Algemene intentie: de zorg voor de schepping
Dat we goed omgaan met de schepping – een geschenk van God – en haar beheren en beschermen, ook met het oog op toekomstige generaties.
Laudato si mi Signore!
‘Lof zij U mijn Heer!’ is een refrein uit het Zonnelied van Sint Franciscus van Assisi (1181/82-1226). De heilige voelt zich één met alle wezens. Hij weet zichzelf een nietig onderdeel in een groots heelal. Vandaag hebben we de omvang van ons universum berekend en in kaart gebracht. Astronomische cijfers doen me soms duizelen. Ze inspireren ook, of doen mij verloren voelen in oneindigheid. Maar zelfs zonder meetapparatuur en 3D-animaties beseft Sint Franciscus heel goed de breedte en de diepte van Gods werk in en om ons heen. Hij ervaart een vitale band met zon, maan en sterren, wind, de jaargetijden, water, vuur, en moeder aarde die geeft wat we nodig hebben. Eén met alles en allen in God onze Heer. Het maakt hem onderdanig. De Heilige Franciscus bezingt vooral Gods werk in de vergevingsgezinde en tolerante mens die vrede brengt. Dat is pas echt leven.
Op onze planeet hebben we Gods schepping stilaan overmeesterd. De natuur moest hier wijken voor ‘vooruitgang’. Nog persen we die onbarmhartig uit alsof we daar het volste recht toe hadden. Maar gelukkig groeit ook een besef dat de voorraad niet eindeloos is. In eerbied zorg dragen voor een kwetsbare omgeving is een noodzaak, al was het maar uit zelfbehoud. Voor ons en onze nakomelingen. Tegelijk snappen we dat de uitdagingen nu zo immens zijn dat die onze gebundelde krachten wel eens te boven kunnen gaan. Sommigen geven aan dat de beschadiging nu al onomkeerbaar is. En dat we met de gevolgen maar moeten leren leven. En eventueel verhuizen naar een andere planeet…
De paus wijst in zijn encycliek Laudato si, op de behoefte aan een innerlijk vuur tot bekering. Woestijnvorming is immers een symptoom van onze inwendige woestijn, van leegte in ons hart. De milieucrisis is de spiegel van ons zieke mensengedrag. Van onze technologische ijdelheid en wetenschappelijke eigenwaan. Van het verdriet dat we elkaar aandoen. Van onrechtmatige toe-eigening. Van de versperde toegang tot de vruchten van de aarde.
Ik bid dat we een verandering van hart mogen ervaren.
Dat wij als stuurlui ons ruimteschip, ‘De Blauwe Marbel’, [1] een behouden koers mogen laten varen.
Ludwig Van Heucke sj
[1] ‘The Blue Marbel’ is de titel die de bemanning van Apollo 17, de laatste bemande maanreis in 1972, aan hun foto van onze aardbol gaven (zie afbeelding).
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.