A-cyclus derde zondag door het jaar | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Biblia

Biblia

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • BIBLIA, een gloednieuw Bijbels belevingsmuseum in Brugge Vorming en liturgie
      Godly PlayBijbel van A tot ZLectionarium voor de zon- en feestdagenPublicaties
      Biblia, tijdschrift voor Bijbel en Liturgie Over ons
      De Bijbeldienst als vormingsdienstActiviteitenkalenderElektronische nieuwsbriefBlog
Zondag door het jaar © Thomas B. via Pixabay

A-cyclus derde zondag door het jaar

icon-icon-inspiratie
Gepubliceerd op zondag 23 januari 2022 - 13:19
Afdrukken
Geschreven en ingesproken zondagslezingen uit het lectionarium voor de 3de zondag door het jaar (A-cyclus) met bijhorende commentaar

EERSTE LEZING

TWEEDE LEZING

EVANGELIE

INGESPROKEN LEZINGEN

COMMENTAAR

 

JESAJA 8,23B; 9,3

Uit de Profeet Jesaja

In vroeger tijd is er oneer gebracht

over het land Zebulon en over het land Naftali,

maar in de toekomst wordt er eer gebracht

over de zeeweg

en de overkant van de Jordaan,

en over het gewest van de heidenen.

Het volk dat in het donker wandelt

ziet een groot licht;

een licht straalt over hen

die wonen in het land van doodse duisternis.

Gij hebt hun blijdschap vermeerderd,

hun vreugde vergroot.

Voor uw aanschijn zijn zij vol vreugde,

een vreugde als die om de oogst,

als die van mensen,

die jubelen bij het verdelen van de buit.

Want het juk dat zwaar op het volk drukte,

de stang op hun schouders,

en de stok van de drijvers,

Gij hebt ze stukgebroken

als op de dagen van Midjan.

 

1 KORINTIËRS 1,10-13.17

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte

Broeders en zusters,

ik bezweer u bij de naam van onze HEER Jezus Christus:

weest allen eensgezind,

laat er geen verdeeldheid onder u zijn;

weest volkomen een van zin en een van gevoelen.

Er is mij namelijk door de huisgenoten van Chloë over u verteld,

broeders en zusters,

dat er onenigheid onder u heerst.

Ieder van u schijnt zijn eigen leus te hebben:

`Ik ben van Paulus.' `Ik van Apollos.'

'Ik van Kefas.'  'Ik van Christus.'

Is Christus dan in stukken verdeeld?

Is Paulus voor u gekruisigd?

Of zijt gij gedoopt in de naam van Paulus?

Christus heeft mij niet gezonden om te dopen.

Hij heeft mij gezonden om het evangelie te verkondigen,

en dat niet met wijsheid van woorden;

anders zou het kruis van Christus zijn kracht verliezen.

 

MATTEÜS 4,12-23 OF 4,12-17

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Toen Jezus vernam dat Johannes was gevangen genomen,

week Hij uit naar Galilea.

Met voorbijgaan echter van Nazaret

vestigde Hij zich in Kafarnaüm

aan de oever van het meer,

in het grensgebied van Zebulon en Naftali,

opdat in vervulling zou gaan het woord van de profeet Jesaja:

“Land van Zebulon, land van Naftali,

liggend aan de zee, Overjordanië:

Galilea van de heidenen!

Het volk dat in de duisternis zat,

heeft een groot licht aanschouwd;

en over hen die in het land

van doodse duisternis gezeten waren,

over hen is een licht opgegaan.”

Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen:

“Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij.”

(Eens toen Hij zich bij het meer van Galilea ophield,

zag Hij twee broers, Simon die Petrus wordt genoemd

en diens broer Andreas.

Zij waren bezig het net uit te werpen in het meer;

het waren namelijk vissers.

Hij sprak tot hen:

“Komt, volgt Mij;

Ik zal u vissers van mensen maken.”

Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.

Iets verder zag Hij nog twee broers,

Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en diens broer Johannes;

met hun vader Zebedeüs waren zij in de boot

de netten aan het klaarmaken.

Hij riep hen,

en onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader achter

en volgden Hem.

Jezus trok rond door geheel Galilea,

terwijl Hij als leraar optrad in hun synagogen,

de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk

en alle ziekten en kwalen onder het volk genas.)

 

INGESPROKEN LEZINGEN

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

 

 

COMMENTAAR BIJ DE LEZINGEN

Jean Bastiaens

Kan de messias uit Galilea komen?

Jezus is de messias van Israël. Hij is verbonden met de geschiedenis van de aartsvaders, van de rechters, de koningen, de profeten enzovoort. Jezus hoort dus bij een volk, het Joodse volk. Hij spreekt de ‘taal’ van dat volk, en dat is de taal van de heilige Geschriften. Jezus leeft vanuit de Tora, Hij kent de profeten, Hij gaat op bedevaart naar de tempel voor de grote feesten. Als profeet staat Jezus ook kritisch tegenover wie het onder het volk voor het zeggen hebben: Hij krijgt het regelmatig aan de stok met de priesterlijke hiërarchie, met de gezagsdragers, met hooggeplaatste Schriftgeleerden. In het evangelie is het niet zozeer de vraag of Jezus de messias is, maar wat voor messias Hij is. Op dat punt zitten zelfs Hij en zijn directe leerlingen niet op een lijn. Jezus zal het begrip messias met heel andere inhouden vullen dan de leerlingen. Om zijn leerlingen te helpen om op een andere manier tegen de taak van de messias aan te kijken, zal Jezus beroep doen op een vrij onbekende messiaanse titel: die van Mensenzoon. In het evangelie zal de titel ‘Mensenzoon’ dan ook alleen uit zijn mond komen.

Waar komt de messias vandaan? Op het feest van Openbaring hebben we het antwoord gekregen: de Schriftgeleerden laten Herodes weten dat de messias uit Betlehem moet komen. In het Matteüsevangelie zal Jezus inderdaad geboren worden in Betlehem. Het is maar vanwege de bedreiging die uitgaat van de Herodes-dynastie, dat Jozef besluit om zich te vestigen in Nazaret (Matteüs 2,22). Later zal blijken dat het volk in Judea het maar verdacht vindt dat Jezus uit Galilea afkomstig is. Wanneer Jezus zijn intocht houdt in Jeruzalem, gezeten op een ezelsveulen, vragen de mensen wie dat is. Het antwoord uit de menigte luidt: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea!’ Het klinkt alsof Jezus uit een vreemd gebied afkomstig is. En dat is voor een stuk ook zo, want het gebied van Galilea heeft een woelige geschiedenis gekend, en is vaak bewoond door mensen die niet bij Israël hoorden. In het Johannesevangelie horen we Natanaël vragen: ‘Kan er uit Nazaret iets goeds komen?’ En in datzelfde evangelie horen we tot tweemaal toe beweren dat de messias niet uit Galilea afkomstig kan zijn (Johannes 7,41.52).

De eerste lezing en de evangelielezing van deze zondag zetten wat dat betreft de puntjes op de i. Eerst krijgen we een profetie te horen over het land van Zebulon en Naftali, dat wil zeggen over drie door Assyrië ingestelde provincies van het Noordrijk: het gebied over de zeeweg, het gebied aan de overkant van de Jordaan en het ‘gewest van de heidenen’ – dat laatste is de oude aanduiding voor Galilea. Ook al is het Noordrijk onder de voet gelopen door de Assyriërs, eenmaal zal het in ere hersteld worden als het gebied waar de GOD van Israël koning mag zijn. Zoals ooit Gideon met de noordelijke stammen een bevrijdingsoorlog voerde tegen de Midjanieten, zo zal het Noordrijk en in het bijzonder Galilea – het gewest van de heidenen – weer deel krijgen aan het Licht dat uitgaat van de GOD van Israël.

Voor Matteüs wordt die belofte vervuld in het optreden van Jezus. Want het is inderdaad in Galilea dat Jezus weldoende rond zal gaan. Dat deed Hij niet uit vrije wil. We horen aan het begin van de evangelielezing dat Jezus in het zuiden vertoeft, maar dat Hij als gevolg van de arrestatie van Johannes de Doper ‘uitwijkt’ naar Galilea – zoals destijds Jozef ‘uitgeweken’ was naar Galilea om niet in handen te vallen van Archelaüs. Maar de faam van Jezus’ weldoende optreden is zo groot, dat spoedig ook mensen uit andere gebieden en uit Judea op zijn prediking afkomen.

Voor de leiders in Jeruzalem zal Jezus een randfiguur blijven. Iemand uit Galilea. En zijn leerlingen zijn ook allemaal Galileeërs die zich verraden door hun dialect (Matteüs 26,69). Maar voor de evangelist Matteüs hebben deze leiders de Schriften niet goed gelezen, want in Jesaja staat duidelijk dat de messias als een licht zal opgaan over ‘het Galilea van de heidenen’. Het gebied van Galilea had inderdaad genoeg deel gekregen aan de duistere praktijken van bezetters en veroveraars. Maar daar is nu een einde aan gekomen.

De eerste leerlingen die geroepen worden, zijn eveneens randfiguren. Het zijn doodgewone vissers, in de ogen van de geleerden ‘ongeletterde mensen’ (Handelingen 4,13). Maar wat nietig was, wordt door GOD juist uitverkoren. Jezus trekt rond en spreekt over het Koninkrijk van de Hemel. De vissers horen Hem en voelen zich sterk door Hem aangetrokken. Jezus roept hen, en belooft: ‘Jullie zullen vissers van mensen worden.’ Het appèl dat van Jezus uitgaat is zo groot, dat de zonen van Zebedeüs alles achterlaten. Zijn liefde is onweerstaanbaar.

 

Printvriendelijke versie van de lezingen en het commentaar

← VORIGE ZONDAG NAAR OVERZICHT A-CYCLUS VOLGENDE ZONDAG →

Gepubliceerd door

Biblia

Meer

Liturgie en Catechese
Inspiratie
lectionarium
zondagslezingen
A-cyclus
zondag door het jaar
3de

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

A-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

B-cyclus

icon-icon-artikel
Lectionarium voor de zondagen © Pixabay
readmore

C-cyclus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2023 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook