SIRACH 3,2-6.12-14
Eerste lezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach
De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen;
en de moeder recht gegeven over haar zonen.
Wie zijn vader eerbiedigt krijgt vergiffenis van zonden,
en als iemand die schatten verzamelt
is hij die zijn moeder eert.
Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen,
en wanneer hij bidt wordt hij verhoord.
Wie zijn vader eert zal een lang leven genieten
en wie zijn vader gehoorzaamt
verkwikt het hart van zijn moeder.
Wie de Heer vreest, eert zijn ouders.
Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag
en doe hem geen verdriet zolang hij leeft.
Op de dag dat je in nood bent, wordt aan jou gedacht:
gij die nog in volle kracht zijt, veracht uw vader niet.
Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten,
anders dan de zonden, bouwt zij uw huis op.
KOLOSSENZEN 3,12-21
Tweede lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Christenen van Kolosse
Broeders en zusters,
Bekleed u, als Gods heilige en geliefde uitverkorenen,
met tedere ontferming, goedheid, deemoed,
zachtheid en geduld.
Verdraag elkander
en vergeef elkander als de een tegen de ander een grief heeft.
Zoals de Heer u vergeven heeft,
zo moet ook gij vergeven.
Voeg bij dit alles de liefde, als de band der volmaaktheid.
En laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam.
En wees dankbaar.
Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.
Leer en vermaan elkaar met alle wijsheid.
Zing voor God met een dankbaar hart psalmen,
hymnen en liederen
ingegeven door de Geest.
En al wat Gij doet in woord of werk.
Doe alles in de naam van Jezus de Heer,
God de Vader dankend door Hem.
Vrouwen, wees uw man onderdanig,
zoals het christenen betaamt.
Mannen, heb uw vrouw lief
en wees niet humeurig tegen haar.
Kinderen, gehoorzaam uw ouders in alles,
want dat is de Heer welgevallig.
Vaders, terg uw kinderen niet;
opdat zij de moed niet verliezen.
LUCAS 2,41-52
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
Ieder jaar reisden de ouders van Jezus
bij gelegenheid van het Paasfeest naar Jeruzalem.
En overeenkomstig het gebruik bij dit feest
gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was.
Maar na afloop van die dagen keerden zij naar huis terug.
Het kind Jezus bleef echter in Jeruzalem achter
zonder dat zijn ouders het wisten.
In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond,
gingen zij een dagreis ver,
en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden.
Omdat zij Hem niet vonden
keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug.
Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel,
waar Hij te midden van de leraren zat
naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Allen die Hem hoorden
waren verbaasd over zijn inzicht en zijn antwoorden.
Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij verslagen.
Zijn moeder zei tot Hem:
"Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan?
Denk toch eens met wat een pijn
uw vader en ik naar U hebben gezocht."
Maar Hij antwoordde:
"Wat hebt ge toch naar Mij gezocht?
Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?"
Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde.
Hij ging met hen mee naar Nazaret
en was aan hen onderdanig.
Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart.
En met de jaren
nam Jezus toe in wijsheid
en welgevalligheid bij God en de mensen.
INGESPROKEN LEZINGEN