Norbertijnen, 'tot elk goed werk bereid'
De Norbertijnerorde werd in 1121 door Norbertus gesticht in Prémontré en kende snel een grote bloei. Vernieuwend aan de orde was dat ze contemplatief leven binnen een abdij verbond met pastorale taken daarbuiten, bijvoorbeeld in parochies.
Naast de Bijbel en de traditie laten norbertijnen zich inspireren door de idealen van Sint Norbertus (tot elk goed werk bereid) en door de Regel van Augustinus:
Leef dus allen één van geest en één van hart samen. En eer in elkaar God.
Het gemeenschapsleven staat centraal. Gebed, werk en pastoraal engagement worden erdoor gevoed. Het bestaat uit de dagelijkse viering van het getijdengebed en de eucharistie, waarin elke medebroeder en de gemeenschap in communio treden met Jezus Christus, maar ook in de hartelijke omgang met elkaar. En ook de mensen waarvoor ze zich inzetten, willen ze laten delen in de communio, die in kringen vanuit de abdij uitdeint.
Norbertijnen worden ook wel witheren genoemd, naar hun witte habijt.