen een Vicariaal Pastoraal Overleg op te richten met vertegenwoordigers vanuit alle hoeken en kanten van ons vicariaat. Deze mensen overleggen ook ter plaatse (lokaal) en verzamelen zo veel visies, meningen en ideeën. Op die wijze willen we vele stemmen beluisteren om uiteindelijk te groeien naar synodale beslissingen. Elk jaar zal een ander thema aan bod komen. In het werkjaar 2023-2024 spreken we over de pastorale zorg met en voor ouderen. En vandaag werd dus de aftrap gegeven. Met een veertigtal mensen verzamelden we al vele interessante ideeën en we inspireerden elkaar met boeiende tips.
Zin om meer te weten? Bezoek dan zeker ook de websitepagina: www.vlbm.be/vpo.
Lieve Gommers
22 september: In den beginne …
De vrouw in de Kerk … . Voor velen lijkt het ‘iets nieuws’ of zelfs ‘toekomst’. Tijdens vele besprekingen ter voorbereiding van de synode werd geijverd voor meer taken en verantwoordelijkheden voor vrouwen in de Kerk. Die prioriteit stond werkelijk bovenaan. Er zijn namelijk weinig (wellicht té weinig) vrouwen aan de top. Als vrouw ben ik natuurlijk voorstander van de vrouw in de Kerk, maar ik wil niet ‘meer vrouwen aan de top’. Ik zou persoonlijk liever zien dat ‘de top’ en dus de hiërarchie verdwijnt en we dus niet meer piramidaal maar juist synodaal gaan denken!
Eigenlijk doen we dan trouwens niets nieuws! De evangelielezing van vandaag spreekt reeds over de eerste volgelingen van Jezus: de twaalf apostelen én enkele vrouwen. By the way … wie het evangelie van vandaag zorgvuldig beluistert of leest, ontdekt … dat de vrouwen bij name genoemd worden (in tegenstelling tot de apostelen …). Kortom … vrouwen hadden vanaf het begin ‘naam en faam’.
Er staat ook dat die vrouwen ‘uit eigen middelen voor hen zorgden’. Die vrouwen waren dus rijk (aan ideeën, aan geloof en blijkbaar ook aan geld en goed). Ze waren ook zelfstandig, want blijkbaar beslisten ze zélf waarvoor hun talenten en bezittingen werden ingezet. Zij besloten om hun rijkdom te besteden aan de Heer en zijn volgelingen. Zo stellen ze ook ons vandaag de vraag wat wij doen met onze rijkdommen: met alles wat we goed kunnen en alle goederen waarmee we goed kunnen doen. Gebruiken wij die rijkdommen om te zorgen voor mensen? Voor onszelf, voor anderen en / of voor de Heer?
Lieve Gommers
21 september: Tijd om te evangeliseren?
Er zijn te weinig uren in een dag. Ik ben deze morgen vroeg beginnen werken en ik moet zo dadelijk naar Liedekerke vertrekken. Tijd om even te ontspannen en een blog te schrijven, is en was er niet. En terwijl we druk, druk, druk zijn ... worden we tot de 'orde' geroepen. In de evangelielezing van vandaag worden we, net zoals Matteüs, geroepen om evangelist en apostel te zijn. Onze Kerk viert vandaag namelijk het feest van de heilige Matteüs. In de evangelielezing zegt Jezus hem (en ook ons): 'kom, volg mij'. Ik zal me dus zo dadelijk in de auto moeten afvragen of ik eigenlijk wel doe waartoe ik geroepen ben: ben ik evangelist? Ben ik leerling van Jezus? Wanneer wel en wanneer niet? En jij? Voel jij je geroepen om evangelist en apostel te zijn? En hoe probeer je dat dan te doen?
Lieve Gommers
20 september: In gesprek met de stilte …
Is spreken zilver en zwijgen goud? Wanneer is spreken en reageren goed en wanneer is zwijgen fout? De meeste mensen weten dat wellicht niet. Ik behoor zelf ook tot ‘de meeste mensen’. Ik weet dus niet wat ik moet zeggen, noch wanneer of hoe ik moet spreken. Wanneer kan je best stil zijn en luisteren en wanneer mag je echt niet zwijgen? Ik weet het dus niet. Ik weet alleen … dat ik stil word van al die mensen die nu via de media spreken … . Hoe reageren? Elk gesproken woord is nu wellicht te veel en elk verzwegen woord te weinig …
Lieve Gommers
19 september: Tijd om op te staan …
Als ik ’s morgens met de fiets vertrek, is het nog donker. De zon staat pas later op. Pas in het duister komt aan het licht hoe belangrijk het is dat de zon opstaat en de duisternis ons verlaat. Ook in de evangelielezing van vandaag staat de ‘opstanding’ centraal. Ons geloof gaat wezenlijk over de opstanding of verrijzenis van de Heer. Hij staat op en laat ook ons telkens weer opstaan uit wat ons neerdrukt of deed vallen. In de evangelielezing zegt Jezus ‘sta op’. Hij richt zich tot een jongeling, maar wellicht ook tot ieder van ons. Kortom: ons geloof is gericht en geeft zicht op ‘opstanding’. Wat mensen niet doet ‘opstaan’ en in hun kracht zet, past dus niet in ons geloof, maar is ongepaste macht. Vraag is zelfs of mensen die anderen echt neerhalen werkelijk geloven in de opstanding. Mogelijk geloven ze alleen in zichzelf. Ze zijn alleszins echt geen ‘christenen’: geen mensen die de weg van ‘opstanding’ gaan en opstaan tegen kwaad en onrecht. Kortom: wellicht is het (voor vele christenen) tijd om op te staan … .
Lieve Gommers
18 september: De mis gemist …
Vanmorgen heb ik de mis gemist. Ik verliet om 7.57 uur mijn werkplek om beneden, in het Diocesaan Pastoraal Centrum, de eucharistie te vieren, maar er was geen voorganger. Soms zijn er drie voorgangers, soms twee, soms één en soms dus geen … (hoewel dat niet vaak gebeurt). Wellicht moesten ze in Kafarnaüm zijn. De evangelielezing van vandaag speelt zich namelijk af in Kafarnaüm. Jezus geneest daar een knecht wiens baas echt geschiedenis heeft geschreven. Zijn woorden worden door iedereen herhaald. Niet één keer, maar telkens weer. Telkens wanneer we eucharistie vieren, zeggen we ‘Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden’. Deze woorden werden eerst uitgesproken door de honderdman en nu worden ze dagelijks door vele honderden herhaald. Wie is het ooit waard om zo’n hooggeplaatste gast als Jezus te ontvangen? Het is zo’n grote eer en gunst dat Hij ons wil bezoeken en in ons huis en hart wil wonen. Beseffen wij hoe bijzonder dit is? Of gaan we aan Hem en aan het mysterie voorbij? Heten we Hem welkom? En welke plaats geven we Hem? In ons dagelijks leven? Vele vragen die ons elke eucharistie uitdagen om na te denken over wie de Heer voor ons is en waar we Hem kunnen ontmoeten … .
Lieve Gommers
17 september: Allemaal synodaal?
Binnenkort start de synode in Rome. Het is een synode over synodaliteit. Hoe kunnen we werkelijk samen op weg gaan met velen? Hoe kunnen we werkelijk groeien tot samen gedragen beleidsbeslissingen voor onze Kerk. Ja, er is daaromtrent nog veel werk en ja, we hebben nog een hele weg af te leggen, maar wie niet eens start, zal zeker nergens geraken. Kortom: binnenkort gaat onze hulpbisschop een maand naar de synode te Rome, maar ook in ons vicariaat dromen we van een synodale weg. Juist voorafgaand aan de synode in Rome, starten wij op zaterdag 23 september ‘23 met een vicariaal pastoraal overleg, een overleg waarbij gelovigen (geen priesters en diakens) hun stem laten horen en meedenken over beleidsbeslissingen voor een Kerk met het oog op morgen. Bedoeling is dat het goede wordt doorverteld. De mensen van het vicariaal pastoraal overleg geven de vragen door aan vele plaatselijke mensen, ze gaan met hen in gesprek en zo hopen we hopen antwoorden en reacties te verzamelen. Samen weten we meer, samen weten we het wellicht ook beter! Hoe meer perspectieven, hoe meer zicht en inzicht. Geïnteresseerd om mee te denken over de toekomst van onze Kerk? Contacteer dan zeker de zoneploeg of de pastorale verantwoordelijke van jouw zone(-omschrijving) en stem je af op de synodale weg. De eerste christenen werden ‘mensen van de weg genoemd’ en dát willen ook wij zijn: mensen van de synodale weg … .
Lieve Gommers
16 september: In alle talen getuigen …
Gisteren vond het jaarlijkse tuin-feest plaats. In de kathedraal. En het was niet ‘jaarlijks’ of beter: het was niet zoals ‘gewoonlijk’. We namen als medewerkers afscheid van kardinaal De Kesel. Hij heeft enkele weken geleden zijn taken overgedragen aan de nieuwe aartsbisschop. Het was niet het gedroomde afscheid. Of alleszins niet het gedroomde moment. De tijden zijn moeilijk, maar Augustinus zei reeds: “Je moet niet zeggen dat de tijden slecht zijn, want wij, wíj zijn de tijden”. Als de tijden slecht zijn, hebben wij wellicht te leren dat vooral wij allen ‘goed’ moeten zijn om goede tijden te beleven.
Ik hoop dat monseigneur De Kesel nog lang mag leven en vooral nog velen mag inspireren met zijn spirituele woorden en boeken. Zijn woorden zijn geen Chinees. Eén van zijn boeken werd recentelijk zelfs in het Chinees vertaald … . Hopelijk mag monseigneur De Kesel nog in vele talen getuigen van zijn hoop en geloof.
Lieve Gommers
15 september: Vele mannen en vrouwen van Smarten ...
Gisteren vierden we het feest van ‘Kruisverheffing’. Vandaag is het 'Onze Lieve Vrouw van Smarten'. Ook Maria had namelijk een zwaar kruis te dragen. Niets erger dan je kind zien lijden. Ze had hem wellicht alle leed willen besparen. Ik beeld me in hoe ze telkens voor het slapengaan aan de Vader vroeg om hem te zegenen en te bewaren. Waarom voorkomt God niet alle kwaad? Waarom laat Hij lijden geschieden? Waarom grijpt Hij niet in? Vandaag, met alle terechte vragen die opduiken naar aanleiding van het programma ‘Godvergeten’, klinkt de theodicee-vraag, de vraag naar de band tussen God en lijden, sterker dan ooit tevoren. Waarom laat God het lijden toe? Waarom laat Hij toe dat zijn mensen, zijn medewerkers, grondig falen? Geleerden hebben er hun hoofd over gebroken. Er is meer over gezegd en geschreven dan mensen ooit kunnen vatten. Ik vraag me af of Maria het antwoord kende. Wist zij ‘waarom’? Is er wel een waarom? En wat als er geen waarom is, is dan alles zinloos? Of alleen het lijden?
Kortom: vele vragen en geen antwoorden. Behalve dan die paar kleine antwoordfragmenten van mensen die geen antwoord geven, maar een antwoord van nabijheid en zorg willen zijn … .
Lieve Gommers
14 september: Kruisverheffing
Vandaag vieren we het feest van ‘Kruisverheffing’. Meer dan wat dan ook … toont dit feest de vreemdheid van ons geloof. Hoe kan het kruis, een marteltuig, nu teken worden van heil, zegen en leven? Elk huisje heeft zijn kruisje, het is een zwaar kruis om te dragen, je kruis opnemen, … . Het kruis wordt vaak geassocieerd met dood, kwaad en alle pijn die ons ter harte gaat. God kan echter het kwade ten goede keren. Zo werd het kruis teken van nieuw en eeuwig leven. De twee kanten van de medaille van het kruis tonen hoe de dood ‘omgekeerd’ wordt en het Leven tevoorschijn komt. Wellicht worden wij, christenen, dag in dag uitgedaagd om juist die kant van voluit Leven in en met Christus te tonen en te beleven.
Lieve Gommers
13 september: Als Christus je identiteit bepaalt …
Vandaag viert onze Kerk de heilige Johannes Chrysostomus. Deze heilige had echt iets te vertellen en sprak vele mensen aan. Om die reden werd hij ook erkend als ‘kerkleraar’. Ik word vooral getroffen door zijn (heiligen)naam: Chrysostomus. Ik dacht dat die naam verwees naar Christus. Johannes Chrysostomus droeg Christus werkelijk in zich. De Heer heeft werkelijk zijn identiteit bepaald. Jezus heeft Johannes gemaakt tot wie hij was en is, en hem ‘naam en faam’ gegeven.
Blijkbaar komt de naam ‘Chrysostomus’ echter niet van ‘Christus’, maar van chrysos (goud) en van stoma (mond). Blijkbaar was Johannes Chrysostomus niet op zijn mondje gevallen en was zwijgen zilver en spreken goud … .
Hoe dan ook: ik denk dat Johannes Chrysostomus ons allen oproept om Christus te laten leven in ons en als christen met fierheid ‘zijn’ naam te dragen. Tegelijkertijd daagt hij ons uit om woorden te spreken die veel waard zijn (net zoals goud) en die mensen (in hun hart) willen bewaren en willen delen met velen.
Lieve Gommers
12 september: Kerk-werk
Vandaag viert ons aartsbisdom het feest van de kerkwijding van de kathedrale kerk te Brussel. Deze kathedrale kerk, maar ook alle andere kerken willen plekken zijn waar zowel God als mensen thuis kunnen komen. Tevens is deze dag ook een gunstig moment om de vraag te stellen of wij ‘een plaats geven’ aan God. En zo ja, welke plek geven we Hem? In ons hart en in ons leven? Hebben wij een ‘fysieke’ plaats om God te ontmoeten of proberen we ‘overal’ contact te maken met Hem die ons tegemoet komt?
Onze kerkgebouwen zijn een rijkdom, maar ook een zorg. Er zijn eigenlijk meer kerkgebouwen dan mensen die ervan houden … . We hebben meer kerken dan we voor de liturgie en pastoraal nodig hebben. Natuurlijk heeft een kerkgebouw ook een tekenwaarde en getuigt het gebouw an sich van ons geloof, ook als er geen liturgie of pastoraal plaatsvindt. Vraag is alleen van wat een kerkgebouw getuigt als het verkommert en niet onderhouden wordt? We hebben geen getuigenissen nodig van de afbouw van onze Kerk. Kortom … wellicht worden we uitgedaagd om te houden van onze kerkgebouwen en dus te kiezen welke gebouwen we kunnen onderhouden en hoe we daarvan echt levendige plekken van geloof kunnen maken. Soms is het beter om te kiezen en enkele kerkgebouwen te verliezen dan alles te behouden en alleen bezig te zijn met ‘rouwen’. Als we bewust kiezen en inzetten op leven, zal God echt een plek en een goede thuis vinden. In een gebouw, maar hopelijk ook in vele mensen … .
Lieve Gommers
11 september: Wonderbaarlijke vermenigvuldiging
Vorige week waren er soms één, soms twee en soms drie bisschoppen in de ochtendeucharistie in het Diocesaan Pastoraal Centrum te Mechelen. Maar deze ochtend was er pas werkelijk sprake van een wonderlijke vermenigvuldiging. De eucharistie werd gevierd met 6 of zelfs 7 bisschoppen. Naast onze aartsbisschop en onze hulpbisschop waren ook heel wat bisschoppen uit andere landen en werelddelen aanwezig. Er vindt namelijk een internationaal congres van katholieke militairen plaats in het Diocesaan Centrum. Er zijn heel wat bisschoppen die ijveren voor vrede en sommigen van hen voelen zich geroepen om ervoor te zorgen dat wie betrokken is bij een oorlog vooral de vrede als streefdoel neemt. Ook in de evangelielezing van vandaag werd duidelijk dat ‘vrede’ altijd het uitgangspunt moet zijn. In het evangeliefragment wordt de sabbat een punt van strijd. Mag je op sabbat het goede doen? Mag je een ander genezen en helen? Of moet je je geheel onthouden van alle arbeid? Jezus neemt geen vrede met de strenge opvatting van Schriftgeleerden en Farizeeën. Hij vraagt om altijd, in goede en kwade dagen, op sabbat, in het weekend en op weekdagen te kiezen voor vrede en voor het goede. Laten we al het goede en de vrede dan met velen ‘vermenigvuldigen’ en delen … .
Lieve Gommers
10 september: Nog veel te leren ...
Gisteren ging ik vorming geven. Ik heb er veel van geleerd. Ik benadrukte dat catechese geen eenrichtingsverkeer is. Wie geeft, ontvangt vaak meer dan hij of zij kan geven. En vraag is ook of we catechese ‘geven’ of het gewoon ‘samen beleven’ en zo leren van en met elkaar? Kinderen én volwassenen stellen steeds vragen die de ‘catechisten’ (of ‘sprekers’) uitdagen om te groeien en verder of meer vol-wassen te worden in geloof.
Wie wil groeien en een stapje verder wil gaan, moet blijkbaar ook openstaan voor herhaling. Soms vatten we iets niet van de eerste keer. Vandaag klinkt dus weer het evangelie van 16 augustus. Die tekst roept ons op om goed te doen en niet te zwijgen als iemand kwaad doet. Wie het kwaad zomaar laat bestaan, is ook niet goed. Dit is duidelijk ‘gemakkelijker gezegd dan gedaan’. Op deze snikhete dag klinkt dus nogmaals de warme oproep om te spreken over wat niet goed gaat en anderen op te roepen om het kwaad te laten. We zijn de hoeder van onze broeder. Jaja, we kunnen pas leren van en met elkaar wanneer we elkaar ook durven corrigeren … .
Lieve Gommers
9 september: Ben jij christen?
In de evangelielezing van vandaag wordt een vraag gesteld die vandaag niet meer bevraagd wordt. De Farizeeën vinden dat je op sabbat niet mag werken. In onze tijd zijn er echter veel mensen die tijdens het weekend werken en de mensen die thuis blijven, hebben wellicht meer werk te verrichten dan wanneer ze naar hun werk gaan. Jezus vindt het belangrijk om te zoeken naar een goed evenwicht tussen werk en rust, maar hij berust er niet in dat de Joodse wet erg streng geïnterpreteerd wordt. Wat is werk? Wanneer noemen we iets werk? Ik ga vandaag vorming geven aan catechisten. Is dat werk? Ik hoop dat het werkt, maar zwaar werk is het alleszins niet.
Ik ga hen vertellen dat ik geen christen ben. Omdat niemand ooit christen ‘is’. We ‘worden’ christen. Elke dag een beetje meer. Levenslang mogen we groeien in geloof en leven. Hopelijk mogen we zowel wanneer we werken als wanneer we rusten groeien en meer vol-wassen worden in geloof.
Lieve Gommers
8 september: Het mooiste geschenk …
Vandaag viert onze Kerk ‘Maria geboorte’. Eigenlijk vieren we dus de verjaardag van Maria. We weten niet veel over haar geboorte. Het is evenmin duidelijk of ze ooit haar verjaardag vierde. Vraag is ook of ze dat eigenlijk wel wilde. Ze zette zichzelf namelijk nooit in de kijker, maar verwees steeds naar haar zoon … . Ook vraag ik mij af wie ze zou uitnodigen voor haar verjaardagsfeest? Wellicht is iedereen welkom bij haar en geeft ze de mensen meer dan zij haar ooit kunnen geven. Welk verjaardagscadeau zou jij haar schenken? Geef je haar een lelie, zet je haar in de bloemetjes, of breng je (met kaarsjes) aan het licht hoeveel vertrouwen je hebt in haar? Omring je haar misschien met gebeden of zing je een (verjaardags)lied voor haar? In de liturgie van vandaag krijgt Maria misschien wel wat haar het nauwst aan het hart ligt. In de evangelielezing weerklinkt de geboorte van haar Zoon, het grootste geschenk dat haar (én ook ons) ooit geschonken werd. Uiteindelijk leefde zij voor hem. Vraag is of ook wij dát willen en kunnen? Willen ook wij toekomst geven aan de Heer en leven voor ons geloof?
Lieve Gommers
7 september: In het diepe springen …
In de evangelielezing van vandaag horen we: ‘Vaar nu naar het diepe en gooi uw netten uit voor de vangst’. De leerlingen, professionele vissers, hadden een hele nacht niets gevangen. Jezus, een timmerman die van vissen geen kaas gegeten had, zegt hen naar het diepe te varen en daar te vissen naar een toekomst. De leerlingen aarzelen. Wat weet de meester nu van vissen? Uiteindelijk wagen ze toch hun kans en wat blijkt: het water is rijk aan vissen. Ze vangen meer dan verwacht en voor mogelijk geacht.
De theoloog Tomas Halik verwijst in een tekst over evangelisatie en missionaire vernieuwing naar dit verhaal. Evangelisatie is niet zomaar ‘hetzelfde doen’. Het is ‘hetzelfde doen’, maar toch anders. Het is ‘vissen’ zoals je altijd hebt gevist, maar dát doen op nieuwe plaatsen of op een nieuwe wijze. Persoonlijk vind ik dat heel wijze woorden. De professionals (mensen die werken voor de Kerk) worden vandaag dus bijzonder uitgenodigd om de vertrouwde paden te verlaten en hetzelfde toch ‘anders’ te doen. We kunnen onszelf en anderen niet alleen voeden met onderhoudspastoraal. Er is nood aan meer diepgang en meer vooruitgang. Laten we dus ons oor te luisteren leggen bij creatievelingen met een hart voor God en geloof, maar ook de ruimte om nieuwe wegen te banen om ook daar God en vele mensen te ontmoeten.
Lieve Gommers
6 september: Mijn God, mijn God, waarom heb Jij mij verlaten ...
Gisteren verscheen de eerste aflevering van ‘Godvergeten’. De veelheid aan verhalen maakt een mens sprakeloos. Elke kijker ziet het leven van mensen die te veel hebben geleden. De vraag naar het geweten en de gedachte dat toch iemand het had kunnen weten, komen ‘binnen’. In de aflevering hoorde ik wel honderdmaal ‘Mijn God, mijn God, waarom heb Je mij verlaten?’ Ik geloof dat er in de Kerk veel is misgegaan en misschien nog misgaat, maar ik geloof één ding écht niet: ik geloof niet dat al dat leed God niet ter harte gaat. Een mens kan al die pijnlijke verhalen niet eens vergeten, dus ik weet zeker dat God al die slachtoffers of overlevers ook nooit of te nimmer zal vergeten. Samen met God hebben wij wellicht de taak om ervoor te zorgen dat ze niet ‘Godvergeten’ zijn of worden. We hebben wellicht de opdracht om hen te laten zien dat er in de Kerk ook (en vooral) mensen zijn die zich oprecht willen inzetten voor een Kerk waarin misbruik, van welke aard dan ook, geen plaats meer heeft. Met velen willen we werken aan een Kerk waarin de geschiedenis zich niet herhaalt, maar waar waarheid, waarachtigheid en ware liefde heden én toekomst zijn.
Lieve Gommers
5 september: Grijpen naar het onbegrijpelijke ...
De evangelielezing van vandaag is niet van gisteren, maar toch sluit ze mooi aan bij de homilie die kardinaal De Kesel zondag hield. Gisteren vertelde ik dat mgr. De Kesel mij sterk aansprak toen hij zei dat mensen meer vragen stellen als ze er al iets van begrijpen … . In de evangelielezing van vandaag is een persoon aan het woord die problemen heeft met zijn hoofd, een man die vooral zelf gestoord wordt door zijn geest. Een geest die denkt en doet wat niet hoort. Kortom: de man die psychisch kwetsbaar is, roept tot Jezus en zegt: ‘ik weet wie Gij zijt: de heilige Gods’. De man weet dus veel, maar hij weet niet wanneer hij wel of juist niet moet zwijgen. Hij begrijpt wellicht ook niet wat hij zegt, want kan een mens ooit de ‘heilige Gods’ begrijpen? Wellicht is en blijft de heilige Gods voor mensen altijd een mysterie waarvan we af en toe enkel een glimp opvangen. We blijven dus levenslang verlangen om te begrijpen wat onbegrijpelijk is. In de evangelielezing van vandaag valt mij op dat niemand luistert naar wat de man zegt over Jezus. De man wordt duidelijk enkel door Jezus beluisterd. De omstaanders kijken niet op van de woorden van die gestoorde man. Ze hebben hem blijkbaar niet gehoord. Maar ze worden wel geraakt door de daden die Jezus verricht. Na de genezing van die man beginnen ze namelijk te raden wie die Jezus toch wel is. Ik weet eigenlijk niet goed wat het verhaal mij vandaag vertelt. Misschien dat we meer moeite moeten doen om echt en met een open hart te luisteren naar psychisch kwetsbare mensen? Of misschien wordt ook ons gevraagd waardoor wij de sprong hebben gewaagd om te geloven? Was het omwille van Jezus’ woorden of omwille van zijn daden? Wie is de Heer voor ons? Kunnen wij dat vatten in woorden, beelden of verhalen? Of kunnen we niet zeggen wie Hij is, maar alleen zeggen wat Hij ons doet en hoe Hij ons voedt? Veel vragen dus, maar blijkbaar stel je alleen vragen als je er toch al een heel klein beetje van begrepen hebt … .
Lieve Gommers
4 september: Dagen die een vervolg vragen …
Gisteren werd onze nieuwe aartsbisschop gewijd. Van wijd en zijd waren gelovigen gekomen om de feestelijke viering bij te wonen. Even leken de secularisatie en crisis in de Kerk verdwenen. Er verschenen heel veel mensen en onze Kerk toonde zich als groot, krachtig, vrolijk en prachtig! Onze nieuwe aartsbisschop heeft vele mensen geraakt met zijn woorden en gebaren. Hij gaf een feestelijke draai aan de wierook, hij sprak met zachte kracht en hij ontroerde allen toen zijn stem even brak wanneer hij verwees naar zijn ouders. Er wacht hem een zware opdracht, maar hij toonde vooral een vreugdevolle Kerk die vriendelijk lacht. Hopelijk mogen de hartelijke sfeer en de broederlijkheid van gisteren onze hedendaagse en toekomstige tijd nog lang verwarmen.
Niet alleen onze nieuwe aartsbisschop werd gewijd, maar tegelijkertijd namen we eigenlijk ook afscheid van mgr. De Kesel. Hoewel de feestelijkheden voor hem nog moeten komen, was en is er toch alle reden om ook hem even te danken. Ik werd gisteren sterk geraakt door zijn homilie. Hij zei: ‘hoe meer ze Jezus begrepen, hoe meer vragen ze begonnen te stellen …’. Jaja … begrip en begrijpen toont zich blijkbaar niet in zwijgen. Zo is het wellicht bij alle leerlingen. Zij die in de klas of aula vragen stellen, weten wellicht al meer dan wie niets weet te vragen. Alleen leerlingen die denken alles te weten of die nog niet hebben begrepen dat ze niets weten, stellen geen vragen. Kortom … ik denk dat we de Kerk … blijvend in vraag moeten stellen om zo steeds meer en beter te begrijpen dat we moeten blijven reiken naar de Heer en zijn Rijk.
Lieve Gommers
3 september: En toch ...
“Soms denk ik: ik wil er niets meer van weten. Ik spreek niet meer in zijn naam”. Deze zin uit de eerste lezing van deze zondag toont ons dat het oude testament nog niet verouderd is. Deze woorden van Jeremia zouden ook uit de mond kunnen komen van vele christenen uit deze tijd. Er is de voorbije 2500 jaar zoveel veranderd, maar blijkbaar veranderen vooral de omstandigheden, niet de mensen. Net zoals in het verleden wordt er ook nu vaak de spot gedreven met hedendaagse gelovigen. Het lot van gelovigen is geroddel, schande en smaad en dat laat niemand onberoerd. Jeremia toont ons echter ook wat ons geloof zegt en doet: het is een geloof in de Opstanding dat ons doet opstaan ondanks pijn, dood en verdriet. We kunnen niet anders dan steeds weer getuigen over de Heer. Jeremia spreekt over een Pinkstervuur in ons hart dat ons steeds weer de wijde wereld in stuurt. Kortom … we kunnen niet anders dan spreken over wat ons stil maakt en doet zwijgen. We kunnen niet anders dan getuigen, niet over wat we hebben gezien of gehoord, maar over het vuur in ons hart dat niemand kan doden of doven. Als wij opgeven, geeft de Heer het beste van zichzelf in ons en als wij niet meer kunnen, kan de Heer dat keren. Ik denk ook dat we vooral moeten leren om ons niet te laten besmetten door het kwaad, want ja, geroddel en smaad komen niet alleen van buiten. Ook gelovigen onder elkaar kunnen het soms niet laten. We kunnen dat echt niet goedpraten, maar laten we nu vooral werk maken van een geloofsgemeenschap, waarvan buitenstaanders met bewondering zeggen ‘kijk eens hoe (goed) ze met elkaar omgaan …’. Hopelijk mag onze nieuwe aartsbisschop, die vandaag gewijd wordt, onze Kerk leiden naar zulke samenhorigheid.
Lieve Gommers
2 september: Verjaardagen en talenten vieren ...
Vandaag viert onze hulpbisschop de vijfde verjaardag van zijn bisschopswijding en morgen wordt mgr. Luc Terlinden tot bisschop gewijd. En zoals zo vaak zegt God vandaag in de lezingen wat Hij in deze omstandigheden te zeggen heeft. In het evangelie wordt gezegd: je kan nog zoveel talenten hebben, maar als je er niet mee aan het werk gaat, dan staat de toekomst stil. Gelukkig hebben we reeds een hardwerkende hulpbisschop met veel talenten en vanzelfsprekend hopen we dat ook de nieuwe aartsbisschop het beste van zichzelf laat zien en vooral het beste in anderen naar boven weet te halen. Natuurlijk zijn de lezingen van vandaag niet alleen bedoeld voor (toekomstige) bisschoppen. Elke christen wordt uitgedaagd om hard te werken met het hart en om het geloof en de andere talenten die hij of zij heeft gekregen te laten renderen. Doe jij dat? Of verstop je soms je geloof en andere talenten? Of verlies je ze misschien in taken die gedaan moeten worden maar die niemand doet of wil doen. Persoonlijk besef ik vandaag alleszins dat ik mijn talenten te veel begraaf in stapels documenten en werkjes die mij niet liggen, maar waar ik me te snel bij heb neergelegd omdat er vaak enkel mensen opstaan voor wat ‘licht’ is. Vandaag wordt echter elke christen uitgedaagd om verantwoordelijkheid op te nemen. Ver-antwoord-elijkheid is wellicht niet meer dan tijdens jouw leven een goed antwoord geven op de talenten die je kreeg … .
Lieve Gommers
1 september: Damiaan ... nooit gedaan?
Terwijl leerkrachten en leerlingen terug aan het werk gaan, neem ik vrij. Ik ben namelijk verplicht om vandaag een bezoekje te brengen aan de oogarts. Blijkbaar zie ik niet goed. Of ik bekijk niet alles vanuit het juiste perspectief … . Gisterenavond heb ik nochtans mijn ogen uitgekeken. We woonden met een vijftiental collega’s het Damiaanspektakel in Scherpenheuvel bij. We waren vanzelfsprekend op tijd voor de voorstelling, maar toch waren we te laat. We hadden veel vroeger moeten gaan. Om vervolgens nog heel veel reclame te maken. Nu komt reclame als vijgen na Pasen, want zaterdag vindt de laatste voorstelling plaats. Twee van onze vicariale collega’s deden mee. Ze verschenen en verdwenen meermaals van het podium. Eigenlijk deden ze al die voorstellingen in hun vrije tijd, maar na een dagje bezinnen over ‘christen-zijn vandaag’ beseffen we weer des te beter dat onze taak om over ons geloof te getuigen en te evangeliseren niet alleen geldt van negen tot vijf, maar heel ons leven. Persoonlijk vond ik de voorstelling onnoemelijk evangeliserend. In deze augustus-zomer hebben minstens 25.000 personen gekeken naar een voorstelling die een warm geloof toont. Hoewel het instituut Kerk in de voorstelling soms nogal koud voor de dag kwam, mag gezegd worden dat het werk van Damiaan ongelooflijk sterk was. We waren dus onder de indruk: van Damiaan en wat hij zovele jaren geleden deed, van de hele musical én van onze collega’s die ons toonden wat ook wij wellicht moeten doen: vanuit ons geloof aanwezig zijn en meewerken aan al het goede dat gebeurt … !
Lieve Gommers
31 augustus: Welk Woord maakt jou stil?
Deze dag is anders dan de andere dagen. We vertoeven namelijk een dag in een grootse abdij (Averbode) en ’s avonds maken we tijd voor de grootste Belg (pater Damiaan – Damiaanspektakel in Scherpenheuvel). We bezinnen ons dus van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat over ‘christen zijn vandaag’. En natuurlijk ook over ‘christen zijn morgen en overmorgen’, want we kunnen en willen ons christen-zijn vanzelfsprekend niet beperken tot onze abdijdag.
Alle vicariale medewerkers worden vandaag uitgedaagd om in de evangeliën te duiken en één zin, passage of verhaal naar boven te halen. Diezelfde opdracht zou ik ook aan alle lezers willen geven: welke evangelische boodschap beïnvloedt jouw leven als christen?
Zelf kies ik om de evangelist Johannes ‘het laatste woord te geven’. Hij eindigt zijn evangelie op wonderlijke wijze. De laatste zin luidt: Er zijn nog vele andere dingen die Jezus heeft gedaan, maar als ze één voor één beschreven werden, dan zou naar mijn mening zelfs de hele wereld te klein zijn voor de boeken die men dan zou moeten schrijven. Die zin geeft prachtig weer wat ik wil zeggen, maar niet kan zeggen omdat het eigenlijk te groot is voor woorden! Kortom … we zullen vandaag tijdens onze abdijdag maar regelmatig ‘zwijgen’ om te luisteren naar wat niet te vatten is in woorden.
Lieve Gommers
30 augustus: Bezint eer ge begint ...
Het is voor niemand duidelijk wanneer het ene werkjaar eindigt en wanneer het volgende begint. Sommigen vinden dat het begint na hun vakantie, anderen waren op dat moment al een maand of langer terug aan het werk en nog anderen moeten nog aan hun vakantie beginnen. Ik kan dus enkel concluderen dat een schooljaar helderder gestructureerd is dan ons vicariaat. Bij ons ligt het werk nooit echt stil, waardoor het einde en het begin (van het jaar en wellicht ook van andere zaken) niet te onderscheiden zijn. Wellicht is er in de Kerk ook maar één begin en einde, één alpha en omega: Jezus! Kortom … ik denk dat we nu 1 september … of nog beter: de wijding van de nieuwe aartsbisschop op 3 september beschouwen als een nieuwe start. De vicariale raad vergaderde gisteren voor de 37ste keer (en die vergadering van een hele dag telde eigenlijk ook minstens voor 2 …), het dekenteam vergadert vandaag voor de 34ste keer en volgende week starten we dan opnieuw van 0. We beginnen terug met vicariale raad 1 en dekenteam 1. Eén ding is voor mij duidelijk: eigenlijk eindigt het werk nooit, en het begint als mensen beginnen en het werk opnemen. Wij besloten in ons vicariaat te starten door niets te doen, maar ons te laten doen (door God). Eerst willen we ‘ontvangen’ alvorens onszelf werk te geven. Morgen vindt namelijk onze abdijdag plaats. We zullen ons dus bezinnen voor we er opnieuw aan beginnen … .
Lieve Gommers
29 augustus: Alles komt boven tafel …
Vandaag gedenkt onze Kerk Johannes de Doper. Hij werd niet geloofd en uiteindelijk zelfs onthoofd. Herodes zat aan tafel en uiteindelijk brachten ze het hoofd van Johannes op een schoteltje naar hem toe. Ik vraag me af of daarna nog iemand van zijn tafelgenoten honger had. Wellicht zullen ze hun verdriet verdronken of er juist op geklonken hebben. Ik weet niet wat de moraal is van het verhaal uit de evangelielezing. Misschien … dat je nooit moet doen wat Herodes deed. Herodes zei aan de dochter van Herodias: ‘wat je mij ook vraagt, ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk’. Uiteindelijk vroeg ze dus het hoofd van Johannes de Doper, niet eens omdat zij dat wou, maar omdat ze blijkbaar niet wist wat ze wilde en het dan maar aan haar moeder vroeg. Die moeder wist ook niet wat haar dochter wilde, maar ze wist wél wat zij zélf wou en ze gebruikte haar dochter om het te krijgen. Kortom … ik denk persoonlijk dat je je hoofd verloren hebt als je alles mag vragen en je vraagt dan een hoofd van een ander. Ik vind echter de vraag nog dommer dan het antwoord. Wie vraagt nu wat een ander wil en zegt dat die persoon alles mag vragen. Dát mag je dus volgens mij nooit zeggen. En je mag zeker niet beloven dat die persoon alles krijgt wat hij of zij vraagt. Wat als zij het leven van Herodes had gevraagd? Of dat van haar moeder? Ik denk niet dat Herodes goed had nagedacht toen hij tijdens die feestelijke nacht zei dat ze alles mocht vragen. Hij zou het zich nog beklagen. Hij moest iets geven dat hij niet wou geven en dat hem zijn hele leven zou achtervolgen. Er is niemand meer die zich Herodes herinnert als een heer. Zelfs tot op vandaag staat hij voorwaar bekend … als een moordenaar … .
Lieve Gommers
28 augustus: Augustinus in augustus
Vandaag, op het einde van augustus, viert onze Kerk de heilige Augustinus. Pas in de zomer van zijn leven bekeerde hij zich tot het christendom en hij werd ‘vader’: kerkvader. Augustinus gaf zijn naam niet aan één van de 12 maanden, maar er zijn wel veel religieuzen die zijn naam dragen of die zich laten inspireren door hem en zijn regel. Net zoals de heilige Benedictus schreef Augustinus een kloosterregel. Hoewel Augustinus soms blijkbaar lange homilies hield, is zijn regel eerder kort. Kortom: samenleven kan blijkbaar maar blijven duren als je niet al te lang moet stilstaan bij de regels, maar die al snel vanzelfsprekend worden. Augustinus houdt zijn ‘regel’ simpel, hoewel het niet eenvoudig is wat hij vraagt. Hij geeft het startschot met 4, 3 2. Jaja, in het Bijbelboek Handelingen staat in 4,32 wat op de eerste plaats komt: eensgezind samenleven, één van hart en ziel. Vervolgens maakt Augustinus het nóg moeilijker. Je moet niet alleen je hart en ziel voor anderen openen en je leven delen, maar hij benadrukt dat ze ook geld en goed moeten delen. Er zijn veel mensen die delen, maar ze delen meestal van hun overvloed. ‘Alles’ delen is voor de meesten echt te veel gevraagd. Ik vraag me af of Augustinus de lat opzettelijk erg hoog heeft gelegd, zodat er altijd iets te reiken overblijft. En zodat we beseffen dat we het niet alleen kunnen: niet zonder de hulp van anderen, niet zonder de hulp van God.
Lieve Gommers
27 augustus: Een versleuteld bericht?
Wie geef jij de sleutels van jouw huis? Wie mag er altijd binnen, ook als jij er niet bent? En wie mag anderen binnenlaten, zelfs als je dat niet in de gaten hebt? Ik weet niet wat het geven van een sleutel wil zeggen. Wellicht geef je daarmee toegang tot jouw leven en is het een teken van vertrouwen en wellicht ook van liefde. Ik weet eigenlijk ook niet of sleutels vooral bedoeld zijn om deuren te sluiten of eerder om deuren te openen.
Zowel in de eerste lezing van vandaag als ook in de evangelielezing wordt gesproken over sleutels. Ze worden overhandigd aan sleutelfiguren, zoals Petrus. Petrus wordt op schilderijen en beeldhouwwerken vaak afgebeeld met sleutels. Ja, hij ontving meerdere sleutels. Eigenlijk heb ik me altijd afgevraagd of er op de hemelpoort dan misschien meerdere sloten zitten, of dat er in de hemel misschien nog afgesloten kamers zijn. Het zou ook kunnen dat er eigenlijk gewoon één sleutel is tot het mysterie. De andere zijn dan gewoon (identieke) reservesleutels. Het lijkt me eigenlijk logisch dat er maar één sleutel is die alle deuren opent. Wat ik me echter vooral afvraag, is … of Petrus die sleutel ooit gebruikt. Zou de deur bij God niet altijd openstaan, zodat iedereen die zich goed voelt bij Hem gewoon kan binnengaan? En … waarom afsluiten als je – zoals God – het geloof en het leven juist wil delen met velen? Kortom … ik heb wel eens gedacht dat wij de tekst verkeerd interpreteren en dat het niet gaat over huissleutels, maar eerder over werkmateriaal: werksleutels om te sleutelen aan ons geloof en leven.
Lieve Gommers
26 augustus: Dagelijkse kost?
Gisteren hoorden we ‘bemin een ander zoals jezelf’. Dat zou ‘dagelijkse kost’ moeten zijn, dus ook in het evangelie van vandaag komt iets soortgelijks ter sprake. Wie een ander bemint zoals zichzelf, zal van een ander niet vragen wat hij zelf moeilijk of niet kan verdragen. In het evangelie van vandaag ontmaskert Jezus mensen die anderen hoge eisen opleggen maar zelf de lat niet erg hoog leggen en in hun eigen leven geen positief antwoord geven op de geboden die ze wél van anderen vragen. Jezus stoort zich aan mensen die niet handelen naar hun woorden. Wie anderen en zichzelf echt bemint, zegt wat hij doet én doet wat hij zegt. Het evangelie van vandaag zegt volgens mij ook dat het niet alleen belangrijk is ‘wat’ je doet, maar ook ‘waarom’ je doet wat je doet. Doe je alles omdat het ‘moet’? Of doe je het juist om op te vallen? Jezus zegt dat je dan gezien bent. Jezus heeft vooral oog voor wie niet in het oog springt. Hij zegt dat ‘titels’ niet misbruikt mogen worden. ‘Titels’ zijn niet slecht, maar men kan er verkeerd mee omgaan. Sommige mensen gebruiken hun titel om op te vallen. Er is echter nog iets dat wellicht nog vaker zal voorvallen: mensen die ‘titels’ op anderen plakken om hen neer te halen. Ze ‘etiketteren’ omdat ze niet of moeilijk kunnen verteren wat die mensen ten deel is gevallen. Jezus wil die werkelijkheid omkeren. Hij wil niemand vernederen. In het evangelie kunnen we namelijk lezen dat wij verheven zijn tot zijn broeders, tot kinderen van de hemelse Vader. Vraag van vandaag is … of we daar ook naar handelen … .
Lieve Gommers
25 augustus: Vragen die uitdagen ...
Vandaag krijgt Jezus een cruciale vraag. ‘Wat is het belangrijkste gebod?’, wordt hem in de evangelielezing gevraagd. En Jezus antwoordt wél, maar eigenlijk vind ik dat hij toch ook niet helemaal antwoordt op de vraag. Hij noemt eigenlijk twee geboden, die er eigenlijk drie zijn en waaruit alle andere geboden afgeleid kunnen worden. Het antwoord is interessant, maar de vraag zelf zegt misschien nog wel veel meer. Wie stelt zo’n vraag? En waarom? Zou jij die vraag stellen? Waarom wel of waarom niet? En wanneer? Wat vind jij het belangrijkste gebod of de belangrijkste leefregel in jouw leven? Welke leefregel zou jij je dierbaren willen meegeven?
We lezen in de evangelielezing dat de vraag eigenlijk wordt gesteld om Jezus op de proef te stellen. Het is een test. Vraag is of Jezus geslaagd is. En vraag is ook of wíj erin slagen om de geboden waar te maken die Jezus noemt: de Heer beminnen en uw naaste zoals uzelf. Vraag is ook welke van de drie voor jou het moeilijkste is (God beminnen, uw naaste beminnen, jezelf beminnen)? ‘Liefde’ is natuurlijk sowieso een werkwoord, dus het gebod is eigenlijk een gebed dat je dag in dag uit opnieuw probeert waar te maken, maar waarvoor je sowieso de hulp van God nodig hebt. Maar nog meer dan een werkwoord is ‘liefde’ een gave, dus wie weet, misschien is het belangrijkste gebod wel: weet je bemind als kind van God.
Lieve Gommers
24 augustus: De twaalf
Het TV-programma ‘De twaalf’ leerde ons veel, onder andere dat in een assisenproces 12 burgers worden uitgekozen om ‘jury’ te zijn. Als je iets van alle kanten wil bekijken en elk perspectief in ogenschouw wil nemen, heb je blijkbaar 12 mensen nodig. Er zijn bovendien ook 12 maanden, 2x 12 uren in een dag, … , dus als je geheel de dag of heel het jaar wil bekijken heb je ze ook ‘alle 12’ nodig. Het getal ‘12’ staat blijkbaar voor ‘volheid’ en ‘perfectie’. Vandaag zet ook de liturgie het getal ‘12’ op de eerste plaats. In de eerste lezing weerklinkt namelijk een verwijzing naar de 12 stammen van Israël en naar de 12 apostelen. Zij zorgen blijkbaar voor een gezonde diversiteit die ‘allesomvattend’ is. De verbinding tussen de 12 stammen en de 12 apostelen vind ik best intrigerend. Zoals de 12 stammen van Israël de grondslag vormden van het oude ‘volk van God’ (en het oude testament), zo stonden de 12 apostelen aan de basis van onze christelijke Kerk. Het woord ‘apostel’ betekent ‘gezondene’, maar de 12 apostelen waren gezonden om te doen wat ook verwacht werd van de ‘stammen’: namelijk dat ze groeiden en bloeiden en vele vruchten droegen. En natuurlijk dagen ze mensen ook uit om te werken aan diepe wortels. Kortom … misschien klinkt in de lezing van vandaag wel de opdracht om zich te verdiepen in de bron en oorsprong van ons geloof. Wie of wat is onze bron? Wat inspireert en stimuleert ons om te groeien in geloof en leven?
Lieve Gommers
23 augustus: Liever lui dan moe?
Vandaag spreekt de evangelielezing over mensen die hard en veel werken en anderen die slechts weinig werk verrichten. Spontaan moest ik denken aan een keukenhanddoek die ik gebruikt heb, terwijl de tekst op de handdoek eigenlijk zegt dat je die handdoek (en al het werk) juist moet laten liggen. Mijn vader had een curver-bak gevuld met rabarber en ik had er een natte handdoek over gedaan zodat ze vers zouden aankomen bij de confituurmaker(s). Ik had vanzelfsprekend niet gekeken naar wat die ‘oude’ handdoek wilde zeggen. Die oude handdoek was echter liever lui dan moe. Er stond namelijk een tekst op geprint die duidelijk niet past bij mijn vader, noch bij mij en ook niet bij de confituurmakers. De handdoek wordt werkelijk in de ring gegooid. Er staat bijvoorbeeld ‘als je iemand ziet rusten, help hem dan (met rusten)’ en ‘doe nooit vandaag wat je morgen ook kan doen’ en ‘teveel rust heeft nog niemand doen sterven’, … . Persoonlijk word ik vooral moe van niets doen, maar daar denkt die handdoek duidelijk anders over. Kortom … ik denk dat ik die handdoek maar laat rusten en er vooral niets mee ga doen (noch met de handdoek, noch met de raad die erop vermeld staat) … .
Lieve Gommers
22 augustus: Een beeld dat spreekt?
Gisteren kwam mijn buurman op de koffie. Hoewel hij best graag op bezoek kwam en 3,5 uur bleef, had hij eigenlijk elders moeten zijn. Noodgedwongen had hij Lourdes ingeruild voor mijn appartement. Normaal gezien zou hij met zijn vrouw een weekje in Lourdes verblijven, maar een week voordien was zijn echtgenote overleden.
De vele deelnemers aan de diocesane Lourdesbedevaart zijn momenteel echter wél in Lourdes. Vandaag vieren wij, en ook zij, Maria Koningin. Op 22 augustus, 7 dagen na Maria Tenhemelopneming, staat Maria opnieuw centraal. En opnieuw raakt de aarde de hemel. We vieren namelijk Maria, koningin van hemel en aarde. Vaak wordt Maria afgebeeld met een kroon. Nee, op aarde was ze slechts eenvoudig en gewoon, hoewel ze buitengewone dingen deed. Ze gaf namelijk haar ja-woord aan God en Zijn zoon. In het hemelse Rijk van God worden echter kleinen groot en eenvoudigen ontvangen een meervoud van wat ze hadden. Maria wordt niet alleen vaak afgebeeld met een kroon, maar ook met een mantel die doet denken aan koninginnen uit de sprookjes. Hedendaagse koninginnen hebben zo’n mantel namelijk niet meer. Het is een mantel waaronder Maria alles en allen kan ‘verwarmen’. De sprookjes-mantel maakt ook duidelijk dat het ‘ongelooflijk’ is en velen geloven het ook niet. Ik vind het sprookjesachtige karakter eigenlijk juist een meerwaarde. Het daagt ons namelijk uit om te zoeken naar de diepere boodschap die altijd in sprookjes vervat zit. Wat wil het beeld van Maria koningin zeggen? Ja, beelden kunnen spreken. En ze zeggen niet aan iedereen hetzelfde. Wat zegt het beeld jou? Wat het jou ook zegt, meestal is Maria juist aan het luisteren. Ze hoort onze zorgen, gebeden en noden. Dus het gaat niet alleen over wat het Mariabeeld jou zegt, maar ook over wat jij zegt en toevertrouwt aan die wonderlijke vrouw … .
Lieve Gommers
21 augustus: Op leven en dood ...
Vandaag ben ik thuis, hoewel ik me eigenlijk ook wel thuis voel op mijn werk. Ik werk dus niet (misschien beantwoord ik enkele mails of telefoons, maar dat ervaar ik niet als ‘werken’). Ik ben vrij en heb gevraagd of mijn buurman bezet is. Hij had geen plannen en komt dus op bezoek. Mijn buurman heeft vorige week zijn vrouw verloren. Ik heb hem de voorbije week een drietal keren gesproken en daaruit bleek dat hij vanzelfsprekend af en toe wel een bakje troost zal kunnen gebruiken. Hij komt dus een kopje koffie drinken. Terwijl mijn buurman worstelt met de dood van zijn echtgenote, klinkt in het evangelie van vandaag de vraag naar het eeuwig leven. Iemand vraagt Jezus hoe hij het eeuwig leven kan bereiken. Weet je wat Jezus antwoordt? Hij vraagt iets dat voor die persoon geheel onmogelijk is. Dán zal hij het eeuwig leven bereiken. Wellicht wil Jezus zeggen dat we moeten reiken naar het Rijk Gods, maar dat wíj, op ons eigen houtje, nooit het eeuwig leven kunnen bereiken. We hebben daarvoor méér nodig dan we zelf in onze mars hebben. We hebben de Heer nodig. Zonder Hem is er geen eeuwig leven. Kortom … we zullen maar een kaarsje branden en vragen aan de Heer om mijn overleden buurvrouw (en anderen) eeuwig leven te geven … .
Lieve Gommers
20 augustus: Leerschool van het leven ...
Vandaag, op 20 augustus, is het liturgisch de 20ste zondag door het jaar. We krijgen dus 20 op 20. En dat tijdens een schoolvakantie! De evangelielezing van vandaag maakt duidelijk dat mensen het pas goed voor elkaar hebben en alle punten krijgen wanneer ze bereid zijn om te leren. De Kananeese vrouw uit het evangelie heeft namelijk een punt als ze aangeeft dat honden vaak de kruimels krijgen (en in onze tijd meestal wel méér dan alleen maar wat ‘kruimels’, want voor velen is hun huis-dier eerder een huis-genoot geworden). Kortom … Jezus, de meester, leert iets van die Kananeese vrouw, die (eigenlijk) niet eens één van zijn leerlingen was. Ik begrijp uit het evangelie van vandaag dat een leerling van Jezus dus slechts veel punten krijgt als hij zijn meester volgt en wat blijkt: de meester weet het niet altijd beter. Een goede meester is blijkbaar een meester die ook zelf bereid is om te leren en die zijn leerlingen leert om ook permanent open te staan voor nieuwe inzichten. Jezus leert ons dus dat het niet wijs is om nooit van mening te veranderen of te denken dat alles reeds bepaald, geweten en besloten werd. Vandaag klinken in de pedagogische wereld vaak de begrippen ‘levenslang leren’ en ‘permanente vorming’, maar de Bijbel toont dat dit niet ‘nieuw’ is. Ook Jezus zei en toonde reeds dat wij, christenen, altijd en overal leerlingen zullen blijven. Van Hem. Levenslang mogen we groeien in geloof en leren van Hem en van elkaar.
Lieve Gommers
19 augustus: Op reis ...
Vandaag ging ik naar Gent. Niet om Gent te bezoeken, maar soms moet je de gulden middenweg bewandelen (ik ging nochtans met de trein). Een vriendin van mij woont in Knokke en het midden tussen onze woonplaatsen ligt ongeveer in Gent. We spraken vandaag dus af in Gent. Men zegt wel eens: ‘de trein is altijd een beetje reizen’. Ik weet niet wat ze daarmee bedoelen. Misschien dat ‘reizen’ (net zoals de trein) best veel geld kost? Of dat ‘reizen’ eigenlijk niet zozeer ‘verplaatsen’, maar veeleer ‘wachten’ is? Of dat reizen veel vragen doet rijzen, bijvoorbeeld bij het gedrag van mensen die vreemde wensen hebben? Of bedoelen ze dat de meeste reizigers ook enkel halt houden in vaste stationnetjes (toeristische trekpleisters)? Of willen ze misschien zeggen … dat wie op reis is ook niet altijd zo stipt en ‘op tijd en stond’ is? Kortom ik kan er nog veel rond vertellen, maar de trein komt altijd verrassend uit de hoek. Vandaag zat ik op een trein richting de kust. Een eerdere trein had 20 minuten vertraging, maar dat is eigenlijk niet meer ‘verrassend’. Ik heb een half uur beneden aan de digitale borden gestaan om te kijken of de stoptrein naar Zeebrugge uiteindelijk niet sneller zou zijn dan de sneltrein. De sneltrein vertraagt vooral sneller, dus de vertraging bleef oplopen, zodat ik uiteindelijk heel snel liep om toch de tragere stoptrein te nemen. Weinigen volgden mijn voorbeeld, want het perron voor de sneltrein was vooral heel snel volgelopen. Kortom: een sneltrein is niet alleen traag, maar ook vol. Op de stoptrein naar Zeebrugge was er weinig volk, maar de grote verrassing was dat mijn werk mij achtervolgde. Ik kwam namelijk iemand tegen van mijn werk en we hebben iets meer dan 45 minuten gebabbeld. Kortom … soms biedt de trein naast ‘vertragingen’ en ‘tijdverlies’ ook juist de tijd om iemand te ontmoeten en beter te leren kennen. En wellicht bieden ook reizen de kans tot verrassende ontmoetingen, dus jaja … de trein is tóch altijd een beetje reizen.
Lieve Gommers
18 augustus: Waar bedank jij voor?
De eerste lezing van vandaag maakt duidelijk dat we veel van ons bezit en van ons leven gewoon hebben gekregen. We hebben er niet veel of zelfs niets voor moeten doen. Het is ons gewoon gegeven. Vandaag en eigenlijk alle dagen wordt tijdens de eucharistie dankbaar gekeken naar de geschiedenis. De Bijbelse lezingen laten horen dat we verder moeten kijken dan de historische feiten. Het gaat over wat God aan ons deed en doet. Het goede komt ons doorheen ons mensenleven en tijdens de gehele mensengeschiedenis tegemoet. Zelfs als onheil ons treft, brengt de Heer heil en voorspoed.
Wellicht is het van alle tijden dat mensen vanzelfsprekend vinden wat eigenlijk van-God-sprekend is. Het wordt zo snel ‘normaal’ en ‘gewoon’ om een thuis te hebben, eten in overvloed, kleding, geld en goed. Soms zegt men zelfs dat we het verdienen of verdiend hebben, maar de Bijbel stelt ons vandaag (en vele dagen) de vraag of dat wel zo is. Hebben wij onze Westerse rijkdom verdiend? Of verdient eigenlijk iedereen dat? Ik heb eens een keertje naar het TV-programma ‘Steenrijk-straatarm’ gekeken. Straatarm is niet meer wat het is geweest. De gezinnen die hier straatarm zijn, zouden door vele Afrikanen en Zuid-Amerikanen ‘rijk’ genoemd worden. Er is (gelukkig!) meestal wel in hun basisbehoeften voorzien. Ze kunnen echter niet op vakantie of uit eten gaan, shoppen is moeilijk en ze zijn niet vrij bij het kiezen van hun hobby. Vrije tijd is namelijk blijkbaar enkel gegund aan wie een hobby kan betalen. Kortom: wie bij ons straatarm is, heeft meestal geen 'honger', maar heeft duidelijk wél minder dan de gemiddelde Belg. En wie is er rijk? Alles hangt wellicht af van de vraag met wie je vergelijkt. De Bijbelse lezingen kijken echter anders. Zij stellen zowel arm als rijk de vraag of we, in armoede en rijkdom, in goede en kwade dagen, kijken naar God en Hem om zijn nabijheid vragen. En ze stellen bovenal de vraag of we God danken voor wat we kunnen, hebben, doen en kregen, kortom … voor het hele leven.
Lieve Gommers
17 augustus: Dagelijkse zonde?
Ook op deze donderdag gaat het in de liturgie over ‘gedonder’. Wat als er ruzie of kwaad ontstaat? Hoeveel keer moet je iemand vergeven? Zeven keer of veel meer. Blijkbaar 7x 70 maal. Als het 490x vergeven moet worden, dan gaat het volgens mij toch echt over een dagelijkse (en niet al te grote) zonde. De evangelielezing van vandaag doet me dan ook de vraag stellen wat onvergeeflijk is. Wat vind jij onvergeeflijk? En wat vindt de Heer onvergeeflijk? Of moet je zelfs het onvergeeflijke vergeven, maar niet vergeten? Ik weet het eigenlijk niet meer, maar alles vergeven lijkt mij toch ook niet alles. Vergeef het mij, maar ik vind vergeven moeilijk. Ik vind het trouwens ook een moeilijk woord: ver-geven. Wat betekent dat eigenlijk? Is het iets geven met VERstrekkende gevolgen? Of is het veruit de meest VERregaande vorm van ‘geven’? Volgens de etymologische uitleg, gegeven door onze geleerde (maar soms niet zo gerespecteerde) meneer Google, duidt het woord ‘ver’ in vele woorden een verandering aan. Vergeven verandert het geven. En vanzelfsprekend ook het leven van wie vergeeft en van wie wordt vergeven. Als jou of een ander iets ‘slecht’ werd gegeven, kan het ‘vergeven’ het kwade blijkbaar ook enigszins ten goede keren. Kortom: vergeven verandert veel: misschien niet het verleden, maar wel het heden en de toekomst.
Lieve Gommers
16 augustus: Dit blijft best onder vier ogen ...
De evangelielezing van vandaag is echt een eyeopener. In plaats van ‘oog om oog, tand om tand’ wordt ervoor gekozen om iemand die iets fout deed ‘aan de tand te voelen’. Dat gebeurt heel anders dan we gewoon zijn. Als iemand iets ongewoon of fout heeft gedaan, dan komt meestal iedereen dat te weten. Het wordt meestal tegen iedereen, maar niét tegen de persoon zelf gezegd. Of die krijgt het als laatste te horen. Noem het ‘roddelen’ of ‘achterklap’. Het is niet alleen kwaadspreken, maar het is evenveel of méér kwaad-doen dan de persoon heeft gedaan die onderwerp is van het gesprek.
De evangelielezing van vandaag heeft dat in het oog. Er wordt gezegd dat er eerst onder vier ogen moet worden gesproken. Kortom … we moeten niet het kwaad voor ogen houden, maar wel wat goed is voor allen. Het is goed om iemand die kwaad deed onder vier ogen terecht te wijzen. Pas als blijkt dat hij of zij niet luistert, mag je er één of twee personen bijhalen, zo zegt de Heer. Ik denk dus dat we meer moeten luisteren naar het evangelie en het nooit … uit het oog mogen verliezen … .
Lieve Gommers
15 augustus: Hoog-feest
Vandaag viert onze Kerk een hoogfeest. Zowel de ‘ten hemelopneming van Maria’ als het woord ‘hoogfeest’ zijn voor mij altijd een mysterie geweest. Waarom noemt een belangrijk feest in het Nederlands ‘hoogfeest’? Omdat het uitstekend is en uitsteekt boven andere feesten? Of omdat het verwijst naar wat ons hoofd te boven gaat? Maria gaat naar den hoge, dus de naam ‘hoogfeest’ is vanzelfsprekend heel gepast. En alle hoogfeesten verwijzen natuurlijk naar wat hemels is, hoog verheven en goed. Vandaag vieren we dus een hoogfeest, hoewel Maria juist niet hoog en ver van ons vandaan is. Zij voelt juist heel ‘gewoon’ en ‘menselijk’ aan. Ze doet wat moet worden gedaan. Ze staat voor eenvoudige goedheid, voor moederlijkheid, begrip, vertrouwen en overgave. De vele Mariale bedevaartsplaatsen tonen dat ze zelfs na haar tenhemelopneming nog steeds dicht bij mensen staat. Ze spreekt nog steeds vele mensen aan en ze wil hen niet alleen bijstaan op hoogdagen. Ze wil er voor hen zijn ‘in goede en kwade dagen’. Altijd kunnen mensen bij haar terecht. En telkens weer zal ze verwijzen naar wie veel ‘groter’ (en ‘hoger’) is dan zij: haar zoon. Zij staat achter haar zoon, dus wie naar haar gaat, ziet ook de Heer. Bijna nooit wordt ze zonder Hem afgebeeld. Jezus deelt zijn moeder met ons en Maria deelt de Heer met alle broeders en zusters in het geloof. Hopelijk mag deze hoogdag ons geloof dus brengen tot ongeziene hoogtes.
Lieve Gommers
14 augustus: Hoe kan je de brug maken?
Velen maken vandaag de brug. Ik vind het echter niet gemakkelijk om de brug te maken tussen de zondag en dinsdag 15 augustus, Onze-Lieve-Vrouw-ten-hemelopneming. In de evangelielezing van zondag liep Jezus (en Petrus) over het water en op 15 augustus gaat het over Maria. Zij heeft natuurlijk ook heel wat watertjes moeten doorzwemmen. Ik vind het dus niet zo eenvoudig om de brug te maken en beide teksten met elkaar te verbinden. Misschien wordt de brug gevormd zoals die meestal gemaakt wordt. Bruggen en banden tussen mensen ontstaan wanneer er ‘vertrouwen’ is. Is dat misschien ook de brug tussen zondag en dinsdag? Op zondag vroeg Jezus om te vertrouwen in God en op dinsdag horen we dat Maria vol vertrouwen haar leven in Gods handen legt. Vertrouwen brengt mensen bij elkaar en overbrugt vele verschillen en moeilijkheden.
Kortom … ik vind het dus moeilijk om de brug te maken. Ik ben dus maar gaan werken. Ik wist dat er nog iemand zou zijn, want ‘alleen’ zou het écht geen werk zijn. Als ik thuis was gebleven had ik trouwens alleen maar Spaans gedaan. Ik ben nochtans ‘klaar’. Ik heb heel de Duolingo-cursus ‘Frans-Spaans’ gedaan. Het kostte me één maand, dus het is eigenlijk wel vlot gegaan. Ik hoopte daarna voldaan te zijn, maar dat is dus niet zo. Ik ken nog steeds geen Spaans. Hoewel ik 8 werkwoordstijden ken, ben ik niet gestopt met ‘werken’. Ik heb dus gisteren eerst een andere digitale taalcursus bekeken (Memrise), maar heb dan toch besloten om mijn ‘moedertaal’ te wijzigen. Ik deed namelijk Spaans vanuit het Frans. Ik heb echter de brug gemaakt naar het Engels. Ik volg nu dus via Duolingo Spaans vanuit het Engels. Mijn Engels is nóg slechter dan mijn Frans, maar de cursus ‘Engels – Spaans’ is beduidend beter. Ik leer nu meer dan één Spaans woord dat ik in de volledige cursus ‘Frans – Spaans’ nooit heb gehoord. Kortom … ik leer van deze brugdag vooral dat ik nog veel te leren heb.
Lieve Gommers
13 augustus: Waar is God? Wie is God?
Vandaag komen de natuurelementen ter sprake. In de eerste lezing wordt gesproken over vuur en lucht. De lucht is in beweging en zo ontstaan een storm en een briesje. Tijdens de evangelielezing gaat het dan weer over water, over aarde en vaste grond onder onze voeten. De oerelementen zijn ons bekend en volgens eeuwenoude filosofen vormden zij de grond en basis van het bestaan. Gelovigen denken daar natuurlijk anders over. Zij vragen zich af hoe de vier elementen zijn ontstaan. Wie heeft die vier elementen kunnen maken? Zij geloven dat God de elementen heeft geschapen om zo leven te geven aan andere zaken. Kortom: voor gelovigen heeft God veel meer kracht dan een winderige storm, een woelige aardbeving of een (bos)brand. In de evangelielezing van vandaag blijkt dat Jezus zelfs macht had over het water. Kortom … God is groter en krachtiger dan de mens ooit heeft gedacht of verwacht. Water, vuur, lucht en aarde zijn voor een mens nog enigszins te vatten, maar God is onvatbaar groot. De vier elementen zijn voor een mens van grote waarde, maar als God zoveel groter en krachtiger is: wat kan Hij dan niet voor mensen betekenen? Water, vuur, lucht en aarde heeft een mens broodnodig. En wellicht geldt dat ook des te meer … voor de Heer… . Ook God hebben we nodig. Wellicht vooral als we denken dat dát niet zo is. Hij is namelijk levend water, lucht om van te leven, vaste grond onder onze voeten en vurige Geestdrift … .
Lieve Gommers
12 augustus: Geplet, gemalen en verwaterd
Vandaag is niets onmogelijk. Of dat zegt de evangelielezing toch. Wie gelooft, kan blijkbaar meer dan ooit voor mogelijk werd geacht. Er is geen groot geloof voor nodig. Het evangelie van vandaag zegt dat een geloof als een mosterdzaadje al heel veel kan verrichten. Kortom … we moeten niet wachten tot we een groot geloof hebben. Zelfs met ons kleine geloof mogen we geloven in de toekomst en in wat we kunnen betekenen voor onze Kerk.
Een mosterdzaadje is misschien klein, maar blijkbaar heeft het een grootse werking. In dat kleine zaadje zitten blijkbaar heel veel voedingsstoffen. Mosterdzaadjes zijn dus heel gezond en wie het eet, ontvangt veel meer kracht dan je verwacht.
Blijkbaar komt de smaak van een mosterdzaadje pas los als alles in het water valt. De smaak ontstaat als je het mosterdzaadje oplost in wat water. Om wat smaak te geven aan het leven, kan je een mosterdzaadje ook pletten. Geplet of gemalen kan je er dus veel meer smaak uit halen. Ik weet niet of we de vergelijking kunnen doortrekken. Smaakt het geloof beter of sterker wanneer je vele watertjes hebt doorzwommen of als je al vele malen gekneusd bent door het leven? Ik weet het niet, maar ik besef wel dat ook iets dat geplet, gemalen of verwaterd is voor de Heer nog veel waard is en dus nog veel toekomst in zich draagt … .
Lieve Gommers
11 augustus: Wat is er op TV?
Vandaag vraagt onze Kerk aandacht voor de heilige Clara. Deze rijke vrouw was de koning te rijk toen ze de Heer mocht volgen in eenvoud en armoede. Aangezien ze arm leefde, had ze vanzelfsprekend geen televisie. Hoewel de afwezigheid van een TV wellicht vooral te wijten was aan het feit dat de televisie in die tijd nog niet uitgevonden was. Toch werd juist de heilige Clara de patrones van de TV. In 1958, bij de opkomst van de TV, toonde de paus respect voor alle beelden en hij verwees naar een icoon: dé grote Clara. Zij had namelijk reeds in de dertiende eeuw visioenen en ze besefte dat beelden soms sterker zijn dan woorden.
Persoonlijk vind ik het wel vreemd dat de heilige Clara juist in de zomer gevierd wordt, op een moment dat de TV veel minder aanreikt dan in de donkere wintermaanden. In de zomer biedt de TV niet veel nieuws. Het journaal is natuurlijk een vaste waarde, maar de andere zomerse programma’s zijn meestal niet veel waard. Kortom: het is komkommertijd (wellicht omdat de komkommers in deze periode groeien als kool). Kortom: laten we in deze zomermaanden ook en vooral kijken naar wat er buiten groeit en bloeit. En laten we ook oog hebben voor wie en wat in onze Kerk tot leven komt … .
Lieve Gommers
10 augustus: De échte schatten …
Hoewel niet elke dag een feest is, worden in onze Kerk wel elke dag één of meerdere heiligen gevierd. Onze katholieke Kerk kent ondertussen ontelbaar veel heiligen. Die hoeveelheid maakt wellicht vooral duidelijk dat wij allen geroepen zijn om te reiken naar wat heilig is en goed.
Tussen twee sterke vrouwen (namelijk Edith Stein op 9 augustus en de heilige Clara op 11 augustus) vieren we een diaken: de heilige Laurentius. Hij was blijkbaar een boekenwurm en hij staat dus in de boeken als ‘patroon van de bibliothecarissen en de boekhouders’. In onze gang van het vicariaat werken nu ook enkele boekhouders voor de Stichting. We hebben vandaag dus zeker een reden om hen te vieren en hen proficiat te wensen.
Er is trouwens een prachtig verhaal over Laurentius. Ik hoop van harte dat het echt gebeurd is. Laurentius verzamelde niet alleen boeken, maar ook giften. Dit geld was bestemd voor de armen. De keizer kon dat geld ook wel gebruiken, dus hij nam Laurentius gevangen. Laurentius kreeg de opdracht om al de schatten van de Kerk op te halen en naar de keizer te brengen. Laurentius haalde het geld dus op, maar deelde het uit aan de armen. Vervolgens kwam hij met lege handen bij de keizer. Toen deze vroeg naar zijn schatten, wees Laurentius naar de vele mensen die hem (en de Heer) volgden.
Kortom: hoewel onze Kerk vanzelfsprekend ook geld nodig heeft, zijn de mensen toch onze grootste rijkdom … !
Lieve Gommers
9 augustus: Broeders en zusters …
Onze Kerk viert vandaag Theresa Benedicta van het Kruis, ook wel gekend als Edith Stein. Edith Stein leeft in onze Kerk vooral verder als de zuster die tijdens Wereldoorlog II stierf in het concentratiekamp van Birkenau. Ze was niet alleen zuster (religieuze), maar wordt ook beschouwd als de zuster van alle Europeanen. Ze is één van de patronessen van Europa omdat ze staat voor vrede en verbondenheid tussen diverse landen en religies. Zoals haar naam reeds doet vermoeden, was Edith Stein Joods, maar tegelijkertijd ook zuster in een katholiek Karmelietessenklooster. Of nog: zij bekeerde zich tot het katholieke geloof. Ze werd rond haar dertigste levensjaar gedoopt. Zo toont ze ook vandaag dat het doopsel niet of zeker niet alleen voor kleine kindjes is. Ook volwassenen kunnen ervoor kiezen om gedoopt te worden. Zij mogen dan op weg gaan naar hun doopsel tijdens een traject dat de naam ‘catechumenaat’ draagt. Deze weg vraagt dat men opstaat en stappen zet om het geloof steeds beter te leren kennen. Ergens op die weg ontvangt men het doopsel dat steeds een gave maar ook een opgave is: een geschenk dat niet in of op de kast thuishoort, maar ons juist opdraagt om steeds verder te groeien en te bloeien in het geloof. Ook in ons vicariaat wordt regelmatig gevraagd naar het catechumenaat. Ook vandaag zijn er jonge en minder jonge mensen die beseffen dat ze ‘kind zijn van God’ en die willen behoren tot de familie van christenen. Hopelijk mogen wij hen verwelkomen als onze broeders en zusters en hopelijk mogen zij zich in onze Kerk steeds weer en steeds meer ‘thuis’ voelen.
Lieve Gommers
8 augustus: Ik neem het ervan …
Eigenlijk heb ik mijn vakantie aan mij laten voorbijgaan. Ik heb dan maar wat Spaans gedaan. Er zijn bij Duolingo ‘Frans-Spaans’ 4 delen en in totaal 50 onderdelen die elk bestaan uit ongeveer 50 lesjes. Ik heb nog 8 onderdelen niet gezien. Ik heb dus ongeveer 2000 lesjes gedaan. En hopelijk staan ze ook gegrift in mijn geheugen. Ik hoop half augustus ‘klaar’ te zijn, hoewel je met een taal natuurlijk nooit ‘klaar’ bent. Ik heb 50.000 XP-punten verdiend in 24 dagen. Ik maak er zelf geen punt van, want ik begrijp eigenlijk niet waarvoor die punten goed zijn, maar blijkbaar is 50.000 punten niet gewoon goed, maar ‘uitstekend’. Je krijgt al het hoogste niveau, een 10, als je er 30.000 haalt, wat ik raar vind want zelfs met 50.000 is mijn niveau ‘Spaans’ nog echt niet goed. Kortom … ik heb iets geleerd van deze vakantie. Namelijk dat je snel kan leren. En dat ik niet goed ben. In vakantie-nemen. En ik heb ook geleerd dat je niet pas vakantie mag nemen wanneer je werk klaar is, want dat is het natuurlijk nooit. Ik zal nog wel enkele vrije dagen nemen hoewel ik me ook vrij wil voelen om te werken als ik dat wil. Ik vind vakantie ‘moeten nemen’ namelijk een contradictie. By the way, ik ben in de paasvakantie nog 10 dagen weg (en ‘op weg’) geweest. Ik heb dan een deel van de camino naar Santiago gedaan en … er zijn nog vele delen te gaan. Kortom … het is niet zo dat ik nooit vakantie neem. Ik vind het werkwoord ‘nemen’ eigenlijk vreemd. Neem je vakantie of krijg je die? Neem je verlof of heb je verlof om dat te doen? Neem je vrij of kan je jezelf vrij voelen? Kortom … ik weet niet wanneer ik nog vrije dagen ‘neem’, maar … ik ga het er echt van nemen.
Lieve Gommers
7 augustus: Hij zegt hen niet veel …
De evangelielezing van vandaag kan tellen. Er zijn 5 broden, 2 vissen, 12 manden en 5000 mannen. Vrouwen en kinderen zijn er ook, maar ze worden blijkbaar niet meegeteld. Misschien omdat ze met ontelbaar veel waren. Of misschien omdat zowel vrouwen als kinderen altijd in de weer zijn en niet stil kunnen staan. Als ze dan gaan tellen, dan weten ze niet waar ze moeten beginnen. Meestal zijn er, zeker in kerkelijke middens, meer vrouwen dan mannen, dus ik veronderstel dat er zeker meer dan 5000 vrouwen waren. Ze komen dus in groten getale omdat ze weten dat ze op Jezus kunnen rekenen.
Ik heb het verhaal van de wonderlijke broodvermenigvuldiging altijd een ‘wonder’ gevonden. Het verbaasde me als kind vooral dat ze niet aan eten hadden gedacht, maar wel aan manden om de overschot in te doen. Ik heb me ook altijd afgevraagd wat ze uiteindelijk met die overschot hebben gedaan. Zouden ze er mee op weg zijn gegaan om al dat brood en die vis te geven aan mensen die niet direct in zee wilden gaan met Jezus en niet aanwezig waren bij het meer?
Maar … het grootste wonder is natuurlijk dat er zoveel mensen geïnteresseerd zijn in Jezus en dat ze niet rusten voor ze Hem gezien hebben. Jezus wou zich rustig terugtrekken, maar Hij blijkt juist zoveel mensen aan te trekken dat er van rust geen sprake is. Jezus zegt hen echter niet zoveel. Er wordt in de evangelietekst namelijk niet gesproken over Zijn woorden. Hij spreekt hen niet direct aan, maar hij ‘doet hen wel veel’. In de tekst staat te lezen dat er velen door Jezus werden genezen. Wellicht hadden ze daarna ook een gezonde eetlust en toch waren er 12 manden over. Er was veel meer dan het broodnodige. Jezus wil namelijk steeds meer geven dan ‘brood om van te leven’. Hij wil ons voeden met geloof, hoop en liefde. En ja, die vermenigvuldigen als je ze deelt … .
Lieve Gommers
6 augustus: Hoogtevrees?
Vandaag viert onze Kerk de ‘gedaanteverandering’ van de Heer. De Heer toont zich telkens weer van een andere kant. Hij neemt enkele leerlingen mee naar een hoge berg en op de top vindt een hoogtepunt plaats. Daar, op die berg, straalt Jezus nog meer uit dan ooit tevoren. Op die hoogte komt aan het licht dat er uitzicht is op redding en nieuwe perspectieven. De leerlingen werden bevangen door vrees. Wellicht hoogtevrees. Ze waren bang omdat ze plots zagen wat ze nooit hadden gezien en zicht kregen op nieuwe inzichten. Misschien waren ze ook bang om te vallen, want ze beseften wellicht dat de Heer voor hen veel te hoog gegrepen was. De Heer zei echter dat ze enkel hun vrees moesten laten vallen. ‘Wees niet bang’ zei hij en vervolgens begonnen ze af te dalen. Wie ooit bergen heeft beklommen, vertelt meestal verhalen over de moeilijkheid van het dalen. Meestal protesteren de knieën of men krijgt krampen omdat men probeert rampen te vermijden en niet weg te glijden. In het evangelie van vandaag wordt nergens verhaald dat de leerlingen problemen hadden bij het afdalen. Mogelijk liepen de leerlingen nog op wolkjes of ze hadden door het hele gebeuren ‘vleugels gekregen’. Wellicht konden ze het echter niet laten om te praten over wat er daarboven was gebeurd. Jezus vond het namelijk nodig om tijdens het dalen te herhalen dat ze nog enkele weken niet mochten spreken over wat er was gebeurd. Ze moesten wachten tot de dag dat de Heer was opgestaan. Ik weet niet of ze dat hebben gedaan. Ik weet dus niet of ze het pas dán hebben verteld. Misschien deden ze het reeds vroeger, maar wat telt is … dat ze het vele malen bleven herhalen. En zo … klinkt zelfs vandaag nog steeds datzelfde verhaal… .
Lieve Gommers
5 augustus: Last but not least ...
Vandaag trekken alle deelnemers aan de Wereldjongerendagen naar het veld. Om er te werken. Wellicht om te oogsten wat er de voorbije dagen werd gezaaid. Ze komen samen op een groot veld om samen te waken. Na de avondwake met de paus nemen ze geen pauze, maar blijven ze waken om zich de volgende dag ten volle te laten raken door de sloteucharistie. Een hele nacht wordt dus uitgekeken naar het licht dat doorbreekt wanneer de Heer komt. Hij komt in het levende Brood van de eucharistie, voorgegaan door de paus. Het massale gebeuren is uniek en laat veelal een diepe indruk na. Hoewel niet iedereen meer ‘wakker’ zal zijn na een nachtje niet of weinig slapen, zijn de meesten wel heel ‘opgewekt’. Daarna worden ze op weg gezonden. Om naar huis te gaan en God ook thuis te laten komen in hun gewone leven.
We wensen alle jongeren in Lissabon een prachtige nacht en een morgen zonder zorgen. En hopelijk brengen ze daarna vanuit het zonnige zuiden wat ‘zon’ mee naar België … .
Lieve Gommers
4 augustus: Vrijdag: een vrije dag?
Op deze vrijdag wordt in de eerste lezing gesproken over vrije dagen: feestdagen. Eerlijk gezegd: als je die eerste lezing leest, dan vind ik een feest toch geen feest. Er wordt beschreven wat je op die feestdag allemaal moet doen. Misschien zelfs meer dan op andere dagen … . Op feestdagen moet je volgens de eerste lezing vooral ‘offers’ brengen. En ergens staat zelfs dat je jezelf moet kastijden … . Eerlijk gezegd denk ik dat velen feestelijk zullen bedanken voor zulke feesten.
Bedoeling van die feesten is wellicht dat mensen vrij krijgen om ‘werk’ te maken van hun relatie met God. Natuurlijk moeten we elke dag werken aan onze band met God, maar als we dat vergeten laten de feestdagen ons dat weten. In België moeten we zeker niet klagen. We hebben meer dan genoeg feestdagen. Vraag is hoe we ze echt maken tot een feest. Wat is voor jou écht een feest? En wat zou God op die dagen van ons vragen? Misschien dat we danken? Om wat niet vanzelf-sprekend, maar van God-sprekend is?
De eerste lezing van vandaag maakt ook duidelijk dat het niet alle dagen feest is. Het leven is dat nooit geweest: voor niemand. Er is een verschil van dag en nacht. Tussen de ene en de andere dag. Er zijn dagen die onze aandacht vragen, dagen die vliegen, dagen die kruipen en wellicht ook dagen die we enkel proberen te verdragen. Maar wat deze dag ook brengt of bracht, morgen lacht een nieuwe dag ons toe.
Lieve Gommers
3 augustus: Als een visje in het water …
Wat sleept een mens zoal mee in zijn leven? Elk mens kent goede, maar ook slechte dagen. Het evangelie van vandaag spreekt over een sleepnet dat goede en slechte vissen in zich draagt. Vervolgens wordt gevraagd wat er uiteindelijk zal gebeuren. De rotte vissen lust iedereen rauw, dus worden ze verbrand. De andere worden verzameld in manden om vele handen te vullen. Jezus gebruikt het beeld om te verwijzen naar het einde der tijden, dat eigenlijk het begin is van een nieuwe, eeuwigdurende tijd in het Rijk van God. Het eindoordeel versiert vele middeleeuwse kerken en kathedralen. Wie buitenstaat, ziet dan wat ervan komt als men geen stappen zet naar binnen. Nu vinden bezoekers van kerken en kathedralen de beeldhouwwerken ‘mooi’, maar eigenlijk willen ze juist ‘lelijk’ en ‘weerzinwekkend’ zijn. Kortom: vele toeristen willen die taferelen bekijken en bezoeken, terwijl het juist de bedoeling is dat ze besluiten om naar het Rijk Gods te zoeken. Je mag er bij blijven stilstaan om dan te besluiten dat je een andere richting uit wil gaan.
Eerlijk gezegd heb ik het wat moeilijk met dat sleepnet. Ik weet er niet veel over. Ik ben namelijk geen visser, maar … zijn er eigenlijk wel ‘goede’ vissen? En zijn er wel ‘slechte’ vissen? Zijn niet de meeste vissen ‘goed én slecht’? Van elke vis moet je toch wel iets wegsnijden en er is wellicht toch bijna geen enkele vis waarvan niets waardevol en eetbaar is. Kortom … ik denk dat vissen (én mensen) niet zwart-wit zijn, maar alle kleuren hebben van de regenboog. Ze zijn niet goed of kwaad, maar het goede en kwade zit niet alleen in het sleepnet, maar ook in éénzelfde mens. Ik vraag me dus af wie of wat dan wordt weggeworpen. Of zou het misschien zo kunnen zijn dat in het Rijk Gods iedereen de kans krijgt om zich 'goed' te voelen: als een visje in het water?
Lieve Gommers
1 augustus: Begin van een nieuwe tijd?
Vandaag start niet alleen de maand augustus, maar 1 augustus is ook het begin van de Wereldjongerendagen in Lissabon. De meeste jongeren die deelnemen, hebben er zo lang naar verlangd dat ze besloten om het te verlengen en voorafgaand nog een voorprogramma te volgen. Vandaag start het dus echt, hoewel ik hoop dat ze ook echt genoten hebben van wat eraan vooraf ging en hechte banden hebben gesmeed. Met God en met mensen.
Vandaag begint dus een nieuwe maand, maar ook een nieuw tijdperk. Voor onze Kerk. Wie kijkt naar de beelden of de blog van de Wereldjongerendagen kan niet anders dan concluderen dat de Kerk toekomst heeft. De Wereldjongerendagen tonen vooral dat niet alleen de wereld, maar vooral ook de Kerk nog jong is en nog veel groeikansen heeft. Ook al gaat het over ‘dagen’ (wereldjongeren-dagen), toch hoop en vermoed ik dat de tijd er zal vliegen, de uren te kort zullen duren en hopelijk zal het niet dagen, maar meerdere jaren vele vruchten dragen. Ik kijk al uit naar de verhalen … !
Lieve Gommers
31 juli: Alle begin is moeilijk (én klein) …
Een schattenjacht duurt lang en is meestal niet op één dag afgerond. Ook de lezingen van vandaag spreken dus over de schat van het Rijk Gods. Als ik de lezingen van vandaag hoor, dan vraag ik me af of het Rijk Gods zo moeilijk te vinden is omdat het zo klein is als een mosterdzaadje of … juist omdat het zo onzichtbaar is als gist in het deeg? Of … vinden we het Rijk Gods misschien niet … omdat we het gewoon niet zoeken? Of omdat we het zoeken terwijl het ons reeds gevonden heeft en het reeds naast ons staat? Het Rijk Gods blijkt iets buitengewoon gewoon, zoals wat ‘gist’. Het is bovendien ook voor iedereen weggelegd. Gist en het brood dat door de gist ‘groot’ wordt, is er voor iedereen. Het is alledaagse gist voor ons dagelijks brood. Het Rijk der hemelen is er dus reeds, hier in ons alledaags leven. Het is hier en nu nog maar een zaadje of wat gist dat zijn ‘werk’ nog moet doen, namelijk uitgroeien tot iets moois. Dat is wellicht de taak van alle dingen. En van alle mensen: je persoonlijke ‘rijkdom’ (materieel en vooral immaterieel) goed benutten en zorgen dat er iets moois groeit en bloeit. Ik denk dus dat het Rijk der Hemelen ‘werk’ is. Of minstens een ‘opdracht’, een ‘zending’ of een ‘roeping’. Het is een opdracht om uit te groeien tot een droom van een mens en goddelijke dingen te doen. Het hoeft niet groot te zijn. Klein is ook fijn. Laten we dus maar klein beginnen … .
Lieve Gommers
30 juli: Niet te koop ...
‘Schatten’ spreken tot de verbeelding. Jeugdbewegingen doen schattenjachten en zelfs volwassenen dromen soms van een schat of gaan er actief naar op zoek. Velen voelen zich ook de koning te rijk als ze met hun schat of schatten op vakantie kunnen gaan.
Terwijl velen vakantie vieren, wordt in de evangelielezing van vandaag echter gesproken over wat écht hemels is. Jezus probeert het Rijk der hemelen te beschrijven, maar omdat het te groot is voor woorden en te mooi om te vatten, kan Hij het louter vergelijken. Hij vergelijkt het met een schat en met parels waarvoor je alles zou verkopen. Een schat of parels dus die meer waard zijn dan mensen voor mogelijk achten. Ik weet niet of alle luisteraars meteen ‘verkocht’ zijn. Voor wie of wat zou jij alles geven? En kan je wel kopen wat niet te koop is? Het Rijk der hemelen blijkt alleszins onbetaalbaar, maar niet onhaalbaar. Blijkbaar kan ook iemand die weinig geld en goed heeft het Rijk bereiken. Kortom: het doet er niet toe hoeveel je hebt, maar de vraag is wel hoeveel je ervoor over zou hebben. Hoeveel is het waard voor jou? Wat wil je ervoor doen? En wat wil je ervoor laten? Vraag is wellicht niet zozeer wat je voor het Rijk der hemelen zou willen geven, maar wel of je jezelf wil geven. Of nog: wil je ervoor leven?
Lieve Gommers
29 juli: Mama Mia ...
Vandaag horen we in de evangelielezing het verhaal van Maria en Marta. Marta voedt de Heer en geeft hem veel, terwijl Maria wordt gevoed door zijn Woord en leeft van zijn liefde. Telkens als ik dit verhaal hoor, vraag ik me af of Maria en Marta eigenlijk wel twee verschillende personen zijn. Of zijn het misschien gewoon twee kanten van een zelfde medaille? Volgens mij kan enkel iemand die doet wat Maria en Marta samen doen een medaille krijgen omdat zij die persoon goed heeft ontvangen. Iemand ‘ontvangen’ is tegelijkertijd ook ‘geven’. En wie zijn of haar gast iets ‘geeft’, heeft terug lege handen om veel te kunnen ontvangen. Kortom, ik denk dat Maria niets is zonder Marta en Marta niets zonder Maria. Ze horen ‘zusterlijk’ samen. Eigenlijk viert de Kerk vandaag niet alleen Marta en Maria, maar ook Lazarus die in het evangelie van vandaag niet ‘thuis’ is. Er wordt namelijk niets over hem gezegd. Blijkbaar heeft hij een groot geloof en vertrouwen in de Heer. Hij laat hem namelijk alleen met zijn zussen.
Vroeger werd blijkbaar alleen de heilige Marta gevierd op 29 juli, maar paus Franciscus liet enkele jaren geleden weten dat wie Marta ziet, niet naast Maria en Lazarus kan kijken. We vieren op 29 juli dus eigenlijk ‘alle zusters en broeders’. Terwijl we op 26 juli kijken naar ‘grootouders’ en op 28 juli naar de ouders, komen de zussen en broers vandaag ook tevoorschijn. Kortom: ik kan alleen concluderen dat de zomertijd een periode is om dus (meer) tijd te maken voor familie … .
Lieve Gommers
28 juli: Eén vader?
Vandaag weerklinken in de eerste lezing de tien geboden. Ik kan ze niet in 1, 2, 3 samenvatten, dus ik blijf maar even stilstaan bij twee geboden die passen bij deze week. Eergisteren kwamen namelijk de grootouders aan bod, nu zijn de ouders aan de beurt. Het eerste gebod gaat namelijk over God (en de andere eigenlijk ook). We moeten beginnen met God te beminnen. Hij houdt namelijk van ons als een goede Vader. Hij beschouwt ons als zijn kinderen. Wij, christenen, hebben maar één God, maar we hebben wél meer dan één vader. Naast God, de Vader, vragen de 10 geboden ook onze aandacht voor onze (biologische) vader en moeder. Er wordt van ons gevraagd om ook te houden van onze ouders. In de Nederlandse vertaling staat er eigenlijk ‘eren’. Ik interpreteer dat als ‘respecteren’, maar zelf vind ik dat we toch ietsje ‘meer’ mogen doen. Ik denk trouwens dat we moeten leren om élk mens, ouder of geen ouder, te eerbiedigen en te respecteren. Kortom: ik vind dat de 10 geboden veel meer van ons kunnen vragen. Is het echt voldoende om je ouders te eren of wordt er van ons gevraagd om hen alle dagen op handen te dragen? ‘k Zal dat toch eens aan de Vader vragen … .
Lieve Gommers
27 juli: Twee maanden
Vandaag bestaat mijn dagelijkse blog twee maanden. Pinksteren zette me namelijk aan om te bloggen. Op 28 mei verscheen dus de eerste tekst. Het is gemakkelijker dan gedacht en verwacht. Het kost me weinig moeite en amper tijd. Vorige week heb ik zelfs tegen iemand gezegd dat ‘bloggen’ het gemakkelijkste is van al wat ik doe. Al mijn andere taken maken het mij moeilijk. Kortom: ik doe veel zaken die ik moeilijk vind, maar moeten gebeuren. Bloggen ‘moet’ ik niet en dat kan ik dus ‘goed’. Of ik vind het alleszins geen opgave om het dagelijks te doen. Dingen die je dagelijks doet, zijn trouwens geen opgave, maar routine. Of beter: misschien is het een ritueel waar ikzelf veel aan heb. Ik weet niet wanneer ik stop. Als elke dag een paar mensen mijn blog lezen, levert het al meer op dan vele andere werkzaamheden die ik doe. Kortom: ik vind het nog niet goed geweest en doe dus nog een tijdje voort … .
Lieve Gommers
26 juli: Het is altijd een feest …
Vandaag viert onze Kerk mensen die niet in de Bijbel staan: Joachim en Anna. Het zou gaan over de ouders van Maria, de moeder van Jezus. Joachim en Anna zouden dus de grootouders van Jezus zijn. Grootouders spelen tegenwoordig een grote rol in het leven van hun kleinkinderen (en omgekeerd). Grootouders geven vaak kennis, tradities en geloof door aan hun kleinkinderen en zo schrijven ze geschiedenis. De kerktraditie kan hen dus niet vergeten en heeft reeds eeuwen geleden verhalen geschreven over de grootouders van Jezus. Blijkbaar was het een kunst om de moeder te zijn van Maria, want vele kunstwerken verbeelden de heilige Anna. Er wordt weinig verteld over de relatie tussen Joachim en Anna en Jezus. Wellicht betekent dit dat hun relatie goed was. Of dat ze vroeg gestorven zijn en zijn dood niet moesten meemaken.
26 juli vieren we ook de Werelddag voor grootouders en ouderen. Onze paus voelde zich gezonden om dit feest op een zondag (rond 26/7) te plaatsen. Op zondag is er namelijk meer tijd om grootouder te zijn en op zondag mag zowel jong als oud rusten. Spijtig genoeg waren vele kleinkinderen op 23 juli op vakantie of op kamp, zodat het feest uiteindelijk wellicht toch niet op die zondag kon plaatsvinden. Het is wellicht ook niet belangrijk wanneer het feest gebeurt. Als het maar gebeurt. Of … misschien beter: hopelijk mag de ontmoeting van grootouders en kleinkinderen altijd een feest zijn … .
Lieve Gommers
25 juli: De ware Jakob …
De voorprogramma’s van de Wereldjongerendagen zijn gestart. Thema is ‘Maria reisde met spoed’, maar haast en spoed is zelden goed en dát is een goede reden om niet onmiddellijk af te reizen naar Lissabon, maar eerst werk te maken van ‘vertraging’. Enkele van onze collega’s gaan dus te voet. Neen, niet helemaal naar Lissabon, maar ze zetten eerst samen met een groep jongeren kleine stapjes om vervolgens het grootse gebeuren in Lissabon mee te maken. Hoewel de wandeltochten vanzelfsprekend uitgestippeld zijn, hoop ik toch dat al die jongeren ‘hun weg vinden’ en ‘verder durven gaan op het pad van het geloof’. Ik vind het knap dat zij nieuwe wegen banen en niet weglopen van het geloof. Ze wandelen stukjes die overeenkomen met de wandelweg naar Santiago de Compostela en juist vandaag viert onze Kerk de heilige Jakobus. Hij wordt afgebeeld met een wandelstok en een schelp en soms ook te paard met een zwaard. Hij zou namelijk veel Moren gedood hebben, maar dat willen we vandaag niet meer graag horen. In het evangelie van vandaag beluisteren we wat de moeder van Jakobus droomde voor haar zonen. Ze wou eigenlijk niets anders dan de meeste moeders. Ze droomde dat haar zonen aan de top zouden komen en dat het hen goed zou gaan. Het succes van Jakobus brak echter pas na zijn dood aan. Hij werd vermoord en pas eeuwen later stond hij op om Moren te doden. De camino (weg) naar Santiago ontstond en zo komt het dat Jakobus wellicht uiteindelijk toch één van de bekendste apostelen werd. Duizenden pelgrims treden in zijn voetsporen. Nee, ze hoeven gelukkig geen Moren te doden. Ze gaan de weg die Jakobus wellicht nooit is gegaan en ze wandelen naar de plek waar volgens de legende zijn doodskist zou staan. Vele pelgrims vinden niet de dood, maar juist ‘leven’ en wie de camino één keer heeft gedaan, wil meestal nog een keer gaan. En zo … komt er nooit een einde … aan het verhaal van Jakobus.
Lieve Gommers
24 juli: Na regen komt zonneschijn?
Terwijl velen aan zee zijn en het tegelijkertijd veel regent, komt Jona boven water. Het evangelie van vandaag verwijst naar het teken van Jona. Ik weet niet wat het verhaal van Jona precies betekent. God redt zowel Jona als Nineve. Hij schenkt hen nieuw leven. Misschien is de boodschap dus: ‘na regen komt zonneschijn’. Hoewel het evangelie van vandaag doet vermoeden dat het toch niet zo simpel kan zijn. Blijkbaar is het verhaal van Jona in de vis ook een voorafbeelding van Jezus’ dood en verrijzenis. De vis zat er drie dagen mee in zijn maag en dan besloot hij over te geven. Zulke overgave zagen we ook bij Jezus. Hij gaf zich over aan de dood en drie dagen lag hij onder de aarde. Daarna is Hij verrezen. Beide verhalen zijn ongelooflijk en dus de kern van ons geloof. Het evangelie van vandaag vertelt dat de schriftgeleerden en farizeeën Jezus om een teken vroegen. Jezus vond dat tekenend. Waarom vragen wat men reeds heeft? Jona had hen namelijk reeds een teken gegeven. Vragen wat men reeds weet, maar niet wil weten of vragen wat men reeds heeft, doet geen goed. Soms zegt men dat er geen domme vragen zijn, maar Jezus benadrukt toch dat hun vraag ‘slecht’ is. Hij geeft dus geen echt antwoord, maar herhaalt wat zij eigenlijk al weten: dat de vis Jona niet heeft opgegeten, maar hem nieuw leven heeft gegeven. Het evangelie van vandaag maakt mij dus duidelijk dat de verrijzenis mét of zonder teken toch echt heel moeilijk te begrijpen is.
Lieve Gommers
23 juli: Rarara wat is het?
In de tuin van mijn vader komen soms ook planten die hij niet kent. Ze komen onverwacht op bezoek en ze besluiten gewoon te blijven. Er staan nu dus planten waarvoor mijn vader niets doet en niets heeft gedaan. Ze zijn spontaan gegroeid. Mijn vader kende die planten niet, dus ik ben op zoek gegaan naar hun naam. Dat is tegenwoordig heel gemakkelijk. Je maakt er een foto van, plaatst de foto in een app en al rap geeft je smartphone een uitgebreide handleiding. Nee, het werkt niet als je hetzelfde doet met foto’s van mensen, hoewel dat soms ook gemakkelijk zou zijn … . De app vertelde me dat mijn vader fluweelblad in zijn tuin heeft. Ik veronderstel dat die app gelijk heeft want elk blad is zacht als fluweel. Zelfs zonder die app had ik die plant wellicht dezelfde naam gegeven … . Fluweelblad is dus onkruid en … het groeit boven alles uit. Mijn vader laat die fluwelige bladeren met gele bloemen echter gewoon staan.
Het evangelie van vandaag is al even mild en zacht voor onkruid. Onkruid doet blijkbaar vaak meer kwaad als je het niet op zijn plaats zet. Je moet het soms dus gewoon laten staan. Wie het uittrekt, sleurt namelijk soms ook het goede mee. Het goede zaad mag zich niet uit het veld laten slaan door wat onkruid en wat kwaad. Ik denk dus dat het goede zich niet mag laten leiden door het kwaad, zich dus niet moet concentreren op het onkruid, maar gewoon moet zorgen dat het groeit en ‘er staat’. En bij de oogst tonen zaad en onkruid dan wel het ware gelaat. Dan kan je nog steeds verwijderen wat er ten onrechte staat.
Ik weet niet of dát de reden is waarom het fluweelblad in mijn vaders tuin blijft staan. Het is alleszins duidelijk: het goede zaad trekt zich er niets van aan. De pompoenen groeien als kool en de kolen gaan niet dolen. Kortom: het goede weet wat het moet doen: niet naar het onkruid kijken dat boven hen uit groeit, maar gewoon zorgen dat het goede bloeit. Ja, daar kunnen ook wíj wellicht nog veel van leren …
Lieve Gommers
22 juli: Als Hij / zij er niet meer is ...
Vandaag vieren we het leven. Van Maria Magdalena. Ze had echter meerdere levens, maar de Kerk viert vandaag vooral dat ze zich bekeerde tot de Heer. Mensen doen soms alsof we enkel in computerspelletjes meerdere levens hebben, maar in feite hebben de meeste mensen meerdere levens: een leven vóór en na een ziekte of een leven vóór of na een overlijden van een dierbare, … . Maria Magdalena had minstens drie levens: eerst wilde jaren, dan een milde tijd met de Heer en na de verrijzenis van Jezus heeft Hij ook haar nieuw leven gegeven. Tussen haar tweede en derde leven was er ook een leven dat geen leven was. Na Jezus ’dood kon ze niet verder. Ze zat vast in zijn graf. Ze zag geen leven door de tranen heen. Ze liep verloren op het kerkhof en ze werd gevonden door een tuinman. Hij zei dat het kerkhof haar geen rust zou schenken. De tuinman deed in de tuin van de dood uiteindelijk nieuw leven bloeien. Hij sprak Maria aan bij haar naam en maakte haar zo opnieuw tot wie ze was: een bekende van de Heer, die weer met Hem wou leven.
Maria Magdalena spreekt tot de verbeelding van velen. Velen vonden het (g)een kunst om haar in beeld te brengen. Door al die kunstwerken en ‘portretten’ wordt ze nu – wellicht nog meer dan tijdens haar leven – bekeken en nagekeken. Hoe zou jij haar voorstellen? Ik vraag me trouwens ook af hoe zij zichzelf heeft voorgesteld. Toen ze Jezus de eerste keer ontmoette of toen Jezus iets in haar zag op het kerkhof, haar bij name noemde en zei dat Hij daar niet lag. In de kunst wordt ze vaak afgebeeld met een balsemkruikje en lange haren of juist met een kaal hoofd, een doodshoofd, in haar schoot. Zelf hou ik het meest van de wijzen uit het Oosten. De Oosterse kunst en vele iconen schetsen Maria Magdalena als iemand waarmee velen nog een eitje te pellen hebben. Ze wordt getekend met (en door) een ei. Op vele iconen wil ze ons een ei tonen. Nee, geen chocolade-ei, hoewel Pasen haar altijd bij zal blijven. Het ei staat voor het nieuwe leven van de Heer. Ze was er dan ook als de kippen bij. Daar op het kerkhof. En ze mocht een graantje meepikken. Van het nieuwe leven. De Heer heeft ook haar daar weer nieuw leven gegeven. Op de kunstwerken houdt Maria Magdalena het ei zorgvuldig vast, hoewel ‘nieuw leven’ er wellicht alleen komt als je kan loslaten. Ze weet wat het is om gebroken te zijn, dus ze wil het ei behoeden en bewaren. Ze weet echter goed wat de Heer doet. Hij zegt ‘hou me niet vast, maar ga’. Ze moet naar haar broeders gaan om te vertellen wat ze heeft gezien (of dat de Heer haar zag staan). Als ik haar zou tekenen zou ik dus een landschap schetsen. Een stukje natuur, een beetje doods met een vleugje leven. Een leeg landschap dus dat toont dat ze heeft gedaan wat de Heer vroeg: ze is eruit weggegaan.
Lieve Gommers
21 juli: De weg naar binnen
Juist op onze nationale feestdag, waarop we vrij zijn om te vieren dat we één land en één volk zijn, weerklinkt in de eucharistie een lezing over de eigenheid van Gods volk. Het ene volk (de Israëlieten) krijgen een aparte plek. Er wordt benadrukt dat ze anders zijn dan de anderen. Ze maken het verschil. Of er wordt alleszins een verschil gemaakt. Tussen de Israëlieten en de Egyptenaren. Het ene volk vindt het andere volk maar ‘een plaag’ en vlagen van haat en onheil belagen vooral de Egyptenaren. In tegenstelling tot de eerste lezing wordt in de evangelielezing niet gesproken over een apart en bijzonder volk, maar wél over een speciale dag: de sabbat. Vroeger was het woord ‘sabbat’ iets dat ik enkel in de eucharistie hoorde. Of in de Joodse buurt in Antwerpen. Nu is ‘sabbat’ niet zo speciaal meer. Het is ‘gewoon’ en ‘normaal’ geworden dat mensen minstens één keer in hun leven eens een sabbatperiode nemen. Een ‘sabbatical’ is niet zomaar één dagje dat je even tijd neemt om te doen wat je meestal niet doet of om niet te doen wat je gewoonlijk wél doet. Het is een periode om te bezinnen en opnieuw te beginnen. Wellicht net zoals de Israëlieten uit de eerste lezing en net zoals de Joodse leerlingen van Jezus deden toen ze zich bekeerden en ‘mensen van de weg’ werden. Kortom, wellicht worden ook wij geroepen om een weg af te leggen: een weg naar binnen, om vervolgens naar buiten te komen: met ons geloof en Gods barmhartigheid.
Lieve Gommers
20 juli: Rust roest niet …
In de evangelielezing van vandaag horen we opnieuw dat de Heer ons rust en verlichting wil schenken. Diezelfde tekst klonk ook reeds op zondag 9 juli. In deze vakantieperiode kan die blijde boodschap wellicht echter niet genoeg herhaald worden. ‘Rust’ blijkt echter niet per se te betekenen dat we ‘niets moeten doen’. Of … dat leid ik toch af uit de eerste lezing. De eerste lezing van vandaag laat ons namelijk niet rustig zitten. Samen met Mozes moeten we opstaan om op weg te gaan. Mozes (en ook wij?) krijgen een zending. We kunnen niet berusten in onrecht. De rechtvaardigen kunnen geen rust vinden als onrust anderen achtervolgt. We moeten mensen de weg wijzen, weg van wat kwaad is en kwaad doet. Pas dan zal er echt ‘rust en verlichting’ zijn. Ik kan dus niet anders dan concluderen dat het evangelie ons morgen en in het weekend geen ‘vrije’ tijd gunt, maar wél de tijd biedt om te doen wat ons écht rust en leven geeft.
Lieve Gommers
19 juli: Wat we kunnen leren van kinderen …
Kinderen zijn soms wijzer en verstandiger dan grote mensen. De evangelielezing van vandaag zegt dat kinderen soms weten wat volwassenen vaak vergeten. Wellicht gaat het dan vooral over de verwonderde blik en de ontvankelijkheid van kinderen. Volwassenen lopen vaak vele zaken (en zichzelf) voorbij of ze hebben hun handen zo vol dat ze geen tijd hebben om nog iets te ontvangen.
Kleine en grote kinderen zijn vaak ook leergieriger dan volwassenen. Zij willen nog leerling zijn, terwijl volwassenen denken dat ze het al of beter weten. Mijn neef, die hangt tussen zijn kindertijd en de volwassenheid, vindt dat hij nog veel te leren heeft. Hij leert nu dus Zweeds vanuit het Engels. Via Duolingo. Ik ben zijn voorbeeld maar gevolgd. Neen, Zweeds leer ik niet. Ik hou het bij ‘Spaans-Frans’. Ik leer dus Spaans, terwijl ik doe alsof ik Franstalig ben. Wat absoluut niet zo is, want om eerlijk te zijn, maak ik bij de oefeningen evenveel fouten in het Frans als in het Spaans … wat wellicht veelzeggend is. Ik kan me voorstellen dat taaldeskundigen en taalleerkrachten vragen hebben bij Duolingo. Je leert namelijk geen grammatica, maar je leert een taal (of twee) zoals een kind dat doet: spelenderwijs. Gewoon door te herhalen en fouten te maken. Duolingo maakt er bovendien een spelletje van. Je kan zoals bij elk computerspel levens verliezen en edelstenen verdienen. En er is zelfs een rapport en een scorebord. Bovendien protesteert je gsm als je een dagje geen les volgt en als je meer doet dan moet, word je goed beloond. Je krijgt dan een schatkist boordevol nieuw leven. Je krijgt dus nieuwe levens om nog meer te kunnen leren. Ik kan me voorstellen dat sommigen dit belachelijk vinden, maar ik heb van mijn neef (en van Duolingo) alleszins geleerd dat leren leuk is en smaakt naar meer.
Lieve Gommers
18 juli: Weeën?
De wondere verhalen uit het Oude Testament kwamen 25 jaar geleden in een Disney-film terecht. ‘The prince of Egypt’ vertelt wonder boven wonder niet het verhaal van de onderkoning Jozef, maar wel van Mozes. Mozes werd van de dood gered, maar enkele jaren later doodde hij zelf een man. Niet de dood, maar wél de gevolgen ervan, maakten Mozes erg bang. Hij ging dus op de vlucht. Hij probeerde de dood te ontvluchten en hij bouwde een leven op in Midjan. Hij bleef er 40 jaar om daarna ook nog 40 jaar door de woestijn te dwalen om uiteindelijk het Beloofde Land net niet te halen. Het getal 40 staat in de Bijbel voor een groeitijd, een zwangerschap naar nieuw leven. In het Nieuwe Testament worden ons vandaag echter enkel weeën gegeven. Jezus zegt ‘wee u’. Wie wonderen ziet, maar er gewoon aan voorbije gaat, komt niet bij de Heer. Wee hen die geen oog hebben voor wonderen en zich niet verwonderen over wat de Heer doet. Een kind kan zich verwonderen over kleine dingen (of grootse planten: zie blog 16/7), maar kunnen wij nog stilstaan bij de wonderen van het leven? En geven ze ons geloof in wat te groot is voor woorden? De vraag van vandaag is echter niet alleen of wonderen ons het inzicht schenken dat er ‘meer’ is. Maar wel … of ze voor ons werkelijk verwijzen naar de Heer?
Lieve Gommers
17 juli: Hooggeprezen …
De prijzen zijn hoog. De supermarkten presenteren ons de rekening. Ze rekenen de hoge grondstofprijzen en de prijsstijgingen van energie, vervoer en lonen door zodat voedsel bijna een luxeproduct wordt. Het loont wel om uit te kijken. Kortingen, die de rekening over het algemeen ‘langer’ maken (kijk maar eens naar je kassaticket), zijn mooi meegenomen, hoewel je dan niet méér mag meenemen dan nodig. Anders kost het op het einde van de rit toch meer.
Kortom: de prijzen zijn hoog. Zelfs het evangelie van vandaag, dat natuurlijk bijna 2000 jaar geleden geschreven werd, verkondigt dat de prijs hoog is. Niet van ons voedsel, maar wel van het Woord dat ons ook wil voeden en leven wil geven. We zijn geroepen en gezonden om het Woord te verkondigen (in woord en daad), maar de prijs is hoog. We zullen lang niet altijd geprezen worden voor wat we zeggen en doen. Soms wordt er zelfs een prijs gezet op het hoofd van wie niet kan zwijgen over Gods Woord. Velen stellen het dus niet op prijs als we doen wat de Heer van ons vraagt. Toch mogen we geloven dat onze inspanningen ooit zullen lonen. Wellicht is het zoals met die bonen. Van gisteren (zie blog 16/7) of beter: de bonen die nog zullen komen. Eén klein boontje wordt hopelijk een grote plant met vele bonen. Onverwacht en onverhoopt loont het dus om toch te werken. Aan de Kerk en aan de groei en bloei van het Woord.
Lieve Gommers
16 juli: Ongelooflijk ...
Gisteren zocht mijn neefje van 5 zijn pompoenplantjes. Hij had maanden geleden 3 zaadjes in een potje geplant en toen er – wonder boven wonder – uit elk klein zaadje een plantje van enkele centimeters kwam, had hij die 3 miniplantjes aan zijn grootvader gegeven. Na 2 weken vakantie in Frankrijk kwam hij dus zijn pompoenplantjes bezoeken. Hij vond ze echter niet tussen de veelheid aan bladeren. “Waar staan ze dan?”, vroeg hij tot 3x toe omdat hij die 3 plantjes echt niet zag. Ik begrijp dat je soms door het bos de bomen niet ziet en pompoenen doen blijkbaar hetzelfde. De miniplantjes nemen nu ongeveer 10 vierkante meter in en het was onmogelijk om nog vast te stellen waar de ene plant begon en waar de andere eindigde. Hij vroeg eveneens tot 3x toe hoe zo’n klein plantje zo snel kan groeien en hoe er uit 1 zaadje zoveel grote gele bloemen kunnen bloeien. De parabel van de zaaier, die in de evangelielezing van vandaag weerklinkt, geeft een antwoord, hoewel het daar natuurlijk veeleer gaat over het zaaien van het Woord. De Heer beweert dat de opbrengst soms niet zomaar een veelvoud is, maar zelfs honderdvoudig. Veel meer dan een mens ooit voor mogelijk had gehouden … . Er gebeuren dus wondere dingen. In de tuin van heden. Waarom zou het dan ook niet zo zijn met de verspreiding van het Woord? Soms wordt het Woord wellicht zo mooi en groot en zo anders dan het zaad dat niemand nog stilstaat bij de herkomst. Pas als de vruchten komen, tonen ze hun ware aard.
Mijn neefje mocht gisteren ook bonen zaaien. Hij heeft ze nog alle vijf op een rijtje en plantte de zaadjes netjes in een rechte gleuf. Anders dan in het evangelie van vandaag waar maar wat met de zaadjes wordt gestrooid. Zelfs wie blijkbaar niet veel moeite doet, doet het soms toch goed. Zelfs als je de zaadjes zomaar gooit, kan er meer gebeuren dan je misschien hoopt of gelooft.
Kortom … in het evangelie van vandaag gebeurt meer dan je zou denken. Zelf weet ik echter niet wat wíj moeten doen: zaaien (al dan niet keurig en goed voorbereid) of juist tijd nemen om te groeien en te bloeien? Wellicht roept het Woord ons op om allebei te doen of om minstens te doen wat men kan. Vervolgens moeten we onszelf en anderen wat tijd geven en dan … komt er wel iets van … .
Lieve Gommers
15 juli: Van groot naar klein ...
Gisteren gingen we naar de dierentuin. Vandaag blijven we thuis. De evangelielezing van vandaag daagt ons uit om thuis te komen in de tuin en onszelf te bekijken en te vergelijken met ‘huismussen’. Deze Bijbelse boodschap doet wellicht vragen rijzen bij mensen die huismussen geen must vinden en gerust op reis gaan. De evangelielezing van vandaag vraagt ons om in de tuin van het leven naar de hemel te kijken. Soms kan je daar namelijk een zwerm mussen zien. Wie zichzelf geen stuiver waard vindt, hoort vandaag dat twee mussen al een stuiver kosten en dat een mens van onschatbare waarde is. In de ogen van God. Ik weet niet of iemand nog mussen koopt. Ik vraag me ook af hoe dat gaat. Laten die mussen zich echt vangen voor een stuiver? En als je een mus koopt, kan je die dan echt tot huismus maken en in huis houden of zie je ze dan al snel vliegen? Mussen zijn dus wellicht niet te koop. Mensen wel. De meeste mensen doen namelijk soms dingen die ze waardeloos vinden om toch maar wat geld te krijgen of te verdienen. Mensen zijn ook gewoon om zichzelf te verkopen. Je moet wel: of toch op facebook, op sollicitatiegesprekken en op werkplekken. Maar of mensen zichzelf nu wel of niet goed kunnen verkopen, God blijkt sowieso veel te geven om mensen. De Bijbel wist dus 2000 jaar geleden al dat mensen veel waard zijn en dat in een organisatie, zoals de Kerk, eigenlijk alles draait om menselijk kapitaal en personele middelen. Ja, de Kerk is echt rijker dan je denkt … ! Hopelijk mogen we dat telkens weer en steeds meer beseffen … !
Lieve Gommers
14 juli: Wat is dier-baar voor mensen?
Wie graag naar de dierentuin gaat, hoeft vandaag niet naar Antwerpen of Planckendael. In de eucharistie van vandaag komt een hele dierentuin voorbij. Tijdens de viering van deze vrijdag wordt gezegd dat we niet vrij zijn (net zoals de dieren in de dierentuin). We zijn niet vrij om te doen wat we willen. Tijdens het evangelie klinkt opnieuw een deel van de zendingsrede. Velen vinden die rede wellicht niet redelijk. De leerlingen krijgen te horen dat wie hongert naar God Woord verslonden zal worden door wolven. Naast wolven toont de evangelielezing van vandaag ons ook schapen, slangen en duiven. De leerlingen (en ook wij?) moeten zijn als duiven. Ik denk dan aan ‘postduiven’ die de Blijde boodschap brengen en aan duiven die anderen een pluimpje schenken. Ik heb duiven ook leren kennen als dieren die niet bang zijn van drukke plaatsen en die zich mengen in de menigte. Vanzelfsprekend staat de duif ook voor vrede en voor de heilige Geest die lucht en leven geeft. Vandaag vertelt de evangelielezing echter ook dat we naïef moeten zijn: argeloos en onbezorgd als duiven. Vooral daar maak ik me zorgen over. Kan je vandaag nog naïef en argeloos zijn? Of is er dan geen morgen meer? Dieren, en ook mensen, zijn veelal niet te vertrouwen, maar voor wie vertrouwt op de Heer, betekent ‘vervolging’ niet het einde. Bijgevolg ontvangt wie vervolgd werd iets dat niet ontnomen kan worden: het eeuwig leven. Ik vraag me af of dieren de waarde van die boodschap begrijpen. Wij, mensen, wellicht niet. Of toch lang niet allen. En niet altijd … .
Lieve Gommers
13 juli: Neem niets mee voor onderweg (behalve 'tijd' misschien?)
Toen ik ongeveer 5 jaar geleden vertrok voor een tocht die uiteindelijk 6 maanden duurde (te voet naar Compostela, heen en terug) kreeg ik een boek. De titel was ‘neem niets mee voor onderweg’. Ik heb het boek dus niet meegenomen. Tegelijkertijd heb ik het ook niet gevolgd. Ik heb namelijk wél iets meegenomen. Ik nam een rugzak mee die 8 kilo woog. Na 6 maanden bleek dat je echt geen 8 kilo nodig hebt om een half jaar te leven, maar … mensen denken blijkbaar steeds dat ze veel noden hebben, maar in nood blijkt dan dat een mens toch niet veel nodig heeft. Vandaag klinkt iets soortgelijk in de evangelielezing. ‘Verschaft u geen reiszak voor onderweg, geen tweede onderkleed (ik heb er niet eens één), geen schoeisel of stok’. Ik weet niet wat er in de grondtekst staat, maar ik versta het niet. Of verkeerd. Als ik lees dat je dat alles niet mag verschaffen, denk ik dus dat je het wel mag meenemen. Als je het reeds hebt. Ik lees het dus als ‘verschaf jezelf geen extra schoeisel of extra kleding’. Of nog: doe het met wat je reeds hebt. Misschien betekent die ene zin uit het evangelie dus wel dat je niets extra nodig hebt om te doen wat je moet doen. Alles wat je nodig hebt om met de Heer op weg te gaan en zijn Woord te verkondigen heb je reeds in huis. Je hoeft niet te dralen of tijd te vragen om inkopen te doen. Uitstelgedrag wordt niet getolereerd. Het evangelie van vandaag leert mij dat we geen tijd te verliezen hebben en op weg moeten gaan om te doen wat moet worden gedaan.
Lieve Gommers
12 juli: Zending van de 12 ...
De evangelielezing van vandaag is best wel uitdagend. Ze doet me heel wat vragen stellen. Er wordt verhaald dat de twaalf, die zelf nog leerlingen zijn, gezonden worden om anderen te leiden. Ze worden echter géén herder van een kudde! Neen, ze worden slechts gezonden naar enkele verloren schapen. Kortom: wie vandaag naar de evangelielezing luistert, wordt uitgedaagd om anders te kijken. Er is blijkbaar namelijk geen sprake van herders met elk een grote kudde. Nee, samen worden ze gezonden om – in samen gedragen verantwoordelijkheid – te zoeken naar wie verloren is. Kortom: niet één voor allen, maar allen voor enkelen. De taak, die zij (en wij?) van de Heer krijgen is niet onhaalbaar groot, noch louter hun persoonlijke of individuele verantwoordelijkheid. Wellicht kan dit idee ook ons werken in de Kerk versterken. We hoeven niet te veel (en zeker niet ‘alles’) van onszelf te eisen. Als we maar naar de periferie durven gaan en de kuddegeest links laten liggen. We moeten wellicht niet meelopen met de massa, maar juist zoeken naar wie verloren loopt (in zichzelf, in een veelheid aan overtuigingen of in een wereld waarin je geen keuze hebt en veel moet kiezen). Volgens het evangelie van vandaag moeten we hen verkondigen dat het koninkrijk der hemelen nabij is. Ik denk dus dat wij geroepen zijn om ervoor te zorgen dat mensen zich de koning te rijk voelen en ervaren dat het hemels is om te geloven in veel meer dan het aardse. De Heer wijst ons dus wel 12 keer op de volheid van de tijd en zijn eeuwig koninkrijk.
Lieve Gommers
11 juli: Vlaams of Europees feest?
Vandaag vieren we de feestdag van de Vlaamse gemeenschap. Tegelijkertijd worden we uitgedaagd om verder te kijken. Verder dan Vlaanderen. We vieren vandaag namelijk ook de Heilige Benedictus, patroon van Europa. Benedictus heeft een regel geschreven die geregeld verkeerd geïnterpreteerd werd. Het is namelijk geen reglement, maar een kader dat mensen aan het denken wil zetten over zichzelf, de ander en de relatie met God. De regel was in eerste instantie bedoeld voor de abt en de monniken, maar doorheen de eeuwen ontdekten mensen dat het woord ‘abt’ van ‘abbas’ komt, wat ‘vader’ betekent. Kortom … wat over de abt geschreven staat, geldt eveneens voor elke vader, voor elk gezin en voor elke gemeenschap (wellicht dus ook voor de … Vlaamse gemeenschap). De regel van Benedictus is lang en dat zegt wellicht reeds veel. Toch kunnen de hoofdlijnen kort samengevat worden. Ten eerste staat bij voorkeur het ‘wij’ centraal. Een abt, baas, vader of politicus die ‘zichzelf’ tegenover ‘anderen’ plaatst, krijgt bij Benedictus geen plek. Wie een gemeenschap leidt, dient een wij-gevoel te creëren en zich niet tegenover, maar bij de mensen te plaatsen. Niet ‘ik en zij’, maar ‘wij’. Kortom: reeds in de eerste helft van de zesde eeuw pleitte Benedictus wellicht voor een ‘samen gedragen verantwoordelijkheid’ en een vorm van synodaliteit.
Persoonlijk denk ik dat Europa, de Vlaamse gemeenschap en elk van ons ook mateloos veel kunnen leren over de maat van het genoeg. Benedictus zegt dat je iedereen moet geven wat hij of zij nodig heeft. Neen, geen gelijke monniken gelijke kappen. Neen, niet iedereen evenveel. Elke persoon geven wat hij of zij nodig heeft en dat is niet voor iedereen hetzelfde … . Vraag is natuurlijk of mensen weten wat ze nodig hebben… ? Om ons heen zien we dat de noden van mensen veranderen van zodra een bepaalde nood werd ingevuld. Tevens is het soms ook goed om in nood te zijn, want als de nood het hoogst is, is de redding nabij. In nood leert men ook zijn vrienden kennen en van de nood kan je een deugd maken. We hebben dus zeker nood aan onderscheiding.
Benedictus spreekt in dit verband ook over de maat van het genoeg. De maat is vol: we moeten de ander niet het minimale, maar wél vol-doende schenken. Genoeg om volledig mens te zijn en te doen wat men kan. Zowel als mensen te weinig, als ook wanneer mensen te veel hebben, ontstaat er onrust en strijd. Vrede in Vlaanderen, in Europa en in de wereld vraagt dus altijd om rechtvaardigheid … . Vandaag wordt elk van ons dus uitgedaagd om zichzelf de vraag te stellen wat je écht nodig hebt om vol-waardig mens te zijn. Wellicht heeft een mens echter een leven lang nodig … om een antwoord te vinden op die vraag.
Lieve Gommers
10 juli: Zijn dromen bedrog?
Vanmorgen bezocht ik opnieuw het kerkje van Saint Reverien. In gedachten ging ik terug naar dat onooglijk dorpje in Frankrijk. Enkele jaren geleden botste ik daar tegen een pilaar. Vooral het kapiteel ging mijn petje te boven. De ladder stond niet met beide voeten op de grond, maar was in de wolken met zijn plekje op het kapiteel. De kunstenaar had er eeuwen geleden een Jakobsladder achtergelaten. Ik had die ladder al wel vaker gezien. Ook Scherpenheuvel verbergt er één. Boven op de basiliek, tussen de sterren op de koepel, prijkt een ladder die naar de hemel reikt. Die ladder verwijst niet alleen naar de hemel, maar ook naar Genesis 28 en jaja, vandaag verrijst die ladder in de eerste lezing. Wie deze ochtend naar de eucharistie gaat, denkt wellicht dat hij nog slaapt. De eerste lezing is namelijk een droom. Er wordt verteld dat Jakob droomt. Hij droomt van een ladder. Psychoanalisten hebben wellicht onmiddellijk een interpretatie klaar en weten waar die droom vandaan komt en waar de toekomst heengaat. Een ladder staat blijkbaar voor ‘geluk’ en Jakob heeft werkelijk het geluk aan zijn zijde. Ergens in een weide valt hij als een blok in slaap (met zijn hoofd op een steen). Hij blijft echter niet alleen. Er verschijnt een ladder die zonder enige steun toch staande blijft. Wij denken dat een ladder dient om op te klimmen, maar daar wil Jakob al slapende niet aan beginnen. De ladder staat dus niet voor de stappen en trappen die wij moeten zetten om de top te bereiken. De ladder is veeleer een instrument om af te dalen. Wij, mensen, kunnen slechts reiken naar God, maar de Onbereikbare komt zelf naar ons toe. Hij daalt de ladder af om bij Jakob te zijn. De ladder vertelt dus dat God als de Geest op ons neerdaalt. Hij is niet hoog en ver van ons vandaan, maar daalt juist af om naast ons te staan. Vraag is echter of wij dat zien en ervaren. Beschouwen we dit slechts als ‘mooie dromen’ of durven we geloven dat Gods nabijheid ook in ons leven tot werkelijkheid kan komen?
Lieve Gommers
9 juli: In de wolken?
Mijn verleden achtervolgt mij. Zelfs op zondag. Sinds een aantal weken ontvang ik berichten uit het verleden. Ongewild en ongevraagd word ik herinnerd aan beelden die ik vergeten was. Dagelijks krijg ik dus een melding. Van onedrive. Blijkbaar heeft onedrive meer dan één drijfveer. Ik vroeg onedrive mijn documenten te bewaren, maar ondertussen vertelt hij ook waar we waren. Tijdens de voorbije jaren. Vanmorgen kreeg ik dus foto’s te zien van wat ik 4 en 5 jaar geleden zag. Onedrive toonde mij de dag die ik toen mocht beleven. Ik word dan even stil. Ik besef dan dat de computer of beter ‘the cloud’ meer van mij weet dan ik. Ik ben echt niet in de wolken met deze ontdekking. Het wolkje van onedrive toont mij dat er echt wél een wolkje aan de lucht is. Wat moeten we met computersystemen die alles beter weten en niets vergeten? Persoonlijk denk ik dat de kracht van de mens ligt in het selectief geheugen. Misschien mag het ons wel verheugen dat mensen niet alles onthouden, maar enkel behouden wat relevant is. Alles weten lijkt me niet plezant en alles herinneren vind ik niet alles. Als je zoveel over het verleden weet, en alles wat die dag ooit gebeurde opnieuw moet beleven, heb je bovendien geen tijd meer om te leven in het heden.
De lezingen van deze zondag komen dus precies op tijd. Terwijl onedrive druk is met het verleden, klinkt de boodschap dat de Heer hier en nu bij (en in) ons is en dat we gerust mogen zijn over de toekomst. De ‘cloud’ geeft ons herinneringen uit het verleden, maar de Heer wil ons veeleer vrede, rust en verlichting geven. Ik denk dus dat het ware Godsgeschenk van rust, vrede en vakantie niet uit de 'cloud', maar wel uit de hemel komt … .
Lieve Gommers
8 juli: Komen eten ...
Twist en tweedracht komen blijkbaar in de beste families voor. In de eerste lezing van vandaag horen we over de spanningen tussen Jakob en Esau en in de evangelielezing van de dag komt aan het licht dat er ook in Jezus’ tijd onenigheid was tussen ‘broeders in het geloof’. Het zijn twee Bijbelverhalen om van te smullen. Tweemaal gaat het namelijk over eten. De leerlingen hadden geen kaas gegeten. Van het leven. Ze vroegen zich af of ze moesten vasten en zochten houvast bij Jezus. Rond etenstijd was er dus een strijd tussen de Farizeeën en de leerlingen van Johannes enerzijds en de vrienden van Jezus anderzijds. Ze lustten elkaar rauw en wilden gauw tot een kant-en-klare oplossing komen. Ze gingen dus naar Jezus en vroegen Hem om te beslissen wat ze die dag zouden eten. Jezus liet al vlug weten dat hij wou dat zijn vrienden aten. Ze moesten het eten niet laten, maar juist hongeren naar meer (en vooral naar de Heer). Kortom: wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. Jezus wou dus niet dat ze zouden vasten, want dan zouden ze Gods Woord niet langer verkondigen, maar in alle talen zwijgen over het Levend Brood. De Heer zei echter ook dat je op een bruiloft vast en zeker moet eten. Zolang Hij, de Bruidegom bij hen is, vindt Hij vasten eerder ongepast. Ik weet niet wat dat voor ons betekent? Misschien dat ook wij alleen mogen eten … als we beseffen dat Hij ook hier en nu bij ons is …? Of misschien dat zijn aanwezigheid smaakt naar meer? Ik weet het dus niet, maar ik hoop alvast dat niemand moet vasten. ‘k Wens dus iedereen graag ‘smakelijk eten’.
Lieve Gommers
7 juli: Auto-vakantie
Gisterenavond probeerden enkele collega’s mij te overtuigen om toch op vakantie te gaan. Ze bedoelen het heel goed, maar ik weet dus niet of een reis goed zou zijn voor mij. Vanzelfsprekend weet je dat pas als je het doet, maar momenteel doet het mij dus niet veel. Mijn weekje vakantie in april was niet bijzonder, dus nu zou ik het liefst gewoon thuisblijven. Half april was ik blij dat ik Frankrijk eindelijk terug kon inruilen voor mijn werk en ik besefte dat vakantie die je niet als vakantie ervaart wellicht ook geen vakantie is. Ik vind over het algemeen wel zin in mijn werk, maar momenteel heb ik dus geen zin in vakantie. Meer nog, ik kijk als een berg op tegen een vakantie in de bergen en het kost me veel inspanning om vakantie te zien als ontspanning. Ik maak me dus druk over mijn vakantie en heb geen zin om er ‘werk’ van te maken. Ik gun iedereen de vakantie die hij of zij wil, dus ik moet mezelf wellicht ook de mogelijkheid gunnen om gewoon rust te nemen zonder de drukte van het inpakken en wegwezen. Kortom: momenteel ben ik niet weg van vakantie. Volgens sommige bronnen moet je ook minstens twee volledige weken verlof nemen om écht tot rust te komen. Ik erken dat die regel voor veel mensen goed is. Wellicht vooral voor hen die werken in de reissector. Persoonlijk denk ik dat iedereen zelf zijn weg moet zoeken in het veelzijdige landschap van reizen en in de zee van dagtrips en andere mogelijkheden. Er is dus veel meer dan ‘op reis gaan’. Er is ook ‘vakantie’ die aan huis komt en er bestaan zelfs werkvakanties. Kortom … ik vlieg er nog niet in en ik loop er nog niet warm voor. Ik denk dus dat ik ga voor een auto-vakantie: geen vakantie met de auto, maar ‘auto’ betekent ‘zelf’, dus een auto-vakantie is wellicht vooral een periode om tot jezelf te komen en te doen wat je zelf wil …
Lieve Gommers
6 juli: Stilstaan bij wie niet opstaat ...
Wellicht is het ideaal om ’s morgens eucharistie te vieren. Zo kan de liturgie veel bij mensen wakker maken. Vandaag vertellen de liturgische lezingen dat mensen af en toe verlamd worden. Soms door te veel of te moeilijke taken, soms door hun eigen fouten of gewoon door het leven. Het is vanzelfsprekend ‘zonde’ als mensen verlamd geraken. God stuurt dan een ram (zie: offer van Isaak in de eerste lezing van vandaag) of een ander teken zodat mensen terug kunnen opstaan en verder kunnen gaan.
Vandaag vindt de planningsdag van het team gemeenschapsopbouw plaats. Ook de andere teams van het vicariaat kwamen of komen op het einde van dit werkjaar samen om te leren van het verleden en een nieuwe toekomst te creëren. Tijdens de planningsdag zal ook ik het team gemeenschapsopbouw een aantal taken moeten geven. Ik kan niet nog meer taken van hen vragen, want ze doen al erg veel. Nog meer taken zouden de boel verlammen terwijl we juist iets in beweging willen zetten en er iets van willen maken. Ik ga dus niet ‘meer’ van hen vragen, maar iets ‘anders’. Of beter: we moeten prioriteren en een half jaar de voorrang geven aan andere zaken en dus tijdelijk niet aan de reeds bekende taken. Ik hoop van harte dat het team niet verlamd raakt of gewoon opstaat. Om ervan weg te lopen. Hopelijk kunnen we de nieuwe taken (en elkaar) samen dragen en zal het niet te veel ‘offers’ vragen. Als ‘zoenoffer’ zullen we vandaag ook wel het aangename aan het nuttige koppelen. We nemen dus ook tijd om samen te eten en bij te praten. Daarna laten we eerst de vakantie haar werk doen … .
Lieve Gommers
5 juli: Watersnood?
Mijn neef leerde me dat je een goed contact moet onderhouden met jezelf en dat je met jezelf in gesprek moet gaan. Hij raadde aan om berichten naar jezelf te sturen. Blijkbaar wordt dat door jongeren veel gedaan. Ze sturen zichzelf via whatsapp herinneringen en hebben whatsapp-groepen die eigenlijk een to-do-lijstje of een memory-bord zijn.
De eerste lezing uit de liturgische kalender daagt ons vandaag echter uit om ook verder te kijken dan onze eigen toekomst. In deze vakantieperiode, waarin velen zich onderdompelen in andere landen en culturen, komt ook naar boven dat niet alle mensen in dezelfde godsdienst geloven. We horen in de eerste lezing over Isaak en zijn halfbroer Ismaël. Beiden zullen een groot volk voortbrengen: Isaak wordt de stamvader van de Joods-christelijke traditie en de andere zoon van Abraham wordt de vader van het Islamitische volk. Beide groepen gingen in de geschiedenis niet altijd ‘broederlijk’ met elkaar om, maar hun gemeenschappelijke wortels dagen hen wel uit om niet door te bomen over de verschillen en zeker geen takken te steken in elkaars wielen.
De lezingen van vandaag vragen ons niet alleen om met onszelf en met anderen te praten. Als het goed of juist niet meer gaat, mogen we dat ook zeggen aan God. Klein en groot mogen in nood roepen tot Hem. En iedereen die tot hem roept, wordt gehoord ook als hij of zij tot een ‘andere’ groep of zelfs tot de uitgestotenen behoort.
In beide lezingen van vandaag brengt God redding. Via het water. Het is het water dat wegwast wat kwaad en vuil is en terug leven geeft aan wat uitgedroogd is. De kracht van water komt in de Bijbel nog vaak ter sprake. Ook de kathedraal van Mechelen heeft momenteel een tentoonstelling over water. Daar worden we uitgedaagd om ook te denken aan later en goed om te gaan met onszelf, met de ander, met God en met de aarde en al haar water. Kortom: hopelijk is het water niet te diep en kunnen we bruggen bouwen tussen onszelf, anderen, God en onze aarde met water en andere zaken van waarde.
Lieve Gommers
4 juli: Recht door zee ...
(Bijna) 15-jarigen leren me dat ik toch niet zo veel kan. Mijn neef fietste gisteren probleemloos 81 kilometer, deed 600 trappen (waarvan 538 van de Sint-Romboutskathedraal) en ’s avonds ging hij nog naar zee. We spraken over de evangelielezing van vandaag. De leerlingen van Jezus zagen een zee van problemen. Het rustige vaarwater was verdwenen. Plots verscheen een golf van moeilijkheden en de apostelen werden meegesleurd door angst. Nog voor het schip zonk, gingen ze ten onder. Ze verdronken, niet in de golven, wel in paniek. Wat Jezus ondertussen deed? Hij sliep en zei dat ook zij op beide oren mochten slapen. De Heer was hen toch nabij. Hij vroeg niet alleen zijn leerlingen, maar ook aan de wind en de zee om ‘rustig’ te worden. We mogen dus gerust zijn. Wie op de Heer vertrouwt, houdt stand. Zelfs als men geen vaste grond meer heeft. Onder de voeten.
Mijn neef struikelde over de zee. Waarom mocht het niet ‘meer’ zijn? Waarom stond er zee, terwijl hij juist geleerd had over de storm op het meer? Hij werd dus omver geblazen. Niet door de wind (die er zowel gisteren als aan het meer veel was), maar van verbazing. Omdat Jezus zelfs een zee kon veranderen in een meer dat plots helemaal niet meer was dan een grote plas met water: niets om bang voor te zijn … .
Hij vroeg welk woord er in de grondtekst stond: meer of zee? We hebben het probleem echter niet ten gronde onderzocht. Hij kent nochtans zowel Latijn als Grieks, maar hij moest gisterenavond ook nog wat Zweeds leren. Hij gaat elke dag minstens naar één Zweedse les. Op duolingo. Hij leert dan Zweeds. De app kent geen Nederlands, dus hij leert Zweeds via het Engels en omgekeerd. De app vertelde dat hij ook testen Zweeds had gedaan tijdens zijn examens. Ik besloot dus dat hij echt een ‘zee’ van energie heeft. En … hopelijk heeft hij er vandaag nog ‘meer’. Hij en zijn fiets moeten namelijk vandaag weer naar huis … .
Lieve Gommers
3 juli: Fiets-vakantie ...
Vandaag geeft mijn neef mij een halve dag vakantie. Hij komt met de fiets van zijn huis naar een plek waar ik me (meestal) thuis voel: mijn werkplek in Mechelen. Volgens fietsnet zal dat net zestig kilometer zijn. Gelukkig moet hij ’s avonds niet meer terug. Hij moet dan nog slechts acht kilometer om de nacht door te brengen in mijn appartement.
Mijn neef hoopt net op tijd in Mechelen te zijn. Net op tijd voor het (middag)eten. Daarna gaan we het rustig aan doen. We zijn dan tenslotte vrij om werk te maken van ontspanning. Wellicht zal hij alle hoeken van het gebouw onderzoeken, de Latijnse spreuken vertalen en nog een ijsje willen halen.
Mijn neven zijn allemaal fit en fietsen vinden ze ‘niets’. Ik vind zestig kilometer echt veel. Hij niet. Na die zestig zullen we er samen nog acht fietsen (tot aan mijn appartement). Zelfs die acht kilometer zal hij beter kunnen dan ik, maar hij heeft al beloofd zijn best te doen om – net als ik – langzaam te rijden en zich aan te passen aan mijn trage tempo, dat eigenlijk niet past op een fietsostrade.
Morgenvroeg zet ik hem dan buiten. Of beter: we vertrekken samen naar de fietsostrade en dan moet hij mij links laten liggen. Ik draai dan naar links en hij naar rechts. Hij kan dan tijdig terugfietsen om zijn vijftiende verjaardag (en zijn zestiende levensjaar) voor te bereiden en ik ben dan nog op tijd voor de vicariale raad die zich wil beraden over het nieuwe werkjaar.
Lieve Gommers
2 juli: Sur-plus ...
Mijn neef heeft gisteren mijn blog gecorrigeerd. Hij zei dat mensen - net zoals hij - echt niet weten waar die ‘lezing van vandaag’ vandaan komt. Eerst dacht hij dat onze hulpbisschop elke dag een lezing geeft. Hij heeft ondertussen echter geleerd dat er een kalender bestaat met voor elke weekdag twee Bijbellezingen. Alleen feesten en zondagen krijgen er nog een extraatje bij. Dan zijn er dus drie in plaats van twee. Ik geef eerlijk toe dat ik mijn lezerspubliek niet goed had ingeschat. Ik had duidelijk niet gedacht aan (bijna) 15-jarigen. Mijn neef blijkt mijn blog echter elke dag te lezen en het werd al snel duidelijk dat hij het allemaal echt veel beter weet. Veel beter dan ik wist hij wat ik de voorbije weken had geschreven. Mijn neven zijn kritisch voor mijn blog. Ze hebben niet zozeer kritiek op de inhoud, maar wel op de vorm. Een blog, zelfs als die ‘dagelijks’ is, blijkt ‘verleden tijd’. Als je bij de tijd wil zijn, moet je blijkbaar kiezen voor tiktok of instagram. Dat laat ik echter graag over aan hen en aan de jongeren die morgen naar Haacht vertrekken voor het Pluskamp. Onze IJD’ers hebben vorige donderdag en vrijdag ‘hun wagen volgeladen’: een grote vrachtwagen met materialen waaruit de plussers veel inspiratie kunnen halen. We wensen hen een geslaagd pluskamp en we kijken uit naar alle klanken en berichten vanuit Haacht!
Lieve Gommers
1 juli: Aan de bel trekken ...
De vakantie begon gisteren met ‘belletje trek’. Sommigen van mijn buren trekken zich dat aan. En … ik begrijp dat wel een beetje als je daarvoor moet opstaan en naar de deur moet gaan. Je moet dat echter niet als je de kinderen gewoon ziet. Ik zie ze gewoon staan, maar zij hebben niet door dat ze (graag) gezien zijn. ‘Belletje trek’ is dus eeuwenoud, maar blijft in trek. De bezoekers uit de eerste lezing van vandaag belden echter niet aan. Ze bleken plotseling voor Abraham te staan. Abraham kwam met brood, kaas, melk en een kalf voor de dag. Sarah maakte die goede ontvangst echter dubbel. Ze kreeg namelijk de slappe lach en niemand wordt graag uitgelachen, maar ook iedereen kent de grote onmacht van wie met anderen lacht. Het bezoek was dus dubbel. Of eigenlijk drievoudig. Ze waren namelijk met drie: Vader, Zoon en Heilige Geest. Het lekkere eten viel hen in de smaak, want ze nodigden zichzelf nog een keer uit. Ze zeiden dat ze na een jaar weer zouden komen om te genieten van een feest. Ze lieten namelijk horen dat er binnen het jaar een zoon zou worden geboren. Die zoon zou lachen. Met zijn naam. De naam Isaak betekent namelijk ‘Hij die lacht’. Isaak leek dus op zijn moeder. De appel valt echt niet ver van de boom (niet ver dus van de eik van Mamre, waaronder die drie mannen zaten terwijl ze aten). Isaak zou, zoals alleen een baby dat kan, een lach toveren op het gelaat van wie dacht te oud te zijn om nog iets nieuws voort te brengen. Voor God ben je echter nooit te jong en nooit te oud. God houdt van mensen. Zélfs als ze eerst lachten. Die liefde maakt blijkbaar meer waar dan mensen voor mogelijk achten. Ik hoop dus van harte dat er ook vandaag mensen zijn die ontvankelijk zijn voor het kleine, voor een nieuwe dag, een kind of een glimlach.
Lieve Gommers
30 juni: Doen wat men kan ...
Mijn blog is maar een blog, niet meer dan dat. Zoals elke blog bestaat het uit wat impulsen met een persoonlijk tintje. Een blog is als het ware een dagboek met een hoek eraf, omdat het niet geheim is, maar wordt gedeeld met wie het wil. Ik heb geen moeite met mensen die het niet willen, niet kennen of niet lezen. Ik schrijf omdat dat het enige is dat ik goed kan. Of dat kreeg ik ooit toch te horen. Ik kan dus niet(s) anders dan schrijven en ik vind nu eenmaal dat iedereen moet doen wat hij kan.
De ene vindt mijn blog enigszins grappig en niet al te serieus, een ander noemt het ambitieus. ‘Elke dag is ambitieus’, zei iemand die elke dag veel moeilijkere dingen doet dan een stoet van woordjes neer te pennen. Ik vind wat ik doe maar ‘dagelijkse kost’. Zelf heb ik pas echt bewondering voor mensen, zoals mijn collega’s, die geen blog, maar werkelijk geschiedenis schrijven door pastores, zoneploegen en vele vrijwilligers te begeleiden. Kortom … ik denk dat de Kerk pas Kerk wordt als mensen elkaar versterken door elk te doen wat men kan. Ja, we kunnen de Kerk wellicht alleen opbouwen door niemand af te breken.
Lieve Gommers
29 juni: Wie ben jij? Petrus of Paulus? Of misschien allebei?
Vandaag is het feest. We vieren Petrus en Paulus. Zonder hen waren de Kerk, mijn werk (en mijn blog) er alvast niet geweest. De ene was vooral bouwheer, de andere reiziger of PR-manager. Petrus bouwde de Kerk en Paulus verplaatste die Kerk. Hij strooide ze in het rond en bracht ze naar overal. Hij nam de tijd om de Kerk wijd en zijd te verspreiden. Petrus riep ‘kom en zie’, maar Paulus volgde hem dus niet. Paulus ging namelijk voor ‘ga en verkondig’. Hun wegen liepen dus uiteen, maar vandaag worden Petrus en Paulus terug bij elkaar gebracht. Het zit de Kerk namelijk pas mee als je kiest voor alle twee! Het feest van vandaag stelt ons dus een belangrijke vraag, namelijk ‘wat doen wij?’ Staan bij ons Petrus en Paulus zij aan zij? Hebben we huizen waar mensen thuis kunnen komen? Zijn we thuis om mensen welkom te heten? En zijn we tegelijkertijd ook mensen van de weg die niet weten waar ze uit zullen komen? Onze territoriale structuren en onze Vlaamse cultuur passen wellicht bij Petrus. Vlamingen, met een baksteen in de maag geboren, horen wellicht de roepstem om een stevig huis op de rots te bouwen en te houden van hun plaatselijk kerkgebouw. Paulus roept ons echter naar buiten. Hij wil de Kerk weg. Of toch weg uit de eigen comfortzone. Hij wil dat de Kerk ook gaat wonen in de harten van mensen. Petrus klinkt de meesten van ons wellicht vertrouwd in de oren, maar willen we ook horen wat Paulus tot ons zegt? Kortom: ik denk dat we als Kerk meer mensen ‘buiten moeten zetten’. We kunnen namelijk niet buiten schot blijven. We moeten van binnen en van buiten leren om de Kerk toekomst te geven. Ik ben dan ook buiten mezelf van verbazing dat we juist vandaag vergaderen met een werkgroep die enthousiast naar buiten wil komen met iets buitengewoons. Hopelijk is alvast jullie nieuwsgierigheid gewekt … .
Lieve Gommers
28 juni: Ik ben een toevoegsel ...
Vele mensen leven in het verleden. Net zoals Abram in de eerste lezing van vandaag. Hij bekijkt zijn kinderloos verleden en ziet geen toekomst. Hij beschouwt zijn stamboom als vruchteloos.
Het is niet altijd gemakkelijk om het verleden een plaats te geven en de nieuwe toekomst te zien. Ik vier bijna de eerste verjaardag in mijn nieuwe functie, die na één jaar niet meer geheel nieuw, maar ook nog niet oud en vertrouwd is. Ik heb een functie die vooraf niet bestond (of toch niet in ons vicariaat). De hulpbisschop vroeg mij om zijn adjunct te zijn. Een adjunct is letterlijk ‘een toevoegsel’. Na één jaar vraag ik me dus af of ik iets toevoeg of toegevoegd heb. Tijdens de (functionerings)gesprekken die ik reeds gevoerd heb met medewerkers kreeg ik te horen dat ik ‘bereikbaarheid’, ‘duidelijkheid’ en ‘transparantie’ heb toegevoegd. Dat is meer en vooral ook beter dan ik dacht. Ik was zelf nog op zoek naar mijn toegevoegde waarde, maar ik ben blij dat ik niets bijzonders toevoeg. Wat ik doe, is eigenlijk ‘normaal en gewoon’ . Van iedereen, die werk maakt van de Kerk, mag bereikbaarheid, duidelijkheid en transparant gedrag verwacht worden. Ik doe dus gewoon wat ik ook van anderen vraag. Neen, wees gerust, ik ga heus niet aan allen vragen om anderen dagelijks te plagen met een blog, maar ik hoop wél dat we allen in woord of daad verhalen Wie en wat ons ter harte gaat …!
Lieve Gommers
27 juni: Stof tot nadenken …
Soms begint de dag verkeerd. Vandaag besloot ik dus om een omgekeerde dag te houden. Ik begon met ‘opwarming’. Ik kookte courgette en krielaardappelen en sneed zongedroogde tomaten. Normaal kook ik ’s avonds, maar nu had de ochtendstond goud (en waardevolle kost) in de mond. De ingrediënten, die ik gebruik, komen uit de grond (en dus niet uit de winkel). Terwijl ik het zand wegspoelde, dacht ik dat ook wíj maar wat stof zijn: grond-stof, waarmee je iets maar ook niets kan maken.
Vandaag vergelijkt de eerste lezing ons met zand. Ik weet niet waarom. Misschien omdat we soms verzanden in onszelf, wat aanmodderen of wat zand strooien. In onze ogen of die van anderen. Zand glipt door onze vingers, zoals het leven. Zandkorrels zijn, net zoals haren (zie blog 25/6), niet te tellen. Ze zijn talrijk. De Heer belooft Abram de rijkdom van een groot nageslacht. Hij moet er echter lang op wachten. Vele dagen en nachten verstrijken door naar het zand en de sterren te kijken. En ja, ook in de sterren stond geschreven dat God Abram vele nakomelingen zou geven. Het evangelie van vandaag heeft er echter genoeg van. Het contrast is groot. Terwijl er eerst vele nakomelingen zijn, komen er daarna blijkbaar weinigen echt ‘op hun plaats terecht’. Het evangelie spreekt over een nauwe poort en een smalle weg. Slechts enkelen zullen hun weg (en vaste grond onder hun voeten) vinden. Voor andere zandkorrels wacht blijkbaar de ‘onder-gang’.
Ik weet niet of zandkorrels bang kunnen zijn, maar … we kunnen de kop inderdaad niet in het zand steken: niet alle nakomelingen hebben toekomst. Toch geef ik het evangelie ook een beetje ongelijk. Eigenlijk kunnen wél heel veel mensen door een nauwe poort: alleen … niet allemaal tegelijk!
Lieve Gommers
26 juni: Word maar houthakker of timmerman …
God heeft veel werk met mij. Neen, niet alleen met het tellen van mijn haren (zie blog 25/6). Vandaag vond de Heer dat Hij mij en allen moest waarschuwen voor ‘balken’. Soms zijn we namelijk ezels. We zien dan wel de splinter in het oog van een ander, maar niet de balk die ons verblindt. Het evangelie van vandaag (over de balk en de splinter) heeft natuurlijk gelijk. Hoe zou ik ooit durven om het evangelie tegen te spreken … . Ik snap eigenlijk echter geen hout van die balk of splinter. Of beter: ik meen dat er nog een ander probleem is. Een probleem dat minstens even zwaar is als een balk en een splinter samen. Er zijn ook veel mensen die ‘uit het goede hout gesneden zijn’ en juist meer balken zien dan er zijn. Ik verwijs hiermee naar vele kerkwerkers die juist te veel oog hebben voor de balken in hun eigen ogen … . Er zijn mensen (en soms hoor ik daar ook zeker bij) die heel kritisch en veeleisend zijn. Vooral voor zichzelf! Ze vinden hun werk niet goed, niet genoeg of niet goed genoeg, terwijl anderen best tevreden zijn over het werk van die personen. Kortom: er zijn ook mensen die mild(er) zijn voor anderen, maar niet voor zichzelf. Ik wil het evangelie niet ‘op eigen houtje’ veranderen, maar ik wil wel toevoegen dat we beter alle balken, in welke ogen dan ook, tot splinters herleiden, zodat we ook niet vallen over onszelf. We mogen niet verlamd raken doordat al die balken ons het zicht ontnemen. Kortom … ik geloof dat het evangelie van vandaag zegt dat we allen ‘houthakkers’ moeten worden. We dienen de knoop door te hakken en te werken aan onszelf. Zo vermijden we dat we blijvend in de knoop zitten. Met onszelf en met het kwaad dat in ons leeft ... .
Lieve Gommers
25 juni: Ware waarde ...
Vanmorgen heb ik de ketting van mijn fiets gesmeerd. De fiets, waarmee ik dagelijks (maar niet elke dag – zie blog 23/5) naar mijn werk ga, zuchtte en kraakte wat. Ik weet niet waarom hij bijna leek te bezwijken. Was het mijn gewicht of toch eerder zijn leeftijd? Mijn fiets is ongeveer 30 jaar oud, maar hij is dus goud waard. Nu loopt alles weer gesmeerd. Mijn fiets is nu dus vergelijkbaar met de krant die ik onder mijn fiets drapeerde (zoals het Vormsel ons leert, dringt olie namelijk zelfs door in wat weerbarstig en steen-hard is, dus zonder krant zou zelfs mijn fietsenkelder erdoor getekend worden). Zowel die krant als mijn fiets zijn nu ‘oud nieuws’. Iets dat reeds oud en vertrouwd is, kreeg dus een nieuw jasje.
Wellicht werkt het evangelie ook zo. Oude teksten worden als ‘nieuw’ als we ze – net zoals mijn fiets – blijven ‘gebruiken’ en een plaats geven, niet in onze kelder, maar in ons leven.
Vandaag gaat het evangelie echter niet over ‘fietsen’. We vliegen er juist in. Met de wind in de haren brengt het evangelie ons bij de kern van ons geloof. Het evangelie van vandaag beweert dat de Heer elk haar op ons hoofd heeft geteld. Dat kan tellen! Ik heb medelijden met Hem. Ik heb namelijk immens veel haar. Bovendien geef ik overal een draai aan. Dus ook aan mijn haren. Ik heb namelijk krullen. Er zijn mensen die denken dat ik tijd heb om al die krullen op zijn plaats te leggen, maar geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om daaraan tijd te verspillen. Ik heb de krullen gewoon van mijn moeder geërfd. Mijn haren draaien dus in elkaar zodat het echt niet te tellen is. Het evangelie wil wellicht echter zeggen dat we niet met ‘onze handen in het haar moeten zitten’. We mogen gerust zijn: we zullen niet met huid en haar verslonden worden door het kwaad. God weet namelijk raad. We zijn voor hem veel meer waard dan wat ‘haar’. Zelfs als mensen elkaar blij maken met een dode mus, blijven wij in de ogen van de Heer meer waard dan een zwerm mussen. Als dat ons geen vleugels geeft … .
Lieve Gommers
24 juni: Begin en einde ...
Vandaag is het einde. Het einde van de week, maar vooral ook het einde van het aspergeseizoen. Vanaf 24 juni, de geboorte van Johannes, oogst mijn vader geen asperges meer. Eerlijk gezegd weet ik niet of Johannes ooit asperges heeft gegeten. Ik vermoed van niet … . Ik weet ook niet waarom Johannes een einde maakt aan de asperges of wat hij er überhaupt mee te maken heeft. Asperges zijn natuurlijk kostbaar en Johannes was ook heel waardevol, hoewel hij in de tweede lezing van vandaag zegt dat hij het niet waard is om het schoeisel van de Verlosser los te maken. Of ligt de band tussen asperges en St. Jan in de toekomst? Johannes toont ons namelijk wat er komende is en blijkbaar moet je het aspergeseizoen ook eindigen als je wil uitkijken naar een nieuwe oogst. Wie nu stopt met asperges steken, steekt de oogst van volgend jaar geen stokken in de wielen. Alles loopt dan op rolletjes en zo kan er nieuwe toekomst groeien.
Of … heeft het einde van het aspergeseizoen te maken met het feit dat witte asperges het daglicht niet mogen zien (en anders van ‘kleur verschieten’)? Johannes verwijst echter naar de ‘Zon’ en er komt aan het licht wie de Heer is. Kortom … ik weet eigenlijk niet waarom mijn vader geen asperges meer steekt vanaf 24 juni, maar niet getreurd: mijn ouders hebben nog genoeg asperges. In de diepvriezer. Daar word ik dus echt warm van!
Mijn vader laat de grafheuvels, waaronder asperges groeien, vanaf nu ‘rusten in vrede’. Door St. Jan (en zijn ongelukkige dood) beseft iedereen trouwens ook dat zwaar werk maar een ‘peulenschil’ is. Mijn vader heeft dus de eerste emmers met erwtenpeulen geplukt en zo gaat ook dat hoofdstuk aan het rollen … . By the way, ik begin te begrijpen waarom Jezus in de Bijbel even verward wordt met de tuinman … . Er zijn namelijk meer gelijkenissen dan je denkt … .
Lieve Gommers
23 juni: Gewoon alledaags …
Een paar weken geleden vertelde mijn moeder dat ze mijn blog gelezen had. “Welke?”, vroeg ik, alsof ik meerdere blogs schrijf. Ze wist niet waarover ik sprak. Uiteindelijk bleek dat ze dacht dat ik één dag een tekst voor een blog geschreven had. Ik lachte dat een dagelijkse blog ‘dagelijks’ is en me juist uitdaagt om elke dag te schrijven. Toch besef ik nu dat mijn moeder eigenlijk ‘ook’ gelijk had. Iets dat ‘dagelijks’ is, hoeft niet per se ‘elke dag’ plaats te vinden. We hoeven ons gelukkig niet elke dag te bekommeren om dagelijkse beslommeringen, we eten niet elke dag ‘dagelijkse kost’ en er zijn dagen die niet alledaags zijn. Dagelijks brood kan ook van gisteren zijn en een dagelijks bestuur hoeft gelukkig niet elke dag bij elkaar te komen. ‘Dagelijks’ staat in vele gevallen voor iets dat gebruikelijk en gewoon is. En vanzelfsprekend pretendeert deze blog dit ook: gewoon spreken over de gewone, alledaagse dingen. ’t Is dus niet alleen een dagelijkse, maar ook een alledaagse blog, die – in tegenstelling tot de andere dingen die ik doe – niet doel- of taakgericht is. Natuurlijk heeft mijn blog een bedoeling: geloof en Kerk meer alledaags en ‘gewoon’ maken, maar … of ik daar in slaag, kunnen we nog lang niet weten. Dit is tenslotte pas bijdrage 27. Nog vele dagen te gaan … .
Lieve Gommers
22 juni: Altijd vakantie …
Gisteren liep ik, na iets meer dan 5 uur vergaderen (en slechts 10 minuten om een maaltijdsalade te verorberen), binnen in het bureau van één van mijn naaste medewerkers. “Ben je al vrij?”, vroeg ze verbaasd. Voor mij hadden al die vergaderingen lang genoeg geduurd, maar ze had me duidelijk niet al te hard gemist. Ik vond de woordkeuze ‘vrij’ enigszins grappig en maakte wat vreemde danspasjes. “Ja, ik ben helemaal vrij”, zei ik, “vrij om eindelijk aan mijn werk te beginnen”. Om er toch een luchtige vakantiesfeer in te brengen (de astronomische zomer is immers begonnen) loop ik in mijn bureau en in de wandelgangen rond op teenslippers. Als we niet veel tijd hebben om op vakantie te gaan, dan moet de vakantie maar naar ons komen, niet? Eigenlijk draag ik teenslippers omdat ze mij op de hielen zitten. Mijn sandalen bedoel ik. Ik had geen tijd om nieuwe sandalen te kopen en kocht schoeisel dat mijn hielen in bloed hult. Nu loop ik dus op teenslippers.
Om nog meer in de vakantiesfeer te komen, gingen we vanmorgen naar de bergen. In de mis klonk opnieuw een onderdeel van de Bergrede uit Matteüs. Het evangelie stond stil bij een hoogtepunt. We beluisterden het Onzevader. Hoewel we nooit echt hoogte krijgen van God, geeft dit gebed ons toch perspectief, inzicht en uitzicht. ‘k Weet het niet, maar wellicht is het Onzevader (met daarin de overgave aan de Heer, de vrijheid om te vergeven en te leven in vriendschap met anderen) pas echt ‘vakantie’. Dat is werkelijk ‘vrij-zijn’. Vrij van kwaad, geroddel en wraak, vrij voor de Heer en in de weer voor onze broeders en zusters… . Kortom … vakantie is misschien meer een ‘houding’, dan een ‘moment’. Vakantie is wellicht een ‘WERKwijze’: een ontspannen manier om tijd te maken voor de Heer en voor elkaar. Ik denk dus dat we verlof krijgen om op die manier, hier en nu en altijd … vakantie te nemen … !
Niet alleen het ‘Onzevader’ vormde het hoogtepunt van de dag. Er was nog ander top-nieuws. We werden vandaag op de hoogte gebracht. De naam van de nieuwe aartsbisschop werd bekend. Na een jaar wachten, zijn we dus eindelijk ‘gerust’ en kunnen we rustig aan de vakantie beginnen … . We wensen onze nieuwe aartsbisschop dat hij ons dichter mag brengen bij Onze Vader en ons mag uitnodigen om steeds meer te worden wie we in wezen zijn: broeders en zusters van elkaar (fratelli tutti).
Lieve Gommers
21 juni: Beter laat dan nooit …
Gisteren, omstreeks 16.30 uur, deed de hulpbisschop een beroep op mijn geheugen. Hij vroeg of ik mij herinnerde wat hij wou zeggen op de abdijdag. In plaats van in mijn geheugen te graven, probeerde ik inspiratie te putten uit de verslagen van de Vicariale Raad. De verslagen zijn vrij volledig en iedereen vindt ze goed, maar ze zijn duidelijk niet goed genoeg. Er stond dat onze hulpbisschop op de abdijdag zou spreken over ‘Christen zijn vandaag’. De zon had te hard geschenen, dus dit deed noch bij de hulpbisschop, noch bij mij een lampje branden. De hulpbisschop stelde zijn eisen bij en zei met een lach dat een goede verslaggever ook gedachten moet kunnen lezen en moet neerpennen wat niet gezegd, maar wel gedacht wordt. Hoewel ik vandaag christen ben, wist ik echt niet wat hij wou vertellen over ‘christen zijn vandaag’. De warmte had mijn hersens werkelijk doen smelten. Of kwam het door de motten dat er gaten zaten in mijn geheugen (zie blog 19/6)? Pas 5 uur later (jaja) vond ik mijn geheugen terug. Omstreeks 21.38 uur sms’te ik ‘beter laat dan nooit’ en ik stuurde hem het document ‘Christen zijn vandaag’ dat hij niet gisteren, maar in augustus 2022 geschreven had. Kortom, hij moet zich morgen geen zorgen meer maken over de abdijdag van 31 augustus, want die heeft hij zeer tijdig voorbereid. Ik was dus verheugd over de verrijzenis van mijn geheugen en terwijl ik opstond om te gaan slapen dacht ik… “hopelijk ben ik de enige die soms vergeet wat ‘christen zijn vandaag’ betekent …”.
Lieve Gommers
20 juni: Onbekend maakt onbemind?
Ik begrijp het evangelie van vandaag eigenlijk niet. We moeten onze vijanden beminnen. Maar … als je een vijand bemint, is het dan nog een vijand of … wordt het dan een vriend? Ooit vertelde iemand mij dat onze vijanden onze grootste leermeesters zijn. Van vrienden kunnen we veel leren, maar vijanden vragen veel meer. Ze dagen ons uit om uit te stijgen. Boven hen en boven onszelf uit. Onze vijanden geven ons vaak ook veel cadeau. Ze geven ons namelijk ‘vrienden’. Vorige week kwam het nog ter sprake tijdens een gesprek dat ik voerde met iemand. Hij sprak over een vijand die hem nieuwe vrienden had geschonken. Juist door een gemeenschappelijke vijand te hebben, kwamen mensen die geen vrienden waren toch dichter bij elkaar. Je ziet het vaak gebeuren: in een oorlog ga je voor elkaar door het vuur en word je vrienden. En in een crisis word je creatief en creëer je nieuwe banden. Het is dus niet alleen zo dat je ‘in nood je vrienden leert kennen’, maar zelfs dat je ‘in nood (nieuwe) vrienden leert kennen’. Dus … als ik het een beetje begrijp, zijn vijanden dus goed. Tenminste als ze geen vijanden blijven, maar als vriend bemind worden.
Ik wil niet moeilijk doen, maar ik vind het evangelie wat ‘gemakkelijk’: alsof alles zwart-wit is, ‘vriend of vijand’. Deze middag, tijdens de maaltijd, ontmoette ik echter mensen die geen vrienden, maar zeker ook geen vijanden zijn. Het zijn mensen die ik onvoldoende ken om met hen een ‘haat- of liefde-verhouding’ te hebben. Natuurlijk weet ik dat Jezus zou zeggen dat we ook hen moeten beminnen. We moeten wellicht gewoon beginnen om beminnend en liefdevol in het leven te staan. Ik weet niet hoe het bij jou is, maar zelf heb ik dan nog … een lange weg te gaan … .
Lieve Gommers
19 juni: Iets dat we in de gaten moeten houden …
De motregen van gisteren en van deze ochtend herinnert me aan iets dat ik niet wil weten. Het is namelijk zo dat we elkaar motten geven. Jaja, velen hebben het niet in de mot, maar er gebeurt heel wat op de 2de verdieping van ons vicariaat. We geven elkaar dus motten. Nee, er worden geen klappen uitgedeeld. De evangelielezing van vandaag zegt trouwens klaar wat er dan zou moeten gebeuren: de andere wang toekeren. Hoewel de meesten het gestoord vinden, is het goed als het kwaad niet met kwaad beantwoord wordt.
We zijn in ons vicariaat soms wel eens uit het veld of uit het lood geslagen, maar klappen geven we elkaar (gelukkig) niet. We schenken elkaar wel motten … . Eerst was er maar één bureau met motten. Die motten speelden graag Godly Play. Ze smulden van het spel en aten alle vilt op. Zowel de motten als ook de bewoner van dat bureau werden zo ‘in de gordijnen gejaagd’. De mottenvallen achter de gordijnen zijn de motten echter niet zo goed bevallen. Ze besloten dus te verhuizen. Ze bewonen nu (ook) de andere bureaus. Ondertussen hebben we dus in de gaten waar al die gaatjes vandaan komen … . De motten worden met man en macht bestreden (nee, we keren ze dus niet de andere wang toe …). Tot nu toe zijn de motten echter niet onder de indruk van onze stappen. We zien ze dus nog steeds vliegen. Blijkbaar kan je ze bestrijden op 60 graden en hoewel het (te) warm is in onze gang, halen we zelfs tijdens een hittegolf niet meer dan 30 graden. Je kan motten ook invriezen. Om ze juist NIET te bewaren. We hebben echter al moeite om ons hoofd koel te houden met al die motten, dus echt een optie is dat niet. Kortom … als iemand weet hoe we van al die gaatjes en motten verlost kunnen worden, laat dan zeker iets weten. Er zullen er hier velen ‘een gat in de lucht springen’ … .
Lieve Gommers
18 juni: Liever moe dan lui …
Gisteren ben ik tijdens een bezoek in slaap gevallen. Nee, het bezoek was helemaal niet saai of slaapverwekkend. Ik was gewoon moe. Ik zou kunnen beweren dat het kwam door wat ik die voormiddag allemaal gedaan had: wassen, was ophangen, afstoffen, stofzuigen, dweilen, fietsbanden oppompen, terrasplanten water geven, vuilbakken legen en glas naar de glascontainer brengen. Ik vind dat ‘vermoeiend’ en zwaar werk. Eigenlijk werk ik op zaterdag dus harder dan op de andere dagen. Of ik doe alleszins toch meer fysieke arbeid. Maar … wellicht viel ik niet in slaap omwille van wat zaterdag-klusjes. Tijdens de voorbije week waren er heel wat werkjes die me weinig rust gunden en ook bepaalde zorgen en vragen lieten mij niet met rust. Kortom … op zaterdag was mijn lichaam het zat en het besloot alvast aan de zondagse rustdag te beginnen. Het evangelie van vandaag heeft dus gelijk: DE OOGST IS GROOT EN ARBEIDERS ZIJN ER (TE) WEINIG.
Hoewel ik denk … dat ik (en de meeste anderen) ook nog moeten leren wat, wanneer, hoe en waar te oogsten. Ik liep deze middag (voor ik in slaap viel) rond in de tuin van mijn ouders. Ik weet wanneer en hoe je asperges, courgettes, vroege aardappelen, patissons en rabarber moet oogsten. Enkel de venkel vroeg wat opzoekwerk. Ik vroeg mr. Google om raad en bestudeerde of de venkel al groot en sterk genoeg was om geoogst te worden. Iets soortgelijk doen we in onze Kerk wellicht ook. We weten dat de oogst groot is, maar … we besteden veel tijd aan nadenken, overleggen en uitgebreid bestuderen hoe we eraan moeten beginnen. Ik word er soms werkelijk moe van. Ik denk dus dat het tijd wordt om een graantje mee te pikken en niet de dagen, maar wel de vruchten te plukken. Vraag is trouwens of we werkelijk gezonden zijn om ‘iets’ te oogsten. Misschien betekent ‘de oogst is groot en arbeiders zijn er weinig’ dat we niet zozeer ‘iets’, maar wel ‘iemand’ moeten oogsten. Misschien moeten we ‘arbeiders oogsten’ en dus vooral leren om ook anderen tot Zijn leerlingen te maken.
Bij mij maakt die ene zin uit het evangelie alleszins veel wakker! Laten we dus opstaan en regelmatig ‘te velde gaan’ om moe, maar voldaan te doen wat moet worden gedaan.
Lieve Gommers
17 juni: Solliciteren? Wie schrijft die blijft …
We hebben dus een nieuwe vacature voor een begeleider gemeenschapsopbouw. Er wordt veel gevraagd, maar men krijgt er ook veel voor in de plaats. Onze lonen zijn meer dan correct en de sfeer is vanzelfsprekend onbetaalbaar. Nee, er zijn geen extralegale voordelen: behalve ‘koekjes en véél koffie’, maar het ‘verloop’ is bij ons niet zo hoog, wat toch ook veel zegt.
Blijkbaar is er ook niet zoveel ‘verloop’ bij de parochieassistenten van het bisdom Brugge. Gisteren kwamen ze naar Mechelen. Kwalitatief zijn ze stuk voor stuk vergelijkbaar met onze pastoraal werkenden. Het zijn geïnspireerde en inspirerende mensen! Kwantitatief is er een groot verschil. Het bisdom Brugge telt 4 keer meer pastoraal werkenden dan ons vicariaat… . ‘k Geef toe dat ik op zo’n momenten begin te dromen en me afvraag wat we allemaal zouden kunnen doen als er in ons vicariaat ook zoveel medewerkers komen. Kortom: er was wat ‘gezonde jaloezie’ van mijn kant. Ik weet het wel: je mag niet verzanden in vergelijkingen en je boekt weinig vooruitgang als je steeds naar verschillen zoekt. Zowel onze hulpbisschop als ook ikzelf kenden nog vele gezichten uit de tijd dat we in het bisdom Brugge werkten. Er is dus niet veel ‘verloop’ en hun werk verloopt op een toekomstgericht ritme. Tijdens de middagpauze deden we aan storytelling en haalden we herinneringen op. Daarna lieten we de parochieassistenten van het bisdom Brugge achter in de handen van onze goede storytellers die het verhaal van de Mechelse kerken tot leven brachten. Niet alleen de broodjes, maar ook en vooral de ontmoeting smaakten naar meer. Hopelijk is deze eerste keer, dus niet de laatste keer en volgt er snel ... nog meer van het goede!
Lieve Gommers
16 juni: Groter dan ons hart …
Vandaag viert onze Kerk het ‘Heilig Hart’. Weinigen hebben hun hart verloren aan dit feest. In Vlaanderen wordt de liefde van en voor de Heer namelijk vaak vergeten. De kapel van het Diocesaan Centrum te Mechelen toont dat de liefde van de Heer ons hoofd te boven gaat. Als je ’t nog niet gezien hebt, ga dan met een gerust hart eens kijken! Het ‘hart van de Heer’ steekt letterlijk boven alles uit. Bovenaan prijkt namelijk een schilderij dat ik esthetisch niet zo mooi vind. Symbolisch echter wel. De Heer wordt afgebeeld als een hart. Niet als een hartje, zoals kinderen dit tekenen, maar als een hart van vlees en bloed. Liefde is namelijk eigenlijk in wezen niet ‘romantisch’. Het is wellicht eerder ‘passie’ in de beide betekenissen van het woord … .
Ik heb het hart op de tong, dus ik kan vandaag niet zwijgen over iets dat mij sterk ter harte gaat. Ja, waar het hart van vol is, loopt de blog van over. Op dit feest van het Heilig Hart wil ik dus wijzen op de nieuwe vacature die vandaag (hopelijk) vele harten sneller doet kloppen. We zoeken namelijk een nieuwe begeleider gemeenschapsopbouw, iemand met een groot hart voor de Kerk en het werk, een persoon die met hart en ziel wil meebouwen aan de Kerk van vandaag en morgen.
Kortom, ik weet dat jullie, lezers, ook het hart op de juiste plaats hebben, dus ik wil jullie hartelijk, maar met aandrang vragen om deze vacature minstens aan één persoon door te sturen en dus reclame te maken (zie: https://www.kerknet.be/vicariaat-vlaams-brabant-en-mechelen/vacature/wor...). Ik hoop dat elk van jullie dit ter harte neemt. Alvast veel dank, vanuit het diepste van mijn hart!
Lieve Gommers
15 juni: Woorden schieten te kort …
Op donderdag komen de meeste teams samen. Het team van IJD ging vandaag ‘opgeruimd’ naar huis. Onze jongeren schoven namelijk alle andere werkzaamheden aan de kant om hun materiaalkot op te ruimen. Ze maakten de kelder terug tot een leefbare plaats, waar je jezelf en alles wat nodig is om te bestaan (als IJD) terug kan vinden. Ook het team van het tijdelijke nam de tijd om te vergaderen over de middelen (van de Kerk), het doel en wat ‘heilig’ is en ‘geheiligd’ moet worden. Het team gemeenschapsopbouw, dat ik mee mag op- en uitbouwen, kwam vandaag niet samen. Ik maakte juist tijd om individueel met één van hen de teamwerking te evalueren. Ook met de anderen zal ik nog individueel in gesprek gaan. Dat kost tijd, maar levert wellicht nog meer op. Ik kan natuurlijk niet zeggen wat er tijdens dat gesprek gezegd werd. Terwijl ik luisterde, besefte ik echter dat ik te weinig zeg. En ik zeg vooral te weinig dat ik ongelooflijk trots ben op hen. Ik ben trots op hun inzet, hun doorzettingsvermogen en vooral op hun geloof, hoop en liefde. Ze verzetten bergen, halen mensen uit het dal en effenen paden. Ze zijn wegenwerkers die paden herstellen en nieuwe wegen banen. Ze bereiden de weg van de Heer en maken paden recht. Ik ben dus echt fier dat ik getuige mag zijn van wat hier en nu gebeurt. Ze doen niet alleen goed werk, ze doen hun werk ook goed. Kortom: hoewel ze mij sprakeloos maken, kan ik er niet over zwijgen. Ik typ het dus maar, omdat het met geen pen te beschrijven is ... .
Lieve Gommers
14 juni: Niet te missen …
Dankzij de inzet van de regioploeg van Halle mochten we gisteren genieten van een fijne vicariale uitstap. Na ons bezoek aan de rozentuin van Sint-Pieters-Leeuw werden we ook uitgedaagd om de Kerk dichter bij het volk te brengen. In en rond de parochiezaal stonden namelijk volksspelen opgesteld. Ze maakten het kind in velen wakker, want ‘wie niet wordt als kinderen …’. Naast brood en spelen waren er ook heerlijke vlees- en kaassoorten, een veelheid aan groentjes en niet te vergeten: rijstpap (weliswaar zonder gouden lepeltjes – die dienen we wellicht nog te verdienen).
Kortom: de uitstap was meer dan de moeite waard. Eén klein nadeel: ik ben nog meer moe dan vóór die halve vrije dag van gisteren. Eén van mijn collega’s probeerde de hulpbisschop gisteren te overtuigen dat ik vandaag toch vrijaf mocht nemen, maar het werd al snel duidelijk dat het dekenteam toch voorrang kreeg op mijn vermoeidheid. De collega probeerde nog duidelijk te maken dat ik toch gemist kon worden omdat ik toch geen ‘deken’ ben, maar blijkbaar ben ik toch onmisbaar in het dekenteam. En hoewel in deze hitte dekens niet echt nodig zijn, kunnen wij ook de vier dekens van onze regio’s echt niet missen. Tijdens onze vergadering met het dekenteam passeerden regelmatig een vleugje wind en een duif langs het open raam. Wellicht om mij erop te wijzen dat niet ik, maar wel de Geest écht onmisbaar is.
Lieve Gommers
13 juni: Een schot in de roos!
Vandaag gaan we op schoolreis. We hoeven daar niemand warm voor te maken. Omdat het reeds snikheet is. We gaan de bloemetjes buiten zetten. In de rozentuin van Sint-Pieters-Leeuw. We zullen eens letterlijk ‘om de tuin geleid worden’. Samen met een gids mogen we rood (of bruin) worden tussen al het groen. Daarna gaan we schilderen, we gaan Breughel achterna en kleuren onze bordjes met heerlijke spijzen. We krijgen namelijk een Breughelmaal. Wie aan de toekomst (van de Kerk) wil werken, moet namelijk sterk staan en vooral ook terug durven gaan in de tijd om te leren van het verleden. Kortom … we gaan een fijne tijd tegemoet, maar eerst staat er nog ‘dagelijkse kost’ op het programma: we hebben namelijk eerst nog een vergadering met de vicariale raad. We moeten vandaag dus het nuttige aan het aangename koppelen. Hopelijk verdient dat een bloemetje! Eén ding is alvast zeker: vannacht zullen we slapen … als een roos!
Lieve Gommers
12 juni: Dichter bij de hemel?
De evangelielezing van vandaag gaat over wat zalig is en toegang geeft tot de hemel. Onze bureaus bevinden zich op de tweede verdieping van het Diocesaan Pastoraal Centrum. Hoewel we dus dicht bij de hemel zitten, is het in de zomer eerder een hel. Een bureau met uitzicht op het binnenplein met kleurrijke bloemen klinkt idyllisch, maar de werkelijkheid is niet zo rooskleurig. De zomer blijft namelijk niet buiten en de warmte nestelt zich tussen de gordijnen. Het is niet alleen veel te warm in onze bureaus. Het is zowel drukkend als ook druk. Op het binnenplein is iets te veel leven. De groei en bloei van bloemen vind ik best oké. Het gras mogen ze van mij laten groeien. Maar veel luider dan de grasmaaier klinken de stemmen en lachsalvo’s van leerlingen, studenten en feestvierders die de locatie huren. Wij huren die bureaus ook, maar blijkbaar heb je in de zomer als huurder geen recht op een stille werkplek. Ik word er soms gek van. Misschien moet ik een voorbeeld nemen aan één van mijn collega’s die met een koptelefoon alle geluiden naar de onderwereld bant. We kunnen ook werken op de flex-plek, maar ik geloof dat ik niet zo flexibel ben. Dan moet ik namelijk niet alleen mezelf en mijn laptop, maar ook heel wat paperassen en andere materialen verkassen. Kortom … in die helse omstandigheden doe ik mijn werk en probeer ik mijn hemel te verdienen. Nee, zo erg is het allemaal niet, zeker niet als je in de wereld ziet dat zelfs de grond te warm wordt onder de voeten van sommige mensen. We mogen dus niet klagen, maar ik zal toch eens vragen naar ijsjes (in plaats van al die koekjes – zie 9/6).
Lieve Gommers
11 juni: We zijn nog niet klaar …
Op de tweede donderdag na Pinksteren viert onze Kerk Sacramentsdag. Omdat het altijd een feest is om de Heer te ontvangen, mag je dit feest ook gerust op (elke) zondag vieren. In vele landen maken ze er werkelijk een dagenlang feest van. 5 jaar geleden was ik in Carrion de los Condes, een plaats op de camino naar Santiago. De bewoners wilden Jezus op Sacramentsdag heel graag ontvangen. Toch legden ze geen rode loper uit. Ze maakten een tapijt van bloemen. De straatstenen waren belangrijke hoekstenen geworden. Ze werden met bloemenkransen getooid. Alle wegen vertelden in geuren en kleuren dat Jezus welkom was. In het dorp en in het leven van velen. De bloementapijten waren prachtig, maar nog mooier was dat klein en groot, jong en oud Jezus in de bloemetjes wilden zetten. In de straten en op pleinen droegen allen hun steentje bij aan het bloementapijt. Werkelijk iedereen zette de bloemetjes buiten. Door al die bloemen bloeiden mensen open. Het werd een volksfeest.
Ik werd getroffen door de Geest, de Geest van openheid en samenwerking. Hoewel het feest vredig verliep, werd ik toch geraakt door de vredesduif (zie hieronder). Het trof me vooral dat de tak in haar bek (nog) niet groen was. Alsof het onafgewerkte bloementapijt een spiegel was die vertelde dat vrede nog ver te zoeken is. Groene takken staan voor nieuw leven, maar een tak die nog niet groen is, wijst wellicht op hoop in wanhoop. Wellicht staat deze duif symbool voor ‘onze’ Sacramentsdag: het is ‘onaf’. We zijn nog niet ‘gereed’, nog niet klaar om te begrijpen wat de Heer voor ons deed.
Lieve Gommers
10 juni: Heeft de Kerk vakantie?
Ik herinner het me nog alsof het gisteren was. Ik studeerde met mijn voeten in een plas. Ik plaatste een emmer koud water onder mijn bureau. In de hitte van mijn studie(s)t(r)ijd zette ik dus een stap naar verkoeling en mijn voeten werden veel meer dan eenmaal gedoopt. Kortom: ik heb medelijden met mijn petekind en al die studenten die niet hun handen maar wel hun hersens verbranden. Het is te warm om te studeren. En niet alleen om te studeren … . Laten we ook eens denken aan die arme leraars en lectoren. Eerlijk gezegd beklaag ik het mij niet dat ik geen lector meer ben op een hogeschool. Als ik daar was gebleven, had ik dagenlang in een warm lokaal mondelinge examens moeten afnemen en moeten luisteren naar stemmen die dringend met water of sterkere drank gesmeerd moesten worden. Velen hebben nogal veel commentaar op mensen uit het onderwijs en ik wil nu niet ‘belerend’ klinken, maar als het zo’n top-job met veel vakantie was, dan zou het lerarentekort wellicht smelten als sneeuw voor de zon. En zon is er momenteel meer dan genoeg. Trouwens, tegenwoordig hebben niet alleen mensen uit het onderwijs veel vakantie. Gisteren kreeg ik van iemand, die werkt voor een interdiocesane dienst, te horen dat we wellicht in juli en augustus sluiten. Ik vind dat vreemd. God neemt volgens mij nooit vakantie. En wees gerust, wij laten in ons vicariaat wel een aantal zaken rusten, maar tegelijkertijd beseffen we dat de Kerk met haar zending eigenlijk nooit op vakantie kan. En wie voor de Kerk werkt, kan dus niet anders dan zijn of haar zending ‘mee op vakantie nemen’. PS: er is een deken die zelfs vanop zijn Zuiderse vakantieplek digitaal aanwezig zal zijn op onze vergadering van het dekenteam …
Persoonlijk vind ik de zomer trouwens geen komkommertijd in de Kerk. Het is een tijd waarin we eigenlijk dubbel zo hard moeten werken. Of minstens moeten zeggen ‘ik zal er zijn’. We dienen dus extra tijd te besteden aan presentie. Het is namelijk juist in juli en augustus dat vele gelovigen en ongelovigen wat extra tijd hebben om een kerk binnen te wandelen, het geloof te verkennen of te luisteren naar Woorden die verloren gaan in de drukte van het leven dat mensen leiden als ze geen vakantie hebben. Juist als zíj wél komen, zijn wij dus weg. Natuurlijk neem ook ik een beetje vakantie, en zelfs ook in de zomer, maar ik ben ook blij dat ik in die maanden hard zal kunnen werken. Aan zaken die tijdens het jaar op of onder mijn bureau blijven liggen. Kortom … ook in de zomer is er ‘werk aan de Kerk’. Maar nu is het eerst weekend natuurlijk … .
Lieve Gommers
9 juni 2023: Kom je op de koffie?
In ons vicariaat worden we zoet gehouden. Met koekjes. We eten er veel. In de Kerk is het namelijk belangrijk dat alles koek en ei is, maar een koekje van eigen deeg moet dan weer vermeden worden.
Ons koffiegebruik is andere koek. Of juist niet. We drinken ook veel koffie, maar wie bij ons koffie wil drinken moet eerst een (grote) stap zetten in de goede richting. De koffiemachine is ver. Of toch ver van mijn bureau. Onze koffie kost dus veel. Ongeveer 2 à 3 minuten. De wandeling maakt me minstens even 'opgewekt' als de koffie. Terwijl ik stappen zet naar de koffiemachine, maken mijn gedachten sprongen. Behalve gisteren ... . Ik weet dat het geen zuivere koffie is en ik doe het eigenlijk nooit, maar omdat ik strikte deadlines had en bijna verdronk in het werk, vroeg ik mijn buurvrouw, die eigenlijk iets aan mij kwam vragen, om een kopje koffie voor mij te halen. Ik had het wellicht nooit gedaan als ik koffiedik kon kijken. Nog geen paar uur later vroeg ze mij al lachend en iets té nadrukkelijk of ik misschien koffie nodig had. Kortom: één kopje koffie heeft mij geheel 'zwart' gemaakt. By the way ... dat ene kopje koffie heeft me goed gesmaakt, hoewel de kwaliteit van onze koffie geen hoge cijfers haalt.
Kortom: de koffie op de 2de verdieping van het vicariaat is eigenlijk niet helemaal zoals het moet, maar het wolkje sfeer en de zoete koekjes maken veel goed!
Lieve Gommers
8 juni 2023: Een trage processie …
Dagelijks ga ik met de fiets naar mijn werk, dat natuurlijk niet mijn 'werk' is, maar mijn leven. Of toch minstens de invulling van mijn roeping.
Fietsen is goed voor mijn lichaam, maar niet voor mijn geest. Of toch niet voor mijn zelfbeeld. Op de fiets word ik herleid tot iemand die 'traag' is. Over het algemeen werk ik best snel en ik lijd zelfs regelmatig onder de ondraaglijke traagheid van het bestaan omdat ik eigenlijk ‘sneller’ op weg wil gaan. Maar … ik fiets dus traag. Of toch in vergelijking met de elektrische fietsers en de koersfietsers. En anderen kom ik eerlijk gezegd niet tegen op de fietsostrade tussen Duffel en Mechelen, maar wellicht komt dat omdat het een ‘fietsostrade’ is. Ik krijg dus geen hulp. Op de fiets. Of beter: ik wil geen hulp. Ik moet maar 8 kilometer fietsen en vind dat ik dit zelf moet doen. Soms beklaag ik die mening van mezelf, maar meestal niet. Ik maak geen tijd voor sport en als ik niet naar ‘sport’ toega, moet de ‘sport’ maar naar mij toekomen door het in te bouwen in mijn dagritme.
Ik ben dus traag en doe dus best lang over die 8 kilometer, maar ik ben over het algemeen veel sneller dan de mensen die met de auto komen … . Vandaag kon ik onze teamvergadering gemeenschapsopbouw niet tijdig starten omdat de helft van ons team nog in de auto-processie stond. Terwijl in andere landen vandaag velen in een processie op weg trekken om Sacramentsdag te vieren, stonden rond Mechelen opnieuw vele processies die amper beweging vertoonden. Blijkbaar worden weinigen bewogen door het Levende Brood, maar wellicht verplaatsen ze Sacramentsdag gewoon naar zondag. Omdat er dan wel tijd is om het te vieren … .
Lieve Gommers
7 juni: Even voor zeven ...
Eigenlijk erger ik mij nogal erg als ik geen tijd heb voor mijn job. 'Waarom zijn er zo weinig uren in een dag?', zuchtte ik gisteren omstreeks 16.30 uur. Ik was al van even vóór zeven aan het werk (weliswaar met een onderbreking voor de mis en een ruime middagpauze van een uur), maar ik verdronk in de stroom van mails en ik had enkel uitzicht op een berg papieren. 'Waarom zijn er zo weinig uren in een dag?', pufte ik dus. Hoewel ik eigenlijk tegen mezelf sprak, kreeg ik antwoord van de persoon die mijn bureau binnenliep om een kleurkopietje op te halen (jaja, mijn sober en kaal bureau is hier (bijna) de enige plek waar papier een kleurrijk tintje krijgt). Ze antwoordde: 'er zijn niet meer uren per dag omdat je anders nog meer zou werken'. Ik schoot in de lach. Eigenlijk werk ik echter niet zoveel. Of minder dan ik zou willen. Ik zou nog zoveel meer willen doen. Ik probeer al wel aan multitasking te doen, dus actief mee vergaderen, verslag maken en kleine zaken reeds tijdens de vergadering opvolgen door wat mailtjes te sturen of wat internet-opzoekwerk te doen, is vaak wel te combineren. Meestal moet ik 's avonds echter besluiten dat ik niet veel gedaan heb. Ik heb elke dag namelijk slechts één ding gedaan. Ik doe dus maar één ding ... . Ik doe ... 'mijn best' en ik probeer erop te vertrouwen dat God de rest doet.
Lieve Gommers
6 juni 2023: Geleerden die niet zo slim zijn ....
In het evangelie van vandaag stellen enkele geleerden de vraag of ze de lasten van belastingen moeten dragen. Jezus antwoordt 'geef aan de keizer wat de keizer toekomt en geef aan God wat God toekomt'.
De tijden zijn blijkbaar veranderd. Ook wij betalen niet graag belastingen, maar (bijna) iedereen is wel zo geleerd en slim om te beseffen dat we inderdaad belastingen moeten betalen (en dat die al grotendeels automatisch betaald worden door onze werkgever). Vandaag zijn er dus wellicht geen geleerden meer die de belastingen in vraag stellen.
Een vraag die eveneens niet meer bij mensen lijkt op te komen, is de vraag of we God moeten geven wat Hem toekomt?' Terwijl belastingen betalen voor de meesten vanzelfsprekend is, is die andere vraag vandaag totaal onbekend en onbemind. Misschien is het dus aan ons om die vraag terug onder de aandacht te brengen. Moeten wij God geven wat God toekomt? Zoals vaak het geval is, volgt op een vraag geen antwoord, maar de ene vraag roept de andere op. Of de vraag wordt in vraag gesteld. Wie vraagt of we God moeten geven wat Hem toekomt, botst op een massa andere vragen, zoals: Moeten we God geven wat Hem toekomt of 'mogen' we dat? Wat komt God toe? Hoe kunnen wij, als arme en kleine mensen, ooit aan God geven wat Hem toekomt? Wil God alleen geld of goed of vraagt Hij vooral goede daden? Of komt Hem vooral alle lof en dank toe?
Ik vraag me af wat Jezus op al die vragen zou antwoorden. Of misschien is het antwoord reeds gegeven. In zijn leven, dood en verrijzenis ... .
Lieve Gommers
5 juni 2023: Raad die te laat komt?
Vanmorgen zat er een pelgrim in de mis. Hoewel … misschien zijn alle aanwezigen in de mis sowieso ‘pelgrims’: mensen van de Weg, die proberen om het spoor van Jezus te volgen. Deze ochtend was er echter ook een man die met pak en zak en stap voor stap een pelgrimsroute volgt. Zijn rugzak zag er nieuw uit. Zijn schoenen eveneens. Hij stond duidelijk aan het begin van een weg die nog gebaand moest worden. Ik heb hem niet gevraagd of hij naar Rome of naar Santiago trok. Ooit sprak ik een andere pelgrim na de mis aan, denkend dat we verbonden waren omdat ik ooit 6 maanden en 5400 km pelgrimeerde. In 2018 maakte ik namelijk een ommetje naar Santiago en terug (weliswaar via Vezelay, Le Puy-en-Velay, Rocamadour en Lourdes, want de kortste weg vraagt veel, maar zeker geen 6 maanden). Wie begint aan zijn pelgrimstocht heeft echter geen nood aan een verhaal van iemand die zo gek is om ook nog eens (te voet) terug naar huis te gaan. Dat is wellicht te vergelijken met iemand die een examen moet doen en van een ander hoort dat die reeds met glans geslaagd is voor dat vak (hoewel een pelgrimstocht natuurlijk geen examen, noch een prestatie is). Kortom: ik denk dat je mensen soms hun eigen weg moet laten gaan en niet te veel klaar moet staan met advies en goede raad. Het was trouwens ook al te laat. Het was 8.35 uur toen de mis eindigde en dan moest hij nog aan zijn dagtocht beginnen. Maar ook de raad om niet te laat te starten (met wat dan ook), zal ik maar voor mezelf houden, zeker?
Lieve Gommers
4 juni 2023: Niet in 1, 2, 3 …
Een week na Pinksteren maakt onze Kerk tijd voor de Triniteit of Drie-eenheid. Onze (kerk)geschiedenis leert dat het feest van de Drie-eenheid niet in één, twee, drie aanvaard werd. De Geest had vele eeuwen nodig om het feest van de Drie-eenheid op de (liturgische) kalender te plaatsen. Nu vieren we een week na Pinksteren niet alleen de Geest, maar ook de Vader en de Zoon die samen één zijn. Hoewel de triniteit of drie-eenheid een onbegrijpelijk mysterie blijft, is het tegelijkertijd ook heel gewoon. Het is de kern van ons geloof, de tweede kortste geloofsbelijdenis (de kortste is wellicht gewoon: ‘ik geloof’) en datgene wat ons als gelovige ‘tekent’ (kruis-teken: in de naam van de Vader, de Zoon en de Geest).
De meeste van onze geesten zijn momenteel echter niet bezig met de triniteit. Vandaag vindt in mijn niet al te grote gemeente een immense rommelmarkt plaats. Rommel maakt blijkbaar veel bij mensen wakker, want zelfs ’s morgens vroeg was het reeds druk op de rommelmarkt. Vanzelfsprekend vind ik het goed dat spullen een tweede leven krijgen en mogen verrijzen in een ander huis of appartement. Die rommelmarkt gaf me bovendien een goed gevoel. Iedereen die daar rondloopt, kan niet anders dan denken dat het met hem of haar nog niet zo erg gesteld is. Met het gevoel ‘zoveel rommel heb ik gelukkig niet’ ging ik in één, twee, drie naar huis. Thuis concludeerde ik dat er wellicht toch een band is tussen rommelmarkten, opruimen en het feest van de Triniteit. Net zoals Pinksteren vraagt dat feest wellicht van ons om echt ‘opgeruimd te zijn’ … .
Lieve Gommers
3 juni 2023: Meer dan drie wijzen …
Het ijskarretje dat gisteren op het programma stond (van mijn blog), deed me in de namiddag besluiten dat de pastoraal werkenden van ons vicariaat echt ‘de crème de la crème’ zijn. Vier keer per jaar brengen we de pastoraal werkenden, werkzaam in de pastorale zones en parochies, samen voor ontmoeting en leren van en met elkaar. Gisteren stonden we stil bij de drukke tijd en we bespraken recepten om ‘tijd te maken’, er iets van te bakken en op het einde wel klaar, maar niet ‘gaar’ te zijn. De pastoraal werkenden werken niet alleen goed, maar ze doen vooral goed werk. Ze zijn niet alleen gelovig, maar ze durven zelfs te geloven in hun kerkwerk.
In de groep van pastoraal werkenden is ook veel levenswijsheid te vinden. In ons vicariaat zijn er dus duidelijk meer dan drie wijzen. Misschien werd ik daarom geraakt door de eerste lezing van vandaag. Er klinkt ‘toen ik nog jong was, voordat ik ging zwerven, zocht ik openlijk wijsheid in mijn gebed’. Ik weet niet wat die zin wil zeggen. Misschien dat vooral jonge mensen zo wijs zijn om de wijsheid te zoeken en dat wijsheid niet altijd met de jaren komt. Of misschien betekent dit dat ‘zwerven’ niet zo wijs is. Bidden daarentegen wel. Ik vraag me af wat er dan gebeurt als je niet meer zo jong bent. Zoek je dan niet meer ‘openlijk’, maar wel stiekem de wijsheid of zoek je die helemaal niet meer omdat je niet gelooft dat je ooit wijsheid zal vinden? En betekent die ‘voordat ik ging zwerven’ dat eigenlijk alle volwassenen (die niet meer zo jong zijn) eigenlijk ‘zwervers’ zijn en maar wat ronddolen? Volgens die eerste lezing vind je wijsheid door loutering. Loutering heeft blijkbaar te maken met zuiverheid, met reinheid. Ik zal dan maar beginnen met poetsen (wat eerlijk gezegd standaard op mijn programma van zaterdag staat). Wie weet, vind ik zo ergens de wijsheid … .
Lieve Gommers
2 juni 2023: We zijn verwende kinderen …
Dagelijks, tussen 19.30 uur en 20.30 uur, toert een ijskar in mijn wijk. De ijskar trekt vooral kinderen aan. Ze zwermen er rond als bijen die nergens anders ‘melk en honing’ vinden. De kleinsten zijn dus de grootste ijseters. Het verbaast me telkens weer dat er kinderen zijn die dagelijks, net voor het slapengaan, nog een suikershot krijgen. En het verwondert mij nog meer dat er zoveel geld wordt uitgegeven aan iets dat sowieso wegsmelt. De kinderen van mijn straat, die dus duidelijk geen straatkinderen zijn, vinden een dagelijks ijsje van het crème-karretje dus blijkbaar ‘gewoon’. Ik geef toe dat ik die gewoonte nogal ‘ongewoon’ vind. Ik verdien niet alleen mijn boterham, maar ontvang maandelijks echt voldoende geld om mijn boterhammen ook te beleggen (PS: van andere beleggingen heb ik eigenlijk géén kaas gegeten). Toch kan ik niet dagelijks een ijsje van een ijskarretje kopen (en eerlijk gezegd wil ik dat ook niet!). De prijs van 2 bolletjes ijs komt wellicht overeen met mijn dagelijks budget voor eten. Kortom: ik vind die kinderen eigenlijk heel verwend en vraag we af welke wedde die kinderen later moeten hebben. Wellicht zijn echter niet alleen die kinderen, maar ook wij … erg verwend. Ik ben regelmatig bezig met medewerkersbeleid en soms heb ik ook wel zin om aan ‘tempelreiniging’ te doen. In het evangelie van vandaag noemt Jezus de tempel (de Kerk) een rovershol. Vele goede gelovigen blijken niet goed te zijn in ‘goed omgaan’ met geld en goed. We zijn, wellicht mede als kind van onze tijd, vooral erg veeleisend geworden. We willen veel waar voor niet al te veel werk en we vinden alle extra’s niet meer ‘extra’, maar gewoon normaal. Als we spreken over werk en wedde in de Kerk wordt trouwens ook vaak verwezen naar wat ‘alle anderen’ (in werksettings buiten de Kerk) hebben. Het gras is altijd groener aan de overkant, ook als je die overkant reeds bereikt hebt. Kortom … ik denk dat we eens grondig moeten kijken naar wat wij allemaal reeds hebben en ontvangen en we moeten ons misschien vooral afvragen of we nog wel ontvankelijk zijn … voor God en zijn goede gaven.
Lieve Gommers
1 juni 2023: Ik heb geen werk …
Gisterenavond bracht ik mijn vader naar huis. Hem terugbrengen was een kleine moeite in vergelijking met de inspanning die hij had gedaan om de synode ‘een stapje dichterbij te brengen’ door 65 km te wandelen.
In de auto keken we vooruit: niet naar de synode, maar naar ‘vandaag’ (hoewel we natuurlijk ook vandaag reeds synodaal moeten denken en werken). Mijn vader vond dat ik vandaag niet moest werken. Hij vindt het namelijk ‘geen werk’ dat we zoveel vergaderen. Ik had hem verteld dat ik vandaag eerst een overleg had in het kader van ‘medewerkersbeleid’ en vervolgens een vergadering over ‘opleidingen’. Ook weet hij dat we wekelijks een halve dag samenkomen met de vicariale raad en dat er ook een wekelijkse vergadering is met het dekenteam, een tweewekelijks overleg met het team gemeenschapsopbouw enz. Mijn vader vindt dat je niet aan het werk bent als je vergadert. De conclusie is dus eenvoudig: eigenlijk doe ik niet zoveel. Ik kan hem dus niet zeggen of uitleggen dat ‘vergaderen’ iets anders is dan babbelen, dat we gestructureerd en taakgericht (proberen te) werken met een agenda, met een verslag dat liefst uiterlijk 24 uur na de vergadering en zeker binnen de 3 werkdagen bezorgd wordt aan de aanwezigen en met een to-do- of opvolgingslijst, waarin aangegeven wordt wie wat moet doen en wanneer. Kortom: hoewel mijn vader eigenlijk best fier is op zijn kinderen en kleinkinderen, vindt hij tegelijkertijd toch dat ik geen werk heb. Hij meent dat ik niet veel doe. Eigenlijk doet me dat veel. Tegelijkertijd geef ik hem soms ook gelijk. Er zijn dagen dat ik niet weet wat ik doe of aan het doen ben. Ik word dagelijks zo’n 150x per dag gestoord. Door telefoons, mails en mensen die mijn bureau inlopen met een zorg of vraag. Eigenlijk is ‘gestoord worden’ dus mijn werk. Om eerlijk te zijn: het stoort me meestal niet. Al die ‘storingen’ tonen namelijk vooral dat er veel beweging is en dat de Kerk niet stilstaat. Ik denk dus dat we vooral ‘gestoord’ moeten worden. Probleem is wel dat ik nog geen tijd had om mij bezig te houden met timemanagement en goed omgaan met je (werk)tijd: het thema waarover ik morgen vorming moet geven. Gelukkig leren mensen het meest van fouten en van slechte voorbeelden die ze zeker niet willen navolgen. Ik maak me dus niet druk over mijn drukke agenda en het gebrek aan tijd. Daar heb ik trouwens ook geen tijd voor … .
Lieve Gommers
31 mei 2023: Een stap richting synodaliteit
Vanavond vindt in Scherpenheuvel een gebedswake plaats voor het welslagen van de synode in oktober. Mijn vader gaat erheen. Te voet. Hij beseft wellicht dat synodaliteit slechts stap voor stap gerealiseerd kan worden. Hij moet 65 km wandelen (jaja, mijn zussen en ik kunnen dat niet, maar gelukkig hebben zijn kleinkinderen wel zijn sportieve genen geërfd). Eigenlijk weet mijn vader niet waarvoor hij gaat bidden. Maar wellicht weet niemand waarvoor hij of zij vanavond bidt, want de resultaten van de synode kennen we nog niet. Maar … bij synodaliteit gaat het wellicht minstens evenveel over het proces als over het resultaat. Mijn vader kent het woord synodaliteit eigenlijk niet zo goed. Ik moet zeggen dat ik dát sterk waardeer. Veel meer dan al die mensen die doen alsof ze het woord kennen, maar het misbruiken als een synoniem of zelfs een excuus voor eigengereidheid of zelfs ongehoorzaamheid. Ik denk dus dat we vanavond vooral moeten bidden om wijsheid en inzicht, om begrip van wat synodaliteit werkelijk is en inhoudt.
De gebedswake voor de synode vindt plaats op het feest van de Visitatie. Maria bezoekt Elisabeth en het kind (Johannes) springt van vreugde op in haar schoot. Blijkbaar maakt de Heer reeds van voor zijn geboorte veel bij Johannes wakker. En ook Elisabeth verheugt zich over de toekomst die nog groeiende is. Wellicht is dat ook onze taak vanavond. We mogen VOL VERWACHTING uitkijken naar de synodaliteit die op dit moment reeds embryonaal aanwezig is en hopelijk mag uitgroeien tot iets dat hoop en toekomst heeft en geeft.
In het getijdengebed wordt elke avond het Magnificat of de lofzang van Maria gezongen, die ook in de evangelielezing van vandaag weerklinkt. Samen met Maria mogen we vanavond en alle avonden God prijzen omdat hij grote dingen aan ons deed en doet. Moge ook wij met deze kleine en kleinschalige gebedswake aansluiten bij een grootse en wereldwijde synodale beweging die hopelijk vele harten doet opspringen en geesten doet juichen.
Lieve Gommers
30 mei 2023: Niets meer te verliezen?
Vandaag is het een gewone werkdag. Terwijl ik die woorden typ, denk ik echter dat eigenlijk geen enkele werkdag ‘gewoon’ is. Elke dag komt steeds weer onverwacht uit de hoek. Het is echter geen rustdag, dus ik heb vandaag geen tijd om te werken. Of toch niet om te klussen. Op de derde dag (van mijn blog) stond ik dus op. Deze keer niet om te sleutelen aan deuren of verwarmingen, maar om werk te maken van beleids- en parochiezaken. Gewoonlijk werk ik een uurtje en dan besef ik meestal wel waar mijn prioriteiten liggen. Ik ga dan twee verdiepingen naar beneden om mijn geloof te verdiepen. Om 8 uur begint namelijk de mis. Meestal ben ik maar net op tijd, maar wellicht is het nooit te laat om tijd te maken voor God.
Vandaag was onze hulpbisschop helemaal bij de tijd, want tijdens de homilie maakte hij een kosten-baten-analyse. In het evangelie gaan Petrus en Jezus in gesprek over winst en verlies. Petrus vindt dat hij en de zijnen veel hebben prijsgegeven. Een beetje lachwekkend om te zeggen tegen iemand die niet alleen ‘alles’, maar zelfs zijn leven wil geven. Kortom: Petrus blikt terug op de kosten en het verlies en ziet de oogst nog niet. Onze hulpbisschop liet ons dus verstaan dat Pinksteren ons oproept om niet te kijken naar wat we niet (meer) hebben, maar juist naar wat wél op ons toekomt en onze toekomst is. Hebben we oog en oor voor wat de Heer ons geeft of zien we alleen wat wij niet meer in de hand hebben?
Terwijl hij dat zei, dacht ik aan de maatschappij die meestal niet kijkt naar de verliezen, maar enkel naar de winst. Het doel heiligt zo vaak de middelen en alles moet ‘koste wat het kost’ bereikt worden. Wij zijn blijkbaar niet van deze wereld. In de pastoraal staat niet de winst centraal. We kijken en spreken zo vaak over verlies: verlies van mensen en krachten, van vreugde en mogelijkheden. Hoeveel zijn er ‘nog’? Wat kan er ‘nog’? Velen vragen zich af of al onze investeringen (in vormelingen, in eerste communicanten, in verloofden, …) wel iets opbrengen. Net zoals Petrus focussen we zo sterk op ons ‘verlies’ dat we er niets bij winnen. Jezus zegt ons vandaag dat we onze ‘passie’ niet mogen verliezen: er is zoveel om vreugdevol en dankbaar te zijn. Hoewel Pinksteren al voorbij is, zitten we nog steeds in de bovenzaal, ommuurd met verlies. We zitten zo vast in onszelf dat we niet eens beseffen dat de Heer ons bevrijd heeft en dat we eigenlijk niet veel prijsgegeven, maar juist ‘Iemand’ ontvangen hebben. Hoe heerlijk is het dat de Heer bij ons is? Hoe blij zijn wij met de blijde boodschap? Vinden we die te duur? Of juist onbetaalbaar? Kortom, na alle mijmeringen over winst en verlies is de vraag wat jouw inzet is? Wat is de Heer waard voor jou? Het evangelie besluit dat wie zich gewonnen geeft aan de Heer altijd meer krijgt dan hij verdient: de eersten zullen de laatsten en de laatsten zullen de eersten zijn. Maar de vraag van vandaag is wellicht niet of wij de eersten of de laatsten zijn, maar wel wie de Heer voor ons is. Is Hij voor jou de eerste én de laatste, de alfa en de omega … ?
Lieve Gommers
29 mei 2023: Slechts één ding om te doen in je leven …
Misschien kan ik beter een klus-blog voor dummies beginnen, want jaja ... deze ochtend was ik opnieuw aan het klussen. Deze keer iets vroeger dan gisteren ... . Ik heb de verwarming in mijn badkamer, waarop de vorige eigenaar kleine roestplekjes had gekweekt, eerst ingesmeerd met zout en vervolgens met citroensap. Ik kan me voorstellen dat er veel 'ongelovigen' zijn, maar mijn verwarming ziet er nu alleszins weer veel 'cooler' uit. Azijn helpt blijkbaar ook, maar zure wijn is voor mij, zeker na het beluisteren van het evangelie van vandaag, niet direct iets waar ik (of mijn verwarming) warm van word.
Onze Kerk en liturgie is in zekere zin ook bezig met ‘schoonmaken’ en ‘roestvlekjes verwijderen’. Vandaag krijgen we, zoals heel regelmatig, geen goede raad van tante Kaat, maar van onze moeder Maria. We vieren vandaag ‘Maria als moeder van onze Kerk’. In het evangelie horen we hoe Jezus zijn moeder ook maakt tot een moeder van velen: ‘zie daar uw zoon’, ‘zie daar uw moeder’. Vele mensen willen wel delen van hun overvloed, maar … hoe moeilijk is het om te delen wat je heel dierbaar is. Voor vele mensen is hun moeder erg belangrijk. Kan en wil jij ook delen wat voor jou ongelooflijk kostbaar en zelfs onbetaalbaar is? Jezus doet het. Hij geeft ons niet alleen zijn leven, maar daarbovenop ontvangen we ook nog de liefde die hem toebedeeld was. En Maria is blijkbaar eveneens bereid om de liefde, die ze voor haar zoon voelde, ook te schenken aan elk van ons. Ik meen dus dat ons geloof van ons vraagt om niet zomaar wat geld en goed te delen, maar vooral liefde en warmte te geven. Pinksteren wordt vaak afgebeeld en beschreven met een verwijzing naar vuur en vlammetjes. Onze roeping als christen is dus wellicht om vurig lief te hebben.
Gisteren mocht ik genieten van een vormselfeest. De zoon van een vriendin is gevormd en drie bevriende priesters zaten bij mij aan tafel. Eén van hen, recent gepensioneerd, maar actiever dan ooit tevoren (wat wellicht voor vele gepensioneerden geldt), zei in één zin wat hij heel zijn leven gedaan had. “Ik heb de mensen graag gezien en ik zie ze nog graag, daar kan ik toch niet mee ophouden nu ik gepensioneerd ben”, zei hij. Tegelijkertijd wenste hij dat ook toe aan allen die recent of langer geleden hun vormsel ontvingen: dat ze heel hun leven anderen zouden liefhebben … . Naar het voorbeeld van Jezus, naar het voorbeeld van Maria … .
Lieve Gommers
28 mei 2023: Opendeurdag
Vanmorgen, nog vóór 7 uur, was ik aan de slag met een schroevendraaier. Velen vinden wellicht dat zoiets niet hoort op Pinksteren, maar daar heb ik weinig oor naar. Gisteren had ik niet internet, maar wel mijn schoonbroer om klus-advies gevraagd, maar toen ik 's avonds thuiskwam, was het niet meer klaar genoeg om klussen te klaren. Ik heb dus pas vanmorgen de klink van mijn kelderdeur gerepareerd. Eindelijk kan mijn kelderberging dus weer vlot open... . Het klinkt wellicht wat vreemd, maar ik was best trots dat ik die klink zelf weer tot zijn recht liet komen. Wat is er geestiger dan juist op Pinksteren deuren te openen?
Ik begin deze blog dus gewoon met een 'open deur'. Pinksteren daagt ons namelijk uit om naar 'buiten' te gaan en ons geloof te tonen. Hoewel klussen niet mijn grootste talent is, vind ik een deur openen toch veel gemakkelijker dan met je geloof naar buiten komen. Elk jaar vind ik het ongewoon dat juist na Pinksteren de gewone tijd door het jaar begint. De liturgie zegt dus dat na Pinksteren alles 'gewoon' wordt. Door de geestkracht hebben we blijkbaar plots geen sterke tijden meer nodig. Voor wie gelooft in de verrijzenis zou het dus doodgewoon moeten zijn om te Pinksteren. Getuigen is dus blijkbaar de normaalste en meest alledaagse zaak van de wereld en wellicht ben ik dus absoluut de enige die er een dagelijkse blog voor nodig heeft ... .
Getuigen is dus 'gewoon'. Het is niet moeilijk, het is gemakkelijk. Of dat zou het moeten zijn. Maar wat staat ons dan te doen? Moeten we met Christus opstaan om werkelijk te gaan voor het geloof? Moeten we ons van deur tot deur sleuren? Moeten we even gaan buurten bij de buren? Of dienen we ons geloof juist van de daken te schreeuwen?
Ik denk dat de meeste pastorale verantwoordelijken en catechisten ons het goede voorbeeld geven. Na Pinksteren komen zij 'op adem'. Opgelucht kunnen ze terugblikken op een adembenemend jaar. De rush van de vormselvieringen maakt plaats voor rust en ademruimte. Zo tonen zij wat Pinksteren echt is: niet alleen actief getuigen en veel doen, maar vooral 'je laten doen' (door Gods Geest). Tijd maken om Gods Geest te smaken. Wellicht is Pinksteren niet zozeer 'deuren openen', maar veeleer 'jezelf openstellen'. Ons antwoord op Pinksteren is, zoals de antwoordpsalm 104 in de liturgie van vandaag ook duidelijk zegt, dat we met open handen 'leven' mogen ontvangen ("zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven"). Ik wens iedereen dus een inspirerende 'gewone tijd door het jaar': een tijd om open te staan voor al wat 'levengevend' is.
Lieve Gommers