"Wij roemen op het kruis van de Heer Jezus Christus, door wie wij verlost en bevrijd zijn. In Hem is ons heil, ons leven en onze verrijzenis."
Introïtus op het feest van de Kruisverheffing, cfr. Gal 6, 14
Kruisvinding en Kruisverheffing
In de kerk van het Heilige Graf in Jeruzalem viert men op de zondag na 3 mei een van de belangrijkste feesten van Jeruzalem: de Heilige Kruisvinding. Aan de oorsprong van dit liturgisch gebeuren ligt de kerkwijding van de Heilig Grafkerk in 335 n.C. en de ontdekking van het heilig Kruis door Helena, de moeder van keizer Constantijn, negen jaar eerder. Volgens de overlevering ontdekte Helena welke van de drie opgegraven kruisen het ware kruis van Christus was nadat daarmee een stervende vrouw werd genezen.
Een andere bekende traditie
– die van het feest van Kruisverheffing
op 14 september – zou teruggaan
op de herovering en overbrenging
van het Heilig Kruis naar Jeruzalem
in 629, nadat het door de Perzen
ontvreemd was geweest.
De Kruisvinding is tot op vandaag een druk bijgewoond feest in Jeruzalem, maar elders is het niet meer opgenomen in de liturgische kalender. De verwarring tussen de twee kruisfeesten was wellicht al eeuwenoud. Daarom zijn de feesten van Kruisvinding en Kruisverheffing sinds de liturgiehervormingen van paus Johannes XXIII in elkaar opgegaan op 14 september, behalve in Jeruzalem.
Pelgrimsverslag van Egeria
Een vroegchristelijk getuigenis over die feestelijkheden in Jeruzalem vinden we bij Egeria (of Aetheria). Zij was vermoedelijk een abdis uit Gallicië (Spanje) die tussen circa 381 en 384 een pelgrimstocht maakte naar het Heilig Land. Tijdens haar reis schreef ze haar ervaringen neer in een lange brief gericht aan haar ‘zusters’, getiteld Itinerarium Egeriae. Deze geschriften – slechts gedeeltelijk bewaard in een manuscript uit de 11de eeuw - werden pas einde 19de eeuw ontdekt in een kloosterbibliotheek in Arezzo (Italië).
Egeria’s reisverslagen zijn een rijke bron aan informatie die ons een unieke blik verschaffen op de liturgische praktijken van de jonge Kerk in Jeruzalem.
"...Enkainia [toewijding] heet hier de feestdag waarop de heilige kerk op Golgotha, het Martyrium, aan God is gewijd; maar ook de heilige kerk bij de Anastasis [verrijzenis], dat wil zeggen op de plek waar de Heer is opgestaan na zijn Lijden, is op deze dag eveneens aan God gewijd. De Enkainia van deze heilige kerken wordt met het grootste eerbetoon gevierd, aangezien het Kruis van de Heer op diezelfde dag is gevonden. Daarom is een en ander zo ingericht dat de dag waarop de boven vermelde heilige kerken nieuw werden gewijd tevens de dag was waarop het Kruis van de Heer was gevonden. Zo kan dat tegelijkertijd in alle blijdschap worden gevierd op een en dezelfde dag.
En in de Heilige Schrift staat ook dat die dag van Enkainia dezelfde is als die waarop de heilige Salomo bij de wijding van het huis Gods dat hij had gebouwd, voor het altaar van God stond en bad, zoals geschreven staat in de boeken Kronieken.
Als die dagen van Enkainia zijn gekomen, worden die acht dagen lang gevierd. Al vele dagen tevoren beginnen zich van alle kanten massa’s mensen te verzamelen, niet alleen monniken en Apotaktiten [< Gr. ‘verzaker’: een vroegchristelijke ascetische beweging] uit de verschillende provincies, dat wil zeggen uit Mesopotamië, Syrië, Egypte of de Thebaïs, waar zeer veel monniken zijn, maar ook uit alle andere verschillende plaatsen en provincies. Want er is niemand die niet op die ene dag naar Jeruzalem wil voor zo’n vreugdevolle, luisterrijke dag. Ook leken, zowel mannen als vrouwen, verzamelen zich op die dagen evenzo met een gelovig hart vanuit alle provincies in Jeruzalem vanwege die heilige dag.
Wat bisschoppen betreft, als ze met weinig zijn, zijn er op die dagen in Jeruzalem meer dan veertig of vijftig. En met hen komen veel van hun clerici. Wat moet ik zeggen? Wie op die dagen niet bij die grote plechtigheid aanwezig is geweest meent dat hij een grote zonde heeft begaan. Als er tenminste geen dwingende reden was die een mens van zijn goede voornemens afhield.
Op die dagen van Enkainia is de versiering van alle kerken dezelfde als met Pasen en Epifanie, en zo trekt men op de afzonderlijke dagen naar de diverse heilige plaatsen, zoals met Pasen of Epifanie. …"
[Vertaling uit: Vincent Hunink (& J.W. Willems), In het land van de Bijbel, Reisverslag van Egeria, een dame uit de vierde eeuw, Uitgeverij Verloren, 2011, §48-49]