René Daerden, een man met oog voor de grote erfenis van kleine mensen
Wat mensen opbouwen doorheen hun levensgeschiedenis – vanuit welke beweegreden ook – is belangrijk en waardevol. Mijn volgende gast, René Daerden, heeft oog voor de grote erfenis van kleine mensen.
Met deze kerngedachte rijd ik Pijpenhof binnen, een stille oase aan de rand van de stad aan de Demer. Ja, ik stap het huis binnen van een zeer actieve man. Die, na een loopbaan als leraar Nederlands in de Broederschool in Bilzen, er nog actief mee betrokken is al heeft hij ze reeds meer dan tien jaar verlaten. Op school was hij al bij heel wat buitenschoolse activiteiten betrokken. Éénmaal met pensioen werd de takenbundel steeds meer uitgebreid. Want onze gast van deze avond kan zo moeilijk ‘neen’ zeggen.
Hij leidt me naar een comfortabele zetel en de eega van het huis verwent me met een glaasje rode wijn. Alles wijst erop dat we de start nemen van enkele uren gezellig praten.
René opent het gesprek met een lange lijst van activiteiten.
Hij trok op pensioen in het jaar 2005. Maar voor de Lokale adviesraad van de Inrichtende Macht is hij sindsdien de verslaggever, evenals voor het Lokaal Overlegcomité met het personeel. Hij zetelt in de milieuraad, waar hij voorzitter was van het jaar 1987 tot en met 2014. Vanuit die raad is hij afgevaardigde in de Land- en tuinbouwraad en de jachtraad (WBE). Hij werkt mee in het seniorenhuis, zit er in de redactie, schrijft voor de nieuwsbrief en bezorgt tegelijkertijd foto’s voor dit tijdschrift. Hij is lid van natuurvereniging Orchis en leidt wel eens wandelingen voor die organisatie en leest ook de teksten na voor het tijdschrift.
Als amateurfotograaf volgt hij wekelijks avondles bij CVO13 in Bilzen en organiseert mede de maandelijkse bijeenkomst van Fotofocus in het seniorenhuis. Geïnteresseerde fotoliefhebbers projecteren en bespreken hun foto’s rond een maandelijks voorgesteld thema.
Je ziet duidelijk, mijn spreker van deze avond zit niet stil. Hij is steeds op pad, in de weer voor één of andere organisatie. Daarnaast houdt hij van de buiten en verzorgt zijn eigen grote tuin. Maar buiten dit alles heeft hij een bijzondere eigenschap: boeken schrijven. Neen, geen romans maar werken in verband met natuur of patrimonium. Het eerste boek dat het levenslicht zag in samenwerking met twee andere mensen, was het boek “Bomen”.
René: Inderdaad, voor “Bomen in Bilzen, niet zomaar brandhout” hebben we vanuit de milieuraad, 57 verschillende soorten merkwaardige bomen in Bilzen beschreven. Het opzet is gegroeid vanuit de milieuraad. Het was onze bedoeling deze bomen hun verhaal in hun eigen biotoop te laten vertellen door de mensen uit de omgeving: herkomst, belevingswaarde, anekdotes, enz. Dat is slechts ten dele gelukt. We moeten toegeven, het boek is eerder een ‘fotoalbum’ dan een merkwaardig verhalenboek.
Later verschijnt nog een uniek boek, het zgn. ‘kapelletjesboek’. In dit boek worden 174 kapellen, grotten en kruisen van Groot-Bilzen voorgesteld. Hoe kwam dit boek tot stand?
De eerste ideeën voor zo’n boek zijn gegroeid in de jaren negentig. Weer vanuit de milieuraad. We wilden op dezelfde manier te werk gaan. Hoe zijn die kapellen ontstaan en hoe zijn ze verweven met het leven van de mensen. In het begin verliep dit erg langzaam. Je kon daar onvoldoende tijd in steken. Het was ook belangrijk dat je zo waarheidsgetrouw informatie over de geschiedkundige achtergrond weergaf. Je had de verhalen van de mensen, maar je moest dit ook proberen te checken. Met dit boek hebben we een veel hogere betrokkenheid met de mensen ervaren. Zelf heb ik uit de verhalen veel bij geleerd en verhalen ontdekt waar ik geen weet van had.
Hoe ging je te werk om zo een mooi naslagwerk voor het nageslacht te bewaren?
In de jaren tachtig had de vereniging ‘parochiale werken’ van Merem een fotomap uitgegeven met een vijftigtal Bilzerse kapellen. Dat was een goede start. Als verwoede wandelaar noteerde pastoor Vanlessen alle kapellen, kruisen en grotten die hij op zijn weg tegenkwam. Jean Schoubs ging op pad, trok en bewerkte de foto’s. Ikzelf probeerde er het verhaal rond te construeren: waarom een kapel of kruis, door wie gebouwd? Volksverhalen werden gelinkt aan stamboomonderzoek. Verhalen over herbouw, onderhoud, geplogenheden, vandalisme werden verzameld bij vaak de oudste mensen uit de omgeving. We hebben daar heel wat jaren overgedaan. Het was een boeiende bezigheid en je ontmoette veel enthousiaste mensen die zich met veel ijver inzetten als buurt of als individu voor hun kapel.
Maar hoe komen we in Bilzen aan zoveel kapelletjes?
We hebben een paar zeer oude kapellen in Bilzen, zoals die aan het Bilzers kerkhof, in Martenslinde, Merem, Schoonbeek, Munsterbilzen, enz., maar veruit de meeste dateren uit de 20ste eeuw en houden verband met de Eerste Wereldoorlog.. Mensen lieten een kapelletje bouwen uit dank voor de behouden thuiskomst van een familielid. Ook werden kapelletjes gebouwd na genezing, of voor één of andere bekomen gunst.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.