Giovanni Battista Montini werd op 26 september 1897 geboren in het dorp Concesio bij Brescia. Hij werd priester gewijd op 29 mei 1920 en werkte in dienst van de Apostolische Stoel totdat hij benoemd werd als aartsbisschop van Milaan. Hij werd tot paus gekozen op 21 juni 1963 en bracht het Tweede Vaticaans Concilie tot een goed einde. Hij bevorderde de hernieuwing van het kerkelijke leven, vooral van de liturgie, en stimuleerde de oecumenische dialoog en de verkondiging van het Evangelie aan de wereld van vandaag. Hij overleed op 6 augustus 1978. Paus Paulus VI werd op 14 oktober 2018 heilig verklaard. Op initiatief van paus Franciscus werd begin 2019 de viering van zijn gedachtenis ingevoegd in de liturgische kalender van de wereldkerk. Men koos daarvoor 29 mei, de dag van zijn priesterwijding.
De Nederlandse vertaling van de eigen liturgische teksten voor de gedachtenis van de heilige paus Paulus VI werd door de Belgische bisschoppenconferentie goedgekeurd op 11 april 2019. De Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten verleende voor deze vertaling de confirmatio op 6 augustus 2019 (Prot. N. 230/19).
Klik hier voor het nieuwe misfomulier en de teksten voor het getijdengebed.
Gebed na de communie
God,
Gij hebt aan de heilige paus Paulus
de opdracht toevertrouwd
uw Kerk te leiden
als een ijverig apostel
van het Evangelie van uw Zoon.
Wij bidden U:
geef dat wij,
verlicht door zijn onderricht,
met U kunnen meewerken
om in de wereld
de cultuur van liefde
te verspreiden.
Door onze Heer.
Uit een toespraak van de H. Paulus VI, aan het einde van het Tweede Vaticaans Concilie
"In dit opzicht moet men inderdaad erkennen dat de katholieke godsdienst en het menselijke leven door een vriendschappelijk verbond met elkaar verenigd zijn en dat zij beide samenwerken in dienst van hetzelfde menselijk welzijn: de katholieke godsdienst is er namelijk voor de mensheid; zij is in zekere zin het leven van de mensheid. Zij kan zo genoemd worden omwille van de uiterst precieze en verheven interpretatie die zij geeft van het menszijn; de leer die zij daarover doorgeeft, put zij uit de kennis die zij van God heeft. Want om de mens, de ware mens, de gehele mens, ten diepste te kennen, is het noodzakelijk dat wij eerst God zelf kennen."