Meditatie bij Ik-ben-het-brood-des-levens
Elke mens hunkert naar de vervulling van zijn bestaan.
Elke mens ex-isteert: hij staat open naar een toekomst waarvan hij/zij veel verwacht.
Jonge mensen staan doorgaans, als het goed is, open voor wat er op hen afkomt.
Wie aandacht heeft voor deze hunkering naar vervulling, vindt gehoor.
Elke mens hongert naar liefde, samenhorigheid, bevestiging, uitdaging, een levenstaak…
Maar het leven is grillig, en de kansen zijn ongelijk.
Beproevingen horen bij het leven, als het goed is komt een mens er sterker uit.
Het is eigen aan het verlangen van de mens dat dit verlangen nooit definitief, eens en voorgoed, vervuld kan worden.
Wie zal het diepste verlangen van de mens vervullen?
Joden, christenen en moslims zeggen: alleen God kan dit, de God die één is, die God die ons geschapen heeft als een verlangend en ex-isterend wezen. God is het geheim van ons diepste verlangen. Hij is er de bron van.
Wanneer de mens zich richt op God als op het geheim van zijn leven, kan hij veel aan, veel relativeren, en wordt hij minder afhankelijk van de mislukkingen die zijn leven meestal ook kenmerken. Dankzij de gerichtheid op God, kan de mens zijn problemen en zichzelf overstijgen.
Deze God is niet eisend, niet gebiedend.
Deze God staat is gericht op elke concrete mens, is ‘aanwezigheid’ (IK-ZAL-ER-ZIJN), is ademkracht (GEEST), is waarheid en volledige aanvaarding van de mens die zich voor Hem/Haar durft open te stellen. Van deze GOD zegt de schrijver van de eerste Johannesbrief: GOD-IS-LIEFDE.
En toch gebeurt het al te vaak dat de mens God misloopt. Dat hij Hem niet ontmoet, niet gewaar wordt. Tal van factoren kunnen daar de oorzaak van zijn.
En dan komt Jezus, wiens naam is: Jeshua of Jehoshua: GOD-BRENGT-REDDING.
Hij zegt van zichzelf: Ik ben DE WEG naar God. Een veilige weg, een zekere weg, een weg die je de waarheid over jezelf en over het leven openbaart.
In het Johannesevangelie zal Jezus heel expliciet zeggen: Wie tot mij komt en zich aan mij toevertrouwt en in mij gelooft, zal geen dorst meer lijden en geen honger meer kennen.
Uiteraard bedoelt Jezus niet de fysieke dorst en de fysieke honger, maar de diepe hunkering waarvan boven sprake is. Jezus zegt: als je mij volgt, vind je de vervulling van het verlangen dat diep in je leeft en daar zal blijven leven, tot aan de laatste ademstoot. Jezus brengt de mens bij God. Wie de weg naar God niet uit zichzelf vindt, kan bij Hem terecht.
Deze vervulling slaat niet alleen op de bevestiging van de mens zelf, als individu, maar ook op zijn hunker naar de ander en naar een broederlijke en zusterlijke gemeenschap. Jezus staat garant voor de ware broederschap tussen de mensen, omdat ze gericht zijn op God die vader is van allen.
Meer lezen?
- Wim Weren, Brood uit de hemel, leeftocht voor onderweg. Johannes 6 in het licht van Exodus 16, in: Wim Weren, Rode draden in de evangeliën, Halewijn 2018.
- Joop Smit, Het verhaal van Johannes. Sleutelfiguren uit zijn evangelie, Heeswijk 2015.
- Sjef Van Tilborg, Johannes (belichting van het Bijbelboek), Boxtel/Leuven 1988.
- Wim Weren, Mozes, Jezus en het manna. Een intertextuele studie van Johannes 6, in: Wim Weren, Intertextualiteit en Bijbel, Kampen 1993 (blz. 93-132)
- Lectio Divina: Jean Bastiaens, Een onmetelijke schatkamer. Leven en bidden met de Bijbel, KBS 2009.