Op maandag 28 april gingen zes leiders van Brugse christelijke kerken in dialoog over godsbeelden. Het integrale gesprek is op Youtube te herbekijken.
Stijn Vanhee: "Tegenover het beeldverbod kun je enkele passage plaatsen uit het Oude Testament waarin God juist vraagt aan zijn volk om afbeeldingen te maken. Denk maar aan de bronzen slang die moet opgericht worden om genezen te worden (Numeri 21:4–9)."
Marcelo Reis: "Het beeld van God als vader spreekt mij het meest aan. Het is normaal om dat beeld nu te hebben, maar dit was niet zo in de tijd van Jezus."
Benny Bonte: "Ik heb een buur, een schoonmoeder, een vriend en een leraar. Maar op zich zegt dat niets. Maar als ik zeg: ik heb een norse buur, een bemoeizuchtige schoonmoeder, een grappige vriend en een boeiende leraar. Zo lijkt het alsof je deze mens al kent. Zo ook leer je God kennen door Hem eigenschappen toe te kennen."
Jannica de Prenter, over het beeld van de goede herder: “Wat een goede herder ook doet met een kudde schapen, is ze een tik geven met zijn stok wanneer ze de verkeerde kant op gaan.”
Bernard Peckstad: "Iconen zijn vensters op de eeuwigheid. (…) Iconen kijken naar ons, ze stellen hun aanwezigheid naar ons, mensen, toe."
Jelmer Prins: "God is trouw, ook als wij falen. In een maatschappij waarin cancel-culture zeer aanwezig is, iedere fout keihard afgestraft worden, mogen we wel altijd terug naar God gaan."
In de aula van het Grootseminarie van Brugge gingen zes lokale leiders van verschillende Brugse kerken in dialoog over godsbeelden. Het betrof:
Jannica Deprenter, Protestantse kerk Brugge, sinds maart 2025 van Zierikzee.
Jelmer Prins, Pinkstergemeente De Kruispoort
Stijn Vanhee, Katholieke kerk Brugge
Marcelo Reis, Adventkerk Brugge
Benny Bonte, Crossroad Church Brugge
Bernard Peckstadt, Orthodoxe kerk Brugge
Emmanuel Wybo, directeur van de Bijbeldienst, modereerde het gesprek.
Tijdens het debat werden er vier thema's aangesneden. In eerste instantie besprak met verschillende Bijbelse godsbeelden. Hoewel sommige panelleden hetzelfde beelden aangrepen, duidden ze dit toch anders. Persoonlijke ervaringen spelen hierbij vaak een rol. Het tweede thema betrof de schepping en de menselijke natuur: we weten dat de mens evenbeeld is van God (Gen 1,26), maar kan men dan ook zeggen dat de mens een godsbeeld is? Een derde thema was het afbeeldingsverbod. Zowel Exodus 20 als Deuteronium 4 wijzen het maken van godenbeelden én afbeeldingen van de schepping af. Het was duidelijk dat de verschillende christelijke kerken hierover verschillende opinies en gebruiken hebben. Toch waren hun antwoorden veel genuanceerder dan cliché-opvattingen die velen waarschijnlijk hebben (katholieken voor, protestanten tegen). Tot slot werd ingegaan op de pastorale realiteit en de aanwezigheid van de verscheidenheid van godsbeelden. De pannelleden sloten elk af met een hoopvolle gedachte over God.
Het panelgesprek blonk uit in diepgang én het duidelijk aanwezige diepe respect van alle denominaties naar elkaar toe.