1 KONINGEN 8,41-43
Uit het eerste boek Koningen
In die dagen bad Salomo in de tempel als volgt:
“Heer, ook als een vreemdeling, die niet tot uw volk Israël behoort,
omwille van uw Naam uit een ver land komt,
en gaat bidden in deze tempel
omdat hij gehoord heeft van uw grote naam,
uw krachtige hand en uw uitgestrekte arm,
luister dan vanuit de hemel, uw woonstede,
en doe alles waarom de vreemdeling U smeekt.
Dan zullen alle volken der aarde U Ieren kennen
en U, evenals uw volk Israël, vrezen;
dan zullen zij weten dat over deze tempel, die ik gebouwd heb,
uw Naam is uitgeroepen.”
GALATEN 1,1-2.6-10
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Galatië
Broeders en zusters,
Ik sta verbaasd, dat gij zo spoedig van Hem die u tot de genade geroepen heeft
afvalt om een ander evangelie aan te hangen.
Er bestáát geen ander.
Er zijn alleen maar lieden die u in verwarring brengen
en proberen het evangelie van Christus te verdraaien.
Maar al zouden wijzelf of een engel uit de hemel of wie dan ook
een evangelie verkondigen dat afwijkt van wat wij u verkondigd hebben,
hij zij vervloekt!
Wat ik vroeger heb gezegd, herhaal ik nu:
als iemand u een ander evangelie verkondigt dan gij ontvangen hebt,
hij zij vervloekt!
Wie tracht ik nu voor mij te winnen, de mensen of God?
Zoek ik soms de gunst van mensen?
Als ik nog de gunst van mensen zocht zou ik geen dienaar van Christus zijn.
LUCAS 7,1-10
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
In die tijd ging Jezus, na afloop van zijn onderricht aan het luisterende volk naar Kafarnaüm. Daar was een honderdman,
die een knecht had aan wie hem veel gelegen was;
die knecht was ziek en lag op sterven.
Omdat de honderdman Jezus hoorde
zond hij enkele oudsten van de Joden naar Hem toe
met het verzoek zijn knecht te komen genezen.
Bij Jezus gekomen riepen zij met aandrang zijn hulp in.
Ze zeiden: “Hij verdient dat Gij hem deze gunst bewijst,
want hij houdt van ons volk en hij heeft op eigen kosten
de synagoge voor ons gebouwd.”
Daarop ging Jezus met hen mee.
Maar toen Hij niet ver meer van het huis was
liet de honderdman Hem door vrienden zeggen:
“Heer, doe geen verdere moeite;
ik ben niet waard dat Gij onder mijn dak komt.
Daarom meende ik ook er geen aanspraak op te mogen maken
persoonlijk naar U toe te komen.
Maar een woord van U is voldoende om mijn knecht te doen genezen.
Want al ben ik zelf een ondergeschikte,
ik heb weer manschappen onder mij;
en tot de een zeg ik: ga, en hij gaat,
en tot een ander: kom, en hij komt,
en aan mijn knecht: doe dit, en hij doet het.”
Toen Jezus dit hoorde stond Hij verwonderd over hem.
Hij keerde zich om en zei tot het volk dat Hem volgde:
“Ik zeg u: zelfs in Israël heb Ik zo’n groot geloof niet gevonden.”
Toen de mensen die gestuurd waren in het huis terugkeerden,
vonden zij de knecht weer gezond.
INGESPROKEN LEZINGEN