C-cyclus elfde zondag door het jaar | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
zondag door het jaar - zomer © Carolyn V_Unsplash

C-cyclus elfde zondag door het jaar

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:18
Afdrukken
Geschreven en ingesproken lezingen voor de 11de zondag door het jaar (C-cyclus) met bijhorende commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

2 SAMUËL 12,7-10.13

Uit het tweede boek Samuël

 

In die dagen sprak de profeet Natan tot David:

“Zo spreekt de HEER, de God van Israël;

Ik heb u gezalfd tot koning over Israël,

ik heb u bevrijd uit de macht van Saul,

ik heb u het huis van uw heer geschonken

en u de beschikking gegeven over de vrouwen van uw heer;

ik heb u het huis van Israël en Juda gegeven,

en als dat te weinig is, wil ik er nog evenveel aan toevoegen.

“Waarom hebt gij dan het gebod van de HEER geminacht

en gedaan wat hem mishaagt?

Uria de Hethiet hebt gij met het zwaard geslagen,

zijn vrouw hebt gij u toegeëigend

en hemzelf hebt gij vermoord door het zwaard van de Ammonieten.

“Welnu het zwaard zal nooit meer wijken van uw huis,

omdat gij Mij hebt geminacht

en de vrouw van Uria de Hethiet tot vrouw hebt genomen.”

Toen zei David tot Natan:

“Ik heb tegen de HEER gezondigd.”

Natan antwoordde:

“Dan heeft de HEER u deze zonde vergeven:

gij zult niet sterven.”

 

GALATEN 2,16.19-21

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten

 

Broeders en zusters,

Wij weten dat de mens niet gerechtvaardigd wordt

door de wet te onderhouden,

maar alleen door het geloof in Christus Jezus.

Ook wij zijn daarom in Christus Jezus gaan geloven,

om rechtvaardiging te verkrijgen door het geloof,

en niet door daden die de wet voorschrijft;

“Want door zulke daden zal geen mens gerechtvaardigd worden,”

zegt de Schrift.

Want ik ben dood voor de wet;

door de wet ben ik gestorven

om te leven voor God.

Met Christus ben ik gekruisigd.

Ik leef niet meer.

Christus leeft in mij.

Dit sterfelijk bestaan is voor mij nog slechts

leven vanuit het geloof in Gods Zoon,

die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgeleverd.

Alleen zó erken ik de genade van God.

Als de wet ons kon rechtvaardigen,

dan was Christus voor niets gestorven.

 

LUCAS 7,36-8,3 (OF: LUCAS 7,36-50)

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

 

In die tijd vroeg een van de Farizeeën Jezus bij zich te eten,

Jezus trad het huis van de Farizeeër binnen en ging aanliggen.

Een vrouw nu, die in de stad als zondares bekend stond,

was te weten gekomen

dat Jezus in het huis van de Farizeeër te gast was.

Zij nam een albasten vaasje met balsem mee

en ging schreiend achter Hem, bij zijn voeten staan.

Haar tranen maakten zijn voeten nat,

die ze met haar hoofdhaar afdroogde.

Zij kuste ze keer op keer en zalfde ze met de balsem.

Toen de Farizeeër die Hem uitgenodigd had dit zag,

zei hij bij zichzelf:

“Als dit een profeet was zou Hij weten

wie en wat voor een vrouw het is die Hem aanraakt;

het is immers een zondares.”

Jezus gaf hem ten antwoord :

“Simon, ik heb u iets te zeggen.”

Waarop deze zei:

“Zeg het, Meester.”

“Een geldschieter had twee schuldenaars

de een was hem vijfhonderd, de ander vijftig denariën schuldig.

“Omdat zij die niet konden teruggeven

schold hij ze aan allebei kwijt.

“Wie van hen zal nu het meest van hem houden?”

“Ik veronderstel,

– antwoordde Simon –

diegene aan wie hij het meeste heeft kwijtgescholden.”

Jezus zei tot hem:

“Uw oordeel is juist.”

Daarop keerde Hij zich tot de vrouw en zei tot Simon:

“Ge ziet die vrouw daar?

Ik kwam uw huis binnen;

ge hebt niet eens water over mijn voeten gegoten,

maar mijn voeten zijn nat geworden door haar tranen

en zij heeft ze met haar haren afgedroogd.

Gij hebt Mij niet eens een kus gegeven,

maar zij hield sinds Ik binnenkwam

niet op mijn voeten te kussen.

Gij hebt mijn hoofd niet met olie gezalfd,

maar zij heeft mijn voeten gezalfd met balsem.

Daarom zeg ik u:

haar zonden zijn haar vergeven, al zijn ze nog zo talrijk

want zij heeft veel liefde betoond.

Weinig liefde betoont hij

aan wie weinig wordt vergeven.”

Daarop sprak Hij tot haar:

“Uw zonden zijn u vergeven.”

De andere gasten vroegen zich af:

“Wie is deze man, die zelfs zonden vergeeft?”

Jezus zei tot de vrouw:

“Uw geloof heeft u gered: ga in vrede.”

(Er volgde nu een tijd

waarin Hij predikend rondtrok door stad en dorp

en de Blijde Boodschap van het Rijk Gods verkondigde.

De twaalf vergezelden Hem

en ook enkele vrouwen

die van boze geesten en ziekten verlost waren:

Maria, die Magdalena wordt genoemd,

uit wie zeven duivels waren weggegaan,

Johanna, de vrouw van Herodes’ rentmeester Chuzas,

Suzanna en vele anderen,

die uit eigen middelen voor hen zorgden.)

 

INGESPROKEN LEZINGEN

C-cyclus elfde zondag door het jaar by Bijbeldienst Bisdom Brugge

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Zo ruimhartig als GOD

Laten we maar met de deur in huis vallen. Wie in zijn leven veel kwaad heeft berokkend aan zijn medemens en in talrijke opzichten de wil van god heeft genegeerd, en dan tot inkeer komt en zich toewendt naar god en vergeving vindt – zo iemand put uit deze onmetelijke liefde van god een nieuwe liefde die naar alle kanten overvloeit. Mensen die een dergelijke ommekeer in hun leven hebben meegemaakt – van notoire ‘zondaar’ naar ‘kind van god’ – bezitten soms een overmaat aan liefde. Deze overmaat aan liefde wordt door hen die altijd zuinigjes op het rechte pad zijn gebleven, als overdreven en soms ook als ongepast ervaren: ze voelen zich er ongemakkelijk bij. Dit is exact van toepassing op de vrouw uit het evangelie en haar kritische observator, Simon de Farizeeër.

Laten we eens kijken wat er gebeurt. Jezus is te gast bij Simon, die Hem verwelkomt met een feestmaal waarbij de gasten ‘aanliggen’. Dat is niet niks. In de tijd dat de deuren van de huizen nog gewoon openstonden, was het niet vreemd dat er opeens iemand binnenkwam. Een vrouw! Ze gaat recht op Jezus af, zonder zich te excuseren of om toelating te vragen, en begint aan een reeks van opzienbarende handelingen: ze is vol emotie en weent daarom, ze laat haar tranen neervallen op de voeten van Jezus, ze maakt zomaar haar haren los en droogt daarmee de voeten van Jezus. En nog veel meer: ze kust de voeten van Jezus met haar betraande lippen, en ze zalft zijn voeten met een geurige balsem. Wat een tafereel!

Simon valt bijna van zijn stoel. De conversaties van het gastmaal zijn stilgevallen. Jezus ziet hoe de verbolgen ogen van Simon de vrouw verwijtend aanstaren. Simon is niet alleen ongemakkelijk door het gedrag van de vrouw, maar ook boos op Jezus: hoe kan deze dit zomaar toelaten? Dan is Hij blijkbaar toch niet de profeet waar Simon Hem voor hield!

Maar Jezus laat het wel toe. En nu wil Hij Simon voor zich winnen, Hij wil hem over de streep halen die hij tussen zichzelf en de vrouw en nu ook tussen zichzelf en Jezus getrokken heeft. De toon waarmee Jezus zijn gastheer aanspreekt klinkt bekommerd en liefdevol: ‘Simon, ik wil je iets zeggen.’ En Simon laat het toe: ‘Zeg het maar, rabbi!’ En zoals de profeet Nathan ooit de onwillige David tot inzicht had gebracht met de eenvoudige parabel van de rijke die het lammetje van de arme stal, zo tracht Jezus een ommekeer teweeg te brengen in het brein van Simon door het vertellen van de gelijkenis van de geldschieter en de twee schuldenaars. Wie zal het meest zijn liefde betuigen aan de geldschieter, hij die vijfhonderd denariën – vijfhonderd maal het dagloon van een arbeider! – kreeg kwijtgescholden, of degene die ‘slechts’ vijftig denariën kreeg kwijtgescholden? Simons antwoord klinkt schoorvoetend, alsof hij wel aanvoelt waar Jezus naartoe wil: ‘Ik veronderstel: degene aan wie het meeste werd kwijtgescholden.’ En Jezus prijst Simon om zijn juiste oordeel.

En dan volgt niets dan de praktische uitwerking. In een niet verwijtende toon laat Jezus het verschil zien tussen het aanvaardbare maar toch ‘zuinige’ gedrag van Simon, en het van intensiteit kolkende gedrag van de vrouw. Met een heel precieze beschrijving maakt Jezus het verschil duidelijk. Waar komt die overmaat van liefde van de vrouw vandaan? Haar werd veel kwijtgescholden – door god! De vrouw weerspiegelt als het ware de gratuite en altijd verrassende liefde die eigen is aan god. Simon zelf heeft waarschijnlijk niet zoveel kerven op zijn stok, hij heeft altijd goed geleefd, maar op basis daarvan veroordeelt hij nu wel het gedrag van de vrouw. En Jezus zegt hem: Wie weinig moet worden kwijtgescholden, die is meestal ook zelf weinig gul en overvloedig in het betonen van liefde. Wie de schoen past, trekke hem aan!

Dit is evangelie – blijde boodschap – op het scherp van de snee. Alle snaren van onze menselijke emoties kunnen hier meetrillen. En bijna onvermijdelijk gaat de lezer ook zelf zijn positie zoeken: sta ik meer in de schoenen van Simon, of juist meer in de schoenen van de vrouw? Met het beantwoorden van die vraag, wordt meteen ook duidelijk in welke richting de boodschap van dit evangelie voor mij persoonlijk gezocht moet worden. Een beklijvende oefening.

Dan volgt er nog een scène waarin Jezus de vrouw persoonlijk aanspreekt. Want tot nu toe heeft Hij alleen over haar gesproken. En Hij bevestigt in de vrouw wat bij haar tot dit grote vermogen om lief te hebben heeft geleid: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ En dit keer zijn het Jezus’ woorden die aanstoot geven aan de andere gasten die aanliggen. Maar Jezus laat zich niet uit het veld slaan. Hij looft de vrouw omdat zíj begrepen heeft uit welke bron Jezus zelf leeft: ‘Uw geloof heeft u gered. Ga in vrede!’

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT C-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
zondagslezingen
lectionarium
11de zondag
C-cyclus
tijd door het jaar

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook