A-cyclus derde zondag van de advent | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
advent derde zondag © Myriam Zilles_Pixabay

A-cyclus derde zondag van de advent

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:17
Afdrukken
Geschreven en ingesproken zondagslezingen uit het lectionarium voor de derde zondag van de advent van de A-cyclus met bijhorende commentaar.

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

 

JESAJA 35,1-6A.10

Uit de Profeet Jesaja

Zo spreekt de HEER:

"Woestijn en steppe zullen zich verheugen,

jubelen en bloeien de dorre vlakte.

Pronken zal zij met lelies,

van blijdschap jubelen en juichen.

De glorie van de Libanon valt haar ten deel,

de luister van Karmel en Sjaron.

Zij zullen de glorie van de HEER aanschouwen,

de luister van onze GOD.

Maak slappe handen sterk,

geef kracht aan knikkende knieën.

Spreek tot allen die de moed verloren hebben:

Vat moed en vrees niet:

Uw GOD komt om de wraak te voltrekken,

GOD komt om te vergelden en om u te redden.”

Dan gaan de ogen van de blinden weer open

en zullen de oren van de doven geopend worden.

De lamme zal springen als een hert

en jubelen zal de tong van de stomme.

Die door de HEER verlost zijn,

zullen weer terugkeren.

Jubelend komen zij naar Sion,

hun hoofden omgeven met eeuwige vreugde.

Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap,

en pijn en gejammer nemen de vlucht.

 

JAKOBUS 5,7-10

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus

Broeders en zusters,

Hebt geduld tot de komst van de HEER.

De boer die uitziet naar de heerlijke vrucht van zijn land,

kan alleen maar geduldig wachten,

totdat de winter- en voorjaarsregens gevallen zijn.

Ook gij moet geduldig zijn en moedig,

want de komst van de HEER is nabij.

Klaagt elkaar niet aan;

dan valt ge zelf onder het oordeel.

Denkt eraan:

de rechter staat al voor de deur.

Broeders en zusters,

neemt een voorbeeld aan de lijdzaamheid

en het geduld van de profeten,

die gesproken hebben in de naam van de HEER.

 

MATTEÜS 1,2-11

Uit het heilig evangelie van onze HEER Jezus Christus volgens Matteüs

In die tijd hoorde Johannes in de gevangenis

over de werken van de Christus

en hij liet Hem door zijn leerlingen de vraag stellen:

"Zijt Gij de komende,

of hebben wij een ander te verwachten?”

Jezus antwoordde hun:

"Gaat aan Johannes zeggen wat gij hoort en ziet:

blinden zien en lammen lopen,

melaatsen genezen en doven horen,

doden staan op

en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.

Gelukkig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.”

Toen zij vertrokken waren,

begon Jezus tot de menigte te spreken over Johannes:

"Waar zijt gij in de woestijn naar gaan zien?

Naar een riethalm door de wind bewogen?

Waar zijt gij dan wél naar gaan zien?

Naar iemand in verfijnde kleding?

Die verfijnde kleding dragen

zijn te vinden in de paleizen der koningen.

Waartoe zijt gij dan uitgetrokken?

Om een profeet te zien?

Inderdaad, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet!

Hij is het over wie geschreven staat:

Zie, Ik zend mijn bode voor U uit

die de weg voor uw komst zal bereiden.

Voorwaar, Ik zeg u:

Onder hen die uit vrouwen geboren zijn,

is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper.

Niettemin is de kleinste in het Rijk der hemelen

groter dan hij."

 

INGESPROKEN LEZINGEN

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Tralies uit de weg!?

Voor wie de actualiteit en het nieuws een beetje volgt, is er veel reden om de schouders te laten hangen. Rampen overspoelen ons, letterlijk en figuurlijk. Krachtige orkanen maaien huizen en hun bewoners neer. Klimaatconferenties trappelen ter plaatse. Bevolkingsgroepen bestrijden elkaar, gevoelens van haat en wraak worden aangewakkerd. Er zijn mensen die eraan beginnen te twijfelen of onze planeet nog wel gered kan worden. Met behulp van wetenschap en techniek hebben we duizend grenzen overschreden, maar een conflict oplossen – met een buurman of een buurvolk – krijgen we maar niet onder de knie. Hoe lang nog, HEER?

Het is goed dat een kerkelijk jaar telkens weer aanvangt met de advent. Deze weken met hun eigen kleur en fragiele lichtjes op de krans, helpen ons om ons gemoed te verzachten. Want wanhoop en moedeloosheid verharden ons. We dreigen cynisch te worden, of we laten ons niet meer raken door wat er gebeurt. Onze ogen sluiten zich beetje bij beetje, en onze oren kunnen de stem van de ander (en dus van de Ander) niet meer verstaan. Ons hart is dichtgeslibd. En kijk, dan is daar opeens de advent. Het cadeau van de advent is een uitnodiging: kijk eens om je heen, zie je niet dat er ook tekenen van hoop zijn, dat mensen opgericht worden, dat er ondanks alles ook blijheid en moed en hoop leven in de harten van de mensen?

De profetieën van Jesaja doen een heel persoonlijk appèl op onszelf: mijn verblinde ogen – ze kunnen weer opengaan! Mijn vermoeide oren: ze kunnen zich weer spitsen! Mijn verlamde ziel: ze kan weer opspringen met de lenige sprong van een hertenjong. Het gaat er niet om mij een schuldgevoel te geven, maar juist om mij naar buiten te lokken: heb ik de moed verloren, heb ik de hoop opgegeven, welke idealen ben ik onderweg kwijtgeraakt? Het beeld van de woestijn en de steppe past daar heel goed bij: wat dor was, komt weer tot bloei. Wat uitgedroogd leek, wordt een plaats waar zelfs de glorie van GOD weer zichtbaar wordt.

Ook Johannes de Doper was aan het twijfelen geslagen. Hij was gevangen genomen door Herodes Antipas, omdat hij het gewaagd had zich kritisch uit te laten over de vorst en over zijn relatie met de vrouw van zijn broer. Daar bij de Jordaan had Johannes vol overtuiging gesproken over de nabijheid van het Koninkrijk van de Hemel (Matteüs 3,2), en hij verwees naar een profeet die na hem zou komen: iemand die groter was dan hijzelf. Maar nu is hij een gevangene. Waar blijft dan dat Koninkrijk van de Hemel? Is zijn prediking geen illusie geweest, niet meer dan een riethalm bewogen door een zuchtje wind? Johannes stuurt zijn leerlingen naar Jezus. De hamvraag ligt op tafel: ‘Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?’

Het antwoord dat Jezus aan Johannes laat overbrengen, is ondubbelzinnig: het Koninkrijk van de Hemel is wel degelijk aangebroken. Want blinden zien weer, doven beginnen weer te horen, wie lamgeslagen was krabbelt overeind, melaatsen worden genezen. Al de beloften die terug te vinden zijn bij de profeet Jesaja (Jesaja 35 – eerste lezing, maar ook Jesaja 26,19; 29,18; 42,7.18; 61,1v) zijn werkelijkheid geworden. Maar één belofte laat Jezus onvernoemd, de belofte die zowel in Jesaja 42,7 als Jesaja 61,1 te horen was: de vrijlating van de gevangenen. Want Johannes is degene die gevangen zit, en er is voor hem geen vrijlating in het verschiet: ‘Gelukkig is hij die aan mij geen aanstoot neemt!’, zegt Jezus. Alle tekenen van de messiaanse tijd zijn aanwezig, behalve dat ene teken. En dit is zo omdat de voorloper en de messias zozeer op elkaar betrokken zijn: zoals ze met de voorloper zijn omgesprongen, zo zullen ze ook de messias behandelen (Matteüs 17,12)!

Hoe is die boodschap bij Johannes aangekomen? Het antwoord zal vooreerst grote blijdschap bij hem opgeroepen hebben. Johannes is misschien kunnen loskomen van zichzelf, van zijn eigen situatie, en heeft zich de ogen laten openen door de boodschap over de messias. Maar het tweede woord van Jezus is moeilijker om te verteren: ‘Gelukkig ben je als je aan Mij geen aanstoot neemt.’ Hier moet Johannes nog een stap verder gaan. Kan hij begrijpen dat hij in álle opzichten de voorloper van de messias moet zijn, ook in het feit dat zijn leven nu in handen ligt van de door de Romeinen aangestelde Herodes Antipas? Johannes heeft zijn leven en zijn situatie opnieuw onder ogen moeten zien, in het perspectief van de doorbraak van het Koninkrijk van de Hemel.

Laten we onszelf eens verplaatsen in de situatie van Johannes de Doper: we zijn een gevangene geworden, het visioen waarvoor we geleefd hebben lijkt op niets uit te draaien. Mag Jezus komen om mijn ogen opnieuw te openen? Wil ik Hem in mijn leven verwachten?

 

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT A-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
lectionarium
zondagslezingen
A-cyclus
advent
vierde zondag van de advent

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook