GEBEDSDIENST
Bijeenkomst van gelovigen - meestal onder leiding van een gebedsleider - met als eerste bedoeling te bidden aan de hand van Schriftlezingen en psalmen.
GEBEDSWAKE
Wordt meestal gebruikt voor de gebedsdienst op de vooravond van een uitvaart, maar kan net zo goed gebruikt worden voor iedere gebedsdienst die 's avonds plaatsvindt.
GETIJDEN
Geijkte term voor het officiële gebed van de kerk zoals het is bijeengebracht in het Getijdenboek(*).
GETIJDENBOEK
Bevat het officiële gebed van de kerk, ook kerkelijk officie(*) genoemd. Geeft voor iedere dag van het jaar een lezingendienst, het morgengebed (vroeger 'lauden'), het middaggebed, het avondgebed (vroeger 'vespers' en de dagsluiting (vroeger 'completen').
GEWONE VAN DE MIS
Ook wel 'ordinarium'. Hiermee worden die gebeden en gezangen van de eucharistie aangeduid die praktisch niet veranderen: de vaste gezangen en de vaste gebeden. Bijvoorbeeld: 'Heer, ontferm U', 'Eer aan God', 'lk geloof in God', 'Heilig', 'Lam Gods' ... en ook de gebeden die door de priester worden gezegd bij het bereiden van de gaven en onder de communie. Het 'gewone' staat tegenover het 'tijdeigen' (vroeger 'proprium').
GODSLAMP
Olielamp - jammer genoeg ook soms elektrische lamp - die dag en nacht brandt in de nabijheid van het tabernakel(*). De brandende godslamp wijst op de aanwezigheid van de Eucharistie, de geconsacreerde hosties, in het tabernakel.
GRADUALE
(Lat.: gradus: trap, trede)
- Latijns zangboek (liber gradualis) waarin de wisselende gezangen voor de eucharistie zijn;
- antwoordpsalm(*) na de eerste lezing van de eucharistieviering, gezongen door cantor (psalm) en volk of koor (refrein). Vroeger werd het graduale ingezet door de cantor aan de trede van de ambo, aan de gradus. Vandaar de naam.
Terug naar het overzicht