1. Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan
koud, één voor één, en ongeborgen, licht, overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
2. Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
3. Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Lezing
Uit het evangelie opgetekend door Lucas (2,22-40).
Toen de tijd aanbrak, waarop Maria en het Kind volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden,
brachten zijn ouders Jezus naar Jeruzalem om Hem aan de Heer op te dragen,
volgens het voorschrift van de Wet des Heren: Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd,
en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven.
Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon, een wetgetrouw en vroom man,
die Israëls vertroosting verwachtte en de heilige Geest rustte op hem.
Hij had een godsspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd.
Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen,
nam ook hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden:
'Uw dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan:
mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd,
dat Gij voor alle volken hebt bereid;
een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israel.'
Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.
Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder:
'Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt,
opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden;
en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord.'
Er was ook een profetes, Hanna, een dochter van Fanuel uit de stam van Aser.
Zij was hoogbejaard en na haar jeugd had zij zeven jaren met haar man geleefd.
Nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Ze verbleef voortdurend in de tempel en diende God dag en nacht door vasten en gebed.
Op dit ogenblik kwam zij naderbij, dankte God en sprak over het Kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten.
Toen zij alle voorschriften van de Wet des Heren vervuld hadden, keerden zij naar Galilea, naar hun stad Nazaret terug.
Het Kind groeide op en nam toe in krachten; het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem.
Bezinning bij het evangelie
Het is precies veertig dagen na Kerstmis en vandaag herdenken we dat het kind Jezus door Maria en Jozef naar de tempel in Jeruzalem werd gebracht om aan God te worden opgedragen. In de tempel vinden er twee bijzondere ontmoetingen plaats: met de oude Simeon en met de profetes Hanna.
Simeon en Hanna herkennen in de baby de Messias die ze verwachten. Hij heeft nog niet laten zien wie hij is of over zichzelf gesproken. Er is geen tastbaar bewijs dat dit de Messias is die zij verwachten. Toch weten Simeon en Hanna dat hij de Messias is. In de kunst wordt Simeon vaak afgebeeld als een blinde man die niet kan zien. Dit is om aan te geven dat Simeon innerlijk ziet en daarom weet dat Jezus de Messias is waarop hij gewacht heeft.
Simeon en Hanna weten dat Jezus Messias is, zonder daarvan een teken gezien te hebben. Met de komende lente in de tijd rond Maria Lichtmis is het bijna net zo. De groei is al begonnen, maar is nauwelijks niet te zien. De lente komt binnen, maar wat er met het blote oog te zien is, is een open deur.
We kunnen het gewoon enkele minuten stil laten, of wie liever wat muziek op de achtergrond heeft, kan dit beluisteren: ‘Wek mijn zachtheid weer’ (Tekst Huub Oosterhuis, melodie, Antoine Oomen.)