We steken een kaars aan…
We steken een grote kaars aan, symbool van Gods licht in ons midden. Ook nu wil Hij bij ons zijn, nu we hen willen gedenken die ons zo dierbaar waren.
Elk om beurt mag nu een naam noemen van iemand die overleden is en die hem nog steeds dierbaar is. Je kan meerdere rondjes maken, tot ieder alle namen genoemd heeft die hij wou noemen.
Voor elke naam die genoemd wordt, steken we een theelichtje aan en zetten die rondom de grote brandende kaars.
Een gedicht bij het begin
Zovelen die mij dierbaar zijn
Stil zou ik willen zijn vandaag
en toeven en verwijlen
bij zovelen die mij dierbaar zijn,
maar die rusten in de aarde,
geborgen in de eeuwigheid van Uw liefde.
Ik draag hun namen in mijn hart,
en meer nog dan hun namen
de herinnering aan wie ze zijn geweest…
Zij hebben van mij gehouden;
ik hield van hen.
Zij hebben mij mee gemaakt
tot wie ik nu ben.
Zo talrijk zijn ze reeds God:
Familieleden, goeie vrienden, buren,…
Stil zou ik willen zijn vandaag
en in die stilte – uw stilte
dankbaar toeven en verwijlen
bij zovelen die mij dierbaar zijn
en die rusten in de aarde
mogen zij ook rusten in uw vrede.
Muziek
Preisner, La double vie de Véronique, les marionettes.