Wilfried Pauwels werd geboren in Menen op 25 oktober 1963. Hij trad in het huwelijk met Heidi Geldhof. Samen hebben ze twee kinderen, Nele en Hanne. Ze wonen in Hulste, Kapelstraat 27. Wilfried werd gewijd op 24 augustus 2002 en is sinds 2009 voltijds werkzaam voor de federatie.
We stelden hem dezelfde drie vragen, zoals aan de andere diakens.
Pastoor Marc en Wilfried
Waarom ben je diaken geworden?
Ik mocht reeds vroeg een soort "roeping" ervaren door gezondheidsproblemen. Om die reden moest ik naar het Zeepreventorium in De Haan. Daar heb ik erge dingen meegemaakt. Er mocht geen bezoek zijn van ouders, kinderen stonden aan de kant of werden door anderen uitgesloten, ik miste vooral mijn thuis.
Ergens groeide bij mij de gedachte: voor zulke kinderen, voor zulke mensen wil ik iets doen, wil ik iets betekenen. De logische weg daartoe leek mij het seminarie, waar ik vier jaar verbleef . Tot ik meer en meer aanvoelde dat "alleen door 't leven gaan" niet aan mij besteed was. Toch liet de gedachte om iets voor de zwakke medemens te mogen betekenen, mij niet los. Vijftien jaar later begon ik mijn opleiding voor diaken. Mijn vrouw zei: "Ik had het altijd verwacht".
Hoe zie je de invulling van je taak als diaken?
Allereerst mens-zijn, zoals elkeen altijd meer mens moet worden. Door mijn aanwezigheid bij mensen God ter sprake brengen. Mensen nabij zijn, vooral degenen, die het het meest nodig hebben. Vroeger was dit vooral bij de opgroeiende jeugd, nu zijn het mensen met minder kansen. Vanuit het bisdom werd gevraagd om voor armen en minderbedeelden iets te doen. Zo ben ik dan in Harelbeke gestart met de Welzijnsschakel, de Spie.
Wat mij ook boeit is mensen helpen "volwassen worden" in hun geloof. Het godsbeeld van mensen bijstellen. "Dit is niet mijn God".
Ook mensen bemoedigen en steunen in het goede dat zij verrichten. "Goed doen" en "goed zijn" is uiteindelijk een wijze van in het leven staan, een wijze om met mensen om te gaan. Sommige mensen geloven op dit vlak niet meer in zichzelf. Het is mijn taak mensen hierin te bemoedigen en te helpen.
We dreigen soms, op gelovig vlak, in een hokjesmentaliteit te vervallen. Ik zie "gelovig zijn" heel ruim. Ik probeer God te ontmoeten, zowel in het vieren van liturgie als in mijn contacten en samenzijn met mensen. Uiteindelijk deed Jezus toch precies hetzelfde: Hij kon zich terugtrekken "op enen berg alleen" zowel als in zijn genezende en heilbrengende ontmoetingen met mensen overal.
Hoe zie je de toekomst van onze parochiale gemeenschap tegemoet?
'k Weet het niet. Er staan ons in elk geval grote uitdagingen te wachten.
Wat ik zie is, dat gelovig leven meer en meer een bepaalde keuze wordt dan een vanzelfsprekendheid. Geloven zal meer en meer te maken hebben met het begrip "samen". Samen vieren, samen zorg dragen, samen God zoeken, die altijd de gans Andere zal blijven, dan die welke wij vermoeden of ons voorstellen. Allicht niet meer met velen maar met kleine gemeenschappen, die écht en hecht zijn. Gemeenschappen, die meer en meer gedragen zullen worden door leken, mensen die op authentieke wijze vieren, verkondigen en verantwoordelijkheid willen opnemen. Een beetje naar het voorbeeld van de eerste christelijke gemeenschappen, die samen kwamen in gebed "in één of ander huis" maar er terzelfdertijd voor zorgden "dat niemand gebrek leed." Dus: samen vieren én samen delen !
Dat zal - volgens mij - de essentie moeten zijn van het voortbestaan van de kerk van de toekomst. Voor die toekomst moeten we dan ook geen angst hebben. Elke crisis is uiteindelijk ook een herbronning, een uitzuivering en een versterken van je eigen identiteit als christen. Dit is het échte respect: niet alles van jezelf overboord gooien om de andere ter wille te zijn maar veeleer je eigen geloofsovertuiging zeer authentiek beleven, in respect voor elk anders mening en overtuiging.
Wat ook belangrijk is en zal blijven dat is dat we ons blijven "voeden" aan Gods Woord in de H. Schrift. Je weet dat ik nogal geïnteresseerd ben in de Psalmen. (Ik ben bezig met een nieuwe vertaling ervan vanuit de Hebreeuwse grondtekst)
Psalmen boeien mij omdat het gebeden en gedichten zijn, ontsproten uit het dagelijkse leven van mensen. En alles wat "des mensen" is, staat in die psalmen: gebeden van lof, dank, smeking, twijfel, kwaadheid. Er bestaan zelfs "vloekpsalmen". Psalmen zijn ook bedoeld om samen te bidden of te zingen. Wat ik ook nog regelmatig doe met mensen uit de Arendswijk. Het belangrijkste in dit verband is het geloof en het vertrouwen dat HIJ naar ons luistert en in lief en leed ook vandaag nog mét ons meetrekt door het dagelijkse leven, met zijn lief en leed, zoals ook de schrijvers van de psalmen dit mochten ondervinden.
Graag danken we Wilfried voor dit boeiend en openhartig gesprek. We mogen hopen dat zijn gezondheid het toelaat om nog vele jaren met hart en ziel mee te bouwen aan een open en authentieke kerkgemeenschap, waar elkeen welkom is.
Pastoor Marc