EZECHIËL 47,1-2.8-9.12
Eerste lezing uit de profeet Ezechiël
In die dagen
bracht een engel mij
naar de ingang van de tempel des Heren.
En daar zag ik onder de drempel
water opwellen en in oostelijke richting stromen;
de voorzijde van de tempel ligt immers op het oosten.
Het water stroomde eerst zuidwaarts
langs de muur
en dan langs de zuidkant van het altaar.
Hij leidde mij door de noordpoort buitenom
naar de oostelijke buitenpoort
en rechts daarvan kwam het water weer tevoorschijn.
En de engel zei:
"Dit water stroomt
door het oostelijk deel van het land
naar de Araba,
mondt uit in de Zoutzee
en maakt het water van de zee gezond.
De rivier brengt leven
overal waar hij stroomt;
het wemelt er van dieren.
De zee zit vol vis,
want de rivier die erin uitmondt,
maakt het water gezond.
Overal waar hij stroomt, is volop leven.
Aan beide oevers van de rivier
groeien allerlei vruchtbomen;
hun bladeren verdorren niet
en ze zijn nooit zonder vruchten.
Elke maand dragen ze vruchten,
omdat het water dat ze voedt,
uit het heiligdom komt.
De vruchten zijn eetbaar
en de bladeren hebben geneeskracht."
1 KORINTIËRS 3,9B-11.16-17
Tweede lezing uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen in Korinte
Broeders en zusters,
Gij zijt Gods bouwwerk.
Naar de mij gegeven genade heb ik als een kundig bouwmeester
het fundament gelegd waarop een ander voortbouwt.
Maar laat iedereen toezien hoe hij daarop bouwt.
Want niemand kan een ander fundament leggen
dan wat er reeds ligt, namelijk Jezus Christus.
Gij weet toch dat gij Gods tempel zijt
en dat de Geest van God in u woont?
Als iemand de tempel van God te gronde richt
zal God hem te gronde richten.
Want de tempel van God is heilig
en die tempel zijt gij.
JOHANNES 2,13-22
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
Toen het paasfeest der Joden nabij was
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan
van runderen, schapen en duiven
en ook de geldwisselaars die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel,
ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels
en Hij wierp die omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
"Weg met dit alles!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!"
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
De ijver voor uw huis zal mij verteren.
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
"Wat voor teken kunt Gij ons laten zien
dat Gij dit doen moogt?"
Waarop Jezus hun antwoordde:
"Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen."
Maar de Joden merkten op:
"Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?"
Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
INGESPROKEN LEZINGEN