Aan de liturgie moet de mens iets hebben | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
      De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
      Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links
IJD misdienaarsbedevaart Rome 2015 © P. Willemen

Aan de liturgie moet de mens iets hebben

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op woensdag 16 september 2015 - 15:29
Afdrukken
'Wie het diepste wezen van de Kerk wil kennen, moet naar haar liturgie kijken'. (Godfried kardinaal Danneels)
 
DE LITURGIE: SPIEGEL VAN DE KERK

Wie echt wil weten wat de Kerk is in haar diepste wezen, moet naar haar liturgie kijken. De liturgie weerspiegelt de Kerk in haar denken, vieren en beleven. Al de ‘werken’ van de kerk maken de Kerk zichtbaar – ook de prediking en het caritatief dienstwerk. Maar de zuiverste spiegel van wat ze is, is de heilige liturgie. Daar verschijnt de Kerk in haar ‘mysterie’, haar diepste wezen. Je ziet de voorgrond en ook haar achtergrond en haar diepte. Het wezen van de Kerk kan je nooit in één woord uitzeggen: je moet altijd met twee woorden spreken: ze is zichtbaar en onzichtbaar, menselijk en goddelijk, memorie en actualisering, heden en eindtijd, thuis en op pelgrimstocht. Precies zoals met Jezus: God en mens. Is de Kerk trouwens niet de ‘mystieke' Christus? Al die paradoxen kan je zien in de liturgie.

In de liturgie zien we de ware natuur van de Kerk.

De liturgie is geen theateropvoering. Hoe nobel ook, ze is geen toespraak en geen meeting, geen algemene vergadering van een vereniging. Geen informatieronde en geen happening of ‘event’. De Kerk is ‘mysterie’: ze heeft voorgrond en diepte. Om ze te vatten heb je een bril nodig met dubbele focus: je moet tegelijk dicht en ver kunnen kijken. Alleen de liturgie kan dat bereiken door de expressieve kracht van  de symbolen. De liturgie is een spel van zien en niet zien, van onthulling en geheim, van zien en geloven.

De liturgie als laatste zichtbaarheid?

In de huidige tijd moet de Kerk veel andere wijzen om zich zichtbaar te maken, missen. Ze is minder aanwezig op het publieke forum, in de media, veel van haar ‘werken’ zijn overgegaan in andere handen: ziekenzorg, onderwijs, socio-caritatief werk. Haar greep op de samenleving neemt af. Misschien komt er ooit nog een tijd dat we alleen nog de liturgie hebben om te tonen wie we zijn. Men denke maar aan de vele plaatsen van kerkvervolging. Hoe schamel ook, het is door de liturgie onder de grond dat het geloof heeft voortgeleefd. De liturgie heeft een ‘geheim’: haar sterkte en haar kracht om het hart te raken. En dat zal de Kerk nooit ontnomen worden. Zelfs in Dachau overleefde de liturgie in het geheim. De tijd van de liturgie gaat nooit voorbij, ze zal er altijd zijn; ja, zelfs in de hemel wordt ze gevierd.

God is  eerst

De liturgie is eerst het werk van God (Opus Dei zegt Benedictus) en pas daarna een werk van mensen. Zo vaak hoort men zeggen: “aan de liturgie moeten de mensen toch iets hebben?”. Natuurlijk. Maar God nog meer en eerst. De Constitutie over de liturgie zegt het zeer duidelijk: “de liturgie is zo dat in haar het menselijke in ondergeschiktheid gericht is op het goddelijke, het zichtbare op het onzichtbare, het werken op het beschouwen, het heden op de toekomstige stad waarnaar wij zoeken” (SC 4).

We moeten ons durven de vraag te stellen of we in de laatste halve eeuw niet de liturgie zo menselijk en zo toegankelijk hebben willen maken, dat we ei zo na, het gordijn voor het aanschijn van God wat hebben toegetrokken? Is God voldoende zichtbaar in onze vieringen? Je hoort mensen na een viering vaak zeggen: “Wat een mooie dienst…”. Natuurlijk wel. Maar stellen we ook soms eens die andere vraag: “ Hebben we echt gebeden?” De mensen voelden zich wel goed. Maar was God blij? Heel veel hangt af van de celebrant (priester of leek!). Is zijn lichaamstaal ook verticaal? Of is ze bijna exclusief ik-betrokken. Maar hetzelfde geldt voor de hele gemeenschap: zingt men voor God of lekker met mekaar? Mensen verenigen, dat is de kracht van de liturgie. Maar ze ook bij God brengen eerst.

Aanwezigheid

Er is één woord waarin het diepe geheim van de liturgie wordt samengevat: het woord ‘aanwezigheid’. In de liturgische handelingen is Christus zelf aanwezig. Die aanwezigheid is wat de liturgie tot liturgie maakt en ze van alle andere symbool-activiteiten onderscheidt: Christus’ aanwezigheid. De Constitutie zegt in het beroemde nummer 7: “Christus is altijd aanwezig in zijn Kerk, vooral in de liturgische handelingen. Persoonlijk is Hij aanwezig in het misoffer … heel bijzonder onder de eucharistische gedaanten. Persoonlijk is Hij aanwezig door zijn kracht in de sacramenten, zodat wanneer iemand doopt, Christus zelf doopt. Persoonlijk is Hij aanwezig in zijn woord, want Hij zelf spreekt, wanneer de heilige schriften in de Kerk gelezen worden. Persoonlijk is Hij tenslotte aanwezig wanneer de Kerk bidt en zingt…” (SC 7).

Liturgie is niet ‘iets’ vieren : het is ‘Iemand’ ontmoeten.

Christus is daar en werkt onder ons. Die aanwezigheid heeft ook consequenties: zeker, we zijn samen onder ons, maar we zijn vooral bij Hem. We zijn blij, maar dat is geen festivaluitbundigheid. We voelen ons thuis, maar zijn toch beleefd en gereserveerd. We zeggen met Johannes bij het meer: “Het is de Heer!”. Hier gebeurt niet alleen ‘iets’ , maar er komt ‘Iemand’. Daarom is luisteren en ontvangen veel belangrijker dan doen en presteren. Deze houding van ontvankelijkheid heeft nog een andere naam: ingetogenheid en stilte. Waar een onzichtbare gast verschijnt, wordt men stil en zwijgt. Die stilte hebben we meer dan nodig in onze tijd. De wereld is vol gerucht: de kerken en de liturgie moeten een vrijplaats blijven van de stilte.

De zorg om de ‘tekenen’

De liturgie is "de uitoefening van het priesterlijk ambt van Jezus Christus, waarin de heiliging van de mens door middel van waarneembare tekenen wordt betekend en bewerkt” (SC 7).

De liturgie is een ‘spel’ met symbolen. Maar een ernstig spel. Spel heeft zijn finaliteit in zichzelf. Net zoals de muziek: men maakt de muziek niet voor iets anders, maar om de muziek zelf. Spel, muziek en liturgie zijn zonder ‘extern waarom’. Daarom kan liturgie nooit ondergeschikt worden aan een doel dat buiten haar ligt. Zo is liturgie wel catechetisch, maar ze is geen catechese, ze is geen plaats om een appèl te doen, om informatie door te geven, om standpunten te bepalen en toe te lichten. Liturgie is er om zichzelf. Daarom zijn er wel vragen te stellen over zogenaamde ‘themamissen’ of thematische vieringen. Soms wordt de hele viering helemaal gekleurd door andere motieven dan God loven en naar Christus kijken. Wordt de aangebrachte thematiek dan niet tot hoofddoel van de liturgie? Liturgie is gratis en niet utilitair.

De liturgie voltrekt zich in tekens en symbolen: al wat je in de liturgie kan zien en horen verwijst naar het onzichtbare en het onhoorbare.

 

Kapel zusters Bernardinnen Gent © J. Polfliet

Daarom is de Schrift niet een gewoon boek, object van studie en analyse, maar ze verwijst naar het Woord van God, om naar te luisteren en te beleven. Brood en wijn zijn geen aards voedsel maar Christus’ eigen Lichaam en Bloed. Alleen symbolen en tekens zijn bij machte om ons verder te leiden dan het zichtbare en hoorbare. Maar omdat symbolen vaak meerduidig zijn en in verschillende richtingen kunnen wijzen, moet er een toelichtend woord bij gesproken worden. Het kernstuk van alle sacramenten is altijd een symbolisch gebaar en een bepalend woord, de sacramentsformule. Symbolen bezitten een enorme spankracht: soms kunnen ze twee tegengestelde dingen ineens uitdrukken. Zo is water symbool van leven en dood tegelijk. Water is bron van leven en vruchtbaarheid, maar het is dodend: water is gevaarlijk. Er zijn  frisse bronnen maar ook tsunami’s. Je kan er je dorst mee lessen, maar ook erin verdrinken. Dank zij deze paradox is water zo geschikt bij het doopsel. Het is zo geschikt om leven en dood te suggereren: in de doop wordt de zonde gedood en het nieuwe leven van de genade geschonken in één en dezelfde geste en met één woord.

Omdat symbolen zo wezenlijk zijn in de liturgie is het zo belangrijk ze te verzorgen ook in hun materialiteit.

Zo moet de doopvont en het doopwater werkelijk suggereren dat ze een frisse waterbron is die opborrelt ten leven. Een vettig potje zalf kan moeilijk de kracht, de lenigheid en de welriekendheid suggereren van de heilige Geest en zijn kracht in het vormsel. Anderzijds moet het symbool ook ‘symbolisch’ en dus bescheiden suggererend blijven. In de eucharistie een grote hoeveelheid brood gebruiken, verwijst naar een echt ontbijt en verliest al zijn symbolische en expressieve kracht.

De arme ritus

Zo vaak hoor je zeggen over de liturgie: “het is altijd weer hetzelfde wat je hoort en ziet”. En je kan ook vaststellen dat vaak na de preek in de eucharistie, de aandacht weg is: wat volgt is immers steevast weer hetzelfde. 

De ritus is inderdaad repetitief en stereotiep; hij wordt steeds weer en identiek herhaald. En dit is natuurlijk monotoon. Maar alle volkeren hebben rituelen. Ze structureren het menselijk leven van geboorte tot dood. Op de breuklijnen van het bestaan lijken ze wel onmisbaar. Ze kaderen de persoonlijke gebeurtenissen van het mensenleven in een sociaal kader. Je vindt die rituelen zelfs in het profane leven. Met Nieuwjaar zeggen we allen steevast ‘Beste wensen’ plus nog iets over gezondheid. En ‘innige deelneming’ bij een rouwbeklag. Ze redden ons uit de verlegenheid om iets uit te brengen dat niet zegbaar is. En waarom met Kerstmis die eeuwige kalkoen en met Pasen kuikentjes en eieren? Rituelen zijn schamel en toch onmisbaar.

Alles verstaan?

“Liturgie moet verstaanbaar zijn”. Dat hoor je vaak zeggen. Maar wat is ‘begrijpen’ als het gaat om de liturgie.

De liturgie begrijpen heeft niet direct te maken met intellectueel verstaan, of rationeel uitleggen en analyseren. Anders wordt de liturgie gereduceerd tot een didactisch gebeuren. Als er al een commentator moet zijn, dan weze hij op zijn hoede. Vieren is anders en meer.

Begrijpen in de liturgie kan alleen hij die er midden in gaat staan. Je kan liturgie niet verstaan als je aan de zijlijn blijft staan. Als men ‘gaat spreken over’. Die afstandelijkheid belet alle echt ‘begrijpen’ van de liturgie. Het is zoals met de muziek: muziek begrijp je, door er midden in te staan en te luisteren. Partituurkennis en musicologie doen niet begrijpen. Ze maken de muziek tot object. Een muziekstuk kan je maar begrijpen als je het herhaaldelijk hoort en gedurende lange tijd. Zo is het ook in de liturgie: liturgie ‘begrijpen’ vereist tijd en herhaling. In de liturgie gaat het ervaren vaak vooraf aan het begrijpen. Je moet eerst liturgie meevieren voor je ze zal begrijpen. De Kerkvaders wisten dat al. Ze gaven aan de catechumenen slechts uitleg na het doopsel, vormsel en eucharistie, na de paaswake, in de loop van de paasweek. En telkens klonk het weer: “Je hebt toen dit gezien en dat gehoord. Welnu, het betekent dit en dat”. Dat was de mystagogische catechese: niet spreken over, maar ‘inwijden’, ‘initiëren’. Misschien blijft daar ook nu nog iets van waar. Wat is een catechese aan kinderen die in hun catechesetijd nooit de zondagsmis bijwonen? Op een of andere manier is dit toch een handicap op hun ‘inwijdingsweg’.

Liturgie is niet alles

Tot voor kort werd vaak gezegd: ‘de echte liturgie is in het christelijke leven zelf’. Vieren is doen. De maandag is belangrijker dan de zondag. Het Concilie zegt nochtans dat elk werk van de Kerk onvoltooid blijft zonder de liturgie. Meer nog: “De liturgie is het hoogtepunt waarnaar de Kerk in al haar handelen streeft en tevens de bron van waaruit al haar kracht vloeit” (SC 10).

De Kerk is op haar hoogst en haar diepst wanneer ze bidt en viert.

Gelukkig is deze trend die het christelijk leven boven de liturgie stelt, stilaan voorbij. Maar de balans hoeft nu ook niet naar de andere kant door te slaan. Liturgie is niet alles in de Kerk. “Het geestelijk leven bestaat echter niet uitsluitend in de deelname aan de liturgie” (SC 12). Hier en daar maak je zelfs een neiging mee om zich terug te trekken op het domein van de liturgie en het vieren. De liturgie is alles. Nee, er moet ook gebeden worden in de binnenkamer en in de verborgenheid en gewerkt op de akker van de naastenliefde en de wereldopbouw. Het praktische leven en werken van de christenen is trouwens een cultusdaad: ‘een geestelijke offerande’. De liturgie is als een boom: die moet begoten worden, gekoesterd en verzorgd. Maar ook af en toe gesnoeid.

Basiliek Mont Saint-Michel © J. Polfliet

Gepubliceerd door

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Meer

Artikel
Liturgie
viering
Bidden

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Reacties

Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw. 

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook