Joris Polfliet nam op 18 en 19 november 2024 deel aan het Liturgisch congres in Blankenberge en schreef een verslag over deze boeiende tweedaagse rond het thema ‘Maak mij met Uw wegen vertrouwd’. Pelgrims van hoop in het Jubeljaar 2025. Daarnaast vindt u onderaan de pagina het digitaal bestelformulier voor het verslagboek dat rond Pasen 2025 zal verschijnen.
Bestel nu en betaal 25,00 EUR i.p.v. 29,99 EUR!
(excl. verzendkosten: 5,00 EUR)
Terugblik
Op 18 en 19 november verzamelden iets meer dan 200 deelnemers uit heel Vlaanderen in Blankenberge voor het jaarlijkse Liturgisch congres. Het thema dit jaar was: ‘Maak mij met Uw wegen vertrouwd’. Pelgrims van hoop in het Jubeljaar 2025. De organisatoren wilden hiermee een opstap bieden naar het Jubeljaar, dat op 24 december in Rome door paus Franciscus geopend wordt. Deze doelstelling werd ruimschoots bereikt.
Maandag opende professor Hans Ausloos het congres met een verkenning van de Bijbelse wortels van de begrippen ‘Sabbatjaar’, ‘Jubeljaar’ en ‘Heilig Jaar’. In een helder betoog liet hij zien hoe de kernteksten over het Jubeljaar in Leviticus 25 een actualisering vormen van de oudere parallelle teksten uit Deuteronomium en het oudste zogenaamde Verbondsboek uit Exodus 20-23. Hij toonde ook aan hoe paus Franciscus met zijn oproep tot amnestie of schuldvermindering voor gevangenen en kwijtschelding van schulden van de armste landen direct aanknoopt met de kernbedoeling van het Bijbelse Jubeljaar, dat ook gericht was op bevrijding en herstel.
Professor Hans Geybels stelde in een meer antropologisch gerichte inleiding de vraag hoe en waarom het christendom, dat aanvankelijk kritisch stond tegenover heilige plaatsen of objecten – ‘Alleen God is heilig!’ – toch kerken en bepaalde plekken als ‘heilig’ is gaan beschouwen. Hij belichtte onder meer de groeiende cultus rond de martelaren en hun relieken, de pelgrimstochten naar de plaatsen waar Jezus zelf Gods liefde zichtbaar en tastbaar maakte, het bewaren van de geconsacreerde gaven in een tabernakel en de diepmenselijke behoefte aan materiële tekens die verwijzen naar de ontmoeting met het onzichtbare mysterie van God.
In een derde lezing, ditmaal vanuit theologisch perspectief, omschreef priester Stefaan Franco de betekenis van het Jubeljaar als een ‘sterke tijd’, te vergelijken met de sterke tijden in het liturgisch jaar. Een Jubeljaar reikt alle gelovigen kansen aan tot herstel en verzoening met God, medemensen en de schepping. Dit gebeurt via verschillende wegen: de pelgrimstocht, waarbij men fysiek ‘naar elders gaat om anders terug te keren’; de Heilige Deur als symbool van Christus zelf en van de gemeenschap van zijn leerlingen; het sacrament van boete en verzoening; en de jubileumaflaat, die ons volgens paus Fransciscus ‘in staat stelt om de grenzeloze barmhartigheid van God te ontdekken’.
De deelnemers werden echter niet alleen uitgenodigd tot luisteren: in leesgroepen gingen zij met elkaar in gesprek om de aangeboden inhoud verder te verdiepen. Ook werd er, naar goede gewoonte, veel gezongen op het Liturgisch congres. De hymne, speciaal gecomponeerd voor het Jubeljaar, viel meteen in de smaak en belooft een echte ‘meezinger’ te worden.
Voor wie in de Duinse Polders overnachtten, bracht Isabelle Desmidt een enthousiast en fijngevoelig getuigenis over haar pelgrimstochten naar Compostella en Assisi. Hieruit bleek opnieuw hoe de ‘buitenkant’ van een tocht een beeld kan worden van een ‘innerlijke reis’ – een verhaal om stil van te worden.
Op dinsdag werd het thema van het ‘pelgrimeren’ verder uitgediept vanuit de liturgie. In een originele en beklijvende meditatie schetste de Benedictijnse zuster Annick Somville, secretaris van de Franstalige Interdiocesane Commissie voor Liturgie (CIPL), het liturgisch jaar als een pelgrimstocht. Trefzeker puttend uit de schat van de liturgische gebeden liet ze de deelnemers ontdekken hoe de boog van advent tot Pinksteren de dynamiek van een pelgrimstocht in zich draagt: heel het christelijk leven vertrekt vanuit een verlangen om een doel te bereiken. Het liturgisch jaar leert ons om onze levensweg te verbinden met de weg die Christus is gegaan. Hij wijst ons de weg, Hij ís de Weg, en Hij geeft ons de kracht om samen vol te houden en het nieuwe leven steeds opnieuw in ons te laten groeien.
Ook in de liturgie van doop en eucharistie is het thema van het ‘op weg gaan’ duidelijk aanwezig. Dieter van Belle en Jeroen Heiremans lichtten de betekenis toe van de ‘processies’ die in beide sacramenten voorzien zijn. Deze zijn meer dan louter functionele bewegingen: de verplaatsingen van en naar betekenisvolle plaatsen in het kerkgebouw (portaal, ambo, doopvont, altaar) willen een diepere bedoeling aan het licht laten komen. Ook hier klinkt telkens opnieuw de boodschap door: christen-zijn is in beweging komen, op weg gaan om Christus te ontmoeten in Woord en Sacrament.
Dinsdagnamiddag bood het programma keuzelezingen en werkwinkels, waar deelnemers dieper konden ingaan op specifieke elementen of de link konden leggen met de concrete liturgische praktijk. Zo gingen de keuzelezingen in op processies bij verschillende feesten en gelegenheden, en op de oude ‘statieliturgie’ en de mogelijke kansen daarvoor vandaag. In de werkwinkels werden suggesties verzameld om met de thematieken van het Jubeljaar aan de slag te gaan in parochies, scholen, jeugdpastoraal en zorgvoorzieningen.
Bij het vertrek naar huis klonken er dankbare en tevreden reacties: ‘Het was een mooi en rijk congres. Het geeft zin om van het Jubeljaar een positief verhaal te maken. Onze wereld en Kerk hebben nood aan verhalen van hoop, en wij worden opgeroepen om pelgrims van hoop te zijn.’ Aan het slot klonk opnieuw uit volle borst het refrein van de hymne: ‘Vlam van liefde, hoop die ons doet leven, hoor ons lied, een lofzang uit ons hart. Gij, de bron van vred’ en eeuwig leven, laat ons veilig voortgaan aan uw hand.’
Joris Polfliet, vicaris-generaal en vicaris voor kerkelijke opleidingen en roepingen in het bisdom Gent