Maandag 13 februari zaten we met vormselcatechisten van de ganse federatie samen om eens te kijken hoe we de neuzen in dezelfde richting kunnen plaatsen. Vooraf hadden we een korte babbel met Aimé Goderis en Steven Labeeuw van Bavikhove, Dominique Depoorter van St.-Rita en St.-Augustinus en Wilfried Pauwels van Hulste.
Hoe ben je er eigenlijk toe gekomen om vormselcatechese te geven?
Steven: Vanuit de St. Michielsbeweging worden we eigenlijk gemotiveerd om ons ook op eigen parochie in te zetten en ons geloof uit te dragen. In de St.-Michielsbeweging te Kortrijk werd mijn geloof gevormd en ben ik gegroeid in geloof. Toen ik in 2011 in Bavikhove de vraag kreeg om mee te werken aan het vormsel heb ik onmiddellijk ja gezegd.
Aimé: Beroepshalve was ik godsdienstleerkracht in het gemeenschapsonderwijs. Op een bepaald moment kreeg ik van meester Ducatteeuw, die de leeftijdsgrens van zijn pensioen bereikt had, de vraag of ik geen vormselcatechese wilde geven. Dat moet in 1978 geweest zijn. Nu geef ik zelf geen catechese meer, maar ben ik wel nog verantwoordelijke en zorg ik dat alles in goede banen loopt.
Dominique: Ik heb altijd gezongen in de kerk. Op een bepaald moment heb ik een kinderkoor opgericht vanuit de Vrije Basisschool. Van daaruit kreeg ik de vraag van pater Hendrik om mee te werken aan het vormsel. Later werden de voorbereiding van St.-Rita en St.-Augustinus samengevoegd en ben ik verder blijven doen. De groep catechisten van Stasegem was op dat moment een grote groep, maar ik heb me er onmiddellijk welkom gevoeld. Ondertussen zijn we een echte vriendengroep geworden.
Wilfried: Ook ik was altijd betrokken op de parochie. In de Barakken te Menen, werd me door een bevriende pastoor gevraagd om vormselcatechese te geven. Hij was de proost van de lokale chirogroep, waar ik groepsleider was. In 1989, een jaar voor mijn huwelijk, kreeg ik ook de vraag in Hulste om vormsel te geven. Gezien ik daar toen nog geen verblijf had, mocht ik in het huis van priester Lucien Decroix, het groepje ontvangen. Er was een periode dat ik op 2 plaatsen vormselcatechese mocht geven, nl. toen ik verantwoordelijk was voor de Arendswijk. Dat was best spannend.
Het komt er dus vooral op neer dat je aangesproken moet worden. Jullie zijn allemaal al een tijdje bezig. Zien jullie grote veranderingen?
Aimé: Wij werken nog met catechese aan huis, en we merken dat de vormelingen dit toch wel aangenaam vinden. We hebben enkele jaren terug een eigen map uitgewerkt en die is zeker niet schools opgevat. Het is belangrijk dat de vormelingen er over spreken, niet dat ze naar ons zitten te luisteren. Uitwisselen is heel belangrijk.
Steven: Inderdaad. Er is een ruim aanbod van materiaal. Er zit spelmateriaal in, teksten uit Oud en Nieuw Testament. Je kan als catechist je eigen klemtoon leggen. Dit brengt wel met zich mee dat niet ieder groepje hetzelfde krijgt. De basis is gelijk, maar de uitwerking kan verschillen.
Dominique: Ook wij werkten oorspronkelijk met thuismomenten, maar omwille van de grote groep die wij altijd hebben en het steeds maar minderend aantal catechesegezinnen hebben wij onze werkwijze veel moeten aanpassen. Dit jaar werken wij enkel met momenten met de grote groep en dat maakt dat er minder contact is met de kinderen. Dat vind ik wel spijtig, dat die band er niet meer is. Wat je ook wel merkt, dat is dat de basiskennis grotendeels weg is in vergelijking met 15 jaar geleden en dat de jonge gasten veel mondiger zijn. Maar dat is een algemeen gegeven.
Wilfried: Ook in Hulste zijn we enkele jaren terug veranderd van voorbereidingsmethode. Wij werken vooral rond 4 momenten: Bidden en vieren, getuigen, samen leven en dienstbaar zijn. Zo knutselen ze bij het begin van de voorbereiding hun eigen kruisje uit klei dat ze dan zullen dragen op hun vormsel. Belangrijk is dat ze iets mogen meemaken en daarna samen ook nadenken en ervaringen mogen uitwisselen. Ik geloof ook sterk dat het thuis moet leven, vandaar dat we steeds voorstellen dat ook de ouders het mogen meemaken. Een enkeling doet dit ook en is achteraf steeds enthousiast. De grotere groep in plaats van ten huize van schrikt me zeker niet af en heeft ook zijn voordelen. We geven geen lering mee, geen lessen, ook niet speels: we bieden voorbeelden aan en doen ze zichzelf vragen stellen zodat ze kunnen groeien in geloof en in hun keuze. Of dit lukt? Wij zaaien niet... Het is aan Hem.
Dankjewel voor jullie getuigenis, maar vooral ook voor jullie jarenlange inzet. Want dit is toch een vrijwillige inzet, die voor velen vanzelfsprekend lijkt, maar het toch niet is. Ik wens jullie een boeiend jaar op tocht met die jonge gasten met een deugddoende en inspirerende vormselviering als bekroning!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.