Eenmaal de gaven aangebracht plaatst de diaken het brood en de wijn op het altaar, met respect en een zekere waardigheid. Want, eerlijk gezegd, het is dan al geen ‘gewoon’ brood en geen ‘gewone’ wijn meer. Het brood op het altaar draagt dan al het leven van elk van ons in zich. Het is brood van leven, van ons eigen leven, van het leven van de hele mensheid, het draagt het hele universum in zich (Teilhard de Chardin). Het brood dat in processie naar het altaar werd gebracht, is mijn leven en dat van alle anderen dat aangeboden werd. In de liturgie klinkt het: ‘de vruchten van de aarde en het werk van onze handen’.
We hebben geoogst wat groeide zonder dat we ernaar hebben moeten omkijken. Of de mens nu slaapt of waakt, ‘nacht na nacht en dag na dag, ontkiemt het zaad en schiet het op, zonder dat hij weet hoe. Vanzelf draagt de aarde vrucht, eerst de groene spriet en dan de aar, dan het graan in de volle aar.’ (Mc 4, 27-28)
Het brood is het symbool bij uitstek van ons leven. Het symboliseert de gaven die ons geschonken zijn, te beginnen bij het allergrootste geschenk: het leven zelf. ‘Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade op genade’, lezen we bij Johannes (Joh 1, 16). Bij Paulus klinkt het: ‘Wat hebt u dat u niet gekregen hebt? (1 Kor 7): een levenspartner, vrienden, kinderen, alles wat we dag aan dag nodig hebben om van te leven, troost in dagen van pijn en duisternis, gedeelde vreugde in zorgeloze tijden. Brood brengt ons naar de kern van ons leven, naar het meest essentiële, naar datgene wat en diegenen die wij elke dag ontvangen. Hoe zou ons leven eruit zien zonder?
Wanneer de priester zegt: ‘Gezegend zijt Gij, God, Heer van al wat leeft; uit uw milde hand hebben wij het brood ontvangen’, antwoordt de verzamelde gemeenschap: ‘Gezegend zijt Gij, God, in alle eeuwen.’ Het zijn woorden waarmee de gelovigen hun erkentelijkheid uitdrukken jegens de schenker van alles. Wie anders dan God schenkt ons het leven? Van wie anders komt de liefde waarmee wij, mensen, elkaar beminnen? ‘Elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven, van de Vader van de hemellichten.’ (Jak 1, 17). Daarom bidden gelovigen de Vader: ‘Heer, geef ons dat brood dan, voor altijd.’ (Joh 6, 34), dit brood dat ‘uit de hemel neerdaalt’ (Joh 6, 33), dit manna (Ex 16) zonder welk geen leven mogelijk is.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.