Liselotte Anckaert
Als u door de tweede helft van dit weekblad bladert, leest u zonder twijfel haar naam bij een of meerdere artikels: Liselotte Anckaert. Al meer dan zes jaar is ze journalistiek verantwoordelijk voor het nieuws uit ons bisdom. Bovendien maakt ze deel uit van het team dat in ons bisdom instaat voor ondersteuning en coaching van de lokale redactieploegen van Kerk & Leven. Een goedgeplaatste persoon dus die ons meer kan vertellen over wat reilt en zeilt achter de coulissen van dit blad.
Zag je Kerk & Leven in de loop der jaren veranderen?
Liselotte: We discussieerden al meermaals over de naam van het blad, maar ik vind dat het vandaag meer dan ooit zijn huidige naam waardig is. In Kerk & Leven brengen we tegenwoordig zowel nieuws over wat er leeft binnen de muren van de Kerk – van de parochiekerk tot de wereldkerk – alsook over het leven buiten de Kerk. We spelen dus ook in op wat gebeurt in de samenleving en op de actualiteit. Helaas kunnen we niet altijd even kort op de bal spelen en dus brengen we doorgaans geen nieuws heet van de naald. Maar dat is net ook onze eigenheid. We gaan dieper op zaken in of belichten eenzelfde item als bijvoorbeeld de seculiere media, maar dan vanuit een andere kant. Bovendien wordt het blad gemaakt door mensen, voor mensen en gaat het over mensen. Dat proberen we zowel in de binnenbladzijden als in de lokale bladzijden waar te maken. En dat spreekt ook het meeste aan. Mensen lezen graag over mensen.
Is die dubbele focus op de Kerk en het leven een bewuste aanpak?
Ja en we streven dat ook na op de verschillende niveaus van ons blad. Nationaal en diocesaan hebben we dat natuurlijk helemaal zelf in de hand. Op die niveaus waken we daar heel sterk over. Neem nu de bisdompagina’s, waarvoor ik zelf verantwoordelijk ben, ook daar vind je die mix terug, zowel op het vlak van personen als van onderwerpen. Zo woonde ik bijvoorbeeld enkele weken geleden een praatgroep voor kankerpatiënten bij. Er kwam een oncocoach praten over De angst voor herval na kanker. Dat is niet meteen een binnenkerkelijk thema, maar des te meer een maatschappelijk thema dat bij velen leeft. Wie het blad vele jaren niet meer las, weet niet dat we ook over dat soort onderwerpen schrijven. Die dubbele focus proberen we trouwens ook in de 436 lokale edities te stimuleren.
436 edities, zeg je?
Inderdaad en die lokale verankering maakt ons blad uniek. Er is geen enkel ander blad in Vlaanderen met meer dan vierhonderd lokaal verschillende katernen. Het is een hele opgave om dat wekelijks voor elkaar te krijgen. Men komt zelfs uit het buitenland kijken hoe we dat waarmaken. Dankzij de mogelijkheid om digitaal te printen kunnen we trouwens, in tegenstelling tot vroeger, ook kleine oplages realiseren.
De 436 lokale edities zijn een van onze sterktes, omdat ze nieuws brengen dat dicht bij de mensen staat. Hoe beter die zijn, hoe meer het blad kan aanspreken. De cijfers van het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) geven evenwel aan dat meer dan de helft van onze lezers wekelijks het volledige blad leest. Ook de binnenbladzijden, met het diocesane en nationale nieuws, spreken dus een ruim publiek aan. Daar zijn we uiteraard blij om.
Doen de lokale ploegen goed werk?
Dat hangt vooral af van hoe de redactie ter plaatste wordt aangepakt. Betreft het een eenmansfunctie of wordt de lokale katern door een redactieploeg samengesteld, zoals in Harelbeke? Dat maakt een groot verschil en dat uit zich ook in de kwaliteit van de bladzijden. Met een redactieploeg bekom je veel meer input en ideeën, er kan gepland worden en het werk kan verdeeld worden. Zelf blijf ik die regionale bladzijden graag volgen. Geregeld haal ik er trouwens ideeën en suggesties uit. Ik vind het verbazend hoe ik via die lokale edities blijvend nieuwe initiatieven en mensen op het spoor kom. Soms vraag ik me af waarover ik binnen twee of drie maanden ga schrijven, maar er komt altijd iets op mijn pad. Het is dus ook een kwestie van vertrouwen. Wekelijks de lokale edities van ons bisdom doornemen, helpt me ook om de veranderingen in het kerkelijke landschap te volgen, al is het maar op het vlak functies en benoemingen.
Staan er nog veranderingen op til?
Wat we nog meer willen met Kerk & Leven, is ook digitaal aanwezig zijn. Sinds begin dit jaar hebben we een eigen website, www.kerkenleven.be. Daarop verschijnen wekelijks alle nationaal- en bisdom-gerelateerde artikels. Wie abonnee is, kan zich op de website registreren en heeft gratis toegang tot al die artikels. Wie geen abonnee is, kan ze voor 5 euro gedurende een maand gratis lezen. Drie rubrieken uit de binnenbladzijden zijn trouwens wekelijks voor iedereen gratis toegankelijk: het Standpunt van de hoofdredacteur, de Klapstoel en de rubriek Beeld/spraak. We stellen vast dat we met onze website nieuwe mensen bereiken. Dat is nog geen garantie op een abonnement, maar het verhoogt wel de zichtbaarheid van Kerk & Leven en dat is belangrijk.
Met welke argumenten zou je mensen proberen te overtuigen om abonnee te worden?
Ik verwijs daarvoor graag naar de slogan van onze huidige campagne: bekijk het leven van een andere kant. We onderscheiden ons van andere, seculiere weekbladen door te speuren naar alles wat waardevol is, ver weg van oppervlakkigheid en zwart-witdenken. De manier waarop we aan journalistiek doen, is warm en humaan van aard. Dat betekent dat we de gebeurtenissen en personen proberen vanuit een andere invalshoek te belichten. We hebben niet de bedoeling om sensatie te brengen. We brengen ook geen faits-divers, maar willen vooral verdiepen, inspireren en verbinden, mensen aan het denken zetten ook. Zowel over de Kerk als over het leven. Over sommige thema’s leven heel wat vooroordelen. Het is pas wanneer je dieper graaft dat je zegt, ‘tiens, zo had ik het nog niet bekeken’. Met een abonnement op Kerk & Leven vallen er trouwens wekelijks twintig bladzijden goed nieuws in jouw brievenbus, zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Als dat geen argument is…
Bedankt Liselotte om het zo helder voor ons te verwoorden.
Lieven Defour