Mgr. Lode Aerts werd tot bisschop gewijd in de Brugse kathedraal tijdens een indrukwekkend mooie en intense liturgie op zondag 4 december ll. Aan het einde van de viering deed de nieuwe bisschop ‘zijn ronde’ in de kathedraal. Hij nam echt de tijd om mensen te groeten! Terug vooraan dankte hij voor alle vormen van steun die hij had mogen ondervinden sinds zijn benoeming tot bisschop van Brugge. Maar het werd pas indringend stil toen hij vertelde van zijn zus Lutje: ‘Lutje is mijn zus. Ze had een diep verstandelijke beperking. Ze kon niet veel, eigenlijk kon ze niets. En daardoor alles. Ze leerde me dat ik niets speciaals moest doen, dat ik er gewoon mocht zijn. En dat dat genoeg is. Op die manier leerde ze me alles over het leven en over God.’
Nu begrijpen we nog beter wat hij bedoelt met zijn bisschopsleuze: ‘Kostbaar in Zijn ogen’. Bisschop Lode wil benadrukken dat wij mensen echt kostbaar zijn in de ogen van God. Vanuit dit diepe besef stond hij mee aan de wieg van De Ark Gent. Omwille van deze leuze mocht Willem, bewoner van De Ark Gent, naast hem zitten tijdens het feestmaal ter gelegenheid van zijn wijding. Dààrom dus! Mensen met beperking kunnen ons veel leren ‘over het leven en over God’.
De bisschop schrijft in Ministrando, het bisdomblad, dat het grote geheim van Kerstmis precies het komen (de ‘advent’) van God is. In Jezus wordt Hij een van ons, weerloos als elk mensenkind. De grote God ‘die woont in het ontoegankelijke licht’ komt tussen ons wonen. Hij deelt ons leven met alle vreugde en alle pijn die erbij horen. Op deze wijze laat God ons delen in zijn genegenheid voor ons. Er is een mooi adventslied dat zingt: ‘Uit uw hemel zonder grenzen komt Gij tastend aan het licht, met een naam en een gezicht, even weerloos als wij mensen’. Wij zijn God werkelijk àlles waard, zal Bonhoeffer schrijven. Omwille van ons komt Hij ons nabij. Natuurlijk spreken we hier in beeldtaal want er is geen andere manier om uit te zeggen wat een wonder het is dat God werkelijk mens wordt. Hij laat zich kennen in de ‘mens Jezus’ en roept ons op ook ‘mens’ te worden. Weerloos klopt die Godmens Jezus aan onze deur. Hij riskeert zich aan ons antwoord. Hij wenst alleen maar bij ons binnen te mogen komen. Wie Hem binnenlaat, ontvangt een formidabele gast en zal zelf veranderen. Hij zal mens worden, naar zijn maat en gestalte.
Het is mijn kerstwens dat we ons open mogen stellen voor Jezus’ komst. Dat we ontvankelijk mogen zijn voor die goddelijke gast die zo nederig en gewoon bij ons aanklopt. ‘Ze leerde me alles over het leven en over God’, zei de bisschop. Wie Jezus (vaak vermomd in een arme) ontvangt, zal alles leren over het leven en over God: wij zijn voor God werkelijk àlles waard.
Sören Kierkegaard is een Deense filosoof en bekeerling. Hij heeft een sprookje geschreven om dit geheim van Kerstmis duidelijk te maken.
“Er was eens een erg goede koning. Hij was nog niet gehuwd en op het kasteel verdrongen alle edele dames zich rond hem om naar zijn hand te dingen. De koning ging echter niet op hun avances in, want zijn hart ging uit naar iemand anders. Hij had een eenvoudig meisje leren kennen en wou dolgraag met haar trouwen. Maar hoe kon dat geschieden? Zij was een boerenmeisje en – hoe graag hij haar ook zag – hij bleef toch een koning met macht en aanzien. Hoe kon zo’n diepe kloof overbrugd worden? Zou zij niet trouwen uit dwang of angst. En zou hij – door te trouwen – haar niet ongelukkig maken?
De koning geraakte er maar niet uit. Op zekere nacht had hij een droom. Hij zou haar in de adelstand verheffen om haar in het paleis te halen. Maar dan schrok hij wakker. Hij besefte dat ze de etiquette zou moeten volgen. Ze zou strak zittende jurken moeten dragen. Ze zou enkel nog Frans mogen spreken en nooit meer de koeien kunnen melken. Precies omdat hij haar zo graag zag, kon hij haar niet naar het paleis halen. Anders zou zij alleen de prijs moeten betalen voor zijn liefde.
De volgende nacht kreeg de koning opnieuw een droom. Hij zou zelf uit zijn paleis stappen en zich onder het gewone volk begeven om naar het meisje toe te gaan. Hij zou zonder omwegen naar haar hand vragen. Maar ook nu werd hij uit zijn slaap gewekt. Met een schok realiseerde hij zich dat zijn onderdanen hem nooit durfden tegen te spreken en dat het meisje wel niet anders zou kunnen dan ja zeggen op zijn aanzoek.
De derde nacht had de koning weer een droom. Hij zou zijn kroon van het hoofd nemen, zijn staatsiekleren afleggen, een overall en laarzen aantrekken, de boerenstiel leren en in de buurt van het meisje werk zoeken. Ja, hij zou alles opgeven en het risico lopen op een afwijzing door het meisje. Niet het meisje, maar de koning moest de prijs betalen voor zijn liefde…’
Geert Morlion, pastoor-deken
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.