Het altaar is Christus
Komende zondag wijdt bisschop Lode Aerts het nieuwe altaar in de Sint-Willibrorduskerk. Door het tabernakel terug te plaatsen op het hoofdaltaar onder het baldakijn, werd het priesterkoor herschikt. De communiebanken verdwenen en er komt een nieuw stenen altaar dichter bij de vierende gemeenschap. Zowel voor de voorganger als voor de gemeenschap draagt dit bij tot een actievere deelname aan de eucharistieviering.
De wijding van een altaar is voor onze kerkgemeenschap een heel bijzondere gebeurtenis. Het gebeurt namelijk niet zo vaak dat in een bestaande kerk een nieuw altaar opgericht, gewijd en in gebruik wordt genomen. De wijding van het altaar, biedt ons dan ook de kans om stil te staan bij de diepere betekenis van het altaar, die ook sterk tot uiting komt in de liturgie van de altaarwijding.
Altarencultus in de Schrift
Het altaar is geen typisch christelijk meubel. Zowel in de Griekse als in de Romeinse wereld kenden de heidense godsdiensten een veelvoud van altaren op het openbaar domein en thuis met een bijhorende altarencultus. Op het altaar werd een offer gebracht aan de goden. Het was tegelijk teken van goddelijke aanwezigheid en bindstuk van de gemeenschap.
In het Oude Testament lezen we hoe ook het Joodse volk offers bracht in de trant van de offercultus van de heidenen. Wanneer Mozes een altaar voor de Heer opgericht had, droeg hij aan jonge Israëlieten op om de Heer brandoffers te brengen en stieren te slachten voor een vredeoffer. Nadat hij uit het boek van het Verbond gelezen had, besprenkelde hij met bloed het volk. Bloed werd beschouwd als symbool voor het leven.
Maar ook vóór de tijd van Mozes werden er door de aartsvaders Abraham en Isaak, en ook door Noach altaren opgericht, maar dan vooral als gedenksteen.
De profeten verhouden zich op een dubbele wijze tot het altaar. Ze verzetten zich enerzijds tegen de heidense altarencultus en leggen meer de klemtoon op de innerlijke beleving, maar anderzijds voelen ze ook de nood aan een precies aanwijsbare plek voor het religieus leven. Die dubbelheid vind je ook op andere plaatsen in de Bijbel terug. Tegelijkertijd klinkt een protest tegen de veruitwendiging van de eredienst en een pleidooi voor verinnerlijking.
Jezus stelt een einde aan de oude altarencultus. Hij steunt de tendens tot verinnerlijking.
Tafel of offersteen?
In de loop van de geschiedenis ontwikkelen er zich twee visies over het altaar: enerzijds het altaar als tafel (de maaltijdgedachte), anderzijds het altaar als offersteen (de offergedachte). Deze visies kwamen vaak in strijd met elkaar en volgden elkaar wisselend op. Welke visie er ook de voorkeur geniet, het komt er op aan voor de offer- en maaltijdgedachte vormen te creëren die concentratie naar de diepte vertolken, de intimiteit van het mysterie oproepen, zonder te willen opvallen.
Het altaar is het symbool van Christus
De biddende en vierende gemeenschap komt dan ook altijd samen rond Christus. Hij is het centrum van ons gelovig leven. We gedenken zijn lijden, dood en verrijzenis, maar vieren ook zijn aanwezigheid midden onder ons en kondigen aan wat komen zal. In elke liturgische viering is er dus aandacht voor het verleden, het heden en de toekomst. Het altaar, in het centrum van de liturgische ruimte, waarop spontaan de aandacht wordt gericht, verwijst dan ook naar Jezus’ dood en verrijzenis, is het symbool van zijn aanwezigheid en is teken van verwachting. Alle altaren treffen elkaar in het ene altaar van het hemelse Jeruzalem dat vóór de troon van God staat.
“Daarna kwam er nog een engel, die met een gouden schaal bij het altaar ging staan. In die schaal kreeg hij veel wierook. Die moest hij offeren op het gouden altaar voor de troon, samen met de gebeden van alle gelovigen.” (Openbaring 8,3)
Martelaren
Onder dit gouden altaar staan de martelaren. Zij zijn lotgenoot van het offer van Christus. De eerste christenen, die veel belang hechtten aan deze tekst uit Openbaring, verbonden de eucharistie met de dodencultus. En vanaf de derde en vierde eeuw wordt de eucharistie gevierd op het graf van de overledenen. Hier ligt de oorsprong van de altaarrelieken. Het bijplaatsen van een relikwie onder het altaar, of ten minste onder het altaarblad, is een belangrijke gewoonte geworden om de martelaren en de heiligen te gedenken die tot in de dood getuigenis hebben afgelegd van Christus. In het nieuwe altaar in onze kerk zal de relikwie van de Heilige Andreas, waarnaar de pastorale eenheid wordt genoemd, door de bisschop worden ingesloten.
Liturgie van de altaarwijding
Tot slot staan we nog even stil bij enkele riten van de altaarwijding. In plaats van de boeteritus zal de bisschop water wijden en daarmee het volk besprenkelen, alsook het nieuwe altaar. De voorbeden worden vervangen door de litanie van alle heiligen, waarna de relikwie van de Heilige Andreas wordt bijgezet in het altaar. In het wijdingsgebed wordt het voornemen uitgedrukt dit altaar voor altijd aan de Heer toe te wijden en er zijn zegen over te vragen. Daarop volgen de riten van zalving met chrisma, bewieroking, bekleding en verlichting. Deze riten drukken het onzichtbare werk uit dat de Heer door zijn kerk voltrekt bij de viering van de heilige mysteriën en vooral van de eucharistie.
In de orde van dienst voor de altaarwijding wordt over de riten het volgende gezegd:
“Door de zalving met chrisma wordt het altaar symbool van Christus, die 'de Gezalfde' bij uitstek is en zo ook wordt genoemd. Wierook wordt op het altaar gebrand, waardoor wordt aangeduid dat het offer van Christus, dat daar op mysterievolle wijze wordt voortgezet, als een zoete geur tot God opstijgt en waardoor bovendien wordt uitgedrukt dat de gebeden van de gelovigen als aan God welgevallig en aangenaam, tot voor zijn troon komen. De bekleding van het altaar wijst erop, dat het christelijk altaar de plaats is waar het eucharistisch offer wordt opgedragen en tevens de tafel des Heren, waaromheen priesters en gelovigen staan om in één en dezelfde plechtigheid, maar ieder volgens eigen functie, de gedachtenis van Christus' dood en verrijzenis te vieren en deel te nemen aan de maaltijd des Heren. De verlichting van het altaar herinnert eraan dat Christus het 'licht is dat voor de heidenen straalt'; zijn glans verlicht de kerk en, door haar, heel het menselijk geslacht.”
Het voornaamste en oudste gedeelte van de ritus van de altaarwijding is de viering van de eucharistie. Het is door de eucharistie dat het altaar gewijd wordt of zoals de kerkvaders het verwoorden:
‘Dit altaar is wonderbaar want ofschoon het van nature slechts steen is, wordt het heilig nadat het Christus’ lichaam heeft ontvangen.’.
Uitnodiging
De leden van het team, de kerkfabriek van Sint-Willibrordus en ikzelf nodigen u van harte uit om komende zondag 28 november om 11 uur mee te vieren met bisschop Lode. Op het einde van de viering zal hij ook het team officieel aanstellen en hen zenden om verantwoordelijkheid te dragen in de pastorale eenheid Sint-Andreas. Deze viering is een belangrijk moment van ons kerk zijn en mag u beslist niet missen. Wees welkom!
Pastoor Bart
VORIGE ARTIKELS SAMEN OP WEG NAAR EEN PASTORALE EENHEID