B-cyclus eenentwintigste zondag door het jaar | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
Tijd door het jaar zomer 2 © Pixabay_congerdesign

B-cyclus eenentwintigste zondag door het jaar

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:19
Afdrukken
Geschreven lezingen uit het lectionarium en ingesproken uit de NBV voor de 21ste zondag door het jaar (B-cyclus) met bijhorende commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

JOZUA 24,1-2A.15-17.18B

Eerste lezing uit het boek Jozua

 

In die dagen riep Jozua alle stammen van Israël in Sichem bijeen,

met de oudsten van Israël, de familiehoofden,

de rechters en de schrijvers.

Toen zij voor God stonden, richtte Jozua zich tot het volk en sprak:

"Zo spreekt de HEER, de God van Israël:

Als gij de HEER niet wilt dienen,

kies dan nu wie gij wel dienen wilt:

de goden die uw voorouders aan de overkant van de Rivier hebben vereerd,

of de goden van de Amorieten, in wier land gij woont.

Ik en mijn familie, wij dienen de HEER."

Het volk antwoordde:

"Wij denken er niet aan de HEER te verlaten en andere goden te vereren.

De HEER onze God heeft ons en onze vaderen uit Egypte geleid,

uit het land van de slavernij.

Hij heeft voor onze ogen grote tekenen verricht

en ons beschermd op al onze tochten

en tegen alle volken waarmee wij in aanraking kwamen.

Ook wij willen de HEER dienen,

Hij is onze God."

 

EFEZIËRS 5,21-32

Tweede lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze

 

Broeders en zusters,

weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus.

Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer.

Want de man is het hoofd van de vrouw

zoals Christus het hoofd is van de kerk.

Hij is ook de Verlosser van zijn lichaam;

maar zoals de kerk onderdanig is aan Christus,

zo moet ook de vrouw haar man in alles onderdanig zijn.

Mannen, hebt uw vrouw lief zoals Christus de kerk heeft liefgehad:

Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen,

haar reinigend door het waterbad met het woord.

Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid,

zonder vlek of rimpel of fout,

heilig en onbesmet.

Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben

zoals ze hun eigen lichaam liefhebben.

Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf.

Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat;

integendeel, hij voedt en koestert het.

En zo doet Christus met de kerk

omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam.

"Daarom zal de man vader en moeder verlaten

om zich te hechten aan zijn vrouw

en die twee zullen één vlees zijn."

Dit geheim heeft een diepe zin.

Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk.

 

JOHANNES 6,60-69

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

 

In die tijd zeiden velen van Jezus' leerlingen:

"Deze taal stuit iemand tegen de borst.

Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?"

Maar Jezus die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hun:

"Neemt gij daar aanstoot aan?

Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was...?

Het is de geest die levend maakt,

het vlees is van geen nut.

De woorden die Ik tot u gesproken heb

zijn geest en leven.

Maar er zijn er onder u die geen geloof hebben."

- Jezus wist inderdaad van het begin af aan

wie het waren die niet geloofden

en wie Hem zou overleveren. -

Hij voegde eraan toe:

"Daarom heb Ik u gezegd

dat niemand tot Mij kan komen

als het hem niet door de Vader gegeven is."

Ten gevolge hiervan

trokken velen van zijn leerlingen zich terug

en verlieten zijn gezelschap.

Waarop Jezus aan de twaalf vroeg:

"Wilt ook gij soms weggaan?"

Simon Petrus antwoordde Hem:

"Heer, naar wie zouden wij gaan?

Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven

en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt."

 

INGESPROKEN LEZINGEN

(Uit de Nieuwe Bijbelvertaling)

B-cyclus eenentwintigste zondag door het jaar by Bijbeldienst Bisdom Brugge

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Aanstootgevende woorden

De eerste lezing van deze zondag komt uit het boek Jozua, uit het laatste hoofdstuk dat het boek afsluit. Jozua roept de twaalf stammen samen. Het moment is goed gekozen. Jozua, ‘de dienaar van JHWH (24,29) staat op het punt te sterven. Zoals Mozes houdt ook Jozua een afscheidsrede waarin hij de Israëlieten dwingt om tot een keuze te komen: ofwel dient men de afgoden waarmee zij in het land Kanaän geconfronteerd worden, ofwel dient men JHWH 'met onvoorwaardelijke trouw’ (24,14). Het is onmogelijk om tegelijk voor de goden van het land te kiezen en voor JHWH. Wie JHWH is, hoeft het volk zich niet meer af te vragen, want zijn Naam is onafscheidelijk verbonden met de uittocht uit Egypte. Juist in dit handelen heeft Hij zich onderscheiden van de goden van het land, die nu ontmaskerd zijn als afgoden. Het antwoord van het volk op de vraag van Jozua is ontroerend: ‘Wij denken er niet aan de HEER te verlaten en andere goden te vereren!’ Het klinkt heel ferm, al is die standvastigheid al dikwijls op de proef gesteld.

Hetzelfde zinnetje komt terug in het evangelie. ‘Wilt ook gij mij soms verlaten?’, vraagt Jezus aan de leerlingen als Hij zijn broodrede heeft voltooid. Ook hier is het antwoord dat Petrus uitspreekt in naam van de twaalf (!) ontroerend: ‘Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven!’

De keuze voor Jezus was (en is) niet vanzelfsprekend: veel van zijn volksgenoten nemen aanstoot aan Hem, om wat Hij zegt. Hoe kan Hij zichzelf de Mensenzoon noemen? Hoe kan Hij beweren dat Hij in een unieke verhouding staat tot ‘zijn Vader’? Hoe kan Hij zeggen dat alleen wie ‘zijn vlees eet en zijn bloed drinkt’ in Hem zal zijn, zoals hij in de Vader is? Deze aanspraak stuit tegen de borst, gisteren, vandaag en morgen. Tenzij je tot geloof komt, tenzij je gaat ‘zien’ (een kernwoord in het Johannesevangelie) dat GOD in Jezus op een bijzondere en unieke wijze aan het licht komt. Tenzij je ontdekt dat in Jezus heel het verlangen van de Schriften tot zijn bestemming komt. Wie dat gaat zien, komt tot geloof, en zal zeggen zoals Petrus: ‘Gij hebt woorden van eeuwig leven. Tot wie zouden wij anders gaan?’ Wie tot geloof komt, wordt door elkaar geschud. Wat aanstootgevend was, wordt nu opeens diepe werkelijkheid. En tegelijk beseft men dat die woorden voor wie niet tot geloof zijn gekomen, aanstootgevend blijven. Jezus, als de messias van Israël en als Zoon van GOD – deze Jezus blijft een teken van tegenspraak. Maar voor wie tot geloof gekomen is, wordt Hij een bron van kracht, van intens leven, van eeuwig leven.

Deze eenentwintigste zondag heeft nog een verrassing voor ons in petto. De lezing uit de brief aan de christenen in Efeze! Nog een aanstootgevende tekst? Waarschijnlijk wel. Velen zullen het hoofd wegdraaien en zeggen dat zo iets vandaag niet in de Kerk voorgelezen kan worden. Maar de tekst wacht op een goede lector, een goede lezer en een goede interpreet. Het gaat over de verhouding tussen man en vrouw zoals die in de christelijke gemeenschap gestalte krijgt. Er ging van het vroege christendom een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht uit op vrouwen. Paulus zelf had verkondigd dat in Christus de muren tussen Jood en heiden, tussen vrije en slaaf, tussen man en vrouw zijn weggevallen. De Joodse samenleving in die eerste eeuw gaf niet veel ruimte aan vrouwen. Dat was geheel anders in de Jezusbeweging. Had Jezus zelf niet laten zien hoe vrij Hij was in zijn omgang met vrouwen? Als gevolg van het feit dat zich veel vrouwen meldden bij de vroege geloofsgemeenschappen en er een actieve rol opnamen, werd er door de aanhangers van Paulus – die net als Paulus kinderen van hun tijd waren – een correctie aangebracht. Deze tekst getuigt van een dergelijke correctie, uiteraard vanuit het gezichtspunt van mannen. De ‘nieuwe vrouw’ had iets bedreigends. En toch is deze tekst het lezen waard. Eerst is er een opschrift, dat ik liever in de versie van de Nieuwe Bijbelvertaling weergeef: ‘Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus’. Dat is het basisprincipe dat voor iedereen geldt, voor man en vrouw. Vervolgens worden eerst de vrouwen aangesproken (‘Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de HEER’) en daarna de mannen (‘Heb uw vrouw lief zoals Christus de kerk heeft liefgehad’). Wedden dat u bij een zorgvuldige lezing nieuwsgierig begint te worden!?

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT B-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
zondagslezingen
lectionarium
NBV
21ste zondag
tijd door het jaar
B-cyclus

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook