Vanuit de Schriftlezingen nodigt de liturgie van de veertigdagentijd ons uit om de grote tocht af te leggen naar Pasen.
In de zondagse eucharistievieringen van de veertigdagentijd staan de Bijbelse verhalen over de grote etappes in de heilsgeschiedenis op het programma. Vanuit de Schriftlezingen nodigt de liturgie in haar teksten en gebeden de gelovigen uit om zelf de ‘grote tocht’ te maken, om op weg te gaan naar Pasen, naar de grote overgang:
van beproeving naar redding
van duisternis naar licht
van kwaad en zonde naar vergeving en verzoening
van dood naar leven
De Schriftlezingen van de eerste vijf zondagen vertolken deze overgangen telkens op een andere manier. En zo nodigt de liturgie de gelovigen uit om er zelf ook deel aan te krijgen en de ‘overgang’, die Pasen is, al in te oefenen.
Terwijl de eerste lezingen de grote etappes in de heilsgeschiedenis volgen, verwijzen de evangelielezingen volop naar Pasen, naar de dood en verrijzenis van Jezus Christus.
De herhaaldelijke overgangen vormen het grote kader van de tocht die ons zal leiden naar Pasen.
1. Eerste zondag in de veertigdagentijd
In de eerste lezing komen de schepping van de mens en de beproeving aan bod (Gn 2, 7-9; 3, 1-7). God boetseert de mens uit het stof van de aarde, en de mens, bekoord door de slang, brengt de zonde in de wereld:
‘Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde, de dood.
Rom 5, 12, Tweede lezing
In de evangelielezing van deze zondag wordt Jezus door de duivel op de proef gesteld. We betreden samen met Hem de woestijn om, gesterkt door zijn overwinning, zelf in staat te zijn de beproeving te doorstaan.
2.Tweede zondag in de veertigdagentijd
Abraham legt zijn lot in Gods handen en begint aan zijn tocht naar een door God toegezegd land (Gn 12, 1-4a), want:
‘Oprecht is immers het woord van de Heer, en al wat Hij doet is betrouwbaar.’
Antwoordpsalm 33 (32), 4
In de evangelielezing krijgen we door de gedaanteverandering van Jezus op de berg (Mt 17, 1-9) een beeld van de belofte dat de beproeving naar verheffing, dat het kruis naar de verheerlijking leidt.
Op deze eerste twee zondagen in de veertigdagentijd reiken de lezingen ons dus de boodschap aan dat we op onze weg naar Pasen weliswaar beproevingen zullen tegenkomen, maar dat wij ze het hoofd kunnen bieden wanneer we Jezus volgen als gids, en wanneer we in verbondenheid met Hem uitkijken naar God, die zijn en onze Vader is. Wanneer we verbonden zijn met Jezus in de beproeving, zijn we ook met Hem verbonden in de verlichting.
3. Derde zondag in de veertigdagentijd
De eerste lezing volgt verder het schema van de grote etappes uit de heilsgeschiedenis. Na de schepping van de mens en de aanvang van Abrahams tocht (eerste en tweede zondag) treffen we nu op de derde zondag in de veertigdagentijd Mozes aan, op weg met zijn morrende volk in de woestijn (Ex 17, 3-7):
‘Ga met enkelen van Israëls oudsten voor het volk uit, neem in uw hand de staf waarmee ge de Nijl geslagen hebt en begeef u op weg’
Ex 17, 5b
De evangelielezing vertelt ons dan hoe Jezus en de Samaritaanse elkaar ontmoeten aan de waterput (Joh 4, 5-42), een ontmoeting die zal uitlopen op haar enthousiaste verkondiging dat zij de Messias heeft gevonden.
4.Vierde zondag in de veertigdagentijd
Vandaag zijn we getuige van de zalving van de latere koning David (1 Sam 16, 1b-13a), waarbij we ontdekken dat het God niet te doen is om het uiterlijk:
‘Want God ziet niet zoals een mens ziet: een mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer naar het hart.’
1 Sam 16, 7
en de tweede lezing leert ons dan:
‘Eens waart gij duisternis, nu zijt gij licht.’
Ef 5, 8-14
Deze woorden bereiden het evangelie voor, met de ontmoeting tussen Jezus en de blindgeborene in Jeruzalem (Joh 9, 1-41). De overgangen van duisternis naar licht, van isolement naar bevrijding, van dood naar leven spelen volop mee.
5.Vijfde zondag in de veertigdagentijd
De God van Israël doet in de eerste lezing zijn belofte gestand: het Godsvolk zal door Hem geleid worden naar het vaderland (Ez 37, 12-14):
‘In massa’s zal Ik u uit uw graven wegvoeren en u brengen naar de grond van Israël.’
Ez 37, 12
Overduidelijk klinkt hier de overgang van dood (het Godsvolk dat in ballingschap verblijft) naar verrijzenis (God voert het volk vanuit de ballingschap terug naar huis). Deze overgang staat ook centraal in de evangelielezing: de opstanding van Lazarus (Joh 11, 1-45) wil ons tonen dat midden de duisternis van de dood – die ook tot het geloofsleven behoort – het licht van de Blijde Boodschap doorbreekt:
‘Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven!’
Joh 11, 25c – 26b
Met de evangelies van de derde, vierde en vijfde zondag van het A-jaar ontvouwt de liturgie een specifieke weg. Zij doet ons het traject afleggen dat de catechumenen eertijds (vanaf het einde van de eerste eeuw) én vandaag nog steeds afleggen ter voorbereiding van hun doopsel. De drie evangelies zijn in functie van deze geloofsweg gekozen. De vastentijd van het A-jaar doet ons met andere woorden een groeiproces doorlopen. Deze tocht is een periode van innerlijke zuivering, van gebed en overweging, en bereidt ons op die manier voor op de hernieuwing van onze doopbeloften tijdens de Paaswake - net zoals dit traject de catechumenen voorbereidt op hun doopsel.
Pasen is dichtbij
Het paasfeest komt nu dichtbij. Jezus’ tocht loopt ten einde. Hij nadert Jeruzalem, waar Hij omstuwd door velen, onder luid gejuich en met grote vreugde, ontvangen wordt. Nog even en de vreugde zal omslaan in spot en vernedering:
‘God de Heer heeft tot mij gesproken en ik heb mij niet verzet, ik ben niet teruggedeinsd.’
Js 50, 5, eerste lezing op Palmzondag
De liturgie zal ons aansporen om de tocht vooral vol te houden. Nog even en lijden en dood zullen plaats maken voor het leven – een belofte die de liturgie ons gedurende de hele veertigdagentijd heeft voorgehouden. Elk jaar opnieuw doet de veertigdagentijd ons dit traject afleggen. In een ononderbroken overgang gaat het telkens weer van zonde naar vertrouwen in de Heer, van geslotenheid naar overgave, van doodlopende wegen naar nieuw leven. Met andere Schriftlezingen naargelang het liturgisch jaar, maar met dezelfde boodschap: Jezus is het licht van de wereld; door Hem maken wij de overgang van duisternis naar licht!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.