Heer, Gij zijt vol ontferming voor allen en hebt geen afkeer van wat Gij hebt gemaakt;
Gij sluit uw ogen voor de zonden van de mensen om hen tot bekering te brengen.
Gij spaart hen, want Gij zijt de Heer, onze God.
(Introïtus voor Aswoensdag)
Dit citaat uit het boek Wijsheid (11, 24-25.27) is de traditionele intredezang van Aswoensdag en meteen ook het uitgangspunt van de hele veertigdagentijd. Alles wat er in deze periode zal klinken over zonde, boete en bekering van de mens kan maar juist begrepen worden vanuit de boodschap van Gods oneindige menslievendheid.
Met as bestrooid
De liturgie van Aswoensdag gaat terug op de praktijk van de openbare boete in de Kerk van de oudheid. Wie zware mistappen had begaan, kreeg bij het begin van de vastentijd, wanneer de gemeenschap bijeen was, een boetekleed opgelegd en werd met as bestrooid. Daarna volgde een ritueel waarbij de boetelingen tot aan Witte Donderdag uit de vierende geloofsgemeenschap werden verwezen.
Het dragen van een boetekleed en het zich met as bestrooien bestond al in het Oude Testament en was zelfs bij de heidenen bekend als uitdrukking van rouw, vergankelijkheid, boete, bekering, vernieuwing.
Vroeger werd zelfs met as gewassen,
as heeft namelijk de kracht om te reinigen.
Een braakland afbranden maakt de grond weer vruchtbaar en schept ruimte voor nieuwe gewassen.
Toen de oude boetepraktijk verdween, bleef de asoplegging, maar nu voor alle gelovigen. Paus Urbanus II deed in 1091 de aanbeveling dit gebruik in alle kerken toe te passen. Het voorschrift om de as te maken uit de verbrande gewijde palmtakjes van het voorgaande jaar dateert van de 12de eeuw.
Zuiver hart
De huidige liturgie laat de zegening en oplegging van de as gebeuren na het evangelie en de homilie. Het bijbehorende zegengebed belicht de bedoeling van de veertigendagentijd:
Dat zij met een zuiver hart
het paasmysterie kunnen vieren.
Dan besprenkelt de priester de as met wijwater. In plaats van de traditionele formule bij de asoplegging, genomen uit het verhaal van de verdrijving uit het paradijs, Mens, gedenk dat gij stof zijt, en tot stof van de aarde wederkeert (Gn 3,19), kan ook Jezus’ oproep worden genomen Bekeer u en geloof in de blijde boodschap (Mc 1, 15).
Keeping up appearances
De eerste en tweede lezing van die dag zijn een duidelijke oproep tot bekering en verzoening.
- Scheurt uw hart en niet uw kleren, keert terug tot de Heer uw God, want genadig is Hij en barmhartig, lankmoedig en vol liefde… (Joël 2, 12-18)
- Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen! … Nu is er de gunstige tijd, vandaag is het de dag van het heil.” (2 Kor 5, 20-6,2)
- De evangelielezing voegt daar nog drie wegen om die periode van bekering te realiseren aan toe: het geven van aalmoezen, het bidden en het vasten. Jezus doorziet echter ons kleinmenselijk ‘keeping up appearances’ wanneer we onze goede werken doen voor het oog van de mensen. Hij pleit daarentegen voor nederigheid en oprechtheid ‘in de binnenkamer’ van ons hart.
Op weg naar Pasen
Aswoensdag nodigt dus uit om onze maskers te laten vallen, om in het licht van Gods vergevende barmhartigheid te gaan staan zoals we zijn. Als we onze donkerste kantjes door Hem laten verlichten maken we ons hart klaar voor échte verbondenheid met onszelf, met medemensen en met God. Zo opent Aswoensdag het perspectief van de veertigdagentijd als een weg, die ons omvormt en vernieuwt, met Pasen als bestemming.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.