“Goede mensen allemaal,
mijn dank op deze dag is groot.
Dank vooreerst aan de barmhartige God.
Dank aan allen die mij de voorbije dertig jaar,
eerst in Heusden, daarna hier in Bilzen en de voorbije elf jaar en een half in Alken,
geholpen hebben in mijn groei als mens, christen en priester.
Dank aan u allen om mij te willen aanvaarden als uw herder
en om voor mij te willen bidden, ook op deze pinkstermaandag.
Dank aan de velen die vanuit een christelijke overtuiging
in de parochies en in de scholen, in verenigingen en in de zorgsector
zich van harte engageren.
Dank aan de mannen en vrouwen in de dekenale ploeg en in de federatieteams
die met mij in Hoeselt en in Bilzen de herderlijke zorg willen dragen.
Dank aan onze bisschop voor het vertrouwen en voor deze nieuwe opdracht.
Dank tenslotte aan mijn lieve zus, die als geen ander over mij waakt
en dank aan mijn goede ouders die mij het leven schonken
en mij leerden geloven en bidden.
Half december vorig jaar, op een ochtend, ontmoette ik voor de pastorij in Alken de kleine Emiel - acht jaar en op weg naar de school. Hij sprak mij aan:
“Dag pastoor, is het waar, gij gaat weg in Alken?” “Ja,” zei ik,
“de bisschop heeft mij gevraagd om naar Bilzen en Hoeselt te gaan.”
“Ah zo,” zei hij, “dan ga je daar ook de mensen gelukkig maken.”
en hij liep verder naar school.
Dat kleine gesprekje heeft in de weken en maanden daarna
voor mij een diepe betekenis gekregen.
Het deed mij nadenken over de vraag welk geluk een priester mag delen
met de mensen die aan hem worden toevertrouwd.
Voor mij is dat het geluk: God te mogen beminnen en te weten
dat Hij mij en elke mens zonder onderscheid onvoorwaardelijk bemint.
Het is het geluk Jezus Christus te mogen navolgen in zijn dienstbare liefde.
Het is het geluk thuis te mogen zijn in de Kerk
die mij broers en zussen in het geloof schenkt
en die door de sacramenten en bijzonder door de liturgie, leven geeft.
Uiteindelijk is dat geluk – om het met de woorden van paus Franciscus te zeggen – de ontdekking van de vreugde van het evangelie.
Het is die vreugde, dat geluk dat ik als uw deken en pastoor,
en samen met de parochieassistente, met de diakens en de andere priesters,
met u in Hoeselt en in Bilzen wil delen.
Laten wij dan samen – nog méér dan wij dat al doen –
de vreugde van ons christen-zijn beleven.
Laten wij in uw dekenaat, dat nu ook het mijne is,
in onze parochiefederaties, die pastorale eenheden willen worden,
laten wij naar buiten treden als christen, nederig maar tegelijk ook krachtig,
om in deze tijd aanstekelijk te zijn door het getuigenis van onze liefde.
Want in Gods Kerk, in de kerk die wij hier willen zijn,
is dát het werkwoord: “liefhebben”.
Eric Reynders, deken.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.