In de veertigdagentijd wordt ieder christen uitgenodigd om tijd te maken voor inkeer en om zich innerlijk te vernieuwen.
De weg van bekering vindt zijn hoogtepunt in de viering van het sacrament van de verzoening, tegen het einde van de veertigdagentijd. De gezamenlijke viering verwijst duidelijk naar het kerkelijk karakter van de verzoening: de zonde kwetst niet alleen God, maar ook de geloofsgemeenschap. Er is niet alleen tijd om samen naar Gods Woord te luisteren en steun te vinden in het gebed, er is ook ruimte voor de persoonlijke belijdenis en de vraag naar vergeving van de zonden.