2 SAMUËL 7,4-5A.12-14A.16
Uit het tweede boek Samuël
In die dagen
werd het woord van de HEER gericht tot de profeet Natan:
"Zeg aan mij dienaar David:
Zo spreekt de HEER:
Als uw dagen voleind zijn
en gij bij uw vaderen rust,
zal Ik de nazaat die gij verwekt,
hoog verheffen en zijn koninklijke macht in stand houden.
Hij zal een huis bouwen ter ere van mijn naam
en Ik zal zijn koninklijke troon
voor altijd in stand houden.
Ik zal hem tot vader zijn en hij zal mijn zoon zijn.
Zo zal uw huis en uw koninklijke macht
altijd stand houden;
uw troon staat voor eeuwig."
ROMEINEN 4,13.16-18.22
Uit de brief van Paulus aan de Romeinen
Broeders en zusters,
De belofte aan Abraham en zijn nakomelingen
dat zij de wereld zouden erven,
steunt niet op de wet
maar op de gerechtigheid van het geloof.
Daarom hangt het af van het geloof
en dus van de genade
en is de belofte verzekerd voor heel het nageslacht,
niet alleen voor hen die de wet hebben ontvangen
maar voor allen die het geloof navolgen
van ons aller vader Abraham.
Van hem staat immers geschreven:
"Ik heb u vader gemaakt van vele volken."
Hij is dit voor het aanschijn van God,
in wie hij heeft geloofd,
die de doden levend maakt
en wat niet bestaat in het aanzijn roept.
Tegen de hoop in heeft hij gehoopt
en geloofd dat hij vader zou worden van vele volken,
gelijk hem gezegd was:
"Zo talrijk zal uw nageslacht zijn."
Daarom werd het hem als gerechtigheid aangerekend.
MATTEÜS 1,16.18-21.24A
Uit het evangelie volgens Matteüs
Jakob was de vader van Jozef, de man van Maria,
en uit haar werd Jezus geboren, die Christus wordt genoemd.
De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze:
Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef
bleek zij, voordat ze gingen samenwonen,
zwanger van de heilige Geest.
Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was
en haar niet in opspraak wilde brengen,
dacht hij er over
in stilte van haar te scheiden.
Terwijl hij dit overwoog,
verscheen hem in een droom een engel van de Heer
die tot hem sprak:
"Jozef, zoon van David,
wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen;
het kind in haar schoot is van de heilige Geest.
Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen,
want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden."
Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had.
Printvriendelijke versie van de lezingen
INGESPROKEN LEZINGEN
(Uit de Nieuwe Bijbelvertaling)