Zeventien bijbelleesmethodes
1 Creatief moment
Er is heel wat materiaal, eventueel door de deelnemers mee te brengen: papier (A4, A3, meerkleurig), stiften, pennen, verf(borstels), klei, (kleur)potloden, schrijfgerei, lijm, schaar, papiersnijmes met snijmat, kranten en tijdschriften … Deze werkvorm vraagt wel wat tijd: iets creëren vraagt tijd en ook het bekijken van elkaars werk vraagt tijd.
1. Je leest rustig het Bijbelfragment voor.
2. De deelnemers krijgen de tekst, zodat ze die nog een of meerdere
malen kunnen bekijken, bewerken, er iets bij schrijven …
3. De deelnemers drukken hun impressies, gedachten, gevoelens … uit
op een creatieve manier (zie beschikbaar materiaal): een tekening,
een tekst(je), een beeld dat men niet bij zich heeft, maar wel
omschrijft (internettoegang geeft extra mogelijkheden), een
woordpuzzel, een gedicht, een collage …
4. Men bekijkt elkaars producten met een klein, respectvol gesprekje.
2 Gebedsmeditatie
-
Je brengt de groep tot rust en inkeer, tot meditatie.
-
Je laat een paar minuten stilte. De stilte is bijzonder belangrijk.
-
Dan lees je een bijbeltekst rustig voor. Belangrijk is de juiste toon te vinden, die rust uitstraalt en de betekenis van de tekst goed laat overkomen. Het ritme is ook belangrijk: de deelnemers moeten de woorden en boodschappen ernstig en diep kunnen ontvangen.
-
Je laat weer een paar minuten stilte.
-
Je leest de tekst een tweede maal.
-
Je laat weer twee of drie minuten stilte.
-
Je geeft iedereen die dat wenst, de kans te delen over zijn gedachten en gevoelens tijdens de stilte.
Het voordeel van deze methode is dat ze niet heel lang hoeft te duren.
3 Driemaal-drie-methode van Vigan
Je zorgt voor een kopie van de tekst voor elke deelnemer.
1° ronde: lectio: 1.1 de tekst rustig lezen
1.2 stilte
1.3 wat treft me? Ik deel dat met de groep
2° ronde: meditatio: 2.1 de tekst rustig lezen
2.2 stilte
2.3 wat zegt de Heer me doorheen deze tekst?
3° ronde: oratio: 3.1 de tekst rustig lezen
3.2 stilte
3.3 ik antwoord aan de Heer in de vorm van een
gebed; ik begin mijn gebed met:
Christus/Heer/Jezus, Gij zegt tot mij: […].
Mijn antwoord aan U is: […].’
4 Lectio divina
Er zijn veel verschillende vormen van lectio divina. Alle hebben hun voor- en nadelen. De volgende methode is van Walter Vogels, witte pater en een wereldautoriteit op dit vlak. Deze methode heeft zes stappen, waarvan twee samenvallen. Voor een goede, rustige lectio in groep voorziet men best twee uur. Men kan deze methode ook individueel toepassen.
Stap 1: statio. Je nodigt de deelnemers uit contact te nemen met wat er omgaat in hun hoofd, hart en leven en het los te laten door alles aan Gods goede zorgen toe te vertrouwen. Een stilte van 2 à 3 minuten volstaat daarvoor. Je eindigt deze korte stap met een passend gebed.
Stap 2: lectio. Deze stap is de langste. Iemand leest de bijbeltekst rustig voor. Daarna lees je als begeleider telkens een klein stukje voor. De deelnemers zeggen dan wat hen treft, welke vragen dat oproept … Er kan een gesprek ontstaan onder elkaar. Het is aangewezen dat je wat exegetische achtergrond hebt, die je pas inbrengt als de groep dat nodig heeft en slechts in de mate dat hij het nodig heeft. Om de dynamiek van de tekst op het spoor te komen en te respecteren, kijkt men nooit verder dan het voorgelezen gedeelte, maar men kan wel terug verwijzen naar hoger. Belangrijk: men hoeft het niet eens te zijn met elkaar.
[pauze]
Stap 3: meditatio. Vanaf nu wordt gewerkt met de hele tekst en speelt men niet meer op elkaar in, enerzijds om het gebeuren niet al te lang te maken, anderzijds uit respect voor wat iedereen zegt, want vanaf nu wordt het nog persoonlijker. De deelnemers stellen zich deze vragen: ‘Hoe raakt die tekst mij? Wat brengt deze tekst in mij teweeg? Hoe raakt die tekst mijn leven?’ Wie wil, deelt het met de groep.
Stap 4: oratio en contemplatio. God heeft tot ons gesproken in de stappen 1 tot 3. Nu geven we antwoord. Of met andere woorden: we bidden of oratio. Sommigen schrijven graag hun gebed eerst neer. Sommigen komen wel tot gebed, maar bidden niet luidop. Contemplatio. In deze stap is er veel stilte. We weten dat God aanwezig is bij ons. We komen op een bewuste manier bij God. En luisteren in stilte wat God ons te zeggen heeft.
Stap 5: actio. Iedereen stelt voor zichzelf de vraag: ‘Wat zal ik doen vanuit deze Bijbelboodschap?’ Sommigen zullen daar pas aan toekomen na de bijeenkomst, anderen zullen dat direct weten en zeggen. Iemand die het al direct weet, kan uiteraard redenen hebben om het niet aan de groep mee te delen. Het is ook mogelijk dat men tot een groepsactie komt, bv. als het over een parochieploeg, catechesegroep, gemeenschap … gaat.
5 Tobias
Deze methode werd ontworpen door zuster Carine De Vogelaere en twee professoren van KULeuven. Het woord staat voor Toekomst van de Bijbel in onze Actuele Samenleving. Volgens een vrij strikte methode gaat men op zoek naar Gods visioen in een concrete Bijbeltekst. Om dit te mogen geven, moet men eerst de vorming volgen. Zie https://www.kuleuven.be/thomas/page/tobias. Ook voor deze methode worden best twee uur voorzien.
6 Contemplatieve dialoog
Iedereen beschikt over de tekst.
Stap 1: de tekst rustig lezen.
Stap 2: eerste ronde: ‘Wat treft mij in de tekst? Waarom?’ Eerst lezen de deelnemers nog eens rustig te tekst en duiden aan wat hen treft en noteren ook waarom. Dan deelt iedereen dat met de groep. Men speelt niet op elkaar in.
Stap 3: tweede ronde: idem vanuit deze vraag: ‘Wat treft mij in wat iemand anders in de eerste ronde zei? Waarom?’ Men noemt niet de naam, enkel de inhoud.
Stap 4: derde ronde: wat is mijn gebed na de vorige stappen? Sommigen vinden het nodig eerst hun gebed neer te schrijven.
Stap 5: (eventueel): na de contemplatieve dialoog kan men nog individueel verder bezinnen en bidden.
7 Bibliodrama
Ook voor deze methode bestaat een degelijke vorming. De essentie is dat de deelnemers een rol opnemen die de begeleider creëert, passend bij het bijbelverhaal.
8 Persoonlijke verwerking
De begeleider leest de bijbeltekst voor. Hij geeft de deelnemers bijbeltekst en enkele vragen mee (twee, maximum drie) of een andere opdracht om de tekst op het eigen leven te leggen en zijn eigen leven op de tekst. Men heeft dan de keuze:
-
het blijft bij deze individuele opdracht
-
men komt na een bepaalde tijd samen en deelt enkele belangrijke punten met elkaar.
9 Schrijfgesprek
Iedereen beschikt over de bijbeltekst, schrijfgerei en blaadjes. Als de tekst voorgelezen is, formuleert iedereen een vraag en noteert die op een blaadje en zet er zijn naam op. Deze blaadjes gaan rond en iedereen schrijft zijn antwoord op de vragen. Men kan kiezen:
-
allen schrijven hun antwoorden op één blad voor de vraagsteller; het nadeel is dat men de antwoorden van de voorgangers kan lezen en misschien niet voldoende een echt persoonlijk antwoord geeft;
-
iedereen schrijft zijn antwoord op één blaadje per vraagsteller en bezorgt dat blaadje rechtstreeks aan de vraagsteller.
10 Blad- of bordgesprek
Stap 1: je leest een bijbeltekst voor die neergeschreven is op een bord of A1-blad; je zorgt ervoor dat er veel ruimte is buiten de tekst om iets neer te schrijven.
Stap 2: iedereen omcirkelt een woord of groep woorden in de tekst met een verwijzing naar iets wat men daarrond neerschrijft. Men mag ook iets neerschrijven bij wat een ander schreef: akkoord en waarom, niet akkoord en waarom, een vraag, een nuance …
Stap 3: alles of enkele kernelementen worden in groep besproken.
11 Conferentie
Je leest de bijbeltekst voor en geeft er commentaar bij. Je kan opnieuw kiezen:
-
je geeft jouw commentaar zonder meer
-
je geeft jouw commentaar en moedigt een dialoog aan met de deelnemers en tussen de deelnemers onderling.
12 Godly Play
Deze methode is gebaseerd op vertellen, een creatieve verwerking, een fijn, hartelijk onthaal en een warme afronding. Om deze methode te mogen geven, moet men eerst de vorming van drie dagen gevolgd hebben.
13 Elke dag twee verzen
Elke ochtend en elke avond leest men een enkel vers of een enkele zin uit de Bijbel. Men kan een bepaald deel van de Bijbel nemen, bv. het Lucasevangelie en beginnen bij vers 1 en zo steeds verder tot het einde. Deze methode gaat ervan uit dat elk vers een spiritueel pareltje is, vooral in de evangelies. Men laat voldoende stilte om dat vers of die zin te laten doordringen, er over na te denken, ermee te bidden …
14 De zeven stappen (LUMKO-instituut)
-
We nodigen de Heer uit: we realiseren ons dat de verrezen Heer bij ons is. Wil iemand de Heer uitnodigen bij ons zodat we Hem kunnen verwelkomen?
-
We lezen het Woord van God: we openen de Bijbel in boek …, hoofdstuk …, verzen … - …; wil iemand die verzen voorlezen?
-
We mediteren met het Woord van God: we kiezen enkele woorden of korte zinnen uit die tekst, lezen die luidop voor op een biddende wijze en herhalen ze driemaal (de stilte tussen elke herhaling zou lang genoeg moeten zijn opdat iedereen, als hij het wenst, voor zichzelf dezelfde woorden een of tweemaal in stilte kan herhalen. Op het einde van deze uitwisseling: wil iemand de tekst herlezen (indien mogelijk in een andere vertaling)?
-
We bidden in stilte: we bewaren nu de stilte gedurende … minuten en laten God toe persoonlijk tot ons te spreken.
-
We delen: welk woord heeft ons persoonlijk getroffen? Laten we dit met de groep delen. We discuteren over geen enkele inbreng, zelfs niet als iemand die niet op een persoonlijke manier deelt maar een commentaar geeft of een discussie uitlokt. Op het einde van dit deelmoment kan de groep een Woord van Leven kiezen: welk woord van de tekst zouden we willen weerhouden als Woord van Leven voor de week of maand die komt?
-
We plannen een actie: laten we uitwisselen over een actie waartoe onze groep opgeroepen wordt om te doen in onze omgeving (buurt, parochie, gemeenschap …). We bespreken hoe we de actie van vorige bijeenkomst (niet) volbracht hebben. Welke actie zullen we ondernemen in de nabije toekomst? Laten we concreet zijn: wie zal wat doen, waar, wanneer, hoe? (We zouden ook kunnen uitwisselen over de manier waarop het vorige ‘Woord van Leven’ onze dagelijkse activiteiten beïnvloed heeft.)
-
We delen in gebed: laten we ons deelmoment eindigen met een tijd van gebed: willen zij die het verlangen, hun spontaan gebed luidop uitdrukken? Op het einde van de bijeenkomst: laten we besluiten met een gebed of lied dat iedereen kent.
15 Groepsantwoord (LUMKO-instituut)
We delen niet met de anderen hoe het Woord van God ons persoonlijk raakt. We gaan echter als groep na hoe de Bijbel een spiegel is waarin het leven van onze concrete, actuele gemeenschap weerspiegeld wordt.
-
We nodigen de Heer uit: We laten bij ons doordringen dat de verrezen Heer Jezus in ons midden is. Wil iemand de Heer bij ons uitnodigen zodat we Hem kunnen verwelkomen?
-
We lezen het Woord van God: we lezen de gekozen tekst tweemaal. We duiden enkele woorden of korte zinnen aan en herhalen die luidop op een biddende wijze. We laten een tijd van stilte tussen elke herhaling.
-
We bekijken onze situatie.
-
We bespreken gedurende drie à vijf minuten met de persoon naast ons de volgende vraag: welke levenssituatie of welk concreet probleem van onze christelijke gemeenschap, ons dorp of onze stad of van onze regio is gelijklopend met de situatie waarvan sprake is in de tekst?
-
Na de drie à vijf minuten uitwisseling: wil elk groepje zijn antwoord met iedereen delen?
-
We kiezen uit de gegeven antwoorden een situatie waarover we allen samen kunnen nadenken.
-
Kan iemand meer informatie geven over die situatie?
-
Wat zijn volgens jullie de hoofdoorzaken?
-
We luisteren in stilte naar God.
-
We bewaren nu de stilte gedurende drie minuten en stellen ons persoonlijk de vraag: hoe kijkt God naar onze situatie? Met andere woorden: wat denkt Hij, wat voelt Hij en wat zegt Hij over dit onderwerp?
-
Na drie minuten stilte: we delen met de anderen wat we gevonden hebben, wat we denken dat God zegt over onze situatie.
-
We plannen een actie.
-
Wat wil God dat we doen?
-
Welke actie gaan we ondernemen in de nabije toekomst?
-
Laten we concreet zijn: wie zal wat doen, waar, wanneer, hoe?
-
Op het einde van deze reflectie: wie het wensen, kunnen hun spontaan gebed luidop uitdrukken.
-
Op het einde van de bijeenkomst: we besluiten deze bijeenkomst met een gebed of lied dat iedereen kent.
16 Zien – luisteren – beminnen (LUMKO-instituut)
We lezen de Bijbel niet bij het begin van onze bijeenkomst. We beginnen met een blik te werpen op de gebeurtenissen van ons dagelijks leven. Wil iemand de Heer Jezus met een gebed uitnodigen zodat we Hem kunnen verwelkomen?
-
Zien – ons leven.
-
Wie het onder jullie wensen, worden uitgenodigd een recente persoonlijke ervaring toe te lichten. Spreek a.u.b. over een ervaring of een gebeurtenis waarbij je zelf betrokken was. Denk aan een gebeurtenis die plaatshad bij je thuis, op je werk, in de parochie … Wees a.u.b. beknopt.
-
Op het einde van dit deelmoment: we kiezen nu samen een enkele van die ervaringen voor onze uitwisseling.
-
Na de keuze: we denken samen na: wat is er werkelijk gebeurd? Kan de betrokken persoon ons meer informatie geven? Waarom is dat gebeurd? Wat zijn er de diepe oorzaken van? Wat voelen we bij die gebeurtenis?
-
Luisteren – God: we bewaren drie minuten de stilte en we stellen ons deze vraag: wat denkt God van de gekozen gebeurtenis, wat voelt Hij daarbij? Tijdens die minuten zetten we onze eigen gevoelens tegenover die gebeurtenis tussen haakjes. We plaatsen ons in het gezichtspunt van God en bekijken de gebeurtenis met Zijn ogen.
-
We denken drie minuten na: als God zich nu zou uitspreken betreffende die gebeurtenis, wat zou Hij zeggen? We openen de Bijbel niet, maar we inspireren ons aan woorden en gebeurtenissen uit de Bijbel die we reeds kennen.
-
Na die drie minuten stilte: kunnen we nu met de leden van de groep delen wat we denken dat God voelt bij de gekozen gebeurtenis? Wat is het standpunt van God bij dit onderwerp? Tijdens deze uitwisseling kan men verwijzen naar bijbelse woorden of verhalen, ofwel uit het hoofd, ofwel door een bijbelpassage voor te lezen. Als er geen enkele passage geciteerd wordt, gaan we verder met het volgende punt.
-
Beminnen – actie.
-
In deze stap geven we geen morele adviezen, maar denken na: wat verlangt God dat onze groep concreet aan deze situatie doet?
-
Hoe kunnen we samen en concreet het betrokken lid van onze groep ondersteunen of helpen?
-
Laten we concreet zijn: wie zal wat doen, waar, wanneer en hoe?
-
Op het einde van deze bezinning: wie het wensen, kunnen hun spontaan gebed luidop uitdrukken.
-
Op het einde van de bijeenkomst: besluiten we met een gebed of lied dat iedereen kent.
17 Leven – Bijbel – notities
Deze ‘notities’ moeten samengesteld worden tijdens een vergadering van de parochiale animatoren met hun parochiale of diocesane verantwoordelijken. Deze ‘notities’ zijn bestemd om hen te helpen een sessie van evangelische uitwisseling te animeren met hun eigen parochiale groep.
-
Situatie uit het leven: het gaat erom een probleem, een situatie te kiezen die vragen doet stellen aan de christenen van de parochie of het bisdom. Het probleem of de situatie is: […] Mogelijke vragen die bij de reflectie gesteld kunnen worden.
-
We delen alle informatie en onderrichtingen die we rond dit onderwerp hebben.
-
Wat voelen de mensen (christenen en anderen) bij deze situatie?
-
Hoe verklaren we deze situatie? We zoeken er de diepe oorzaken van.
-
Wie lijdt het meest onder deze situatie? Wie trekt er voordeel uit?
-
Welke boodschappen verspreiden de media (kranten, radio, tv, sociale media …) over dit onderwerp?
-
Wat is de publieke opinie over dit onderwerp?
-
Hoe wordt deze situatie gewoonlijk in onze omgeving beleefd?
-
Ziet u andere vragen die ons kunnen helpen bij onze reflectie?
-
Woord van God: we zoeken een tekst uit de Bijbel die licht kan brengen in onze situatie. De tekst: […] Voorbeeldvragen die kunnen helpen bij onze reflectie:
-
Welk woord of welke zin van de tekst heeft ons doen zeggen: ‘Zeker, ik ben gelukkig dat te horen?’
-
Welk woord of welke zin heeft ons in de andere richting doen reageren: ‘Dat is onverwacht, ik dacht helemaal niet daaraan.’
-
Wat is volgens u de mening van God over het onderwerp van onze situatie?
-
Hoe wordt deze situatie gewoonlijk behandeld door de Kerk?
-
Zien jullie andere vragen die ons kunnen helpen de band te leggen tussen onze situatie en de bijbelse en/of kerkelijke boodschap?
-
Ons antwoord: wat wil God dat we nu doen?
-
We verzamelen eerst verschillende voorstellen zonder te discussiëren.
-
We discussiëren nu over de voor- en nadelenvan de meest interessante voorstellen.
-
We beslissen samen over een concrete actie: wie gaat wat doen, waar, wanneer, hoe?