De paaswake, een doortocht | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
      De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
      Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links
Paasvuur © Catho Bordeaux

De paaswake, een doortocht

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op zaterdag 20 april 2019 - 15:33
Afdrukken
Op Pasen vieren de christenen hun belangrijkste feest: de verrijzenis van Jezus Christus.

In de liturgie van de paaswake vieren we de kern van ons geloof: Jezus, die gestorven is aan een kruis, is niet in de dood gebleven, maar door God tot nieuw leven opgewekt. De liturgie wil die overgang van dood naar leven op verschillende manieren tot uitdrukking brengen, onder meer met het spel tussen licht en donker. Deze symboliek is één van de eenvoudigste én sterkste manieren om uit te zeggen wat niet uit te leggen is.   

Paasfeest: nieuw leven en bevrijding

Ons paasfeest heeft diepe wortels in de geschiedenis van Israël. Het Joodse volk viert elk jaar in de lentemaand het Pesach-feest. Tijdens het Joodse paasmaal wordt de bevrijding uit Egypte herdacht, en wordt het verhaal van de doortocht (pesach betekent eigenlijk overgang) door de Rode Zee opnieuw verteld. In Exodus 12 kan je lezen hoe het feest moet verlopen: het paaslam wordt bij valavond geslacht, en het vlees ervan moet ‘s nachts worden gegeten, want het is ook ‘s nachts dat God de Heer Israël heeft verlost van de Egyptenaren en dat Hij aan Israël zijn verbondenheid heeft getoond.

De Heer waakte die nacht, om hen uit Egypte weg te voeren.  Daarom waken alle Israëlieten deze nacht voor de Heer, elke generatie opnieuw (Ex 12, 42)

De pesach van Jezus

In Lucas 22, 15 zegt Jezus aan zijn leerlingen: Vurig heb ik ernaar verlangd dit paasmaal met jullie te eten vóór mijn lijden. En na de maaltijd, bij het delen van de beker wijn, spreekt Hij over een nieuw verbond door mijn bloed. Jezus staat die avond vóór zijn doortocht, vóór zijn overtocht naar de Vader. En Hijzelf is blijkbaar het paaslam, waardoor God opnieuw zijn bevrijdingskracht zal tonen.

Om over deze doortocht van Jezus doorheen het lijden en de dood te vertellen, spelen de evangelisten bewust met de tegenstelling tussen duisternis en licht. Wanneer Judas weggaat van het avondmaal om Jezus te gaan aanbrengen, besluit Johannes betekenisvol: het was nacht (13, 30). Nu wordt het voor Jezus inderdaad 'nacht': Hij die als 'licht' in de wereld was gekomen (Joh 1, 4.9; Joh 8, 12) en die consequent en trouw de Liefde van God aan het licht heeft gebracht, zal sterven als een misdadiger. Wanneer hij gekruisigd is, zegt Lucas: Al rond het zesde uur werd het donker in heel het land, tot het negende uur. Er was een zonsverduistering. Het voorhangsel in de tempel scheurde middendoor. Toen riep Jezus luidkeels: Vader, in uw handen leg ik mijn geest (23, 44).

Jezus sterft aan een kruis © Joris Polfliet

De paaswake: zelf de doortocht meemaken

Eigenlijk wil de liturgie van de paaswake ons ook zelf de doortocht laten maken. Niet alleen Israël, niet alleen Jezus, zijn door God door de nacht heen naar het licht gevoerd. De paaswake wil ons laten ervaren - aan den lijve - dat God ook vandaag met en voor ons die doortocht maakt. Ze nodigt ons er dan ook op verschillende manieren toe uit om in de huid van Israël en Jezus te kruipen, om naar hun verhaal te luisteren en om in dat verhaal ons eigen leven te lezen. Steeds weer - door het tijdstip van de viering, de symbolen, de teksten - herkennen we de beweging van donker naar licht, van dood naar leven, van graf naar verrijzenis.

Nacht

De paaswake heeft plaats op zaterdagavond, wanneer de duisternis gevallen is. De eigenlijke herdenking van de verrijzenis van Jezus begint dus 's nachts, in het donker. Zo wordt uitdrukkelijk de band gelegd met wat voorafging: na de herdenking van Jezus’ dood op Goede Vrijdag is er een Stille zaterdag gevolgd.

Nieuw licht

De ritus begint - als het kan - buiten de kerk. Daar wordt een vuur aangelegd, waarrond de mensen samen komen. Iedereen krijgt een kaars. Na een korte verwelkoming, en een wijdingsgebed over het vuur, ontsteekt de voorganger aan dat vuur de paaskaars. De begeleidende woorden verduidelijken de betekenis van dit gebaar: Het licht van Christus’ verrijzenis moge uit ons hart en onze geest de duisternis verdrijven. De brandende paaskaars is het teken van de verrezen Heer. Dat is niet zo moeilijk te begrijpen als we de woorden van Jezus uit Joh 8, 12 in het achterhoofd houden: Ik ben het licht der wereld. Wie mij volgt, gaat zijn weg niet in de duisternis, maar zal het ware levenslicht bezitten. Deze overtuiging wordt trouwens uitgebeeld in de processie die volgt: iedereen gaat nu de donkere kerk binnen, achter de paaskaars aan, die wordt gedragen door de voorganger of de diaken.

Dat het bij het ontsteken en binnendragen van de paaskaars inderdaad om de verwelkoming van de verrezen Heer gaat, blijkt ook uit de aanroeping die tijdens de processie driemaal wordt herhaald.

De voorganger zingt: ‘Licht van Christus’, waarop iedereen antwoordt: ‘Heer, wij danken U’.

Met deze acclamatie wordt voor het eerst de stilte doorbroken die sinds Goede Vrijdag was ingezet. Na elke aanroep wordt het licht van Christus doorgegeven aan de aanwezigen. Zo groeit stilaan het licht in de kerk. Wanneer de processie het altaar heeft bereikt, branden normaal gezien alle kaarsen. Ook de verlichting van de kerk wordt ontstoken.     

De lofzang op de paaskaars

Aangezien de paaskaars het symbool is van de verrezen Heer, die door de gelovigen in hun midden wordt verwelkomd, is het normaal dat zij tijdens de wake een centrale plaats krijgt, in de buurt van het altaar of van de lezenaar. Eenmaal de paaskaars op de versierde kandelaar is geplaatst, volgt het hoogtepunt van de lichtritus: de lofzang van blijdschap en vreugde om het licht – lees: de verrijzenis – van Christus. Daarin wordt heel expliciet de boodschap van Pasen verwoord, aan de hand van de beelden van duisternis en licht.

Paaskaars © Mazur/catholicnews.org.uk

De woorddienst: Gods grote daden in herinnering brengen

Met de lofzang op de paaskaars is het eerste hoogtepunt van de paaswake bereikt. Nu volgt een rustiger deel, waarin de nadruk ligt op het waken. In een reeks lezingen worden de aanwezigen herinnerd aan wat God in de geschiedenis voor zijn volk heeft gedaan. De gemeenschap beantwoordt de boodschap uit de Schrift telkens met zang en gebed. De keuze van de lezingen (zeven uit het Oude, twee uit het Nieuwe Testament) is natuurlijk niet toevallig: elk op hun manier spreken ze telkens weer over een overgang, dus over wat Pasen eigenlijk is. En doorheen de lezingen verschijnt steeds sterker de rode draad van Gods liefde en zorg voor zijn mensen. 

Op verschillende plaatsen duiken de beelden van licht en donker weer op: het scheppingsverhaal  spreekt over de overwinning van Gods Adem op de chaos, van zijn licht op de duisternis.

En God zag dat het licht goed was.  God scheidde het licht van de duisternis. (Gen 1, 4)

In het verhaal over de doortocht door de Rode Zee wordt verteld over de vuurzuil waarmee God de Israëlieten de weg toont naar de vrijheid. De profeet Baruch roept Israël op om naar Gods wijsheid te zoeken en in haar licht te leven, en psalm 42 vraagt aan God: Zend mij uw licht, uw steun om mij te leiden. 

Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in u uitstorten; Ik zal het stenen hart uit uw lichaam verwijderen en u een hart van vlees geven (Ez 36, 26)

De doop: verbonden met het Licht van Christus

Het derde deel van de paaswake bestaat uit de doopviering en de hernieuwing van de doopbeloften door alle aanwezigen. Eigenlijk is de paaswake hét moment van het jaar om het doopsel te vieren. De reden hiervoor is voor ons misschien niet zo duidelijk, omdat wij gewend zijn aan de doop van kleine kindjes in de besloten familiekring. Ze heeft echter te maken met de betekenis van de christelijke doop zelf.

Eén van de vroegste Latijnse benamingen voor het doopsel was illuminatio wat betekent verlichting. Men wou er mee uitdrukken dat de persoon die christen werd door het doopsel nu definitief verbonden werd met Christus, het Licht.

Door de drievoudige onderdompeling in het water trokken de dopelingen net als de Israëlieten door het water naar nieuw leven en nieuwe toekomst; en zoals Christus uit het graf van de dood opstond, zo kwamen zij als ‘verrijzenismensen’ weer uit het water omhoog. Met dit laatste is bedoeld: mensen die in hun leven het licht de bovenhand willen laten halen, en die zich verzetten tegen al wat duisternis in de wereld brengt. Ook de doop spreekt dus op zijn manier over de doortocht van dood naar leven, en van duisternis naar licht.

Daarom is het dus heel passend dat er tijdens de paasnacht wordt gedoopt. Indien dit gebeurt, volgt er eerst een processie naar de doopvont (naargelang de inrichting van de kerk), en de litanie tot de heiligen, met aansluitend het uitspreken van de doopbeloften en de doopritus zelf. Indien er geen doopsels zijn, volgt na het wijdingsgebed over het water de hernieuwing van de doopbeloften. Daarbij komt (na de voorbede) een rituele herinnering aan de doop door de besprenkeling met doopwater. Zo staat midden het liturgisch paasfeest een stuk dat het innerlijke paasfeest uit het leven van elke gelovige betreft: zijn eigen doopsel.

Eglise Saint Jean Baptiste, Bourbourg (Fr) © Joris Polfliet
Gedoopt worden is: afdalen en opstijgen. © Joris Polfliet
De doop opent een weg © Joris Polfliet
Vorige Volgende

Eucharistie

De paaswake besluit met de liturgie van de eucharistie zoals die ook op normale zondagen verloopt. Dit onderstreept meteen het paaskarakter van elke zondag.

Toch zou de eucharistie tijdens de paaswake moeten uitblinken in feestelijkheid. Daarom moet er overdaad zijn van licht, kleur, klank, vreugde en muziek. De algemene indruk die van deze tafeldienst op de deelnemers moet bijblijven zou die moeten zijn van glanzend wit. Daarmee hebben ook de eerste getuigen van de verrijzenis het gebeuren zo goed en zo kwaad als het ging proberen verwoorden. Wit is de kleur van de theofanie, en als het liturgische paasfeest een schamele poging moet zijn om Gods geheimen te suggereren via symbolen, dan is het aangewezen op de visuele middelen van helderheid, schittering en glans, wil het de weg effenen voor het geloof.

Paaslelies © Joris Polfliet
Paaslelies © Joris Polfliet
Paaslelies © Joris Polfliet
Vorige Volgende

Gepubliceerd door

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Meer

Artikel
Pasen
Goede Week
Liturgie
Paaswake

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

'Ik ben gekomen om te dienen.'
readmore

Twee sleutelwoorden voor de viering van Witte Donderdag

icon-icon-artikel
Berswordt altaar, 1400–35 © Metropolitan Museum
readmore

Vier ankerpunten in de liturgie van Goede Vrijdag

icon-icon-artikel
Holy Saturday © Roxolana Luczakowsky
readmore

Stille Zaterdag ... verstillen en wachten

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook