Huisliturgie 3de zondag in de veertigdagentijd (C-jaar)

Met dit gebedsmoment kan je thuis alleen of samen met jouw huisgenoten een moment stilvallen en bidden rond het evangelie van deze zondag (Lc 13,1-9).

Benodigdheden: een kaars en een aansteker.

Als je ook de voorgestelde muziek wil beluisteren, moet je tevens een computer, laptop, tablet of smartphone bij de hand hebben.
Best is er één iemand die het gebedsmoment leidt en de teksten voorbidt. Het evangelie en de voorbede kunnen door iemand anders worden voorgelezen.

Kruisteken en opening

We zijn hier samen in de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest. Amen.

We horen vandaag in het evangelie dramatische verhalen. Het gaat over een slachtpartij aangericht door Pilatus en over een moordend ongeval. Maar bovenal vertelt Lucas over Gods liefde die steeds nieuwe kansen biedt.

Ontsteken van een kaars

God,
Door het aansteken van deze kaars
Getuigen wij dat wij op U vertrouwen
Dat Gij geen God van wraak en wroeging zijt
Maar een God van hoop en liefde
Licht in onze duisternis.
Amen.

Lied: Bless the Lord my soul (Taizé, naar psalm 103)

Bless the Lord my soul
And bless God’s holy name
Bless the Lord my soul
Who leads me into life.

Gebed

God,
Ik kom vandaag tot U
in al mijn kleinheid en zwakheid
maar ook in groot vertrouwen
dat Gij in mij gelooft.
Ga dan met mij op weg
En omarm mij met uw goedheid
Zodat ik kan groeien in liefde
En steeds meer anderen nabij kan zijn.
Amen

Lezing

Op dat ogenblik kwamen er mensen bij Hem met het bericht over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren had vermengd. Hij zei daarop: ‘Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat hun dit is overkomen? Geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert, zult u allemaal, net als zij, omkomen. Of die achttien die gedood werden toen de Siloam-toren instortte, denkt u dat zij schuldiger zijn geweest dan alle andere inwoners van Jeruzalem? Geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert, zult u allemaal, net als zij, omkomen.’ Hij vertelde deze gelijkenis: ‘Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan zaten, maar vond er geen. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: “Dit is nu al het derde jaar dat ik kom kijken of er aan deze vijgenboom vruchten zitten, en er geen vind. Hak hem maar om. Waarom zou hij de grond nog verder in beslag nemen?” De wijngaardenier antwoordde: “Mijnheer, laat hem dit jaar nog staan, zodat ik de grond eromheen kan omspitten en bemesten. Wie weet draagt hij dan volgend jaar vrucht. Zo niet, hak hem dan maar om.”
(Lc 13,1-9)

Korte commentaar

Er is de leerlingen van Jezus een drama ter ore gekomen: een groep opstandige Galileeërs werd op gruwelijke wijze door Pilatus vermoord toen ze hun wapens hadden afgelegd om in de tempel te Jeruzalem een offer voor God te brengen. De leerlingen reageren vanuit de joodse reflex van toen: welke zonden zouden zij begaan hebben om zulk een zware straf te verdienen? Het is alsof wij nu zouden vragen: wat hebben die Oekraïners allemaal uitgespookt om zo zwaar door God gestraft te worden? In het joodse denken van toen zaten dus twee vooronderstellingen. Wie door het kwaad getroffen wordt heeft zeker gezondigd en dus dit kwade verdiend. En het kwade is niet toevallig of blind, het is een straf die door God gezonden wordt. Jezus gaat hier tegen in. Die Galileeërs, zegt hij, hebben niet meer gezondigd dan gelijk welke doorsnee mens. Het kwade dat hen treft is voor hen dus niet meer ‘verdiend’ dan voor eender wie. Er is geen samenhang tussen hun eventuele zonden en deze gruwelijke dood. En bovendien, zegt Jezus, God is niet degene die hen straft of die de meest vreselijke ellende over hen afgeroepen heeft. Hij maakt de vergelijking met een ongeval dat in zijn dagen ook voor opschudding moet gezorgd hebben. Toen de toren van Siloam instortte, kwamen 18 mensen om. Ook deze mensen waren geen groter zondaars dan gelijk wie. En ook hier kwam er geen manipulatie van God aan te pas. Het was een dom en spijtig ongeval dat iedereen kon overkomen. En Hij koppelt eraan vast: wees dus waakzaam!
Direct aansluitend benadrukt Jezus hoe God wel is, met de parabel van de vijgenboom. Normaal is dit een boom die rijkelijk bloeit en vruchten geeft. Deze heeft echter al drie jaar geen vruchten meer gegeven. Logisch dat de eigenaar het wil opgeven. Hak hem om, zegt hij. Maar dat is buiten de geduldige tuinman gerekend. Deze legt de schuld niet bij de boom, maar neemt zelf verantwoordelijkheid op: misschien heb ik hem niet goed verzorgd, laat mij hem nog wat vertroetelen, laat me de grond nog eens omspitten en hem bemesten, misschien bloeit hij dan volgend jaar wel.
Zo is God, niet degene die met wraak en verdoemenis zwaait, maar een geduldige tuinman die ons nabij wil zijn opdat we volop tot bloei kunnen komen en vruchten dragen.

Stilte of muziek

Je kan hier het bekende ‘Laudete omnes gentes’ uit Taizé meezingen in het Oekraïens: slavite vsi narody, slavite hospoda

Voorbede

Bidden wij voor mensen die vast zitten in hun angst voor Gods wraak, die gebukt gaan onder gevoelens van schuld en zondigheid. Dat zij mensen mogen ontmoeten die Gods woorden tot hen kunnen spreken: ‘ik heb je lief’...

Bidden wij voor slachtoffers van oorlog en geweld, bidden wij voor vluchtelingen wereldwijd. Dat zij plekken mogen vinden waar zij thuis mogen komen en vrede ontmoeten...

Bidden wij voor de Kerk. Dat zij zo’n plaats van vrede en liefde mag zijn. Dat zij met mensen op weg kan gaan, uw Rijk van Liefde tegemoet...

Bidden wij voor onszelf, dat wij dragers van liefde mogen zijn. Dat wij mogen leven in het besef dat er iemand is die zorg voor ons draagt, zodat ook wijzelf kunnen bloeien en volop vrucht dragen...

(hier kan je nog eigen intenties toevoegen)

Onze Vader

Onze Vader,
Die in de hemel zijt
Uw naam worde geheiligd
Uw rijk kome
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden
Zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
En breng ons niet in beproeving
Maar verlos ons van het kwade
Amen.

Slotgebed

Heer,
U spreekt tot mij.
U kijkt naar mij, naar tekenen van vruchten,
naar tekens van liefde in mijn leven.
Ik wil mijn kansen niet verknoeien,
maar ik ben afhankelijk van U om geduldig te zijn.
Help me alstublieft.
Bewerk mij en maak mij vruchtbaar,
zelfs als het pijn doet.
U alleen weet hoe U iets goeds van mijn leven kunt maken.
Ik verlaat mij op U.

Zegen

Moge Gods zegen met ons gaan, die wij noemen: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Slotlied: Gij hebt met groot geduld (ZJ 302)

Gij hebt met groot geduld uw heerlijkheid onthuld,
o Heer, dit vuur ontstoken, door Mozes uw profeet,
die bronnen opendeed, uw naam ons toegesproken.

Wij waren zonder gids in weer en wildernis,
maar Gij hebt ons gewezen met vaste sterke hand
het onbedreigde land; wij hebben niets te vrezen.

O God van israël, die al de namen telt,
die acht geeft opuw kudde, ach, geef ons ongestoord
uit beken, woord na woord uw lafenis te putten.

Eens komt het gorte licht, het aardse boek gaat dicht,
dan zullen wij aanschouwen met onbedacht gelaat
al wat geschreven staat; geef ons op U te bouwen.