Aansluitende rituelen

Na de doop met water volgen nog enkele 'verklarende riten' die elk op hun manier de betekenis van het doopsel verder ontvouwen. Zij drukken uit dat de doop een relatie met Christus tot stand brengt.

• Zalving na het doopsel

De gedoopte wordt gezalfd met heilige olie ‘chrisma’. Deze zalving drukt uit dat de christen gezalfd is met Gods Geest zoals ook Jezus Christus dat was.

• Het witte kleed

De gedoopten ontvangen een wit kleed (of sjaal). Wit is de feestkleur van de Kerk. Het nieuwe witte kleed betekent dat zij met Christus zijn bekleed en in Hem nieuw en zuiver leven vinden.

Dit is vandaag uw feestkleed.
Draag het, al de dagen van uw leven,
als een teken van uw waardigheid.

Overreiking van het witte kleed
(Uit de Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel)

• De doopkaars

Aan de grote paaskaars, symbool van Christus’ licht dat over ons schijnt, wordt de doopkaars aangestoken. Het licht van Christus wordt doorgegeven aan de christen opdat de Heer in hem/haar mag branden als een bron van licht. De doopkaars die wordt meegegeven is een herinnering en uitnodiging om, zoals Christus, licht van en voor de wereld te worden.

Dierbare ouders, peter en meter,
uw taak is het dit licht brandend te houden.
Dan zal uw kind,
dat door Christus verlicht is,
door het leven gaan als een kind van het licht.

Overreiking van de doopkaars
(Uit de Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel)