Waarom is Gregoriaans in onbruik geraakt?
Zou het kunnen dat het genre te moeilijk bevonden wordt, precies omdat men weinig vertrouwd denkt te zijn met iets dat tot een ver verleden behoort? Dat kan natuurlijk - een gemakkelijk genre is het niet. Maar ervaring leert dat de meeste meerstemmige partituren van zangkoren vaak moeilijker zijn dan de gregoriaanse.
Kan Latijnse zang nog functioneren in de liturgie van vandaag, waar niet het Latijn, maar de volkstaal de belangrijkste is geworden?
Vormt de Latijnse taal op zich een struikelblok?
Waarschijnlijk niet. De Taizégemeenschap, die (paradoxaal genoeg) een bijdrage wil leveren aan de vernieuwing en vitalisering van de universele Kerk, kent diverse gezangen in het Latijn die jongeren probleemloos, en graag, meezingen. Bovendien wordt het gros van de koorliteratuur in het Latijn aangeboden.
Spreekt het mensen van deze tijd niet meer aan? Er bestaan heel wat bestsellers met gregoriaanse zang, bijvoorbeeld Chant uit 2008, een cd gezongen door de cisterciënzers van het Oostenrijkse Heiligenkreuz. Gregoriaans kan je nu overal horen: in de huiskamer en de discotheek, in platenwinkels en wellnesszaken, in concertzalen en meditatieruimtes, en soms… opnieuw in de kerk.
Klaar voor een vernieuwde kijk?
Is het denkbaar dat het gregoriaans opnieuw wordt wat het altijd al geweest is: de liturgische muziek bij uitstek?
Dit is geen pleidooi voor een terugkeer naar ver vervlogen tijden.
We willen enkele ideeën aanreiken die kunnen leiden tot een vernieuwde kijk op de zin van het gebruik van het gregoriaans in de liturgie. Gregoriaans is namelijk liturgie, om een aantal fundamentele redenen.
Voor christenen is het gregoriaans het gezongen woord van God: het is de uitdrukking van het woord dat God tot ons richt, van het woord dat concreet mens is geworden in Jezus Christus. In die zin wordt de muzikale expressie van Gods woord een oproep om Christus te volgen en te leven volgens het Evangelie. Vanuit dit perspectief nodigt het zingen van het gregoriaans, zowel bij zanger als bij luisteraar, uit tot een radicale keuze, tot een diepchristelijke spiritualiteit.
Zoals elk muziekgenre wil het gregoriaans uitdrukking, vertolking zijn van iets. De muziek is onlosmakelijk verbonden met de Latijnse Bijbelvertaling van de heilige Hiëronymus. Tekst en muziek zijn met andere woorden nauw op elkaar betrokken. Omdat de basis van deze gezangen Bijbelteksten zijn, drukken ze geen persoonlijke gevoelens van individuele mensen uit.
Ze zijn de vrucht van een eeuwenlange traditie, waarin de zingende kerkgemeenschap van gelovige generaties haar geloof uitdrukte.
Gregoriaans is liturgische muziek. Elk gezang heeft een specifieke plaats in het inhoudelijke traject van de liturgische dienst: de componisten waakten erover dat wat gezongen werd, tekstueel perfect aan sloot bij wat gezegd of gedaan werd. De muzikale uitwerking ondersteunt dit gebeuren: het is niet zo dat de zang elementen toevoegt aan de inhoud van de bijbelpericopen. Ze stelt deze in een ander licht: de inhoudelijke concepten worden overstegen en het onuitsprekelijke opent zich.
Het gregoriaans vormt geen opluistering van de liturgie, het is liturgie.
De heilige Augustinus noteerde in zijn kloosterregel: Laat de woorden die u zingt ook leven in uw hart. Het gregoriaans repertoire doet dat vanzelf, als het goed gezongen wordt.
Geen ‘Stille Nacht’ maar...
Er zijn zoveel gregoriaanse gezangen die karakteristiek zijn voor een bepaalde viering.
Zoals 'Stille nacht, heilige nacht' ons meteen in kerststemming brengt, zo heeft de introïtus Puer natus est nobis dat ook eeuwen gedaan.
Vanaf de eerste noten van de melodie worden we meegevoerd naar de inhoud van de viering.
Het Gregoriaans kan ons met andere woorden helpen om bepaalde feestdagen of periodes in het kerkelijk jaar een unieke kleur te geven. Niet zozeer omwille van de kleur, maar omdat het de kleur is die ons meteen bij de inhoud van de viering brengt.