HANDWASSING
Gebeurde in de eucharistie na de voorbereiding van de gaven. Was een uitdrukking van verlangen naar innerlijke reiniging en oorspronkelijk ook wel een noodzaak! Bij ons is de handwassing op vele plaatsen in onbruik geraakt. Ze gebeurt nog wel na een zalving of na de uitreiking van de as op aswoensdag.
HOMILIE
(Gr.: homilia: gesprek)
Uitgaande van het voorgelezen schriftwoord is de homilie de geijkte term voor de verkondiging van het Woord Go.ds in de eucharistie.
HONGERDOEK
Oorspronkelijk een gordijn dat in de veertigdagentijd werd opgehangen tussen het priesterkoor en het schip(*) van de kerk. Was vaak versierd met voorstellingen uit het lijden van de Heer. Momenteel wordt het thema van de veertigdagentijd vaak uitgebeeld op een hongerdoek dat niet zozeer in de liturgie dan wel in de catechese wordt aangewend.
HOSTIE
(Lat.: hostia: klein offerdier, offer, hostie)
Plat en dun stukje ongedesemd brood, bruin of wit van kleur en meestal rond van vorm. Wordt gebruikt in de eucharistie, die Jezus instelde bij de viering van het paasmaal dat Hij met zijn leerlingen hield, op witte donderdag. Waarschijnlijk gebruikte Jezus ongedesemd brood. De eerste christenen namen gewoon brood. Het werd bij het bereiden van de gaven aangedragen en bij de communie gebroken en verdeeld. ln de loop der eeuwen, mede uit eerbied voor de aanwezigheid van de Heer in het heilig Brood werd het gebruik algemeen, ongedesemd brood te nemen voor de eucharistie.
HYMNE
(Gr.: humnos: lofzang)
De term wordt meestal gebruikt voor metrische en strofische liederen van niet Bijbelse herkomst: kerkliederen.
Terug naar het overzicht