B-cyclus Feest van de Openbaring van de Heer | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
Openbaring van de Heer © Pablo Elices via Pixabay

B-cyclus Feest van de Openbaring van de Heer

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:18
Afdrukken
Geschreven en ingesproken zondagslezingen uit het lectionarium voor het feest van de Openbaring van de Heer met bijhorende commentaar (B-cyclus)

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

 

JESAJA 60,1-6

Uit de profeet Jesaja

Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem,

want de Zon gaat over u op

en de glorie van de HEER begint over u te schijnen.

Want zie:

duisternis bedekt de aarde, het donker de volkeren,

maar over u gaat de HEER op

en zijn glorie is boven u verschenen.

Volkeren komen af op uw licht,

koningen op de luister van uw dageraad.

Sla uw ogen op en zie om u heen:

van overal stromen ze naar u toe,

uw zonen komen van verre,

uw dochters draagt men op de arm.

Bij het zien hiervan zult gij met blijdschap worden vervuld

en uw hart zal bonzen en wijd worden van vreugde.

Want de schatten der zee gaan over in uw bezit,

de rijkdommen der volkeren worden aan u afgedragen.

Een zee van kamelen bedekt u,

jonge kamelen van Midjan en Efa.

Alle bewoners van Sjeba trekken naar u toe;

ze voeren goud en wierook aan

en verkondigen luid de roem van de HEER.

 

EFEZE 3,2-3A.5-6

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze

Broeders en zusters,

Gij hebt vernomen

hoe zich de genade Gods heeft verwezenlijkt

die mij met het oog op u gegeven is;

door openbaring is mij de kennis van het geheim meegedeeld,

zoals ik het reeds in het kort heb beschreven.

Nooit is het onder vroegere geslachten

aan de kinderen der mensen bekend gemaakt,

zoals het nu door de Geest is geopenbaard

aan zijn heilige apostelen en profeten:

dat de heidenen in Christus Jezus mede-erfgenamen zijn,

medeleden en mededeelgenoten van de belofte

door middel van het evangelie.

 

MATTEÜS 2,1-12

Uit het heilig evangelie van onze HEER Jezus Christus volgens Matteüs

Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was,

ten tijde van koning Herodes,

kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen:

“Waar is de pasgeboren koning der Joden?

Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien

en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.”

Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust

en heel Jeruzalem met hem.

Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen

en legde hun de vraag voor

waar de Christus moest geboren worden.

Zij antwoordden hem:

“Te Betlehem in Juda.

Zo immers staat er geschreven bij de profeet:

En gij Betlehem, landstreek van Juda,

gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda,

want uit u zal een leidsman te voorschijn treden,

die herder zal zijn over mijn volk Israël!”

Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen

en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd

waarop de ster verschenen was.

Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht:

“Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind,

en wanneer gij het gevonden hebt, bericht mij het dan

opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.”

Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij.

En zie,

de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit

totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond

stil bleef staan.

Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde.

Zij gingen het huis binnen,

zagen er het Kind met zijn moeder Maria

en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde.

Zij haalden hun schatten te voorschijn

en boden het geschenken aan:

goud, wierook en mirre.

En in een droom van Godswege gewaarschuwd

niet meer naar Herodes terug te keren,

vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.

 

INGESPROKEN LEZINGEN

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

 

Menselijke zoektocht & goddelijke openbaring

De roeping van Israël is een dienst aan de volken – zo mogen we de verhouding tussen Israël en de volken Bijbels typeren. Maar deze ‘dienst’ is niet wat het lijkt: want Israël kan maar van betekenis zijn voor de volken, wanneer het de eigen traditie serieus neemt en trouw is aan de eigen roeping. Het is de roeping van Israël te leven in een verbond en de vrijheid te vinden in een leven in gebondenheid. Israël is gebonden door de Tora, die Tora wordt zelfs een ‘juk’ genoemd! Maar door het juk van de Tora op zich te nemen, krijgt het volk gerechtigheid en vrede aangezegd.

Het is nog nooit vanzelfsprekend geweest om vrijwillig een juk op je te nemen. Het is verre van vanzelfsprekend om te zeggen: ik vertrouw op GOD, ik heb Hem lief, ik laat mij inlijven in zijn verbond en stem mijn leven af op zijn geschiedenis met ons. Want zijn Naam is toch: Hij gaat met ons een weg!

De weg die GOD met zijn volk gaat – met degenen die zich laten inlijven – staat programmatisch beschreven in de Tora. Want de Tora is een gids, een leerroute, daar kun je vernemen wat het is om te vallen en weer op te staan. Een leerroute veronderstelt heel iets anders dan je kritiekloos uitleveren aan een voor altijd vastgelegde set van regels. Wat Tora is, wordt goed uitgedrukt met de moderne slagzin permanent leren.

Niemand kan beslag leggen op het verbond of op de leerroute. GOD staat aan het begin! Als Israël trouw de Tora beleeft, zal het een aantrekkingspool worden voor alle GOD-zoekers. Nu is het eigen aan de Tora, dat men leren moet dat de wegen van GOD dikwijls anders zijn dan die van mensen. Dit geldt vooral op het vlak van de mislukking: want jammerlijk falen is menselijk, de Tora staat bol van menselijk falen. En juist wanneer alles verloren lijkt, neemt GOD een nieuw initiatief. Zo heeft het volk ook de Babylonische ballingschap ervaren: toen er geen lichtpunt meer was, was het GOD die licht bracht. De teksten van de zondag van Openbaring, cirkelen rond de twee tegengestelde polen van ‘duisternis’ en ‘licht’.

‘Duisternis bedekt de aarde’ horen we bij Jesaja. Kunnen wij vandaag iets anders zeggen over een wereld waar zoveel onrecht heerst, waar de schande van uitbuiting en armoede dagelijks op ons netvlies wordt gebrand? En ook Jeruzalem – de stad der steden – is gehuld in het donker. Is er nog hoop voor jou, Jeruzalem? Is er nog hoop voor onze aarde? Maar dan klinkt de stem: laat licht je beschijnen! Nog duidelijker: laat de glorie van GOD over je schijnen! Het is GOD die ons opzoekt, die in onze duisternis het licht wil zijn. En als GOD in het geding is, staat de wereld op zijn kop – altijd! Want Israël was door ‘de volken’ in ballingschap gevoerd, ver weg van het land waar het goed is om te wonen, ver weg van Jeruzalem en de heilige Sionsberg. En zie, als GOD zijn licht over Jeruzalem laat schijnen, komen de volken op haar af, beladen met hun rijkdommen.

Dit visioen uit Jesaja krijgt een nieuwe gedaante in de evangelielezing van Matteüs. Het begin luidt: Jezus – Jeshua: GOD brengt redding! – is geboren. En zie, uit het oosten komen er mensen die naar Hem op zoek zijn. Want zij hebben licht gezien, ze hebben zijn (!) ster gezien aan het firmament. Wie zijn deze mensen? Het zijn ‘magiërs’: mensen die gevoelig zijn voor tekens en voor de tekenen van de tijd. Het lectionarium noemt ze ‘wijzen’. We kunnen ze ook GOD-zoekers noemen. De ster leidt hen naar Jeruzalem, en ze begrijpen nu dat de betekenis van de ster gezocht moet worden in een nieuwe koningstijd voor het Joodse volk. Dát brengt koning Herodes, een vorst die zoveel macht heeft aaneengeregen, natuurlijk aan het schrikken. Hij voelt het heel goed aan: hier is GOD in het geding, en dus is míjn macht bedreigd. Dus staat Herodes iets te doen waar hij goed in is, waar alle machthebbers goed in zijn: een strategie verzinnen, om komaf te maken met het schrikbeeld van een pasgeborene. Bedreigde macht en gewiekste sluwheid baren nieuw onrecht.

Maar de camera zwenkt weg van Herodes en zoomt in op de magiërs. Ironisch genoeg is het Herodes die hen de weg wijst naar de plaats van het heil: Betlehem! En wanneer zij het kind vinden, en het zien in de armen van zijn moeder, verbreedt hun gezicht en zijn ze een en al vreugde. In hen mogen de volken als eersten hun Koninklijke hulde brengen aan de pasgeboren gezalfde van GOD.

 

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT B-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
lectionarium
zondagslezingen
ABC
Feest van de Openbaring

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook