
In het Evangelie volgens Mattëus (Mat. 3, 13-17) wordt vermeld dat Jezus zich door Johannes laat dopen waarna Hij veertig dagen in de woestijn verblijft.
Op het einde van het Evangelie volgens Mattëus worden de apostelen gezonden om alle volkeren tot zijn leerlingen te maken…
Dat die 11 apostelen na de Verrijzenis van Jezus dat gedaan hebben kan alleen maar betekenen dat dit ook gebeurd is want nu 20 eeuwen later zijn er overal in deze wereld mensen die in zijn naam gedoopt zijn tot leerling. In deze Kersttijd zijn er in onze federatie in zes vieringen vele gelovigen Zijn geboorte komen vieren. Volgende zondag, 19 januari (2020), worden alle kinderen verwacht voor de kinderzegen in Bilzen. De 80 kinderen die in onze federatie in 2019 werden gedoopt zijn onze speciaal genodigden.
Ja, onze doopheren, diakens en priesters, dopen nog altijd in opdracht van Jezus… en nodigen uit om meer en meer leerling van Jezus te worden want doorheen de geschiedenis is er heel wat veranderd. Als we het Evangelie juist lezen dan zegt Jezus dat we eerst leerling moeten worden om dan bewust het doopsel te ontvangen als een wedergeboorte in Christus.
Eerste leerling?
Op verschillende plaatsen in het Nieuwe Testament komen we verwijzingen tegen over de doop en een van de meest bekende verwijzingen vinden we inderdaad bij Mattheüs (Hoofdstuk 28 vers 19): “Gaat dus en maak alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hen te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb.”
Toch is de doop een fenomeen dat reeds voor het Christendom bekend was. Binnen het Jodendom zien we de doop reeds bij sommige groeperingen, waar het dan een reinigingsritueel was voor zonden. Zo moest een heiden (of anders gelovige) bij het toetreden tot het Jodendom een rite als de doop ondergaan. Voorbeelden van doop in het Oude Testament vinden we in Koningen waarbij de zieke Naäman, zich zevenmaal moest onderdompelen in de Jordaan en waarbij de hogepriester, die voor het betreden van het Heilige der Heiligen, zich eerst moest onderdompelen en daarna schone witte kleren moest aantrekken. Ook bij Johannes de Doper vinden we dat de doop een reinigingsritueel was tot bekering van zonden.
Bij de eerste christenen zien we de doop door onderdompeling terug als een sacrament tot toetreding tot het Christendom. Uit de vroege kerkgeschiedenis blijkt dat deze vorm van doop door onderdompeling gedurende de eerste drie eeuwen van de kerk gehandhaafd werd. In de derde eeuw na Christus, na de bekering van de Romeinse keizer Constantijn de Grote, ging de (Rooms katholieke) kerk in eerste instantie over tot besprenkelen van volwassenen en later ook kinderen. De Oosters-orthodoxe en de meeste protestantse Kerken uit de tijd van de Reformatie volgden de kinderdoop van de Rooms katholieken na, waarbij een kind zo vroeg mogelijk gedoopt wordt.

Dat de kinderen hun geloof nog niet zelf kunnen belijden verhindert de kerk geenszins hun dit sacrament toe te dienen omdat zij hen namelijk in haar eigen geloof doopt. Dit wordt in elke doopviering in de liturgie uitdrukkelijk benadrukt door de handoplegging en door het staande uitspreken van de geloofsbelijdenis door de aanwezigen.
De gelovigen geloven dat door deze kinderdoop de heilzame of heilsnoodzakelijke werking van het doopsel hun kind niet wordt onthouden. Het is de gelovige gemeenschap die de heilzame werking bewerkt door in te staan voor de katholieke opvoeding. Ouders, peter en meter zijn dan ook de eerste bemiddelaars voor hun kind(eren).
Het liturgisch congres van november 2017 over de kinderdoop stipuleerde namelijk: “Het apostolaat van de Kerk moet zich inderdaad ervoor inspannen, dat een levend geloof wordt gewekt en een echt christelijk leven wordt bevorderd. … kinderen worden ‘gedoopt in het geloof van de Kerk’. Bovendien mag de noodzakelijkheid van het sacrament niet worden onderschat, welke heel haar gewicht en dringende kracht behoudt, vooral wanneer het er om gaat het kind het oneindige goed van het eeuwig leven te verschaffen.”
De doop is voor het kind het begin van een geloofsweg. Voor hen die met de opvoeding begaan zijn is dit een bewust engagement ten overstaan van het kind. Daarom hebben wij er voor gekozen om de ouders met peter en meter uit te nodigen om alvast een keer samen te komen om bewuster om te gaan met hun eigen geloofsweg… en zo Kerk te zijn.
Doopplaats
De doop gebeurt in regel in de kerk, de plaats waar de christelijke gemeenschap samen komt. Ook hierin is er in de loop van vorige eeuw een evolutie geweest. Aanvankelijk gebeurde de doop van een kind in de doopkapel van de kerk en deze kapel was van buitenaf toegankelijk. De kerk zelf was vanuit een eeuwenoude traditie de plaats waar de gedoopte christenen samenkwamen en pas na het doopsel mocht men ook in de kerk komen. Omdat de geboorte in regel aan huis en niet in een hospitaal plaats vond werd een pasgeboren kind, zo vlug mogelijk na de geboorte, in de doopkapel van de parochie gedoopt. Toen de geboorte in de helft van vorige eeuw meestal gebeurde in een hospitaal, werd de doop dan ook verschoven naar de doopkapel van het hospitaal. Na het concilie van de jaren negentienhonderdzestig (1962-1967) werd er gaandeweg terug meer en meer gedoopt in de parochiale kerk. Thans is het algemeen gebruikelijk om te dopen in een van de parochiale kerken van onze federatie. Hiervoor is er een goed werkend schema opgemaakt (zie dooppastoraal). Ook wordt er meer de nadruk gelegd op de christelijke gemeenschap waarin de dopeling wordt opgenomen. Daarom wordt er ook voor gekozen om meerdere kindjes te dopen in een gemeenschappelijke doopviering.
Doop van volwassenen
De eerste eeuwen van het christendom werden de volgelingen van Jezus uitgezonden om te verkondigen. Men werd eerst leerling en trad toe tot het catechumenaat. Na een voorbereidingstijd werden deze volwassenen meestal in de Paasnacht gedoopt, ontvingen het vormsel en namen deel aan de heilige Communie. Dit gebeurt thans elk jaar weer in ons bisdom voor een aantal volwassenen die om welke reden ook niet gedoopt zijn en er voor kiezen om christen te worden.
Kinderdoop
Kinderen die bij ons hun eerste communie doen, wat in ons bisdom voor kinderen van het eerste studiejaar gebeurt, zijn dus als baby gedoopt, maar indien zij nog niet gedoopt zijn, dan worden deze kinderen voorbereid op een gemeenschappelijke doopviering, die in de maand februari plaatsvindt. Daarna kunnen zij aansluiten bij de kinderen van hun klas om hun eerste communie te vieren in de Paastijd.