DEUTERONOMIUM 5,12-15
Eerste lezing uit het boek Deuternonomium
Dit zegt de Heer:
"Onderhoud de sabbat:
die moet heilig voor u zijn zoals de Heer uw God u heeft geboden.
Zes dagen kunt ge werken en al uw arbeid verrichten
maar de zevende dag is een sabbat voor de Heer uw God.
Dan moogt ge geen enkele arbeid verrichten,
gijzelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet, uw slaaf niet,
uw slavin niet, uw rund niet, uw ezel niet, uw overige vee niet
en ook niet de vreemdeling binnen uw poorten.
Dan kunnen uw slaaf en uw slavin uitrusten evenals gijzelf.
Bedenk dat gij slaaf zijt geweest in Egypte
en dat de Heer uw God u met sterke hand en opgestoken arm uit dat land heeft geleid.
Daarom heeft Hij u geboden de sabbat te onderhouden."
2 KORINTIERS 4,6-11
Tweede lezing uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters,
dezelfde God die gezegd heeft: "Licht moet schijnen uit het duister"
is als een licht in onze harten opgegaan,
om de kennis te doen stralen van zijn heerlijkheid die ligt over het gelaat van Christus.
Maar wij dragen deze schat in aarden potten;
duidelijk blijkt dat die overgrote kracht van God komt en niet van ons.
Wij worden aan alle kanten bestookt maar raken toch niet klem;
wij zien geen uitweg meer maar zijn nooit ten einde raad;
wij worden opgejaagd maar niet in de steek gelaten;
wij worden neergeveld maar gaan er niet aan dood.
Altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee,
want ook het leven van Jezus moet in ons lichaam openbaar worden.
Voortdurend wordt ons leven aan de dood uitgeleverd om Jezus' wil
opdat ook het leven van Jezus zich zou openbaren in ons sterfelijk bestaan.
MARCUS 2,23-3,6
Lezing uit het evangelie volgens Marcus
Eens ging Jezus op sabbat door de korenvelden
en zijn leerlingen begonnen onder het gaan aren te plukken.
De Farizeeen zeiden tot Hem:
"Waarom doen ze op sabbat iets wat niet geoorloofd is?"
Hij gaf hun ten antwoord:
"Hebt gij nooit gelezen wat David deed,
toen hij gebrek had en hij en zij metgezellen honger kregen?
Hoe hij onder de hogepriester Abjatar het huis van God binnenging
en van de toonbroden at, die alleen de priesters mogen eten,
en hoe hij er ook van gaf aan zijn metgezellen?"
En Hij voegde er aan toe:
"De sabbat is gemaakt om de mens maar niet de mens om de sabbat.
De Mensenzoon is dus Heer ook van de sabbat."
Op een andere keer ging Hij naar de synagoge
waar een man aanwezig was met een verschrompelde hand.
Zij hielden Hem in het oog of Hij hem op sabbat zou genezen,
met de bedoeling Hem daarvan te beschuldigen.
Hij zei nu tot de man met de verschrompelde hand:
"Kom in het midden staan."
Daarop stelde Hij hun de vraag:
"Is het niet eerder geoorloofd op sabbat goed te doen dan kwaad,
iemand te redden dan te doden?"
Maar zij zwegen. Toen liet Hij toornig, maar tegelijkertijd bedroefd om de verstoktheid van hun hart,
zijn blik rondgaan en zei tot de man: "Steek uw hand uit."
Hij stak zijn hand uit en deze was weer gezond.
De Farizeeen gingen naar buiten
en aanstonds smeedden zij met de Herodianen plannen om Hem uit de weg te ruimen.
Printvriendelijke versie van de lezingen